A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Namibië inzake technische samenwerking;

Windhoek, 17 juni/26 november 1992

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1993, 73.

In artikel III, eerste lid, laatste regel, dient voor “international" “intentional" te worden gelezen.

C. VERTALING

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Namibië inzake technische samenwerking

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Namibië;

Opnieuw de vriendschappelijke betrekkingen bevestigend die tussen beide Staten en hun volken bestaan;

Geleid door de wens de technische samenwerking te bevorderen en hiertoe het noodzakelijke juridische en administratieve kader te scheppen;

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel I

1. Het doel van dit Verdrag is de technische samenwerking te bevorderen en hiertoe het juridische en administratieve kader te scheppen voor projecten inzake technische samenwerking waartoe de bevoegde bestuurlijke autoriteiten van beide Partijen ter uitvoering van dit Verdrag besluiten.

2. Een besluit tot samenwerking als bedoeld in het eerste lid hierboven, de bijdragen aan een project en de wijze waarop dat project wordt uitgevoerd, worden per geval vastgelegd in een projectovereenkomst, te sluiten door de bevoegde autoriteiten van beide Regeringen.

Artikel II

In verband met een project verbindt de Regering van de Republiek Namibië zich ertoe:

  • a. het Nederlandse personeel vrij te stellen van alle directe belastingen en andere fiscale heffingen ten aanzien van alle door de Nederlandse Regering aan hen betaalde vergoedingen;

  • b. het Nederlandse personeel vrij te stellen van invoerrechten en andere fiscale heffingen op nieuwe of gebruikte huishoudelijke artikelen en persoonlijke bezittingen die in Namibië worden ingevoerd binnen zes maanden na de aankomst van de deskundigen – behalve in bijzondere omstandigheden waarin deze termijn kan worden verlengd – op voorwaarde dat deze goederen weer uit Namibië worden uitgevoerd op het tijdstip van vertrek of binnen een termijn waarmee de Regering van de Republiek Namibië instemt, en met dien verstande dat over deze goederen, indien zij worden verkocht aan een persoon die niet soortgelijke voorrechten geniet, invoerrechten zijn verschuldigd;

  • c. de Nederlandse personeelsleden gedurende de gehele periode van hun aanstelling vrij te stellen van invoerrechten en andere fiscale heffingen op beroepsuitrusting die zal worden gebruikt voor projecten inzake technische samenwerking en in Namibië wordt ingevoerd;

  • d. de invoer te regelen, vrij van rechten, of de aankoop uit entrepot, van een motorvoertuig per Nederlands personeelslid dat voor een langere periode dan een jaar in Namibië zal blijven, binnen zes maanden na de eerste aankomst in Namibië, behalve in bijzondere omstandigheden waarin deze termijn kan worden verlengd of hernieuwd, op voorwaarde dat over dat voertuig, indien het wordt verkocht aan een persoon die niet soortgelijke voorrechten geniet, passende invoerrechten worden betaald op basis van de geschatte waarde van het voertuig op het tijdstip van verkoop; en dat ingeval een motorvoertuig zodanig is beschadigd dat reparatie op economische gronden niet mogelijk is, er per geval een regeling wordt getroffen die vergelijkbaar is met die welke van toepassing is op de invoer/aankoop van het oorspronkelijke voertuig;

  • e. de Nederlandse personeelsleden te vrijwaren van rechtsvervolging op grond van in hun officiële hoedanigheid gesproken of geschreven uitingen of verrichte handelingen;

  • f. de Nederlandse personeelsleden en hun gezinsleden vrij te stellen van nationale dienstplicht;

  • g. de Nederlandse personeelsleden en hun gezinnen in Namibië repatriëringsfaciliteiten te bieden in tijden van nationale of internationale crises;

  • h. regelingen te treffen voor de kosteloze verstrekking van inreisvisa en werkvergunningen aan het Nederlandse personeel dat door de Nederlandse Regering is of zal worden aangesteld; aan een deskundige die door de Namibische Regering officieel is aanvaard, wordt hetzij voor zijn of haar vertrek uit Nederland, hetzij bij zijn of haar aankomst in Namibië, een visum verstrekt;

  • i. de Nederlandse deskundigen, nadat zij door de Namibische Regering zijn aanvaard, vrij te stellen van registratie, toetsing en andere zodanige vereisten met betrekking tot hun onderscheiden professionele capaciteiten;

  • j. het Nederlandse personeel identiteitspapieren te verschaffen, zodat zij bij de uitoefening van hun werkzaamheden verzekerd zijn van de volledige steun van de desbetreffende autoriteiten in Namibië;

  • k. onverminderd de regelingen voor het wisselen van buitenlands geld die ten aanzien van een bepaald punt op een bepaald tijdstip in Namibië gelden, geen beperkingen op te leggen voor het wisselen van buitenlands geld dat door de Nederlandse personeelsleden en hun gezinnen uit het buitenland in Namibië wordt binnengebracht voor persoonlijk gebruik; zulks met dien verstande dat rekeningen voor niet-ingezetenen die in Namibië worden geopend door Nederlandse personeelsleden en hun gezinnen, uitsluitend tot hun eigen beschikking blijven en dat saldi van die rekeningen vrijelijk kunnen worden overgemaakt, en voorts dat op die rekeningen uitsluitend uit het buitenland afkomstig geld wordt gestort. Mocht dit niet het geval zijn, dan wordt de rekening onderworpen aan de gebruikelijke bepalingen inzake deviezencontrole;

  • l. te verzekeren dat de Nederlandse personeelsleden en hun gezinnen op niet minder gunstige wijze worden behandeld dan personeel dat voor technische bijstand naar de Republiek Namibië wordt uitgezonden door andere landen of internationale organisaties.

