A. TITEL

Europese Overeenkomst over de afschaffing van visa voor vluchtelingen;

Straatsburg, 20 april 1959

B. TEKST

De tekst van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1959, 153. Voor de ondertekeningen zie ook Trb. 1968, 48.

De Overeenkomst is voorts nog, in overeenstemming met artikel 8, eerste lid, ondertekend voor:

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland1226 augustus 1968
Ierland129 oktober 1969
Cyprus3 7 april 1978
Portugal310 mei 1979
Spanje310 maart 1982
Malta14 17 januari 1989
Finland 4 juli 1990

C. VERTALING

Zie Trb. 1959, 153.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1960, 111.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1960, 111 en Trb. 1968, 481.

Behalve de aldaar genoemde Staten hebben nog de volgende Staten, in overeenstemming met artikel 8, tweede lid, van de Overeenkomst een akte van bekrachtiging nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa:

Portugal212 oktober 1981
Spanje30 juni 1982
Finland3 4 juli 1990

F. TOETREDING

De volgende Staat heeft in overeenstemming met artikel 10 van de Overeenkomst een akte van toetreding nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa:

Liechtenstein128 oktober 1969

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1960, 1111 en Trb. 1968, 48.

De bepalingen van de Overeenkomst zijn ingevolge artikel 10 voor Liechtenstein in werking getreden op 29 november 1969.

H. TOEPASSELIJKVERKLARING

Zie Trb. 1968, 48.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1959, 153, Trb. 1960, 111 en Trb. 1968, 48.

Voor het op 5 mei 1949 te Londen tot stand gekomen Statuut van de Raad van Europa zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 217.

Voor het op 28 juli 1951 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende de status van vluchtelingen zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 136.

Voor de op 16 december 1961 te Parijs tot stand gekomen Europese Overeenkomst betreffende het reizen van jeugdige personen op collectieve paspoorten tussen de landen die lid zijn van de Raad van Europa zie ook, laatstelijk, Trb. 1968, 51.

Uitgegeven de vierde oktober 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

Zonder voorbehoud van bekrachtiging.

XNoot
2

Onder de verklaring dat in overeenstemming met artikel 2 “for the purposes of the Agreement, the `territory' of the United Kingdom shall comprise the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland, Jersey, Guernsey and the Isle of Man".

XNoot
3

Onder voorbehoud van bekrachtiging.

XNoot
4

Onder de volgende verklaring:

“Settlement in the meaning of Article 5 of the European Agreement on the Abolition of Visas for Refugees shall be determined in relation to the place where the refugee's personal interests are centred. Consequently, presence on the territory of a High Contracting Party for the purpose of attending an educational establishment, medical establishment, convalescent home or other similar institutions shall not constitute settlement within the meaning of the said Article 5."

XNoot
1

Op 3 oktober 1990 is de Duitse Democratische Republiek toegetreden tot de Bondsrepubliek Duitsland.

XNoot
2

Onder de volgende verklaring:

«Aux termes de l'article 2 du présent Accord, le terme «territoire» inclut le territoire portugais sur le continent européen ainsi que les archipels des Açores et de Madère.»

XNoot
3

De Permanent Vertegenwoordiger van Finland heeft op 5 januari 1994 de volgende verklaring afgelegd:

«Se référant à l'arrêté entrant en vigueur en Finlande au 1er janvier 1994, la Représentation Permanente de la Finlande informe le Secrétariat Général de la nécessité d'un visa sur le territoire finlandais pour tous réfugiés auxquels la France a octroyé un document de voyage. Cette nouvelle conduite rend la pratique similaire en France et en Finlande à compter du 1er janvier 1994.»

XNoot
1

Onder de volgende verklaring:

“Settlement in the meaning of Article 5 of the European Agreement on the Abolition of Visas for Refugees shall be determined in relation to the place where the refugee's personal interests are centred. Consequently, presence on the territory of a High Contracting Party for the purpose of attending an educational establishment, convalescent home or other similar institutions shall not constitute settlement within the meaning of the said Article 5."

XNoot
1

In een verklaring van 15 september 1986, ontvangen door de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa op 16 september 1986, heeft de Regering van Frankrijk medegedeeld de Overeenkomst, in overeenstemming met artikel 7, eerste lid, te schorsen met ingang van 16 september 1986 om 0 uur.

Naar boven