A. TITEL

Protocol tot wijziging van het Verdrag ter bestrijding van de handel in vrouwen en kinderen, gesloten te Genève op 30 november 1921, en het Verdrag nopens de bestrijding van de handel in meerderjarige vrouwen, gesloten te Genève op 11 oktober 1933, met Bijlage;

New York, 12 november 1947

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van Protocol en Bijlage zijn bij Koninklijk besluit van 2 mei 1949 bekendgemaakt in Stb. J 188.

Voor de ondertekening zie Trb. 1961, 105.

Het Protocol is voorts zonder voorbehoud van bekrachtiging nog voor de volgende Staten ondertekend:

Sierra Leone13 augustus 1962
Ivoorkust 5 november 1962

C. VERTALING

De vertaling in het Nederlands van Protocol en Bijlage is bij Koninklijk besluit van 2 mei 1949 bekendgemaakt in Stb. J 188.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1961, 105.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1961, 105.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten overeenkomstig artikel IV, onder b, van het Protocol een akte van aanvaarding bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties nedergelegd:

de Bondsrepubliek Duitsland129 mei 1973
Malta227 februari 1975
Cuba316 maart 1981
de Duitse Democratische Republiek416 juli 1974

F. TOETREDING

Zie Trb. 1961, 105.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten overeenkomstig artikel IV, onder b, van het Protocol een akte van toetreding bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties nedergelegd:

Niger 7 december 1964
Jamaica16 maart 1965
Singapore26 oktober 1966

Verklaring van voortgezette gebondenheid

De volgende Staten hebben aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties medegedeeld zich gebonden te achten aan het Protocol:

Slowakije28 mei 1993
de Tsjechische Republiek30 december 1993

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1961, 105. In de tweede alinea aldaar dient in plaats van rubriek A gelezen te worden rubriek B.

Voor de Staten die een akte van toetreding hebben nedergelegd, is het Protocol op de daarbij vermelde data in werking getreden.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1961, 104.

Voor het op 30 september 1921 te Genève tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter bestrijding van de handel in vrouwen en kinderen zie ook Trb. 1995, 211.

Voor het op 11 oktober 1933 te Genève tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter bestrijding van de handel in meerderjarige vrouwen zie ook Trb. 1995, 212.

Voor het op 12 november 1947 te New York tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag tot het tegengaan van de verspreiding van en de handel in ontuchtige uitgaven zie ook Trb. 1985, 119.

Uitgegeven de vierentwintigste augustus 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,

W. KOK


XNoot
1

Onder de volgende verklaring:

“..... The said Protocol shall also apply to Berlin (West) with effect from the date on which it enters into force for the Federal Republic of Germany."

Met betrekking tot deze verklaring werden mededelingen ontvangen van de Regeringen van de Sovjet Unie (4 december 1973), Tsjechoslowakije (6 december 1973), de Bondsrepubliek Duitsland (16 juli 1974), Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Verenigde Staten van Amerika (17 juli 1974 en 19 september 1975).

XNoot
2

De akte van aanvaarding geeft aan, dat Malta zich alleen gebonden acht aan het Protocol voorzover het van toepassing is op het Verdrag ter bestrijding van de handel in vrouwen en kinderen, gesloten te Genève op 30 september 1921, bij welk Verdrag Malta partij is.

XNoot
3

Onder de volgende verklaring:

“The Government of the Republic of Cuba declares that article 10 of the Convention for the Suppression of the Traffic in Women and Children, concluded at Geneva on 30 September 1921, and article 7 of the Convention for the Suppression of the Traffic in Women of Full Age, concluded at Geneva on 11 October 1933, as amended in the annex to the Protocol done at Lake Success, New York, on 12 November 1947, are discriminatory in that they deny States which are not Members of the United Nations and to which the Economic and Social Council does not officially communicate the Conventions as amended by the Protocol the right to accede to the Conventions as so amended, this being contrary to the principle of sovereign equality of States."

XNoot
4

Onder de volgende verklaring:“With regard to the application to Berlin (West) of the Convention for the Suppression of the Traffic in Women and Children of 30 September 1921 as amended by the Protocol of 12 November 1947 the German Democratic Republic states in accordance with the Quadripartite Agreement of 3 September 1971 between the Governments of the Union of Soviet Socialist Republics, the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland, the United States of America and the French Republic that Berlin (West) is no constituent part of the Federal Republic of Germany and must not be governed by it. The statement of the Federal Republic of Germany that this Convention as amended by the said Protocol were also to be extended to Berlin (West) is contrary to the Quadripartite Agreement which stipulates that agreements concerning the status of Berlin (West) must not be extended to Berlin (West) by the Federal Republic of Germany. Consequently, the statement of the Federal Republic of Germany can have no legal effects."(vertaling)

Naar boven