A. TITEL

Overeenkomst betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de op 19 juni 1990 te Schengen gesloten Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, zoals gewijzigd;

Brussel, 28 april 1995

B. TEKST1

Overeenkomst betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek bij de Overeenkomsten van respectievelijk 27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 zijn toegetreden

Het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, Overeenkomstsluitende Partijen van de Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, hierna genoemd „de Overeenkomst van 1990", alsmede de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek die door middel van de Overeenkomsten van respectievelijk 27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 tot de Overeenkomst van 1990 zijn toegetreden,

enerzijds,

en de Republiek Oostenrijk, anderzijds,

Gelet op de ondertekening te Brussel, op achtentwintig april negentienhonderdvijfennegentig, van het Protocol betreffende de toetreding van de Regering van de Republiek Oostenrijk tot het Akkoord tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, zoals gewijzigd bij de Protocollen van 27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 betreffende de toetreding van de Regeringen van respectievelijk de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek,

Gelet op artikel 140 van de Overeenkomst van 1990,

zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

Bij deze Overeenkomst treedt de Republiek Oostenrijk toe tot de Overeenkomst van 1990.

Artikel 2

1. Voor de Republiek Oostenrijk zijn de ambtenaren als bedoeld in artikel 40 lid 4, van de Overeenkomst van 1990:

  • a. de organen van de Öffentliche Sicherheitsdienst, zijnde:

– de leden van de Bundesgendarmerie,

– de leden van de Bundessicherheitswachekorps,

– de leden van het Kriminalbeamtenkorps,

– de tot het bevelen en direct toepassen van dwangmiddelen bevoegde ambtenaren van de rechtskundige Dienst bei Sicherheitsbehörden;

  • b. onder de in desbetreffende bilaterale overeenkomsten als bedoeld in artikel 40, lid 6, van de Overeenkomst van 1990 vastgestelde voorwaarden met betrekking tot hun bevoegdheden op het gebied van sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, sluikhandel in wapens en explosieven en illegaal vervoer van giftige en schadelijke afvalstoffen: de douane-ambtenaren.

2. Voor de Republiek Oostenrijk is de autoriteit als bedoeld in artikel 40, lid 5, van de Overeenkomst van 1990: die Generaldirektion für die öffentliche Sicherheit im Bundesministerium für Inneres.

Artikel 3

Voor de Republiek Oostenrijk zijn de ambtenaren als bedoeld in artikel 41, lid 7, van de Overeenkomst van 1990:

1. de organen van de Öffentliche Sicherheitsdienst, zijnde:

– de leden van de Bundesgendarmerie,

– de leden van het Bundessicherheitswachekorps,

– de leden van het Kriminalbeamtenkorps,

– de tot het bevelen en direct toepassen van dwangmiddelen bevoegde ambtenaren van de rechtskundige Dienst bei Sicherheitsbehörden;

2. onder de in desbetreffende bilaterale overeenkomsten als bedoeld in artikel 41, lid 10, van de Overeenkomst van 1990 vastgestelde voorwaarden met betrekking tot hun bevoegdheden op het gebied van sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, sluikhandel in wapens en explosieven en illegaal vervoer van giftige en schadelijke afvalstoffen: de douane-ambtenaren.

Artikel 4

Voor de Republiek Oostenrijk is het Ministerie als bedoeld in artikel 65, lid 2, van de Overeenkomst van 1990: het Bondsministerie van Justitie.

Artikel 5

1. Deze Overeenkomst dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden bij de Regering van het Groothertogdom Luxemburg nedergelegd; deze geeft aan de Overeenkomstsluitende Partijen kennis van de nederlegging.

2. Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van nederlegging van de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring door de Staten voor wie de Overeenkomst van 1990 in werking is getreden, en door de Republiek Oostenrijk.

Voor de overige Staten treedt deze Overeenkomst in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van nederlegging van hun akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, mits deze Overeenkomst overeenkomstig het bepaalde in voorgaande alinea in werking is getreden.

3. De Regering van het Groothertogdom Luxemburg geeft de Overeenkomstsluitende Partijen kennis van de datum van inwerkingtreding.