Artikel III

1. De Regering van Namibië stelt de Nederlandse Regering en/of het Nederlandse personeel dat in Namibië werkzaam is overeenkomstig dit Verdrag, schadeloos en vrijwaart hen ter zake van elke wettelijke aansprakelijkheid, rechtszaak, eis, vordering of schadeclaim en van kosten of honoraria op grond van de dood van of letsel toegebracht aan derden of schade aan het eigendom van derden, of andere verliezen die het gevolg zijn van of verband houden met het verrichten of nalaten van handelingen door de Nederlandse personeelsleden in de uitoefening van hun werkzaamheden, tenzij de wettelijke aansprakelijkheid, de vordering, het verlies of de schade het gevolg is van grove nalatigheid of opzettelijk onjuist handelen van het personeel.

2. Ingeval de Regering van Namibië een vordering voldoet ten behoeve van de Nederlandse Regering of het Nederlandse personeel overeenkomstig het eerste lid van dit artikel, is de Namibische Regering gerechtigd een eventueel verweer of het eventuele recht op een schadevergoeding, tegenvordering, schadeloosstelling, heffing of waarborg waarop de Nederlandse Regering of het Nederlandse personeel aanspraak zou kunnen maken, uit de oefenen en ten uitvoer te leggen.

3. Indien de Regering van de Republiek Namibië zulks verzoekt, verschaft de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden de bevoegde autoriteiten van de Republiek Namibië de administratieve of juridische bijstand die nodig is voor een bevredigende regeling van eventuele problemen die kunnen ontstaan in verband met de toepassing van de voorgaande leden van dit artikel.

Artikel IV

1. De Regering van Namibië heeft het recht, na overleg met de Nederlandse Regering, te verzoeken om terugroeping van ieder lid van het Nederlandse personeel wiens werk of gedrag onbevredigend is. De Nederlandse Regering heeft het recht, na soortgelijk overleg met de Namibische Regering, te allen tijde leden van het Nederlandse personeel terug te roepen. In geval van terugroeping stelt de Nederlandse Regering alles in het werk om, indien de Namibische Regering zulks verzoekt, een geschikte vervanger te vinden voor het teruggeroepen personeelslid.

2. Alle Nederlandse personeelsleden vervullen hun taak zoals wordt overeengekomen door de onderscheiden bevoegde autoriteiten. Wat de dagelijkse werkzaamheden met betrekking tot een project betreft, handelen zij in nauw overleg met de Namibische autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het project, en nemen zij de door die autoriteiten gegeven werkinstructies in acht. De wijze van communiceren tussen het Nederlandse personeel en de bevoegde Nederlandse autoriteiten wordt vastgelegd in de desbetreffende projectovereenkomst.

Artikel V

1. De bepalingen van dit Verdrag betreffende Nederlands personeel zijn eveneens van toepassing op personen in dienst van de Nederlandse Regering en op personen in dienst van ondernemingen waarmee de Nederlandse Regering een overeenkomst heeft gesloten inzake de uitvoering van een project waaraan beide bevoegde autoriteiten hebben besloten samen te werken, en slechts voor zover dit personeel of die ondernemingen handelen binnen het kader van dit Verdrag of van een tussen de beide bevoegde autoriteiten overeengekomen project.

2. Het beschikbaar gestelde Nederlandse personeel kan zowel uitvoerende als adviserende taken verrichten.

Artikel VI

1. De bepalingen van de artikelen II, III en IV, eerste lid, van dit Verdrag zijn eveneens van toepassing op de door Nederland beschikbaar gestelde suppletie-deskundigen. Deze deskundigen dienen echter wel lokale inkomstenbelasting te betalen over honoraria die aan hen worden betaald door de Regering van de Republiek Namibië.

2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde deskundigen staan uitsluitend onder het gezag van de desbetreffende Namibische autoriteiten. De deskundigen dienen verordeningen en regelingen die in Namibië van kracht zijn, na te leven, mits die verordeningen en regelingen niet in strijd zijn met de bepalingen van dit Verdrag of van eventuele andere regelingen tussen de twee Verdragsluitende Partijen die van toepassing zijn op de betrokken deskundigen.

Artikel VII

De Regering van de Republiek Namibië stelt de uitrusting (met inbegrip van motorvoertuigen) en andere materialen die de Nederlandse Regering in verband met een project verschaft in de vorm van schenkingen, vrij van alle in- en uitvoerrechten en andere officiële heffingen.

Artikel VIII

1. Dit Verdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van ondertekening en treedt in werking op de datum waarop de beide Regeringen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat aan de in hun onderscheiden landen daarvoor constitutioneel vereiste procedures is voldaan.

2. Dit Verdrag blijft van kracht voor een aanvangsperiode van twee jaar. Indien geen der beide Regeringen drie maanden voordat het Verdrag afloopt, haar voornemen te kennen geeft het te beëindigen, wordt het Verdrag telkens stilzwijgend verlengd voor een nieuwe periode van een jaar.

3. Met betrekking tot projecten waarmee een aanvang is gemaakt voor de datum van beëindiging van dit Verdrag, blijven de voorgaande artikelen van kracht tot het project is beëindigd.

4. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit Verdrag slechts van toepassing op het Europese deel van het Koninkrijk.

GEDAAN TE Windhoek op 17 juni 1992/26 november 1992, in tweevoud in de Engelse taal.

(w.g.) J. LEEFMANS

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) Z. NGAVIRUE

Voor de Regering van de Republiek Namibië


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1993, 73.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1993, 73.

Uitgegeven de dertiende december 1994

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven