A. TITEL

Europees Verdrag inzake cinematografische coproduktie, met bijlagen;

Straatsburg, 2 oktober 1992

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1994, 159.

Voor de ondertekeningen zie Trb. 1994, 159 en 223.

Op blz. 8 van Trb. 1994, 159 luidt artikel 5, vijfde lid, tweede gedeelte van de vierde regel, ten rechte: This declaration may be modified.

C. VERTALING

Zie Trb. 1994, 223.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 17 januari 1995 (Kamerstukken II 1994/95, 24 057, nr. 1) is het Verdrag in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen A. NUIS en de Minister van Buitenlandse Zaken a.i., W. KOK.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 19 februari 1995.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1994, 159 en 223.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 16, tweede lid, van het Verdrag een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa:

Slowakije23 januari 1995
Duitsland 24 maart 1995
het Koninkrijk der Nederlanden24 maart 1995
(voor Nederland)

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1994, 159.

Het Verdrag zal ingevolge artikel 17, tweede lid, op 1 juli 1995 in werking treden voor het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland).

G. GEGEVENS

Zie Trb. 1994, 159 en 223.

Voor het op 5 mei 1949 te Londen tot stand gekomen Statuut van de Raad van Europa zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 94.

Voor het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap zie ook Trb. 1995, 76.

Autoriteiten

De volgende Staten hebben autoriteiten als bedoeld in artikel 5 van het Verdrag aangewezen:

Duitsland

»Bundesamt für Wirtschaft, Frankfurter Str. 29–31, D-65760 Eschborn«

het Koninkrijk der Nederlanden

Het Koninkrijk der Nederlanden heeft bij de nederlegging van de akte van aanvaarding aangewezen in overeenstemming met artikel 5, vijfde lid, van het Verdrag:

„de Stichting het Nederlands Fonds voor de Film

Jan Luykenstraat 2

1071 CM Amsterdam"

Uitgegeven de twintigste april 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven