A. TITEL

Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds, en de Regering van Roemenië, anderzijds, houdende een overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht met betrekking tot diplomatieke paspoorten;

Boekarest, 6 juni 1995

B. TEKST1

Nr. I

Boekarest, 6 juni 1995

Excellentie,

Wij hebben de eer Uwe Excellentie ter kennis te brengen, dat de Regeringen van de Beneluxlanden, gezamenlijk optredend op grond van de op 11 april 1960 te Brussel ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Benelux-gebied, bereid zijn met de Regering van Roemenië onderstaande overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht met betrekking tot diplomatieke paspoorten te sluiten:

1. In deze overeenkomst wordt verstaan:

onder „de Beneluxlanden": het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden;

onder het „Beneluxgebied": de gezamenlijke grondgebieden in Europa van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden.

2. De onderdanen van Roemenië die houder zijn van een geldig nationaal diplomatiek paspoort kunnen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden het Beneluxgebied zonder visum binnenkomen op uitsluitend vertoon van dit paspoort.

3. De onderdanen van de Beneluxlanden die houder zijn van een geldig nationaal diplomatiek paspoort kunnen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden het grondgebied van Roemenië zonder visum binnenkomen op uitsluitend vertoon van dit paspoort.

4. Met uitzondering van de ambtenaren van de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen alsmede van de ambtenaren van internationale instellingen die zijn benoemd om hun functie in een van de landen van de ondertekenende Regeringen uit te oefenen, dienen de in de artikelen 2 en 3 genoemde personen, voor een verblijf van meer dan drie maanden, hiertoe het visum voor hun vertrek te hebben verkregen door bemiddeling van de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiger van het land waarheen zij zich wensen te begeven.

5. Elke Regering houdt zich het recht voor de toegang tot haar land te weigeren aan personen die niet in het bezit zijn van de vereiste inreispapieren, die als ongewenst zijn gesignaleerd of die beschouwd worden als personen die de openbare rust, de openbare orde of de nationale veiligheid in gevaar kunnen brengen.

6. Behoudens de voorgaande bepalingen blijven de in de Beneluxlanden en in Roemenië van kracht zijnde wetten en voorschriften met betrekking tot de binnenkomst, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, alsmede met betrekking tot het verrichten van enigerlei arbeid onverlet.

7. De ondertekenende Regeringen laten elkaar langs diplomatieke weg de specimens van hun nieuwe of gewijzigde diplomatieke paspoorten geworden, alsmede de gegevens betreffende het gebruik van deze paspoorten, en dit, in de mate van het mogelijke, 60 dagen voor zij in dienst worden gesteld.

8. Deze overeenkomst treedt in werking op de achtste dag volgend op de dag van ondertekening voor de duur van een jaar. Indien de Overeenkomst niet 30 dagen voor het verstrijken van die periode is opgezegd, wordt zij geacht voor onbepaalde tijd te zijn verlengd. Na de eerste periode van een jaar kan elk der ondertekenende Regeringen de overeenkomst opzeggen door 30 dagen van tevoren de Belgische Regering daarvan mededeling te doen.

De opzegging door een van de ondertekenende Regeringen heeft de beëindiging van de overeenkomst tot gevolg.

De Belgische Regering stelt de andere ondertekenende Regeringen in kennis van de ontvangst van de in dit lid bedoelde mededeling.

9. Deze overeenkomst kan door elk der Overeenkomstsluitende Partijen worden opgeschort.

Van deze opschorting dient onverwijld via de diplomatieke kanalen kennis te worden gegeven aan de Belgische Regering. Deze zal de andere ondertekenende Regeringen van de ontvangst van deze kennisgeving op de hoogte stellen. Hetzelfde geldt voor het ongedaan maken van de opschorting.

10. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze overeenkomst tot de Nederlandse Antillen en Aruba worden uitgebreid door kennisgeving van de Nederlandse Regering aan de Regering van Roemenië.

Indien de Regering van Roemenië bereid is met de Regeringen van de Beneluxlanden een overeenkomst met bovengenoemde bepalingen te sluiten, hebben wij de eer Uwe Excellentie voor te stellen, dat deze brief en die met gelijkluidende inhoud, welke Uwe Excellentie wordt verzocht aan ieder van ons te richten, als overeenkomst tussen de Regering van Roemenië en de Regeringen van de Beneluxlanden inzake de afschaffing van de visumplicht met betrekking tot diplomatieke paspoorten zouden gelden.

