Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1995, 155 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1995, 155 | Verdrag |
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds, en Roemenië, anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen, met Aanhangsels
Boekarest,, 6 juni 1995
Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds, en de Regering van Roemenië, anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen
De Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, die op grond van de op 11 april 1960 tussen hen gesloten Overeenkomst inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Benelux-gebied gemeenschappelijk optreden, enerzijds, en de Regering van Roemenië, anderzijds,
ernaar strevend de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen in een geest van samenwerking en op basis van wederkerigheid te vergemakkelijken teneinde het vrije personenverkeer te vereenvoudigen,
zijn het volgende overeengekomen:
1. De Roemeense Regering neemt op verzoek van de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse Regering, zonder formaliteiten, de persoon over die niet of niet meer voldoet aan de op het grondgebied van België, Luxemburg of Nederland geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, voor zover vaststaat of aangenomen kan worden dat hij de Roemeense nationaliteit heeft.
2. Het bezit van de Roemeense nationaliteit kan worden vastgesteld of verondersteld aan de hand van de gegevens, genoemd in Aanhang- sel I van deze Overeenkomst.
3. Verzoeken tot overname worden schriftelijk ingediend bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken van Roemenië en worden beantwoord binnen een termijn van ten hoogste vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek. Het antwoord wordt schriftelijk verstrekt. Elke weigering wordt met redenen omkleed.
4. De Belgische, Luxemburgse of Nederlandse Regering neemt deze persoon onder dezelfde voorwaarden terug, indien uit een later onderzoek blijkt, dat deze op het moment van de verwijdering van het Belgische, Luxemburgse of Nederlandse grondgebied niet de Roemeense nationaliteit had.
5. De Roemeense ambassade of de Roemeense consulaire vertegenwoordiging in België, Luxemburg of Nederland geeft op verzoek van de bevoegde Belgische, Luxemburgse of Nederlandse autoriteiten onverwijld de voor de teruggeleiding van de over te nemen personen benodigde reisdocumenten af.
1. De Belgische, Luxemburgse of Nederlandse Regering neemt op verzoek van de Roemeense Regering, zonder formaliteiten, de persoon over die niet of niet meer voldoet aan de op het grondgebied van Roemenië geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, voor zover vaststaat of aangenomen kan worden dat hij de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse nationaliteit heeft.
2. Het bezit van de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse nationaliteit kan worden vastgesteld of verondersteld aan de hand van de gegevens, genoemd in Aanhangsel II van deze Overeenkomst.
3. Verzoeken tot overname worden schriftelijk ingediend bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken van België of het Ministerie van Justitie van Luxemburg of Nederland, naar gelang de aard van het geval, en worden beantwoord binnen een termijn van ten hoogste vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek. Het antwoord wordt schriftelijk verstrekt. Elke weigering wordt met redenen omkleed.
4. De Roemeense Regering neemt deze persoon onder dezelfde voorwaarden terug, indien uit een later onderzoek blijkt, dat deze op het moment van de verwijdering van het grondgebied van Roemenië niet de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse nationaliteit had.
5. De Belgische, Luxemburgse of Nederlandse ambassade of de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse consulaire vertegenwoordiging in Roemenië geeft op verzoek van de bevoegde Roemeense autoriteiten onverwijld de voor de teruggeleiding van de over te nemen personen benodigde reisdocumenten af.
De kosten van verwijdering tot aan de grens van de Staat van bestemming, alsmede de kosten verbonden aan een eventuele terugwijzing, worden gedragen door de verzoekende Partij.
De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afbreuk aan de verplichtingen, voortvloeiend uit het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, zoals gewijzigd bij het Protocol van New York van 31 januari 1967.
De voor de uitvoering van deze Overeenkomst vereiste administratieve afspraken, in het bijzonder met betrekking tot
1. de overgavemodaliteiten;
2. het aanwijzen van de voor de uitvoering van deze Overeenkomst verantwoordelijke overheidsorganen of -instanties;
3. het vaststellen van de grensposten waar de overgave dient plaats te vinden, zullen worden vastgelegd in een diplomatieke notawisseling.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze Overeenkomst tot de Nederlandse Antillen en Aruba worden uitgebreid door kennisgeving van de Nederlandse Regering aan de Regering van Roemenië.
