Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 februari 2025, nr. KenO/50834798, houdende wijziging van de Subsidieregeling School en Omgeving 2025–2028 in verband met het herstel van een misslag

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING SCHOOL EN OMGEVING 2025–2028

In artikel 9, derde lid, van de Subsidieregeling School en Omgeving 2025–2028 komen de onderdelen a tot en met c te luiden:

  • a. ten minste € 421.513.267,– voor aanvragen voor het primair onderwijs, met uitzondering van het speciaal onderwijs, het speciaal basisonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs;

  • b. ten minste € 254.050.846,– voor aanvragen voor het voortgezet onderwijs, niet zijnde praktijkonderwijs;

  • c. ten minste € 33.403.081,– voor aanvragen voor het speciaal onderwijs, speciaal basisonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs;.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.L.J. Paul

TOELICHTING

De Subsidieregeling School en Omgeving 2025–2028 (hierna: de subsidieregeling) is op 22 februari 2025 in werking getreden. Hierbij is aan het licht gekomen dat sprake is van een misslag in artikel 9, derde lid, van de subsidieregeling. Met deze wijzigingsregeling wordt deze misslag hersteld, en wordt artikel 9, derde lid, qua indeling eveneens in lijn gebracht met de opsomming van subsidieplafonds die in artikel 6 is opgenomen. In de toelichting bij de subsidieregeling waren de subsidieplafonds wel reeds juist weergegeven.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.L.J. Paul

Naar boven