A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Roemenië inzake internationaal vervoer over de weg;

Boekarest, 19 april 1995

B. TEKST

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Roemenie inzake internationaal vervoer over de weg

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en

de Regering van Roemenië,

hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,

Geleid door de wens om bij te dragen aan de ontwikkeling van de commerciële en economische betrekkingen, teneinde het internationale vervoer van personen en goederen over de weg in, vanuit en naar of in doorvoer door de grondgebieden van hun staten te vergemakkelijken en te reguleren, op basis van gelijke rechten en wederzijds voordeel,

Zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1 Toepassingsgebied

1. De bepalingen van dit Verdrag zijn van toepassing op het internationaal vervoer van personen en goederen over de weg tegen betaling (beroepsvervoer) of voor eigen rekening vanuit en naar of in doorvoer door het grondgebied van de staten van de Verdragsluitende Partijen alsmede op het internationaal vervoer van goederen en personen binnen het grondgebied van hun staten, hierna te noemen cabotage, verricht door de vervoerders van een van de Verdragsluitende Partijen, zoals gedefinieerd in artikel 2.

2. Dit Verdrag zal de rechten en verplichtingen van de Verdragsluitende Partijen die voortvloeien uit andere internationale overeenkomsten, niet aantasten.

3. De toepassing van dit Verdrag is onverminderd de toepassing door het Koninkrijk der Nederlanden als lidstaat van de Europese Unie, van het recht van de Europese Unie.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:

1. „vervoerder": een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die in een van de staten van de Verdragsluitende Partijen gevestigd is en die overeenkomstig de desbetreffende nationale wetten en voorschriften in het land van vestiging wettig is toegelaten tot de markt voor het vervoer van goederen of personen over de weg hetzij tegen betaling (beroepsvervoer) hetzij voor eigen rekening (eigen vervoer);

2. „voertuig": een motorvoertuig of combinatie van voertuigen waarvan ten minste het motorvoertuig is geregistreerd op het grondgebied van een van de staten van de Verdragsluitende Partijen en dat uitsluitend wordt gebruikt en is uitgerust voor het vervoer van goederen of het vervoer van meer dan negen personen, met inbegrip van de chauffeur;

3. „cabotage": het verrichten van vervoer binnen het grondgebied van de staat van een Verdragsluitende Partij door een op het grondgebied van de staat van de andere Verdragsluitende Partij gevestigde vervoerder;

4. „vervoer": het rijden met beladen of onbeladen voertuigen over de weg, ook indien het voertuig, de aanhangwagen of de oplegger voor een deel van de rit gebruik maakt van spoor- of waterwegen.

Artikel 3 Toegang tot de markt

1. Elk van de Verdragsluitende Partijen kan een op het grondgebied van de staat van de andere Verdragsluitende Partij gevestigde vervoerder toestaan vervoer van goederen of personen te verrichten:

  • a. tussen een plaats op het grondgebied van haar staat en een plaats buiten dat grondgebied,

  • b. in doorvoer over het grondgebied van haar staat, op grond van vergunningen, tenzij door de Gemengde Commissie anders overeengekomen, die worden afgegeven door de bevoegde autoriteiten van elke Verdragsluitende Partij.

2. Vergunningen zijn niet vereist voor de onderstaande soorten vervoer of voor ritten met onbeladen voertuigen gemaakt in verband met zulk vervoer:

– vervoer van post als publieke dienst;

– vervoer van voertuigen die zijn beschadigd of onklaar geraakt;

– begrafenisvervoer;

– eigen vervoer;

– vervoer van levende have in speciale voertuigen;

– vervoer van medische goederen en uitrusting, vereist in noodgevallen, met name bij natuurrampen;

– vervoer van goederen met een motorvoertuig waarvan het toegestane totaalgewicht, met inbegrip van dat van de aanhangwagen, niet meer bedraagt dan 6 ton of waarvan het toegestane laadvermogen, met inbegrip van dat van de aanhangwagen, niet groter is dan 3,5 ton;

– een onbeladen rit van een reserve-voertuig dat gestuurd wordt om de plaats in te nemen van een voertuig dat in het gebied van de staat van de andere Verdragsluitende Partij onklaar is geraakt, en de voortzetting van het vervoer door het reserve-voertuig onder dekking van de vergunning die uitgegeven is op naam van het voertuig dat onklaar is geraakt;

– vervoer van goederen en kunstvoorwerpen bestemd voor beurzen en tentoonstellingen;

– vervoer van goederen en uitrusting uitsluitend voor reclame- en informatie-doeleinden;

– vervoer van goederen, accessoires en dieren van of naar theater-, muziek-, film-, sportevenementen of circusvoorstellingen, beurzen of festiviteiten, en goederen bestemd voor radio-opnames, of voor film- of televisie-produkties.

