Regeling van de Staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 februari 2025, nr. 2025-0000028852, houdende wijziging van de Subsidieregeling ondersteuning werkgevers inzet statushouders voor het aanvraagtijdvak 2025 (KetenID WGK027466)

De Staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op de artikelen 3, eerste en derde lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling ondersteuning werkgevers inzet statushouders wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt in de begripsbepaling ‘statushouder’ ‘als bedoeld in artikel 8, onderdeel c, van de Vreemdelingenwet 2000‘ vervangen door ‘als bedoeld in artikel 8, onderdelen c en d, van de Vreemdelingenwet 2000’

B

Artikel 4, onderdeel a, komt te luiden:

• a. de statushouder op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, met een duur van ten minste twaalf maanden en voor ten minste 20 uur per week arbeid verricht, waarbij er geen sprake is van ter beschikking stelling van arbeidskrachten als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, voor de werkgever die de subsidie aanvraagt, en het tijdstip van indiensttreding maximaal zes maanden voorafgaand aan de eerste dag van het aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 6, eerste lid, waarin de aanvraag wordt ingediend ligt;

C

Aan artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 4. Voor het activiteitenplan, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, en de verklaring, bedoeld in het derde lid onderdeel d, wordt gebruik gemaakt van de daartoe verstrekte formats op www.uitvoeringvanbeleidszw.nl.

D

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt toegevoegd: ‘en in het kalenderjaar 2025 van maandag 2 juni 2025, 09:00 uur tot en met dinsdag 30 september 2025, 17:00 uur’.

2. Aan het tweede lid wordt toegevoegd: ‘en voor het kalenderjaar 2025 een bedrag van ten hoogste € 3.000.000’.

E

Aan artikel 10 wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 4. Voor het activiteitenverslag, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, wordt gebruik gemaakt van het daartoe verstrekte format op www.uitvoeringvanbeleidszw.nl.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel

TOELICHTING

Met deze regeling wordt voor de Subsidieregeling Ondersteuning Werkgevers Inzet Statushouders het aanvraagtijdvak voor het kalenderjaar 2025 vastgesteld. Het aanvraagtijdvak zal worden opengesteld van maandag 2 juni 2025, 09:00 uur tot en met dinsdag 30 september 2025, 17:00 uur. Het tijdvak van 2025 wordt vier maanden opengesteld in plaats van één maand, zoals dat het geval was bij het vorige aanvraagtijdvak. Hiervoor is gekozen omdat verschillende werkgevers en werkgeversorganisaties hebben aangegeven dat een openstelling van één maand te kort is om zowel een statushouder(s) te werven als een goed activiteitenplan te ontwikkelen gericht op het bijbrengen van de (vak)taal en cultuur op de werkvloer. Het subsidieplafond voor 2025 is vastgesteld op € 3.000.000,–. Gezien de grote animo onder werkgevers is het subsidieplafond met € 500.000,– verhoogd ten opzichte van het vorige aanvraagtijdvak. Met deze ophoging kunnen dit jaar minimaal 20 en maximaal 62 extra werkgevers worden ondersteund.

Daarnaast worden een aantal inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. Werkgevers kunnen niet enkel subsidie aanvragen voor statushouders die op grond van de Vreemdelingenwet 2000 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hebben, maar ook voor statushouders die een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd hebben. Er is hiervoor gekozen, omdat de participatiegraad van statushouders die een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd¹ hebben ook achterblijft. In de rapportage Asiel en Integratie 2024² wordt vastgesteld dat van de personen die in 2014 hun status ontvingen na zes jaar slechts 48 procent en na acht jaar slechts 56 procent participeert op de arbeidsmarkt. Bovendien maken gemeenten geen onderscheidt in de begeleiding naar werk tussen statushouders die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd hebben. Met deze wijziging wordt het eenvoudiger voor gemeenten om de subsidieregeling te gebruiken bij hun werkgeversdienstverlening, aangezien deze definitie van statushouders samenvalt met hoe statushouders zijn gedefinieerd in de Participatiewet.

In de regeling wordt ook verduidelijkt dat subsidieaanvragers ten behoeve van de aanvraag en de verantwoording gebruik moeten maken van de formats die via de website www.uitvoeringvanbeleidszw.nl ter beschikking zijn gesteld (een ingevuld activiteitenplan, een ondertekende de-minimisverklaring en een ingevuld activiteitenverslag).

Verder wordt verduidelijkt dat de statushouder arbeid moet verrichten voor de werkgever die de subsidie aanvraagt en dat daarbij dus geen sprake kan zijn van ter beschikking stelling (waaronder door middel van payrolling). Het financiële zwaartepunt voor een werkgever bij het duurzaam in dienst nemen van statushouders ligt bij het ontwikkelen van een (leer)werktraject en niet bij de daadwerkelijke begeleidingskosten. Hierdoor worden de investeringskosten gedempt bij het in dienst nemen van volgende statushouders. Dit effect wordt niet gecreëerd als subsidie wordt verleend aan een werkgever die de statushouder ter beschikking stelt aan een andere organisatie(s).

In hetzelfde artikel (artikel 4, onderdeel a) wordt ook verduidelijkt dat enkel subsidie kan worden aangevraagd voor statushouders die maximaal zes maanden voorafgaand openstelling van het tijdvak in dienst zijn getreden en niet zes maanden voorafgaand de publicatie van de regeling (1 juli 2024). Het eerste jaar van indiensttreding is namelijk essentieel om een statushouder goed te laten integreren op de werkvloer. Als gedurende dat jaar wordt geïnvesteerd in de begeleiding draagt dit bij aan een duurzame baan en verkleint dit de kans dat een statushouder vroegtijdig uitstroomt.

Regeldruk

De ophoging van het subsidieplafond leidt tot een toename van de regeldruk met maximaal 62 x € 70,50 = € 4.371,–. Deze extra regeldruk is het gevolg van de toename van het aantal werkgevers die de subsidie kunnen aanvragen. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het beperkte gevolgen voor de regeldruk heeft, die toereikend in beeld zijn gebracht.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel

---

1 Een voorwaarde om verblijfsvergunning asiel onbepaalde tijd aan te vragen is dat die persoon minimaal vijf jaar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft gehad.

2 Asiel en integratie 2024 – Cohortonderzoek asielzoekers en statushouders | CBS