Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur | Staatscourant 2025, 6608 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur | Staatscourant 2025, 6608 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
Gelet op artikel 9.1 van de Wet dieren;
Besluit:
De Regeling tarieven identificatie en registratie Wet dieren wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepaling ingevoegd:
vogels als bedoeld in artikel 4, onderdeel 10, van verordening (EU) 2016/429;.
B
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.
2. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Een exploitant van een inrichting voor het houden van paardachtigen waaraan een uniek registratienummer is toegekend, is jaarlijks een retributie verschuldigd van € 22,28 voor de instandhouding van die registratie.
C
Na paragraaf 6a worden de volgende paragrafen ingevoegd:
D
In artikel 14 wordt ‘de artikelen 2, eerste lid, onderdeel a, 4, eerste lid, onderdeel a, en 6’ vervangen door ‘de artikelen 2, eerste lid, onderdeel a, 4, eerste lid, onderdeel a, 6, 9, tweede lid, 10c, 10d, en 10e’.
E
Paragraaf 6e vervalt.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 16 februari 2025
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Sinds 21 april 2021 is verordening (EU) nr. 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’) (PbEU 2016, L 84) van toepassing (hierna: diergezondheidsverordening). Vanaf die datum vormt deze verordening, samen met verscheidene gedelegeerde en uitvoeringsverordeningen van de Europese Commissie, de rechtstreekse bron van regels in het belang van de diergezondheid. Sommige onderdelen van de verordening worden bij nationale regelgeving uitgevoerd, en bovendien staat de verordening het lidstaten toe om onder voorwaarden aanvullende regels te stellen.
In de diergezondheidsverordening zijn identificatie- en registratieverplichtingen (I&R) opgenomen voor exploitanten van inrichtingen waar bepaalde diersoorten worden gehouden. De reden hiervoor is dat elke lidstaat een goed werkend centraal systeem moeten hebben om de traceerbaarheid van de dieren te waarborgen in het kader van dier- en volksgezondheid. Dit is zowel van belang voor de dieren, de exploitanten van inrichtingen waar dieren worden gehouden en de overheid. Deze verplichtingen gelden voor meer exploitanten van diersoorten dan voor het van kracht worden van de voornoemde EU-regelgeving. Naast runderen, schapen en geiten, varkens, pluimvee en paardachtigen, hebben ook exploitanten van inrichtingen waar kameel- en hertachtigen, bijen en hommels, en in gevangenschap levende vogels1 en overige landdieren worden gehouden te maken met I&R. Zo moeten deze exploitanten bijvoorbeeld hun inrichting registreren (artikel 84 van verordening (EU) 2016/429).2
De registratie en de instandhouding van de registratie in het I&R-systeem kost geld. De kosten van het I&R-systeem worden aan houders doorbelast nu de houders profijt hebben van een goed functionerend I&R-systeem om dieren in het kader van diergezondheid te kunnen traceren. Artikel 9.1 van de Wet dieren geeft de Minister van LVVN hiervoor een bevoegdheid. Dit is geregeld in de Regeling tarieven identificatie en registratie Wet dieren.
Tot dusverre betalen alleen de exploitanten van inrichtingen waar runderen, schapen en geiten, varkens en pluimvee worden gehouden jaarlijks een bedrag voor de registratie van hun inrichting (al dan niet via een portaal waar de registratie plaatsvindt).
Met deze wijzigingsregeling zijn ook voor houders van andere diersoorten dan runderen, schapen, geiten en varkens retributies vastgesteld: voor exploitanten van paardachtigen, bijen en hommels, kameelachtigen, hertachtigen, en in gevangenschap levende vogels. Het gaat daarbij om inrichtingen die op grond van artikel 84 van verordening (EU) 2016/429 geregistreerd moeten worden.
De groep ‘overige landdieren’ is nog niet toegevoegd aan de Regeling tarieven identificatie en registratie Wet dieren omdat deze groep nog niet gedefinieerd is en de sector nog niet georganiseerd is. Hierdoor heeft nog geen afstemming plaats kunnen vinden met (vertegenwoordiging van) de sector overige landdieren. Het toevoegen van de groep overige landdieren aan deze regeling volgt in 2026.
Elk lidstaat is verplicht een geautomatiseerd gegevensbestand op te zetten en bij te houden (artikel 109 van de diergezondheidsverordening). In Nederland is dit het I&R-systeem waarin inrichtingen, houders, exploitanten en/of dieren kunnen worden geregistreerd (artikel 108 van de diergezondheidswetgeving). Het I&R-systeem is in beheer van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Er zijn twee manieren om een registratie te doen:
1. Via RVO in het I&R-systeem;
2. Via een aangewezen portaal in het I&R-systeem.
Welke manier mogelijk is, hangt af van de diersoort. Ongeacht welke wijze van registratie mogelijk is, worden de gemaakte kosten in rekening gebracht bij de gebruiker (de houder of exploitant van het dier). Voor de diersoort hond wordt gebruik gemaakt van aangewezen portalen. Voor varkens en pluimvee (artikel 4, onderdeel 9, van de diergezondheidsverordening) wordt er eveneens gebruik gemaakt van aangewezen portalen waar exploitanten een registratie doen.
Voor de exploitanten van de diersoorten bijen en hommels, kameel- en hertachtigen en in gevangenschap levende vogels is het alleen mogelijk een registratie via RVO te doen.
Inrichtingen waar dieren worden gehouden, worden geregistreerd met een uniek bedrijfsnummer (UBN). Een houder of exploitant registreert zijn inrichting via een website van RVO en krijgt vervolgens een UBN.
Het jaarlijks door exploitanten verschuldigde bedrag voor de diersoorten die toegevoegd worden aan deze regeling bedraagt € 22,28. Dit tarief wordt echter in kalenderjaar 2025 in de periode van 1 maart 2025 tot en met 31 december 2025 vastgesteld op € 18,56 (artikel 10f nieuw). Vanaf 1 januari 2026 wordt het volledige jaarlijkse tarief in rekening gebracht.
Een ontwerp van de regeling is van 19 december 2024 tot en met16 januari 2025 ter consultatie aangeboden op internetconsultatie.nl. Er zijn in totaal 220 reacties ontvangen. 217 daarvan zijn afkomstig van houders van bijen en/of hommels. Deze reacties zijn onder te verdelen in twee punten; de noodzaak van een registratie en de jaarlijkse retributie van de registratie. Er zijn twee reacties gekomen vanuit de vertegenwoordiging van houders van in gevangenschap levende vogels aangaande de registratie en één reactie vanuit de vertegenwoordiging van de sector paardachtigen over de invoeringsdatum van de retributie voor de registratie. Deze reacties hebben niet tot aanpassing van de regeling geleid.
Omdat het hier gaat om retributies, is notificatie van het ontwerp van de regeling bij de Europese Commissie als technisch voorschrift als bedoeld in richtlijn 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241), niet aan de orde. Datzelfde geldt voor notificatie ter uitvoering van de Dienstenrichtlijn (richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, PB L 376).
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2025. Van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) is voor wat betreft de publicatiedatum dus afgeweken. Vanwege het belang van een spoedige inwerkingtreding voor de overheid in verband met de doorberekening van kosten aan het bedrijfsleven, het technische karakter van de wijzigingen en het feit dat de sector over de voorgenomen wijzigingen (tijdig) is geconsulteerd is afgeweken van de minimale publicatietermijn van twee maanden.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
In gevangenschap levende vogels zijn andere vogels dan pluimvee. Het zijn vogels die gehouden worden anders dan voor (het kweken van vogels voor) de productie van vlees, eieren voor consumptie of andere producten of voor het uitzetten in het wild.
Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-6608.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.