3. Een vervoerder mag geen cabotage verrichten, tenzij hij daartoe speciale toestemming heeft verkregen van de bevoegde autoriteiten van de staat van de Verdragsluitende Partij binnen wiens grondgebied de cabotage plaatsvindt.

Artikel 4 Gewichten en afmetingen

1. Het gewicht, de asdruk en de afmetingen van voertuigen van een van de Verdragsluitende Partijen dienen in overeenstemming te zijn met de officiële registratie van het voertuig en mogen de geldende grenzen op het grondgebied van de staat van de andere Verdragsluitende Partij niet overschrijden.

2. Indien het gewicht, de asdruk en/of de afmetingen van een voertuig van een van de Verdragsluitende Partijen in beladen of onbeladen toestand bij het verrichten van vervoer ingevolge de bepalingen van dit Verdrag het in het grondgebied van de staat van de andere Verdragsluitende Partij toelaatbare maximum overschrijden, is een bijzondere vergunning vereist.

Een dergelijke vergunning kan de bewegingsvrijheid van het voertuig beperken tot een vastgestelde route.

Een bijzondere vergunning treedt niet in de plaats van de vergunning zoals voorzien in artikel 3.

Artikel 5 Naleving van de nationale wetgeving

1. Vervoerders van een Verdragsluitende Partij en de bemanningen van hun voertuigen moeten, wanneer zij zich op het grondgebied van de staat van de andere Verdragsluitende Partij bevinden, de in dat land geldende wetten en voorschriften naleven.

2. In geval van cabotage zal de Gemengde Commissie een nadere omschrijving geven van de wijze van verrichten in overeenstemming met de nationale wetten en voorschriften van de Verdragsluitende Partij van de staat op wiens grondgebied het vervoer wordt verricht.

3. Elk van de Verdragsluitende Partijen zal bij toepassing van wetten en voorschriften zoals genoemd in de voorgaande leden de vervoerders van de andere Verdragsluitende Partij onderwerpen aan dezelfde voorwaarden als die waaraan de eigen inwoners worden onderworpen zodat discriminatie op grond van nationaliteit of plaats van vestiging uitgesloten is.

4. In gevallen waarin niet wordt voorzien door de bepalingen van dit Verdrag of van andere overeenkomsten waarbij een Verdragsluitende Partij partij is, zijn de wetten van de Verdragsluitende Partij van toepassing op het grondgebied van deze staat.

Artikel 6 Overtredingen

In geval van een overtreding van de bepalingen van dit Verdrag door een vervoerder van een Verdragsluitende Partij geeft de Verdragsluitende Partij van de staat op wiens grondgebied de overtreding plaatsvond, onverminderd door haar te ondernemen gerechtelijke stappen, daarvan kennis aan de andere Verdragsluitende Partij, die de in haar nationale wetgeving voorziene stappen zal ondernemen. De Verdragsluitende Partijen zullen elkaar in kennis stellen van de opgelegde sancties.

Artikel 7 Belastingaangelegenheden

1. Voertuigen, met inbegrip van hun reserve-onderdelen, die vervoer verrichten in overeenstemming met dit Verdrag, zijn wederzijds vrijgesteld van alle belastingen en heffingen opgelegd aan verkeersdeelneming of het in bezit hebben van de voertuigen, alsook van alle speciale belastingen of heffingen opgelegd aan transport op het grondgebied van de staat van de andere Verdragsluitende Partij.

2. Er wordt geen vrijstelling verleend van belastingen en heffingen op motorbrandstof, BTW op vervoersdiensten, tolgelden en gebruiksrechten op wegen en kunstwerken.

3. Voertuigen die zijn geregistreerd binnen het grondgebied van de staat van een van de Verdragsluitende Partijen, alsmede de aanhangwagens en opleggers die worden gebruikt ten behoeve van vervoer zoals in dit Verdrag genoemd, worden tijdelijk toegelaten tot het grondgebied van de staat van de andere Verdragsluitende Partij met vrijstelling van betaling van invoerrechten, op voorwaarde dat de voertuigen weer worden uitgevoerd.

4. De zich in de normale, door de fabrikant geleverde, reservoirs van het voertuig bevindende brandstof, alsmede de alleen voor de goede werking van dat voertuig bestemde smeermiddelen en koelvloeistoffen, zijn wederzijds vrijgesteld van invoerrechten en andere belastingen en betalingen.

5. De reserve-onderdelen die worden geïmporteerd met het oog op de reparatie van een reeds tijdelijk ingevoerd voertuig, zullen worden toegelaten zonder enige invoerbelasting en zullen niet onderworpen worden aan enige beperkende en/of belemmerende maatregelen in verband met hun import.

De onderdelen die zijn vervangen zullen opnieuw worden uitgevoerd of worden vernietigd onder toezicht van de douane-autoriteiten.

6. Winsten uit de exploitatie van voertuigen voor wegvervoer in het internationale verkeer zijn belastbaar in overeenstemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Roemenië tot het vermijden van dubbele belasting en het ontgaan van belasting met betrekking tot belasting naar inkomen en vermogen.

Artikel 8 Bevoegde autoriteiten

Elke Verdragsluitende Partij deelt aan de andere Verdragsluitende Partij mede welke autoriteiten bevoegd zijn met betrekking tot de toepassing van de bepalingen van dit Verdrag, alsmede elke wijziging terzake.

Artikel 9 Gemengde Commissie

1. Met het oog op de interpretatie en de toepassing van dit Verdrag wordt een Gemengde Commissie ingesteld die zal bestaan uit vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten van elk van de beide Verdragsluitende Partijen, die vertegenwoordigers van de transportsector kunnen uitnodigen in de Gemengde Commissie zitting te nemen.

2. De Gemengde Commissie komt op verzoek van een van de Verdragsluitende Partijen bijeen. De Gemengde Commissie stelt haar eigen reglement van orde en procedures vast. De Gemengde Commissie komt afwisselend op het grondgebied van een van de staten van de Verdragsluitende Partijen bijeen. Een vertegenwoordiger van het gastheerland zal de bijeenkomst voorzitten. De agenda voor de bijeenkomst wordt ten minste twee weken voor de aanvang van de bijeenkomst voorgelegd door de Verdragsluitende Partij in wier land de bijeenkomst wordt gehouden. De bijeenkomst wordt afgesloten met de opstelling van een protocol dat door de hoofden van de delegaties van de Verdragsluitende Partijen zal worden ondertekend.

3. Ingevolge artikel 3, eerste en derde lid, beslist de Gemengde Commissie omtrent de soort en het aantal vergunningen en onderzoekt de voorwaarden voor deelname aan de markt. Onverminderd artikel 3, tweede lid, kan de Gemengde Commissie het aantal soorten vervoer waarvoor geen vergunningen vereist zijn, wijzigen.

4. De Gemengde Commissie besteedt bijzondere aandacht aan de volgende onderwerpen en werkt dienaangaande voorstellen uit:

– de harmonische ontwikkeling van het vervoer tussen de twee landen, met inachtneming van onder meer de daarbij betrokken milieu-aspecten;

– de coördinatie van het beleid inzake het wegvervoer, de vervoerswetgeving en de uitvoering daarvan door de Verdragsluitende Partijen op nationaal en internationaal niveau;

– de formulering van mogelijke oplossingen ter voorlegging aan de onderscheiden nationale autoriteiten indien zich problemen voordoen, met name op het terrein van sociale aangelegenheden, douanezaken en milieu-aangelegenheden, of andere aangelegenheden;

– de uitwisseling van ter zake dienende inlichtingen;

– de methode voor het vaststellen van het gewicht, de asdruk en de afmetingen van de voertuigen;

– de bevordering van de samenwerking tussen vervoersondernemingen en -instellingen;

– de bevordering van gecombineerd vervoer;

– vraagstukken betreffende de toegang tot de markt.