Artikel 6

De Regering van het Groothertogdom Luxemburg zendt de Regering van de Republiek Oostenrijk een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift toe van de Overeenkomst van 1990 in de Duitse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese en de Spaanse taal.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel, op achtentwintig april negentienhonderdvijfennegentig, in de Duitse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese en de Spaanse taal, zijnde zeven teksten in elk van deze talen gelijkelijk authentiek, in een origineel dat zal worden nedergelegd bij de Regering van het Groothertogdom Luxemburg, die een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan aan alle Overeenkomstsluitende Partijen toezendt.


De Overeenkomst is op 28 april 1995 ondertekend voor:

België

Duitsland

Frankrijk

Griekenland

Italië

Luxemburg

het Koninkrijk der Nederlanden

Oostenrijk

Portugal

Spanje


D. PARLEMENT

De Overeenkomst behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de Overeenkomst kan worden gebonden.

E. BEKRACHTIGING

Bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van de Overeenkomst is voorzien in artikel 5, eerste lid.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van de Overeenkomst zullen ingevolge artikel 5, tweede lid, in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van nederlegging van de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring door de Staten voor wie de Overeenkomst van 1990 in werking is getreden, en door Oostenrijk.

J. GEGEVENS

De Nederlandse tekst van Slotakte welke op 28 april 1995 te Brussel is ondertekend, luidt als volgt:

Slotakte

I. Bij de ondertekening van de Overeenkomst betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek bij de Overeenkomsten van respectievelijk 27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 zijn toegetreden, onderschrijft de Regering van de Republiek Oostenrijk de bij ondertekening van de Overeenkomst van 1990 ondertekende Slotakte, Protocol en Gemeenschappelijke Verklaring van de Ministers en Staatssecretarissen.

De Regering van de Republiek Oostenrijk onderschrijft de daarin vervatte gemeenschappelijke verklaringen en neemt nota van de daarin vervatte eenzijdige verklaringen.

De Regering van het Groothertogdom Luxemburg zendt de Regering van de Republiek Oostenrijk een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift toe van de bij de ondertekening van de Overeenkomst van 1990 ondertekende Slotakte, Protocol en Gemeenschappelijke Verklaring van de Ministers en Staatssecretarissen, in de Duitse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese en de Spaanse taal.

II. Bij de ondertekening van de Overeenkomst betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek bij de Overeenkomsten van respectievelijk 27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 zijn toegetreden, hebben de Overeenkomstsluitende Partijen onderstaande verklaringen aangenomen:

1. Gemeenschappelijke Verklaring inzake artikel 5 van de Overeenkomst betreffende de toetreding

De Overeenkomstsluitende Partijen informeren elkaar reeds vóór de inwerkingtreding van de Overeenkomst betreffende de toetreding omtrent alle omstandigheden die voor de door de Overeenkomst van 1990 bestreken materie en de inwerkingtreding van de Overeenkomst betreffende de toetreding relevant zijn.

Deze Overeenkomst wordt tussen de Staten voor wie de Overeenkomst van 1990 in werking is gesteld, en voor de Republiek Oostenrijk niet in werking gesteld dan nadat aan de voorwaarden voor toepassing van de Overeenkomst van 1990 in al die Staten is voldaan en de controles aan de buitengrenzen aldaar effectief zijn.

Voor elk van de overige Staten wordt deze Overeenkomst niet in werking gesteld dan nadat aan de voorwaarden voor toepassing van de Overeenkomst van 1990 in die Staat is voldaan en de controles aan de buitengrenzen aldaar effectief zijn.

2. Gemeenschappelijke Verklaring inzake artikel 9, lid 2, van de Overeenkomst van 1990

De Overeenkomstsluitende Partijen preciseren bij ondertekening van de Overeenkomst betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de Overeenkomst van 1990, met betrekking tot artikel 9, lid 2, van de Overeenkomst van 1990, dat tussen hen een gemeenschappelijke visumregeling bestaat, zoals deze sedert 19 juni 1990 tussen de ondertekenende Staten van laatstbedoelde Overeenkomst van toepassing is.

III. De Overeenkomstsluitende Partijen nemen nota van de Verklaring van de Regering van de Republiek Oostenrijk inzake de Overeenkomsten betreffende de toetreding van de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek:

De Regering van de Republiek Oostenrijk neemt kennis van de inhoud van de Overeenkomsten van 27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 betreffende de toetreding van respectievelijk de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek tot de Overeenkomst van 1990, alsmede van de inhoud van de aan deze Overeenkomsten gehechte Slotaktes en Verklaringen.

De Regering van het Groothertogdom Luxemburg zendt de Regering van de Republiek Oostenrijk een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift toe van bovengenoemde Overeenkomsten.

GEDAAN te Brussel, op achtentwintig april negentienhonderdvijfennegentig, in de Duitse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese en de Spaanse taal, zijnde zeven teksten in elk van deze talen gelijkelijk authentiek, in een origineel dat zal worden nedergelegd bij de Regering van het Groothertogdom Luxemburg, die een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan aan alle Overeenkomstsluitende Partijen toezendt.


De Slotakte is ondertekend voor de volgende Staten:

België

Duitsland

Frankrijk

Griekenland

Italië

Luxemburg

het Koninkrijk der Nederlanden

Oostenrijk

Portugal

Spanje


Verklaring van de Ministers en Staatssecretarissen

Op achtentwintig april negentienhonderdvijfennegentig hebben de vertegenwoordigers van de Regeringen van het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Helleense Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk en de Portugese Republiek te Brussel ondertekend de Overeenkomst betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek bij de Overeenkomsten van respectievelijk 27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 zijn toegetreden.

Zij hebben ervan kennis genomen dat de vertegenwoordiger van de Regering van de Republiek Oostenrijk heeft verklaard zich aan te sluiten bij de Verklaring welke de Ministers en Staatssecretarissen, vertegenwoordigers van de Regeringen van het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden te Schengen op 19 juni 1990 hebben afgelegd, alsmede bij het besluit dat dezen op dezelfde datum ter gelegenheid van de ondertekening van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen hebben bevestigd, welke verklaring en welk besluit de Regeringen van de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek hebben onderschreven.


Voorts heeft Oostenrijk overeenkomstig artikel 41, negende lid, van de Overeenkomst van 1990 de volgende verklaringen afgelegd:

Erklärung der Regierung der Republik Österreich gemäß Artikel 41 Absatz 9 des am 19. Juni 1990 in Schengen unterzeichneten Übereinkommens zur Durchführung des Übereinkommens von Schengen vom 14. Juni 1985 zwischen den Regierungen der Staaten der Benelux-Wirtschaftsunion, der Bundesrepublik Deutschland und der Französischen Republik betreffend den schrittweisen Abbau der Kontrollen an den gemeinsamen Grenzen, dem die Italienische Republik, die Portugiesiche Republik, das Königreich Spanien und die Griechische Republik jeweils mit den Übereinkommen von 27. November 1990, vom 25. Juni 1991 und vom 6. November 1992 beigetreten sind.

In bezug auf die gemeinsame Grenze der Republik Österreich mit der Italienischen Republik:

Auf dem Hoheitsgebiet der Republik Österreich üben die in Artikel 3 Absatz 1 des Übereinkommens über den Beitritt der Italienischen Republik zu dem am 19. Juni 1990 in Schengen unterzeichneten Übereinkommen zur Durchführung des Übereinkommens von Schengen vom 14. Juni 1985 zwischen den Regierungen der Staaten der Benelux-Wirtschaftsunion, der Bundesrepublik Deutschland und der Französischen Republik betreffend den schrittweisen Abbau der Kontrollen an den gemeinsamen Grenzen erwähnten Beamten die Nacheile gemäß den folgenden Modalitäten aus:

  • a) Die nacheilenden Beamten haben kein Festhalterecht (Artikel 41 Absatz 2 Buchstabe a des Durchführungsübereinkommens von 1990);

  • b) die Nacheile kann

– an Autobahnen bis zu 20 Kilometer

– ansonsten bis zu 10 Kilometer durchgeführt werden (Artikel 41 Absatz 3 Buchstabe b des Durchführungsübereinkommens von 1990);

  • c) die Nacheile ist zulässig, wenn eine der in Artikel 41 Absatz 4 Buchstabe b des Durchführungsübereinkommens von 1990 genannten Straftaten begangen wurde.