Wij maken van deze gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie opnieuw de verzekering van onze bijzondere hoogachting te geven.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) M. P. A. FRANK

Voor de Regering van het Koninkrijk België

(w.g.) I. VAN STEENBERGE

Voor de Regering van het Groothertogdom Luxemburg

(w.g.) M. P. A. FRANK

Zijne Excellentie

De Heer Teodor Viorel Meleşcanu

Minister van Staat,

Minister van Buitenlandse Zaken

van Roemenië

Boekarest


Nr. II

MINISTERUL AFACERILOR EXTERNE AL ROMÂNIEI

Cabinetul ministrului

Nr. H (02)/4424

Boekarest, 6 juni 1995

Excellentie,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van Uw brief d.d. 6 juni 1995 waarin U mij, namens Uw Regering voorstelde om te komen tot een overeenkomst tussen de Regering van Roemenië en de Regeringen van de Beneluxlanden inzake de afschaffing van de visumplicht met betrekking tot diplomatieke paspoorten, en waarvan de inhoud als volgt luidt:

(Zoals in Nr. 1)

lk heb de eer U ter kennis te brengen dat de Regering van Roemenië instemt met het voorstel in Uw brief en met het feit dat die brief tezamen met dit antwoord en de gelijkluidende antwoorden aan de Ambassadeur van het Koninkrijk België en aan U als Vertegenwoordiger van het Groothertogdom Luxemburg, een overeenkomst vormen tussen de Regering van Roemenië en de Regeringen van de Beneluxlanden.

lk maak van deze gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie opnieuw de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te geven.

(w.g.) T. MELEŞCANU

Minister van Staat,

Minister van Buitenlandse Zaken,

Teodor Viorel Meleşcanu

Hare Excellentie

Mevrouw Monique P.A. Frank

Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur

van het Koninkrijk der Nederlanden

Boekarest


Bucarest, le 6 juin 1995

Excellence,

Nous avons l'honneur de porter à la connaissance de Votre Excellence que les Gouvernements des Pays du Benelux, agissant en commun en vertu de la Convention entre le Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg et le Royaume des Pays-Bas concernant le transfert du contrôle des personnes vers les frontières extérieures du territoire du Benelux, signée à Bruxelles, le 11 avril 1960, sont disposés à conclure avec le Gouvernement de la Roumanie un accord relatif à la suppression de l'obligation de visa concernant les passeports diplomatiques dans les termes suivants:

1. Aux termes du présent accord, il faut entendre:

par «les pays du Benelux» le Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg et le Royaume des Pays-Bas;

par «le territoire du Benelux»: l'ensemble des territoires en Europe du Royaume de Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas.

2. Les ressortissants de la Roumanie qui sont détenteurs d'un passeport diplomatique national valable peuvent, en vue d'un séjour de trois mois au maximum, entrer sans visa dans le territoire du Benelux, sous le seul couvert de ce passeport.

3. Les ressortissants des pays du Benelux qui sont détenteurs d'un passeport diplomatique national valable peuvent, en vue d'un séjour de trois mois au maximum, entrer sans visa dans le territoire de la Roumanie, sous le seul couvert de ce passeport.

4. A l'exception des fonctionnaires des représentations diplomatiques et consulaires, ainsi que des fonctionnaires appartenant aux organisations internationales, désignés pour exercer leurs fonctions dans un des pays des Gouvernements signataires, les personnes visées aux articles 2 et 3 doivent, pour un séjour de plus de trois mois, en avoir obtenu le visa, avant leur départ, à l'intervention du représentant diplomatique ou consulaire du pays où ils veulent se rendre.

5. Chaque Gouvernement se réserve le droit de refuser l'accès de son pays aux personnes qui ne possèdent pas les documents d'entrée requis ou qui sont signalées comme indésirables ou considérées comme pou-vant compromettre la tranquillité publique, l'ordre public ou la sécurité nationale.

6. Sauf en ce qui concerne les dispositions qui précèdent, les lois et réglements en vigueur dans les pays du Benelux et en Roumanie concernant l'entrée, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, ainsi que l'exercise d'une activité, restent applicables.

7. Les Gouvernements signataires se transmettent par la voie diplomatique les spécimens de leurs passeports diplomatiques nouveaux ou modifiés, ainsi que les données concernant l'emploi de ces passeports et ce, dans la mesure du possible, 60 jours avant leur mise en service.

8. Le présent accord entrera en vigueur à compter du huitième jour après la date de sa signature pour une durée d'une année. S'il n'a pas été dénoncé 30 jours avant la fin de cette période, l'accord sera considéré comme prolongé pour une durée indéterminée.

Après la première période d'une année, chacun des Gouvernements signataires pourra le dénoncer moyennant un préavis de 30 jours adressé au Gouvernement belge.

La dénonciation par un seul des Gouvernements signataires entraînera l'abrogation de l'accord.

Le Gouvernement belge avisera les autres Gouvernements signataires de la réception de la notification mentionnée au présent article.

9. L'application du présent accord peut être suspendue par l'une ou l'autre des Parties Contractantes.

La suspension devra être notifiée immédiatement par la voie diplomatique au Gouvernement belge. Ce Gouvernement avisera les autres Gouvernements signataires de la recéption de cette notification. Il en sera de même dès que la mesure en question sera levée.

10. En ce qui concerne le Royaume de Pays-Bas l'application du présent accord peut être étendue aux Antilles néerlandaises et à Aruba par une notification du Gouvernement des Pays-Bas au Gouvernement de la Roumanie.

Si le Gouvernement de la Roumanie est disposé à conclure avec les Gouvernements des pays du Benelux un accord portant sur les dispositions précitées, nous avons l'honneur de proposer à Votre Excellence que la présente lettre et celle de teneur semblable, que Votre Excellence voudra bien adresser à chacun de nous, constituent l'accord relatif à la suppression de l'obligation de visa concernant les passeports diplomatiques entre le Gouvernement de la Roumanie et les Gouvernements des pays du Benelux.

Nous saisissons cette occasion, Excellence, pour renouveler à Votre Excellence les assurances de notre très haute considération.

Pour le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas

(s.) M. P. A. FRANK

Pour le Gouvernement du Royaume de Belgique,

(s.) I. VAN STEENBERGE

Pour le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg,

(s.) M. P. A. FRANK

Son Excellence

Monsieur Teodor Viorel Meleşcanu

Ministre d'Etat,

Ministre des Affaires Etrangères

de la Roumanie

Bucarest


MINISTERUL AFACERILOR EXTERNE AL ROMÂNIEI

Cabinetul ministrului

Nr. H (02)/4424 Bucarest, le 6 juin 1995

Excellence,

J'ai l'honneur d'accuser réception de Votre lettre en date du 6 juin 1995 par laquelle Vous avez bien voulu me proposer, au nom de Votre Gouvernement, la conclusion d'un accord relatif à la suppression de l'obligation de visa concernant les passeports diplomatiques entre le Gouvernement de la Roumanie et les Gouvernements des Pays du Benelux dans les termes suivants:

(Zoals in Nr. I)

J'ai l'honneur de porter à Votre connaissance que le Gouvernement de la Roumanie marque son accord avec la proposition figurant dans Votre lettre et avec le fait que celle-ci constitue, avec la présente réponse et les réponses de la même teneur envoyées à l'Ambassadeur du Royaume de Belgique et à Vous en Votre qualité de Représentant du Grand-Duché de Luxembourg, un accord entre le Gouvernement de la Roumanie et les Gouvernements des Pays du Benelux.

Je saisis cette occasion, Excellence, pour renouveler à Votre Excellence les assurances de ma très haute considération.

(s.) T. MELEŞCANU

Ministre d'Etat,

Ministre des Affaires Etrangères,

Teodor Viorel Meleşcanu

Son Excellence

Madame Monique P.A. Frank

Ambassadeur Extraordinaire et Plénipotentiaire

du Royaume des Pays-Bas

Bucarest


D. PARLEMENT

De in de brieven vervatte overeenkomst behoefde ingevolge artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring der Staten-Generaal alvorens in werking te kunnen treden.

De overeenkomst behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring der Staten-Generaal, alvorens op 6 juni 1996 voor onbepaalde tijd te kunnen worden verlengd.

De overeenkomst is ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen bij brieven van 19 juni 1995 ter kennis van de Staten-Generaal gebracht.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van de in de brieven vervatte overeenkomst zijn ingevolge punt 5 op 14 juni 1995 in werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de overeenkomst voorshands alleen voor Nederland.

J. GEGEVENS

Van de op 11 april 1960 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen, naar welke Overeenkomst in de tweede alinea van de brieven wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1960, 40; zie ook, laatstelijk, Trb. 1984, 111.

In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de onderhavige overeenkomst in Nederland bekend zal zijn gemaakt op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de zestiende juni 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,

H. F. DIJKSTAL


XNoot
1

De Roemeense tekst is niet afgedrukt.

Naar boven