Artikel 10 Beslechting van geschillen

Voor elk geschil over de interpretatie of toepassing van dit Verdrag wordt getracht een oplossing te vinden in rechtstreekse onderhandelingen tussen de bevoegde autoriteiten van beide Verdragsluitende Partijen.

Indien de bevoegde autoriteiten niet tot overeenstemming komen wordt langs diplomatieke kanalen getracht een oplossing te vinden.

Artikel 11 Wijziging van het Verdrag

Elke wijziging van dit Verdrag wordt overeengekomen door de Verdragsluitende Partijen en wordt van kracht in overeenstemming met de procedure bedoeld in artikel 12 van dit Verdrag.

Artikel 12 Inwerkingtreding en duur

1. Dit Verdrag treedt in werking zestig dagen na de datum waarop beide Verdragsluitende Partijen elkander schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de voorwaarden zoals gesteld door hun onderscheiden nationale wetgeving betreffende de procedures om uitvoering aan internationale verdragen te geven, is voldaan.

2. Op het moment waarop dit Verdrag in werking treedt, wordt de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Roemenië betreffende het internationaal vervoer van goederen over de weg, getekend op 23 april 1968 te 's-Gravenhage, beëindigd.

Artikel 13 Geldigheidsduur van het Verdrag

Dit Verdrag blijft van kracht voor een tijdvak van een jaar na de inwerkingtreding en wordt stilzwijgend van jaar tot jaar verlengd, tenzij een van de Verdragsluitende Partijen minstens zes maanden voor de datum van verlenging de andere Verdragsluitende Partij schriftelijk in kennis heeft gesteld van haar voornemen het Verdrag te beëindigen.

Artikel 14 Toepassing voor het Koninkrijk der Nederlanden

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft is dit Verdrag slechts van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk in Europa.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN in twee originele exemplaren te Boekarest, 19 april 1995 in de Nederlandse en de Roemeense taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,

(w.g.) M. P. A. FRANK

Voor de Regering van Roemenië,

(w.g.) A. NOVAC


Acord intre Guvernul Regatului Tarilor de Jos si Guvernul Romaniei privind transporturile rutiere internationale

Guvernul Regatului Tarilor de Jos

si Guvernul Romaniei,

denumite in continuare Parti Contractante,

Dorind sa contribuie la dezvoltarea relatiilor economice si comerciale in scopul facilitarii si reglementarii transporturilor rutiere internationale de persoane si marfuri pe teritoriile statelor lor, din si spre sau in tranzit pe aceste teritorii, pe baza egalitatii in drepturi si a avantajului reciproc,

Au convenit cele ce urmeaza:

Articolul 1 Domeniul de aplicabilitate

1. Prevederile prezentului Acord se aplica transporturilor internationale rutiere de persoane si marfuri, efectuate contra plata sau pe cont propriu, din si spre sau in tranzit pe teritoriile statelor Partilor Contractante, precum si transporturilor internationale de marfuri si persoane pe teritoriile statelor lor, in cabotaj, efectuate de transportatori ai uneia din Partile Contractante, conform definitiilor din Articolul 2.

2. Prezentul Acord nu va afecta drepturile si obligatiile Partilor Contractante care decurg din alte intelegeri internationale.

3. Aplicarea acestui Acord nu va aduce prejudicii aplicarii, de catre Regatul Tarilor de Jos, ca stat membru al Uniunii Europene, a legislatiei Uniunii Europene.

Articolul 2 Definitii

In sensul prezentului Acord:

1. termenul ,transportator` desemneaza orice persoana fizica sau juridica care este stabilita pe teritoriul statului uneia din Partile Contractante si care a fost admisa in mod legal in tara de stabilire pe piata de transporturi rutiere de persoane sau marfuri contra plata sau pe cont propriu, in conformitate cu legile si reglementarile nationale corespunzatoare din tara de stabilire;

2. termenul ,vehicul` desemneaza un vehicul motor sau o combinatie de vehicule la care cel putin vehiculul motor este inmatriculat pe teritoriul statului uneia din Partile Contractante si care este folosit si echipat exclusiv pentru transportul de marfuri sau pentru transportul a mai mult de 9 persoane, inclusiv soferul;

3. termenul ,cabotaj` desemneaza effectuarea de servicii de transport in interiorul teritoriului statului unei Parti Contractante de catre un transportator stabilit pe teritoriul statului celeilalte Parti Contractante;

4. termenul ,transport` desemneaza deplasarea vehiculelor, incarcate sau goale, pe cale rutiera, chiar daca pentru o portiune a calatoriei vehiculul, remorca sau semiremorca, foloseste calea ferata sau caile navigabile.

Articolul 3 Accesul la piata de prestatii de transport

1. Fiecare din Partile Contractante poate permite oricarui transportator stabilit pe teritoriul statului celeilalte Parti Contractante sa effectueze transporturi de marfuri sau persoane:

  • a) intre un punct situat pe teritoriul statului sau si un punct in afara acelui teritoriu,

  • b) in tranzit pe teritoriul statului sau, acestea, cu exceptia cazurilor in care Comisa Mixta nu stabileste altfel, sunt supuse regimului de autorizatii, care trebuie sa fie emise de catre autoritatile competente als fiecarei Parti Contractante.

2. Nu sunt necesare autorizatii pentru efectuarea urmatoarelor categorii de transporturi sau pentru cursele in gol legate de aceste transporturi:

– transporturi postale, ca serviciu public;

– deplasarea vehiculelor care au suferit deteriorari sau avarii;

– transporturi funerare;

– transporturi pe cont propriu;

– transportul de animale vii utilizand vehicule speciale;

– transportul de bunuri medicale si echipamente necesare in cazuri de urgenta, in special de calamitati naturale;

– transportul de marfuri cu vehicule a caror greutate bruta, inclusiv greutatea remorcilor, nu depaseste 6 tone sau a caror sarcina utila permisa, inclusiv cea a remorcilor, nu depaseste 3,5 tone;

– cursa in gol a unui vehicul de transport trimis sa inlocuiasca un vehicul care a fost deteriorat pe teritoriul statului celeilalte Parti Contractante si continuarea parcursului de cartre acest vehicul pe baza autorizatiei emise pentru vehiculul care a fost deteriorat;

– transporturi de marfuri si opere de arta destinate unor targuri si expozitii;

– transporturi de marfuri si echipamente destinate exclusiv pentru scopuri de reclama si informatie;

– transportul de aparate, accesorii, animale pentru manifestari teatrale, muzicale, de cinema sau sportive, pentru circuri sau targuri si manifestari, precum si cele destinate inregistrarilor radiofonice sau productiilor cinematografice sau de televiziune;

3. Un transportator nu poate efectua operatiuni de cabotaj, cat daca este autorizat special pentru aceasta de catre autoritatea impetenta a Partii Contractante pe teritoriul statului caruia se ectueaza cabotajul.

Articolul 4 Greutati si dimensiuni

1. Greutatea, sarcina pe osie si dimensiunile vehiculelor uneia in Partile Contractante trebuie sa fie conforme cu valorile prevazute en documentele de inmatriculare oficiala a vehiculului si nu pot depasi imitele in vigoare pe teritoriul statului celeilalte Parti Contractante.

2. In cazul in care greutatea, sarcina pe osie si/sau limensiunile unui vehicul al uneia din Partile Contractante, incarcat sau gol, angajat intr-un transport in conformitate cu prevederile acestui Acord, depasesc limita maxima admisibila pe teritoriul statului celeilalte Parti Contractante, este necesara o autorizatie speciala.

Aceasta autorizatie poate limita circulatia vehiculului la un itinerar determinat.

Autorizatia speciala nu inlocuieste autorizatia prevazuta la Articolul 3.

Articolul 5 Aplicarea legislatiei nationale

1. Transportatorii unei Parti Contractante si echipajele vehiculelor acestora trebuie sa respecte, atunci card se afla pe teritoriul statului celeilalte Parti Contractante, legile si reglementarile in vigoare in acea tara.

2. In cazul unei operatii de cabotaj, Comisia Mixta va preciza modurile de realizare a acestuia in conformitate cu legile si reglementarile nationale ale Partii Contractante pe teritoriul statului careia se efectueaza transportul.

3. Fiecare Parte Contractanta trebuie ca, in aplicarea legislatiei si a reglementarilor mentionate in paragrafele anterioare, sa supuna transportatorii celeilalte Parti Contractante la aceleasi conditii la care sunt supusi proprii locuitori, astfel incat orice discriminare pe baza de nationalitate sau loc de stabilire sa fie exclusa.

4. In cazurile nereglementate de prevederile prezentului Acord sau prin alte Intelegeri la care o Parte Contractanta este parte, se va aplica legislatia nationala a Partii Contractante, in vigoare pe teritoriul statului acesteia.

Articolul 6 Incalcari ale prevederilor

In cazul unei incalcari a prevederilor prezentului Acord de catre un transportator al unei Parti Contractante, Partea Contractanta pe teritoriul statului careia a avut loc incalcarea, va informa, fara a aduce prin aceasta vreun prejudiciu procedurilor legale proprii, cealalta Parte Contractanta, care va lua masurile corespunzatoare, prevazute in acest sens de legislatia sa nationala. Partile Contractante se vor informa reciproc asupra sanctiunilor aplicate.

Articolul 7 Prevederi fiscale

1. Vehiculele, inclusiv piesele de schimb aferente, care efectueaza transporturi in conformitate cu prezentul Acord, vor fi reciproc scutite de plata tuturor taxelor si impozitelor aplicate in ceea ce priveste circulatia sau posesiunea de vehicule, precum si de plata tuturor taxelor sau impozitelor speciale aplicate operatiunilor de transport pe teritoriul statului celeilalte Parti Contractante.

2. Scutirea sus-mentionata nu se refera la taxele si impozitele asupra combustibilului motorului, taxa pe valoarea adaugata (TVA) privind serviciile de transport si taxele percepute pentru folosirea drumurilor si lucrarilor de arta.

3. Vehiculele inmatriculate pe teritoriul statului uneia din Partile Contractante, precum si remorcile sau semiremorcile, care sunt utilizate pentru transporturile mentionate in prezentul Acord, sunt admise temporar pe teritoriul statului celeilalte Parti Contractante cu scutire de taxe vamale de import, cu conditia de a fi reexportate.

4. Combustibilul care se gaseste in rezervoarele normale prevazute de producator, precum si lubrefiantii destinati numai pentru buna functionare a vehiculelor si agentii de refrigerare, sunt reciproc scutite de taxe de import si de alte taxe si plati.

5. Piesele de schimb importante pentru repararea unui vehicul deja importat temporar vor fi admise fara taxe vamale si nu vor fi supuse nici unor restrictii si/sau masuri prohibitive de import.

Piesele inlocuite vor fi reexportate sau distruse sub controlul autoritatilor vamale.

6. Profiturile realizate ca rezultat al operarii vehiculelor in trafic international sunt taxabile in conformitate cu ,Conventia intre Regatul Tarilor de Jos si Romania pentru evitarea dublei impuneri si prevenirea evaziunii fiscale in materie de impozit pe venit si pe avere`.

Articolul 8 Autoritatile competente

Fiecare Parte Contractanta va transmite celeilalte Parti Contractante denumirea autoritatilor competente insarcinate cu aplicarea prevederilor prezentului Acord, precum si orice modificare in legatura cu acestea.

Articolul 9 Comisia Mixta

1. In vederea aplicarii si interpretarii prezentului Acord, se infiinteaza o Comisie Mixta formata din reprezentanti ai autoritatilor competente ale fiecareia din cele doua Parti Contractante, care pot sa invite reprezentanti ai sectorului transporturilor.

2. Comisia Mixta se va intruni la cererea oricareia din Partile Contractante. Comisia Mixta isi stabileste propriile reguli si proceduri. Comisia Mixta se va intalni, alternativ, pe teritoriul statului fiecarei Parti Contractante. Reprezentantul tarii gazda va prezida intalnirea de lucru. Agenda de lucru pentru intalnire va fi propusa de Partea Contractanta gazda, cu cel putin doua saptamani inainte de inceperea intalnirii. Intalnirea va fi incheiata printr-un protocol care va fi semnat de conducatorii delegatiilor Partilor Contractante.

3. In conformitate cu Articolul 3, paragrafele 1 si 3, Comisia Mixta va hotari asupra tipului si numarului de autorizatii, si va examina conditiile de participare pe piata de prestatii de transport. Fara a aduce prejudicii Articolului 3, paragraful 2, Comisia Mixta poate modifica categoriile de transport pentru care nu sunt necesare autorizatii de transport.