Erklärung der Regierung der Republik Österreich gemäß Artikel 41 Absatz 9 des am 19. Juni 1990 in Schengen unterzeichneten Übereinkommens zur Durchführung des Übereinkommens von Schengen vom 14. Juni 1985 zwischen den Regierungen der Staaten der Benelux-Wirtschaftsunion, der Bundesrepublik Deutschland und der Französischen Republik betreffend den schrittweisen Abbau der Kontrollen an den gemeinsamen Grenzen, dem die Italienische Republik, die Portugiesiche Republik, das Königreich Spanien und die Griechische Republik jeweils mit den Übereinkommen vom 27. November 1990, vom 25. Juni 1991 und vom 6. November 1992 beigetreten sind.

In bezug auf die gemeinsame Grenze der Republik Österreich mit der Bundesrepublik Deutschland:

Auf dem Hoheitsgebiet der Republik Österreich üben die in Artikel 41 Absatz 7 des am 19. Juni 1990 in Schengen unterzeichneten Übereinkommens zur Durchführung des Übereinkommens von Schengen vom 14. Juni 1985 erwähnten Beamten die Nacheile gemäß den folgenden Modalitäten aus:

  • a) Den nacheilenden Beamten wird ein Festhalterecht nach Maßgabe des Artikels 41 Absatz 2 Buchstabe b, Absatz 5 und Absatz 6 eingeräumt;

  • b) die Nacheile unterliegt weder einer räumlichen noch einer zeitlichen Begrenzung (Artikel 41 Absatz 3 Buchstabe b);

  • c) die Nacheile ist zulässig, wenn eine der in Artikel 41 Absatz 4 Buchstabe b des Durchführungsübereinkommens von 1990 genannten Straftaten begangen wurde.


Van het op 14 juni 1985 te Schengen tot stand gekomen Akkoord tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek en het Groothertogdom Luxemburg betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, naar welk Akkoord ondermeer wordt verwezen in de titel van de onderhavige Overeenkomst, is de tekst geplaatst in Trb. 1985, 102; zie ook Trb. 1986, 34.

Van de op 19 juni 1990 te Schengen tot stand gekomen Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, naar welke Overeenkomst ondermeer wordt verwezen in de titel van de onderhavige Overeenkomst, is de tekst geplaatst in Trb. 1990, 145; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 75.

Van de op 27 november 1990 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de toetreding van de Italiaanse Republiek tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, naar welke Overeenkomst ondermeer wordt verwezen in de titel van de onderhavige Overeenkomst, is de tekst geplaatst in Trb. 1991, 27.

Van de op 25 juni 1991 te Bonn tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst is toegetreden, naar welke Overeenkomst ondermeer wordt verwezen in de titel van de onderhavige Overeenkomst, zijn de Nederlandse, de Franse en de Spaanse tekst geplaatst in Trb. 1992, 49.

Van de op 25 juni 1991 te Bonn tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de toetreding van de Portugese Republiek tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst is toegetreden, naar welke Overeenkomst ondermeer wordt verwezen in de titel van de onderhavige Overeenkomst, zijn de Nederlandse, de Franse en de Portugese tekst geplaatst in Trb. 1992, 51.

Van de op 6 november 1992 te Madrid tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Staten van de Benelux Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek bij de op 25 juni 1991 te Parijs ondertekende Overeenkomsten en de Helleense Republiek bij de op 6 november 1992 te Madrid ondertekende Overeenkomst zijn toegetreden, naar welke Overeenkomst ondermeer wordt verwezen in de titel van de onderhavige Overeenkomst, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1993, 18.

De Benelux Economische Unie, naar welke Unie ondermeer wordt verwezen in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst, is ingesteld bij een op 3 februari 1958 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag, waarvan de tekst is geplaatst in Trb. 1958, 18; zie ook, laatstelijk, Trb. 1992, 166.

Uitgegeven de eenentwintigste juli 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

De Duitse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Portugese en de Spaanse tekst zijn niet afgedrukt.

Naar boven