Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1995, 212 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1995, 212 | Verdrag |
Internationaal Verdrag ter bestrijding van de handel in meerderjarige vrouwen;
Genève, 11 oktober 1933
De tekst van het Verdrag is bij Koninklijk besluit van 8 oktober 1935 bekendgemaakt in Stb. 598.
De vertaling in het Nederlands van het Verdrag is bij Koninklijk besluit van 8 oktober 1935 bekendgemaakt in Stb. 598.
Het Verdrag is gewijzigd door het in rubriek J hieronder genoemde Protocol van 12 november 1947.
Zie Trb. 1961, 104.
Zie Trb. 1961, 104.
Zie Trb. 1961, 104.
Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten overeenkomstig artikel 10, derde lid, van het Verdrag een akte van toetreding bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties nedergelegd:
Algerije1 | 31 oktober 1963 |
Madagascar1 | 12 februari 1964 |
Singapore1 | 26 oktober 1966 |
Mali1 | 2 februari 1973 |
de Duitse Democratische Republiek2 | 16 juli 1974 |
Verklaring van voortgezette gebondenheid
De volgende Staten hebben aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties medegedeeld zich gebonden te achten aan het Verdrag:
Niger | 25 augustus 1961 |
Kameroen | 27 oktober 1961 |
Ivoorkust | 8 december 1961 |
Dahomey | 4 april 1962 |
de Centraalafrikaanse Republiek | 4 september 1962 |
Congo (Brazzaville) | 15 oktober 1962 |
Senegal | 2 mei 1963 |
Slowakije | 28 mei 1993 |
de Tsjechische Republiek | 30 december 1993 |
Zie Trb. 1961, 104.
Voor de Staten die een akte van bekrachtiging of toetreding hebben nedergelegd, is het Verdrag ingevolge artikel 8, derde lid, in werking getreden zestig dagen na nederlegging van de betreffende akte.
Zie Trb. 1961, 104.
Voor de op 18 mei 1904 te Parijs ondertekende Internationale Regeling tot bestrijding van de zogenaamde handel in vrouwen en meisjes zie ook Trb. 1995, 208.
Voor het op 4 mei 1910 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van de zogenaamde handel in vrouwen en meisjes zie ook Trb. 1995, 209.
Voor het op 30 september 1921 te Genève tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter bestrijding van de handel in vrouwen en kinderen zie ook Trb. 1995, 211.
Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Statuut van het Internationaal Gerechtshof zie ook, laatstelijk, Trb. 1987, 114.
Voor het op 18 oktober 1907 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag voor de vreedzame beslechting van internationale geschillen zie ook, laatstelijk, Trb. 1981, 96.
Voor het op 12 november 1947 te New York tot stand gekomen Protocol tot wijziging van ondermeer het onderhavige Verdrag zie ook Trb. 1995, 213.
Toetreding tot het Verdrag zoals gewijzigd door het in rubriek J hieronder genoemde Protocol van 1947.
Onder het volgende voorbehoud en de volgende verklaring:
Voorbehoud“The German Democratic Republic does not consider itself bound by the provisions of article 4 of the Convention as amended by the Protocol, according to which disputes relating to the interpretation or application of the Convention which have not been settled through negotiations, shall at request of any one of the parties to the dispute be referred to the International Court of Justice for decision, unless the parties have not agreed on another way of adjustment. With regard to the competence of the International Court of Justice the German Democratic Republic takes the view that in every single case the consent of all the parties to the dispute shall be necessary to submit a particular dispute to the International Court of Justice for decision." (vertaling)
Verklaring
The German Democratic Republic, in its attitude towards article 1 of the Convention, in so far as it concerns the application of the Convention to colonial and other dependent territories, is guided by the stipulations of the United Nations Declaration on the Granting of Independence to Colonial Countries and Peoples (Res. 1514 (XV) of 14 December 1960), which sets forth the need for an early and unconditional elimination of colonialism in all its forms and manifestations." (vertaling)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-1995-212.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.