Regeling van het College voor toetsen en examens van 10 maart 2025, nummer CvTE-25.00544, houdende wijziging van de vaststelling van de beoordelingsnormen en de daarbij behorende scores voor het centraal examen 2025 en de invoering van bb en kb-flex

Het College voor toetsen en examens,

Gelet op artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel d, en achtste lid, van de Wet College voor toetsen en examens;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen VO wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘bijlage 1 en 3’ vervangen door ‘bijlage 1 en 4’ en ‘bijlage 2 en 3’ vervangen door ‘bijlage 2 en 4’.

2. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd luidende:

Het correctievoorschrift voor de flexibele en digitale centrale examens vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kaderberoepsgerichte leerweg wordt ingericht met inachtneming van de bijlagen 3 en 4.

B

In artikel 6 wordt ‘bijlage 3’ vervangen door ‘bijlage 4’.

C

In artikel 15, tweede lid, wordt ‘bijlage 3’ vervangen door ‘bijlage 4’.

D

In bijlage 1 wordt steeds ‘bijlage 3’ vervangen door ‘bijlage 4’.

E

In bijlage 2 wordt steeds ‘bijlage 3’ vervangen door ‘bijlage 4’.

F

Bijlage 3 wordt vervangen door bijlage 1 bij deze regeling.

G

Bijlage 2 van deze regeling wordt na bijlage 3 toegevoegd aan de regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na plaatsing in de Staatscourant.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Het College voor toetsen en examens, de voorzitter, J.H. van der Vegt

BIJLAGE 1 ALS BEDOELD IN ARTIKEL I ONDER F

Bijlage 3. als bedoeld in de artikelen 2, tweede lid

Inrichting correctievoorschrift flexibel en digitaal centraal (schriftelijk) examen

Het correctievoorschrift bevat de relevante bepalingen van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 en van de onderhavige regeling beoordeling centraal examen.

Het correctievoorschrift bestaat uit de onderdelen:

  • 1. Regels voor de beoordeling

  • 2. Algemene regels

  • 3. Vakspecifieke regels (indien van toepassing)

  • 4. Beoordelingsmodel

1. Regels voor de beoordeling

Voor de beoordeling zijn de volgende aspecten van de artikelen 3.21 t/m 3.25 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 van belang met dien verstande dat er door de Minister geen koppeling wordt uitgevoerd van scholen en instellingen als bedoeld in artikel 3.22, eerste lid van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020. Het bevoegd gezag verantwoordelijk voor de afname wijst zelf een gecommitteerde aan:

  • 1. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Toetsen en Examens.

  • 2. De examinator stelt het aantal scorepunten voor het centraal examen vast.

  • 3. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag.

2. Algemene regels

Bij de flexibele en digitale centrale examens bb en kb worden de gesloten vragen automatisch gecorrigeerd. De examinator beoordeelt in de correctie-software van Facet de open vragen, zoals die zichtbaar worden op het beeldscherm. Antwoorden op papier worden niet in de beoordeling meegenomen. Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CvTE-regeling van toepassing:

  • 1. Voor het antwoord op een open vraag worden door de examinator scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2,..., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd.

  • 2. Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels:

    • 2.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend;

    • 2.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel;

    • 2.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel;

    • 2.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld;

    • 2.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal;

    • 2.6 Indien er in een vraag twee of meer invulvelden zijn gegeven waarin de kandidaat zelf een antwoord moet typen, dan wordt per invulveld alleen het eerste gegeven antwoord beoordeeld. Een tweede antwoord in hetzelfde invulveld wordt niet bij de beoordeling betrokken.

    • 2.7 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven;

    • 2.8 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;

    • 2.9 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen;

    • 2.10 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn.

  • 3. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld.

  • 4. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld.

  • 5. Indien de examinator meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden.

  • 6. Scorepunten worden met inachtneming van het correctievoorschrift toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere open vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven.

  • 7. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen.

De examinator en de gecommitteerde stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.

3. Vakspecifieke regel(s)

In het correctievoorschrift van een vak kunnen vakspecifieke regels gegeven worden. Hiervoor zij verwezen naar bijlage 4.

4. Beoordelingsmodel

(antwoorden en scores per vraag).

Zie bijlage 4.

BIJLAGE 2 ALS BEDOELD IN ARTIKEL I ONDER G

Bijlage 4. als bedoeld in de artikelen 2, tweede lid, 6 en 15, tweede lid

1. Vaststelling beoordelingsnormen en scores

De vakspecifieke regels en het beoordelingsmodel bij iedere toets, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen c en d, van de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen VO worden door het College voor toetsen en examens voor het examenjaar 2025 vastgesteld voor elk van de vakken waarvan examenstof centraal wordt geëxamineerd als bedoeld in artikel 2.54 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 en vastgesteld met de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs, en de vakken die centraal geëxamineerd worden waarvoor het bevoegd gezag toestemming heeft gekregen als bedoeld in artikel 9.3 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 (de pilot-examens).

2. Bekendmaking van vakspecifieke regels, beoordelingsmodellen per toets en de bijbehorende scores

  • a. Voor de vakken in het eerste tijdvak met uitzondering van de vakken met testcorrectie, de vakken in het tweede tijdvak met uitzondering van de aangewezen vakken, gebeurt dit op Examenblad.nl binnen vier uur nadat de examenzitting van het betreffende vak is beëindigd conform de vaststelling Rooster voor de centrale examens van de eindexamens en de staatsexamens voortgezet onderwijs in 2025;

  • b. Voor de aangewezen vakken in het tweede tijdvak en voor de vakken in het derde tijdvak dat in augustus wordt afgenomen gebeurt dit niet dan voordat het College voor toetsen en examens heeft vastgesteld dat de betreffende opgaven geen onderdeel meer uit zullen maken van een nog vast te stellen centrale toets of centraal examen;

  • c. Voor de algemene vakken in basis- en kaderberoepsgerichte leerweg die digitaal worden afgenomen gebeurt dit door de examinator toegang te geven tot de server waarop deze beoordelingsnormen worden bewaard;

  • d. Voor de centraal praktische examens in de gemengde en theoretische leerweg en voor de centraal praktische examens vwo gebeurt dit door tijdige verzending per koerier aan de secretaris van het eindexamen. Via de Activiteitenplanning bij de Septembermededeling is de secretaris over de datum geïnformeerd, en

  • e. Voor de centraal schriftelijke praktische examens gebeurt dit via de Secure downloadomgeving van Cito (zending C). Via de Activiteitenplanning bij de Septembermededeling is de secretaris over de data geïnformeerd.

TOELICHTING

Op basis van artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel d, van de Wet College voor toetsen en examens worden bij regeling de beoordelingsnormen en bijbehorende scores voor het centraal examen vwo, havo en vmbo vastgesteld. Dat doet het college door steeds jaarlijks de regeling te wijzigen. Dit jaar wordt eveneens een bijlage ingevoegd, waarmee de correctievoorschriften voor de afname van de flexibele en digitale centrale examens vmbo basisberoepsgerichte leerweg (bb) en kaderberoepsgerichte leerweg (KB) worden geregeld. In het examenjaar 2024 kon het bevoegd gezag van een vmbo-school voor het laatst een keuze maken tussen het op papier of digitaal afnemen van de betreffende algemene vakken vmbo bb en kb waarbij het papieren examen op een vast tijdstip werd afgenomen en het digitale examen op een nader door het bevoegd gezag vast te stellen tijdstip. Niet langer is sprake van een pilot waarvoor het bevoegd gezag toestemming krijgt van de Minister om af te wijken van onderwijswetgeving. De afname van de flexibele en digitale centrale examens vmbo bb en kb wordt met het vaststellen van bijlage 1 van deze regeling de reguliere wijze van afname.

De beoordelingsnormen zelf worden als bedoeld in artikel 2, achtste lid, van de Wet College voor toetsen en examens in afwijking van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Bekendmakingswet op een andere geschikte elektronische wijze bekend gemaakt op Examenblad.nl. Het moment van bekendmaking kan per toets verschillen. In beginsel geschiedt bekendmaking van de correctie-voorschriften zo snel als mogelijk na de afname van het centrale examen. Een deel van de examens wordt echter afgenomen onder geheimhouding van opgaven en correctievoorschriften, teneinde de opgaven te kunnen hergebruiken uit doelmatigheidsoverwegingen. De opgaven en de beoordelingsnormen worden dan pas bekend gemaakt als het College besluit dat de examenvragen niet langer geschikt zijn voor hergebruik.

Het College voor toetsen en examens, de voorzitter, J.H. van der Vegt

Naar boven