4. Comisia Mixta va examina in principal urmatoarele teme si va formula propuneri privind:

– dezvoltarea armonioasa a transporturilor intre cele doua tari, tinand seama, printre altele, de aspectele de protectie a mediului inconjurator;

– coordenarea politicilor de transport rutier, a legislatiei de transport si implementarea acesteia de catre Partile Contractante la nivel national si international;

– formularea de solutii posibile pentru a fi prezentate autoritatilor nationale respective din cele doua tari in cazul in care apar probleme legate de derularea transporturilor rutiere, in special in domeniul social, vamal si de protectia mediului sau alte probleme;

– schimbul de informatii relevante;

– metoda de determinare a greutatii, sarcinii pe osie si a dimensiunilor vehiculelor;

– promovarea cooperarii dintre intreprinderile si institutiile de transport;

– promovarea transportului combinat;

– probleme referitoare la accesul pe piata de prestatii de transport.

Articolul 10 Rezolvarea litigiilor

Pentru orice diferend in interpretarea sau aplicarea prezentului Acord se va incerca gasirea unei solutii prin negocieri directe intre autoritatile competente ale celor doua Parti Contractante.

In cazul in care autoritatile competente nu ajung la o intelegere, se va cauta sa se gaseasca o solutie pe cale diplomatica.

Articolul 11 Modificarea Acordului

Orice modificare a prezentului Acord se convine de catre Partile Contractante si va intra in vigoare conform procedurii mentionate la Articolul 12.

Articolul 12 Intrarea in vigoare a Acordului si durata

1. Prezentul Acord va intra in vigoare la 60 zile de la data la care ambele Parti Contractante si-au notificat reciproc, in scris, ca au fost indeplinite conditiile prevazute de legislatiile lor nationale privind procedurile de aplicare a acordurilor internationale.

2. Odata cu intrarea in vigoare a prezentului Acord, Acordul intre Guvernul Regatului Tarilor de Jos si Guvernul Romaniei privind transportul rutier international de marfuri, semnat la data de 23 aprilie 1968, La Haga, isi inceteaza valabilitatea.

Articolul 13 Valabilitatea Acordului

Prezentul Acord va ramane in vigoare pe o perioada de un an de la data intrarii in vigoare si va putea fi prelungit in mod tacit, de la an la an, in afara cazului in care una din Partile Contractante va notifica in scris celeilalte Parti Contractante, cu cel putin sase luni inaintea datei de prelungire, intentia sa de a denunta Acordul.

Articolul 14 Aplicabilitatea pentru Regatul Tarilor de Jos

In ceea ce priveste Regatul Tarilor de Jos, acest Acord se va aplica numai pe teritoriul din Europa al Regatului.

DREPT PENTRU CARE, subsemnatii, pe deplin autorizati, au semnat prezentul Acord.

INCHEIAT la Bucuresti la data de 19 Aprilie 1995 in doua exemplare originale, fiecare in limbile olandeza si romana, ambele texte avand aceeasi valabilitate.

Pentru Guvernul Regatului Tarilor de Jos

M. P. A. FRANK

Pentru Guvernul Romaniei

A. NOVAC


D. PARLEMENT

Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 12, eerste lid, in werking treden zestig dagen na de datum waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de voorwaarden zoals gesteld door hun onderscheiden nationale wetgeving betreffende de procedures om uitvoering aan internationle verdragen te geven, is voldaan.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het Verdrag ingevolge artikel 14 alleen voor Nederland gelden.

J. GEGEVENS

De Europese Unie, naar welke organisatie wordt verwezen in artikel 1, derde lid, van het onderhavige Verdrag, is opgericht bij het op 7 februari 1992 te Maastricht tot stand gekomen Verdrag betreffende de Europese Unie (tekst in Trb. 1992, 74; zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 28).

Van de op 23 april 1968 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Roemenië betreffende het internationaal vervoer van goederen over de weg, naar welke Overeenkomst wordt verwezen in artikel 12, tweede lid, van het onderhavige Verdrag, zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1968, 57; zie ook Trb. 1969, 14.

Uitgegeven de zevende juni 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven