BESLUIT INZAKE DE TERMIJN VAN BEPERKING VAN DE OPENBAARHEID VAN DE NAAR DE RIJKSARCHIEFBEWAARPLAATS OVER TE BRENGEN DOSSIERS VAN HET ARCHIEF ADOPTIE BUITENLANDSE KINDEREN: DIRECTIE JUSTITIEEL JEUGDBELEID EN TAAKVOORGANGERS VAN HET MINISTERIE VAN JUSTITIE 1971–2005 (2015)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op artikel 15, vierde lid Aw;

Gelet op het advies openbaarheid van de algemene rijksarchivaris op 13 februari 2025, kenmerk 100642 en het voorgenomen besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid, kenmerk 5432112.

Besluit:

Artikel 1

De inventarisnummers zoals opgenomen in het voorgenomen besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid, kenmerk 5432112, van het archief van het Ministerie van Justitie en Veiligheid te beperken tot en met 100 jaar na de sluiting van het dossier.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking de dag nadat de Minister van Justitie en Veiligheid zijn besluit heeft gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag, 3 maart 2025

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Voor deze, De algemene rijksarchivaris, A.J.M. Doek

Bezwaar

Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, onder vermelding van 'Bezwaar', ter attentie van DUO, postbus 30205, 2500 GE in Den Haag. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op www.bezwaarschriftenocw.nl. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit is geplaatst.

TOELICHTING BIJ HET BESLUIT INZAKE DE TERMIJN VAN BEPERKING VAN DE OPENBAARHEID VAN DE NAAR DE RIJKSARCHIEFBEWAARPLAATS OVER TE BRENGEN DOSSIERS VAN HET ARCHIEF ADOPTIE BUITENLANDSE KINDEREN: DIRECTIE JUSTITIEEL JEUGDBELEID EN TAAKVOORGANGERS VAN HET MINISTERIE VAN JUSTITIE 1971–2005 (2015). (NUMMER TOEGANG 2.09.129)

De Minister van Justitie en Veiligheid heeft besloten de dossiers genoemd in artikel 1 te beperken op grond van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 15, eerste lid, punt a, Aw). Voor dit archief is het aannemelijk dat de personen op wie de dossiers betrekking hebben ten tijde van de sluiting van de dossiers zijn geboren, waardoor de mogelijkheid bestaat dat zij bij het verstrijken van de termijn van 75 jaar, na sluiting dossiers, nog in leven zijn.

Op grond van artikel 15, vierde lid Aw, kunnen beperkingen aan de openbaarheid alleen betrekking hebben op archiefbescheiden minder oud dan vijfenzeventig jaar, tenzij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap anders beslist. Gelet op de aard van de dossiers en daarin opgenomen (bijzondere) persoonsgegevens is een termijn van 100 jaar na sluiting van het dossier dan ook gerechtvaardigd. De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van nog levende personen wordt door het stellen van een termijn van 100 jaar na sluiting van het dossier gewaarborgd. Daarom besluit de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de beperking van de openbaarheid van deze dossiers te stellen op 100 jaar na sluiting van het dossier.

Naar boven