1. Deze Overeenkomst wordt ondertekend en zal worden bekrachtigd of goedgekeurd door de Overeenkomstsluitende Partijen overeenkomstig hun onderscheidenlijke grondwettelijke bepalingen.
2. Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van nederlegging van de akte van de laatste bekrachtiging of goedkeuring.
3. Deze Overeenkomst wordt voorlopig toegepast met ingang van de eenentwintigste dag na de datum van ondertekening.
1. Wijzigingen van deze Overeenkomst, overeengekomen door de Overeenkomstsluitende Partijen, treden in werking op de eerste dag van de tweede maand waarin de laatste mededeling dat aan de constitutionele vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan, door de depositaris is ontvangen.
2. Wijzigingen van de in artikel 1, tweede lid, en artikel 2, tweede lid, genoemde Aanhangselen worden schriftelijk overeengekomen tussen de bevoegde autoriteiten en treden onmiddellijk in werking.
1. Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan, na overleg met de andere Overeenkomstsluitende Partij, deze Overeenkomst om ernstige redenen door middel van een aan de depositaris gerichte schriftelijke kennisgeving schorsen of opzeggen.
2. De schorsing of opzegging treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de ontvangst van de kennisgeving door de depositaris.
De Regering van België vervult de taken van depositaris van deze Overeenkomst.
TEN BLIJKE WAARVAN de vertegenwoordigers van de Overeenkomstsluitende Partijen, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
GEDAAN te Boekarest, op 6 juni 1995, in de Nederlandse, Franse en Roemeense taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,
(w.g.) M. P. A. FRANK
Voor de Regering van het Koninkrijk België,
(w.g.) I. VAN STEENBERGE
Voor de Regering van het Groothertogdom Luxemburg,
(w.g.) M. P. A. FRANK
Voor de Regering van Roemenië
(w.g.) T. MELEŞCANU
De Roemeense nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort, een ander reisdocument of een door de Roemeense autoriteiten afgegeven identiteitsbewijs, indien deze documenten volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen. De Roemeense nationaliteit kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort, een ander reisdocument of een door de Roemeense autoriteiten afgegeven identiteitsbewijs, waarvan de geldigheidsduur niet langer dan tien jaar is verlopen, een legitimatiebewijs waaruit de identiteit van de houder blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, een verzekeringsbewijs, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Roemeense staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van betrokkene zelf.
De Belgische nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort of een identiteitsbewijs afgegeven door de Belgische autoriteiten, indien deze documenten volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen, of door middel van een uittreksel uit het register van de burgerlijke stand betreffende de verkrijging van deze nationaliteit; zij kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort, een ander reisdocument of een door de Belgische autoriteiten afgegeven identiteitsbewijs, waarvan de geldigheidsduur niet langer dan tien jaar verlopen is; voorts aan de hand van een geldige identiteitskaart voor vreemdelingen afgegeven door de bevoegde autoriteiten in Frankrijk, Luxemburg of Zwitserland ten behoeve van Belgische onderdanen die aldaar hun vaste verblijfplaats hebben, en waaruit de Belgische nationaliteit van de houder blijkt, aan de hand van een legitimatiebewijs waaruit de identiteit van de houder blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, een verzekeringsbewijs, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Belgische staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van betrokkene zelf.
De Luxemburgse nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort of een identiteitsbewijs afgegeven door de Luxemburgse autoriteiten, indien deze documenten volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen; zij kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort of een identiteitskaart afgegeven door de Luxemburgse autoriteiten waarvan de geldigheidsduur niet langer dan tien jaar verlopen is; of aan de hand van een geldig identiteitsbewijs voor vreemdelingen waaruit de Luxemburgse nationaliteit van de houder blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Luxemburgse staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van betrokkene zelf.
De Nederlandse nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort of een identiteitsbewijs afgegeven door de Nederlandse autoriteiten, indien deze documenten volledig zijn en de geldigheidsduur ervan niet is verlopen; zij kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort of een identiteitskaart afgegeven door de Nederlandse autoriteiten waarvan de geldigheidsduur niet langer dan tien jaar verlopen is, voorts aan de hand van een geldig Belgisch of Luxemburgs identiteitsbewijs voor vreemdelingen, waaruit de Nederlandse nationaliteit van de houder blijkt, aan de hand van een legitimatiebewijs waaruit de identiteit van de houder blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, een verzekeringsbewijs, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Nederlandse staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van betrokkene zelf.
Accord entre les Gouvernements du Royaume des Pays-Bas, du Royaume de Belgique et du Grand-Duché de Luxembourg, d'une part, et le Gouvernement de la Roumanie, d'autre part, relatif à la réadmission des personnes en situation irrégulière
Les Gouvernements du Royaume des Pays-Bas, du Royaume de Belgique et du Grand-Duché de Luxembourg, agissant de concert en vertu de la Convention conclue entre eux, le 11 avril 1960, concernant le transfert du contrôle des personnes vers les frontières extérieures du territoire du Benelux, d'une part, et le Gouvernement de la Roumanie, d'autre part,
désireux de faciliter la réadmission des personnes en situation irrégulière dans un esprit de coopération et sur une base de réciprocité aux fins de simplifier la libre circulation des personnes,
sont convenus de ce qui suit:
1. Le Gouvernement roumain réadmet sur son territoire, à la demande du Gouvernement belge, luxembourgeois ou néerlandais et sans formalités, toute personne qui ne remplit pas ou ne remplit plus les conditions d'entrée ou de séjour applicables sur le territoire de la Belgique, du Luxembourg ou des Pays-Bas, pour autant qu'il est établi ou présumé qu'elle possède la nationalité roumaine.
2. La possession de la nationalité roumaine peut être établie ou présumée sur la base des renseignements visés à l'Annexe I du présent Accord.
3. Les demandes de réadmission sont introduites par écrit auprès du Ministère de l'Intérieur de la Roumanie qui répond dans un délai maximum de cinq jours ouvrables après la réception de la demande. La réponse est fournie par écrit. Tout refus est motivé.
4. Le Gouvernement belge, luxembourgeois ou néerlandais réadmet dans les mêmes conditions cette personne si des contrôles postérieurs démontrent qu'elle ne possédait pas la nationalité roumaine au moment de son éloignement du territoire belge, luxembourgeois ou néerlandais.
5. L'ambassade de Roumanie ou la représentation consulaire roumaine en Belgique, au Luxembourg ou aux Pays-Bas délivre sans délai, à la demande des autorités compétentes belges, luxembourgeoises ou néerlandaises, les documents de voyage requis pour le rapatriement des personnes à réadmettre.
1. Le Gouvernement belge, luxembourgeois ou néerlandais réadmet sur son territoire, à la demande du Gouvernement roumain et sans formalités, toute personne qui ne remplit pas ou ne remplit plus les conditions d'entrée ou de séjour applicables sur le territoire de la Roumanie, pour autant qu'il est établi ou présumé qu'elle possède la nationalité belge, luxembourgeoise ou néerlandaise.
2. La possession de la nationalité belge, luxembourgeoise ou néerlandaise peut être établie ou présumée sur la base des renseignements visés à l'Annexe II du présent Accord.
3. Les demandes de réadmission sont introduites par écrit auprès du Ministère de l'Intérieur de la Belgique ou du Ministère de la Justice du Luxembourg ou des Pays-Bas, selon le cas, qui répond dans un délai maximum de cinq jours ouvrables après la réception de la demande. La réponse est fournie par écrit. Tout refus est motivé.
4. Le Gouvernement roumain réadmet dans les mêmes conditions cette personne si des contrôles postérieurs démontrent qu'elle ne possédait pas la nationalité belge, luxembourgeoise ou néerlandaise au moment de son éloignement du territoire de la Roumanie.
5. L'ambassade de Belgique, du Luxembourg ou des Pays-Bas ou la représentation consulaire belge, luxembourgeoise ou néerlandaise en Roumanie délivre sans délai, à la demande des autorités compétentes roumaines, les documents de voyage requis pour le rapatriement des personnes à réadmettre.
Les frais de l'éloignement jusqu'à la frontière de l'Etat de destination, ainsi que les frais liés à un renvoi, sont supportés par la Partie requérante.
Les dispositions du présent Accord ne portent pas atteinte aux obligations découlant de la Convention de Genève du 28 juillet 1951 relative au statut des réfugiés, telle qu'amendée par le protocole de New York du 31 janvier 1967.
Les dispositions administratives requises en vue de l'exécution du présent Accord, en particulier celles qui concernent
1. les modalités de la remise;
2. la désignation des autorités ou instances publiques responsables de l'exécution du présent Accord;
3. la détermination des postes frontières où la remise doit s'effectuer,
seront arrêtées dans un échange de notes diplomatiques.
En ce qui concerne le Royaume des Pays-Bas, l'application du présent Accord peut être étendue aux Antilles neérlandaises et à Aruba par une notification du Gouvernement des Pays-Bas au Gouvernement de la Roumanie.
1. Le présent Accord est signé et sera ratifié ou approuvé par les Parties Contractantes conformément à leurs règles constitutionnelles respectives.
2. Le présent Accord entre en vigueur à compter du premier jour du second mois qui suit la date du dépôt des instruments de la dernière ratification ou approbation.
3. Le présent Accord est applicable provisoirement à compter du vingt-et-unième jour suivant la date de sa signature.
1. Toute modification du présent Accord convenue par les Parties Contractantes entre en vigueur le premier jour du second mois qui suit la réception par le dépositaire de la dernière notification de l'accomplissement des formalités constitutionnelles nécessaires à l'entrée en vigueur.
2. Toute modification des annexes citées dans les articles 1, paragraphe 2, et 2, paragraphe 2, est convenue par écrit par les autorités compétentes et entre immédiatement en vigueur.
1. Chaque Partie Contractante peut, après consultation avec l' autre Partie Contractante, suspendre ou dénoncer le présent Accord pour des motifs graves, par une notification écrite adressée au dépositaire.
2. La suspension ou la dénonciation prend effet le premier jour du mois suivant la réception de la notification par le dépositaire.
Le Gouvernement de Belgique assume les tâches de dépositaire du présent Accord.
EN FOI DE QUOI, les représentants des Parties Contractantes, dûment autorisés à cet effet, ont apposé leurs signatures au bas du présent Accord.
FAIT à Bucarest, le 6 juin 1995 dans les langues néerlandaise, française et roumaine, les trois textes faisant également foi.
Pour le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas,
(w.g.) M. P. A. FRANK
Pour le Gouvernement du Royaume de Belgique,
(w.g.) I. VAN STEENBERGE
Pour le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg,
(w.g.) M. P. A. FRANK
Pour le Gouvernement de la Roumanie,
(w.g.) T. MELEŞCANU
La nationalité roumaine peut être établie au moyen d'un passeport, d'un autre document de voyage ou d'une carte d'identité délivrée par les autorités roumaines, si ces documents sont complets et que leur durée de validité n'est pas expirée. La nationalité roumaine peut être présumée au moyen d'un passeport, d'un autre document de voyage ou d'une carte d'identité délivrée par les autorités roumaines dont la durée de validité n'est pas expirée depuis plus de dix ans, d'un certificat attestant l'identité du détenteur, d'un permis de conduire, d'un livret de marin, d'un certificat d'assurance, de dépositions dignes de foi d'autres citoyens roumains ou sur la foi des déclarations de l'intéressé lui-même.
La nationalité belge pourra être établie au moyen d'un passeport ou d'une carte d'identité délivrée par les autorités belges, si ces documents sont complets et que leur durée de validité n'est pas expirée, ou au moyen d'un extrait du registre d'état civil relatif à l'acquisition de cette nationalité; elle pourra être présumée au moyen d'un passeport, d'un autre document de voyage ou d'une carte d'identité délivrée par les autorités belges dont la durée de validité n'est pas expirée depuis plus de dix ans; ou encore au moyen d'une carte d'identité pour étrangers en cours de validité, délivrée par les autorités compétentes en France, au Luxembourg ou en Suisse aux ressortissants belges y ayant leur résidence habituelle, et attestant la nationalité belge du titulaire, au moyen d'un certificat attestant l'identité du détenteur, d'un permis de conduire, d'un livret de marin, d'un certificat d'assurance, de dépositions dignes de foi d'autres citoyens belges ou sur la foi des déclarations de l'intéressé lui-même.
La nationalité luxembourgeoise pourra être établie au moyen d'un passeport ou d'une carte d'identité délivrée par les autorités luxembourgeoises, si ces documents sont complets et que leur durée de validité n'est pas expirée; elle pourra être présumée sur la vue soit d'un passeport soit d'une carte d'identité, délivrés par les autorités luxembourgeoises, dont la durée de validité n'est pas expirée depuis plus de dix ans; ou au moyen d'une carte d'identité pour étrangers en cours de validité attestant la nationalité luxembourgeoise de son titulaire, d'un permis de conduire, d'un livret de marin, de dépositions dignes de foi d'autres citoyens luxembourgeois ou sur la foi des déclarations de l'intéressé lui-même.
La nationalité néerlandaise peut être établie au moyen d'un passeport ou d'une carte d'identité délivrée par les autorités néerlandaises, si ces documents sont complets et que leur durée de validité n'est pas expirée; elle pourra être présumée au moyen d'un passeport ou d'une carte d'identité, délivrés par les autorités néerlandaises, dont la durée de validité n'est pas expirée depuis plus de dix ans au maximum; ou au moyen d'une carte d'identité belge ou luxembourgeoise pour étrangers en cours de validité attestant la nationalité néerlandaise de son titulaire, d'un permis de conduire, d'un livret de marin, d'un certificat d'assurance, de dépositions dignes de foi d'autres citoyens néerlandais ou sur la foi des déclarations de l'intéressé lui-même.
De Overeenkomst behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de Overeenkomst kan worden gebonden.
De voorlopige toepassing van de Overeenkomst (zie rubriek G hieronder) is in overeenstemming met artikel 15, vierde lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen medegedeeld aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal bij brieven van 19 juni 1995.
De bepalingen van de Overenkomst zullen ingevolge artikel 7, tweede lid, in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van nederlegging van de laatste akte van bekrachtiging of goedkeuring.
De Overeenkomst wordt ingevolge artikel 7, derde lid, vanaf 27 juni 1995 voorlopig toegepast.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal de Overeenkomst vooralsnog alleen voor Nederland gelden.
De Benelux Economische Unie is ingesteld bij Verdrag van 's-Gravenhage, 3 februari 1958 tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg. De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1958, 18; zie ook, laatstelijk, Trb. 1992, 166.
Van de op 11 april 1960 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen, naar welke Overeenkomst in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1960, 40; zie ook, laatstelijk, Trb. 1984, 111.
Van het op 28 juli 1951 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, naar welk Verdrag in artikel 4 van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en de Franse tekst geplaatst in Trb. 1951, 131 en de vertaling in Trb. 1954, 88; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 136. Het Verdrag is gewijzigd bij het eveneens in artikel 4 genoemde, op 31 januari 1967 te New York tot stand gekomen Protocol betreffende de status van vluchtelingen. De Engelse en Franse tekst en de vertaling van het Protocol zijn geplaatst in Trb. 1967, 76; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 138.
Op 6 juni 1995 zijn te Boekarest tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds, en de Regering van Roemenië, anderzijds, nota's gewisseld inzake artikel 5 van de onderhavige Overeenkomst. De Nederlandse tekst van de nota's luidt als volgt:
AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
Nr. AR/229
Boekarest, 6 juni 1995
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn complimenten aan en heeft, gelet op de Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, enerzijds, en de Regering van Roemenië, anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen (hierna te noemen 'de Overeenkomst'), de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Roemenië, namens het Koninkrijk der Nederlanden en mede namens het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, voor te stellen dat de in artikel 5 van de Overeenkomst voorziene administratieve afspraken als volgt luiden:
1. Verzoeken op grond van de Overeenkomst worden schriftelijk ingediend en beantwoord.
2. Verzoeken om overname in de zin van artikel 1, derde lid, en artikel 2, derde lid, van de Overeenkomst worden gedaan indien de Roemeense respectievelijk de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse nationaliteit wordt verondersteld aan de hand van de in Aanhangselen I en II bij deze Overeenkomst genoemde documenten of verklaringen. Verzoeken om reisdocumenten als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, en arti- kel 2, vijfde lid, van de Overeenkomst worden gedaan indien de Roemeense respectievelijk de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse nationaliteit is vastgesteld, anders dan aan de hand van een geldig paspoort of reisdocument of wordt verondersteld aan de hand van documenten als genoemd in de Aanhangselen I en II bij de Overeenkomst. De diplomatieke of consulaire post van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij geeft het voornoemde reisdocument onverwijld – in de regel binnen tien werkdagen na ontvangst van het verzoek – af. Inwilliging van een verzoek om een reisdocument, maakt een verzoek om overname overbodig.
3. Indien verzoeken om overname in de zin van artikel 1, derde lid, en artikel 2, derde lid, van de Overeenkomst niet worden beantwoord binnen een termijn van ten hoogste vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek, wordt gehandeld als ware het verzoek om overname ingewilligd, tenzij het tweede lid van artikel III van toepassing is.
1. De adressen van de autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen, welke bevoegd zijn tot het indienen en beantwoorden van verzoeken tot overname als bedoeld in artikel 1, derde lid, en artikel 2, derde lid, van de Overeenkomst zijn:
Voor het Koninkrijk België:
Ministerie van Binnenlandse Zaken
De Meeusquare 8, bus 5
1040 Brussel
België
Telefoonnummer: 0032-25126539
Telefaxnummer: 0032-25141386
Voor het Groothertogdom Luxemburg:
Ministerie van Justitie
16 Boulevard Royal
L 2934 Luxemburg
Telefoonnummer: 0035-24784512
Telefaxnummer: 0035-2227661
Voor het Koninkrijk der Nederlanden:
Ministerie van Justitie
Immigratie- en Naturalisatiedienst
District Zuid-West
Postbus 30122
2500 GC 's-Gravenhage
Nederland
Telefoonnummer: 0031-703703419
Telefaxnummer: 0031-703703402
Voor Roemenië:
Ministerie van Binnenlandse Zaken
Directia Generala de Pasapoarte si a Politiei de Frontiera
Strada Nicolae Iorga nr. 29
Bucuresti
Roemenië
Telefoonnummer: 0040-16596611
Telefaxnummer: 0040-13121500
2. Verzoeken als bedoeld in het eerste lid dienen de volgende gegevens, te bevatten:
– de naam, voornaam, geboortedatum en geboorteplaats van de over te nemen persoon, diens laatste verblijfplaats op het grondgebied van de aangezochte Partij;
– voorzover bekend, de naam en voornaam van diens ouders;
– de gegevens als bedoeld in de Aanhangselen bij de Overeenkomst aan de hand waarvan de nationaliteit van de over te nemen persoon wordt verondersteld;
– de datum, het tijdstip en de plaats van de voorgenomen overgave.
1. De feitelijke overname van personen door de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij ten aanzien van wie na een verzoek als bedoeld in het tweede lid van artikel II is vastgesteld dat zij voor overname in aanmerking komen, vindt plaats uiterlijk binnen drie werkdagen nadat het antwoord op het verzoek is ontvangen door de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij.
2. Echter indien de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij niet in staat is een persoon binnen de in het eerste lid bedoelde termijn feitelijk over te geven, brengt zij dit onverwijld ter kennis van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij. Zodra de feitelijke overgave van betrokkene alsnog kan plaatsvinden wordt de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij, zo mogelijk drie werkdagen voordien, in kennis gesteld van het tijdstip van de feitelijke overgave.
1. Verzoeken om reisdocumenten als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, en artikel 2, vijfde lid, van de Overeenkomst dienen de volgende gegevens te bevatten:
– de naam, voornaam, geboortedatum en geboorteplaats van de over te nemen persoon, diens laatste verblijfplaats op het grondgebied van de aangezochte Partij;
– voorzover bekend, de naam en voornaam van diens ouders;
– de gegevens als bedoeld in de Aanhangselen bij de Overeenkomst aan de hand waarvan de nationaliteit van de over te nemen persoon wordt vastgesteld, anders dan aan de hand van een geldig paspoort of reisdocument, of wordt verondersteld aan de hand van documenten of verklaringen als genoemd in de Aanhangselen bij de Overeenkomst.
2. Bij verzoeken als bedoeld in het eerste lid dienen twee pasfoto's van de over te nemen persoon te worden overgelegd.
3. De reisdocumenten, welke op basis van een verzoek als bedoeld in het eerste lid worden afgegeven, hebben een geldigheidsduur van ten minste zes maanden.
1. Zodra de feitelijke overgave van een persoon te wiens behoeve overeenkomstig het bepaalde in artikel IV een reisdocument is afgegeven, kan plaatsvinden, wordt de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij, zo mogelijk drie werkdagen voordien, in kennis gesteld van het tijdstip van de feitelijke overgave.
2. Echter indien de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij niet in staat is een persoon voordat de geldigheidsduur van het reisdocument is verstreken feitelijk over te geven, brengt zij dit ter kennis van de aangezochte Partij. Zodra de feitelijke overgave alsnog kan plaatsvinden verstrekt de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij binnen vijf werkdagen na een daartoe strekkend verzoek van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij een nieuw reisdocument, met wederom een geldigheidsduur van zes maanden.
Bij de feitelijke overgave wordt aan de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij een proces-verbaal van overgave verstrekt, houdende de naam, voornamen, geboorteplaats en geboortedatum van de over te geven persoon, alsmede – in voorkomend geval – diens behoefte aan verzorging wegens ziekte of hoge leeftijd.
De plaatsen waar personen op grond van de Overeenkomst feitelijk kunnen worden overgegeven en worden overgenomen zijn:
Voor het Koninkrijk België:
voor luchtverkeer: nationale luchthaven Zaventem
voor landverkeer: de door de dienst Vreemdelingenzaken aan te wijzen grensovergangen
Voor het Groothertogdom Luxemburg:
voor luchtverkeer: de luchthaven Luxemburg
voor landverkeer: aan te wijzen door de gendarmerie
Voor het Koninkrijk der Nederlanden:
voor luchtverkeer: de luchthaven Schiphol te Amsterdam
voor landverkeer: de door de Brigade van de KMAR te Arnhem aan te wijzen grensovergang
Voor Roemenië:
voor luchtverkeer: de luchthaven Otopeni
voor landverkeer: de grenspolitieposten
De Ambassade heeft de eer voor te stellen dat deze nota en de instemmende nota van het Ministerie van Buitenlandse Zaken samen de in artikel 5 van de Overeenkomst voorziene administratieve afspraken vormen.
De Ambassade maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Roemenië de hernieuwde verzekering van zijn bijzondere hoogachting te geven.
MINISTERUL AFACERILOR EXTERNE AL ROMÂNIEI
Nr. H(02)/3425
Boekarest, 6 juni 1995
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Roemenië biedt de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van de nota nr. AR/229 d.d. 6 juni 1995 waarmee de Ambassade, namens het Koninkrijk der Nederlanden en mede namens het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, voorstelt – gelet op de Overeenkomst tussen de Regering van Roemenië, enerzijds, en de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen (hierna te noemen „de Overeenkomst") – dat de in artikel 5 van de Overeenkomst voorziene administratieve afspraken als volgt luiden:
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Roemenië gaat ermee akkoord dat de bovengenoemde nota en deze instemmende nota samen de in artikel 5 van de Overeenkomst voorziene administratieve afspraken vormen.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Roemenië maakt van deze gelegenheid gebruik om de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden de hernieuwde verzekering van zijn bijzondere hoogachting te geven.
In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de onderhavige Overeenkomst in Nederland bekend zal zijn gemaakt op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.
Uitgegeven de eenentwintigste juni 1995
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. VAN MIERLO.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-1995-155.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.