Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Algemene Zaken | Staatscourant 2025, 5639 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Algemene Zaken | Staatscourant 2025, 5639 | overige overheidsinformatie |
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;
Gelet op artikel 25, eerste lid, van het reglement van orde voor de ministerraad,
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Ministeriële Commissie Taakstelling Rijksdienst, kortweg: MCTR, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid;
de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijksdienst zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Instellingsbesluit Interdepartementale commissie Bedrijfsvoering Rijksdienst.
de gezamenlijke verantwoordelijkheid op het gebied van de organisatie van het Rijk en de rijksbrede bedrijfsvoering.
valt, conform het regeerprogramma, uiteen in twee delen:
a. Rapportage en verantwoording door de ministers zelf via het eigen Jaarverslag en begroting.
b. Rapportage en verantwoording vanuit de coördinerende rol van BZK in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk.
1. Er is een Ministeriële Commissie Taakstelling Rijksdienst.
2. De Commissie is ingesteld voor de duur van het kabinet Schoof.
De Commissie heeft de taak om, gelet op het toepassingsgebied:
a. Op grond van monitoring periodiek vast te stellen of er voldoende voortgang is geboekt in het uitvoeren van de rijksbrede taakstellingsoperatie om te komen tot een toekomstbestendige rijksdienst1 of dat er aanvullende maatregelen getroffen moeten worden.
b. Monitoring heeft betrekking op:
– de voortgang van de taakstelling op basis van de aanpak bij ieder departement;
– het afschaffen van onnodige procedures;
– het doorontwikkelen van de rijksbrede bedrijfsvoering;
– het vereenvoudigen en verminderen van regels en het terugbrengen van administratieve verplichtingen in relatie tot de taakstelling en de toekomstbestendige rijksdienst.
c. Te bepalen over welke onderwerpen met betrekking tot de realisatie van de taakstellingsoperatie aan de Tweede Kamer wordt gerapporteerd in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk en daarbij te bepalen op welke wijze dit wordt gedaan.
d. Besluitvorming in de ministerraad betreffende de taakstellingsoperatie voor te bereiden.
e. Afstemming te zoeken met de Ministeriële Commissie Publieke Dienstverleners (MCPD) en Ministeriële Stuurgroep Ondernemersklimaat, Regelkwaliteit en Uitvoerbaarheid (ORU) in het kader van terugdringen administratieve verplichtingen voor burgers, ondernemers en de uitvoeringsorganisaties, teneinde dubbelingen in aanpak te voorkomen.
f. Te bepalen hoe afstemming met onder g. genoemde gremia wordt vormgegeven.
1. Vaste leden van de Commissie zijn:
a. de Minister-President, tevens voorzitter;
b. de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (NSC);
c. de Minister van Financiën (VVD);
d. de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (NSC);
e. de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (PVV); en
e. de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (BBB).
2. Afhankelijk van de agenda wordt de Commissie aangevuld met de voor het te behandelen onderwerp eerstverantwoordelijke minister.
3. Andere dan de genoemde ministers en staatssecretarissen kunnen desgewenst de vergadering van de Commissie bijwonen.
4. De in het tweede en derde lid genoemde ministers hebben dezelfde rechten als de vaste leden.
5. Iedere minister of staatssecretaris kan de Minister-President verzoeken de Commissie in vergadering bijeen te roepen. De voorzitter van de Commissie besluit over het verzoek afstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, als coördinerend minister voor het thema van de MCTR.
6. De voorzitter van de Commissie kan toestaan dat staatssecretarissen met raadgevende stem aan vergaderingen deelnemen, voor zover het zaken betreft waarbij zij uit hoofde van hun taak rechtstreeks zijn betrokken.
7. Na overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister of staatssecretaris die daarbij in het bijzonder is betrokken, kunnen op uitnodiging van de voorzitter andere partners en deskundigen als adviseur vanuit een inhoudelijke of operationele expertise aan vergaderingen deelnemen.
8. Ministers of staatssecretarissen kunnen zich met vooraf verkregen toestemming van de voorzitter van de Commissie tijdens vergaderingen door een ambtenaar doen bijstaan.
9. Bij verhindering kan een vast lid zich laten vervangen door een andere minister uit de Commissie, conform de vervangingsregeling voor onderraden.
10. De besluitenlijst van de Commissie behoeft de goedkeuring van de ministerraad.
11. De rubricering van stukken is in principe departementaal vertrouwelijk en worden op de reguliere wijze verspreid. De beraadslagingen en verslaglegging zijn gerubriceerd als staatsgeheim.
1. Indien het nodig is bij wijze van stemming te beslissen, wordt het besluit in de Commissie bij meerderheid van stemmen opgemaakt, waarbij iedere aanwezige minister één stem heeft. Bij staking van de stemmen beslist de stem van de voorzitter van de Commissie.
2. Als secretaris wordt aangewezen een ambtenaar van het Ministerie van Algemene Zaken.
3. Als adjunct-secretaris wordt aangewezen een ambtenaar van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, als coördinerend departement.
4. De secretaris zorgt zo spoedig mogelijk voor het ontwerpen van een besluitenlijst, waarin de conclusies van de Commissie zijn opgenomen, die de goedkeuring van de ministerraad behoeft.
1. De Commissie wordt geadviseerd door de ICBR, zijnde het ambtelijk voorportaal.
2. Voor advisering wordt tevens zorg gedragen voor afstemming met IOFEZ.
Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, H.W.M. Schoof
Dit besluit geeft uitvoering aan hoofdstuk 7 van het Regeerprogramma van 13 september 2024, waar onder het kopje Minder ambtenaren en externe inhuur is aangekondigd dat er een ministeriële commissie wordt ingesteld op het terrein van de rijksdienst.
Met dit instellingsbesluit wordt het besluit een ministeriële commissie in te stellen geformaliseerd. Het doel van de Ministeriële Commissie Taakstelling Rijksdienst (hierna MCTR) is volgens het regeerprogramma om aan de hand van de geboekte resultaten periodiek vast te stellen of er voldoende voortgang is geboekt of dat er maatregelen getroffen moeten worden. Met dit instellingsbesluit wordt de taakopdracht, reikwijdte en werkwijze van de MCTR vastgesteld.
In het regeerprogramma is in paragraaf 7.2 ‘Goed bestuur’ onder het kopje ‘minder ambtenaren en externe inhuur’ aangekondigd dat het kabinet inzet op een toekomstbestendige overheid. Mede met het oog op de structurele arbeidsmarktkrapte zullen daarbij keuzes gemaakt moeten worden bij het beantwoorden van de vraag welk werk er (nu) gedaan moet worden gelet op de maatschappelijke opgave. Daarbij noemt het regeerprogramma onder meer onnodige procedures afschaffen en doorontwikkelen van de rijksbrede bedrijfsvoering. De inzet op een toekomstbestendige rijksdienst wordt gekoppeld aan het vereenvoudigen en verminderen van regels en het terugbrengen van administratieve verplichten voor burgers, ondernemers en de uitvoeringsorganisaties.
Aan dit alles is een budgettaire taakstelling van 22% gekoppeld, die iedere minister zelf invult en ook zelf verantwoordt richting Tweede Kamer via begroting en jaarverslag. Daarnaast coördineert de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna te noemen: Minister van BZK) vanuit haar beleids- en stelselverantwoordelijkheid voor de rijksdienst deze operatie aan de hand van een aantal af te spreken gemeenschappelijke kaders. De rol van de MCTR bij dit alles is dat daarin op strategisch niveau besluitvorming plaatsvindt over het einddoel van de inzet om te komen tot een toekomstbestendige en effectieve rijksdienst. Daarbij stelt de MCTR kaders vast welke onderwerpen en acties meetellen en welke instrumenten kunnen worden ingezet om het doel te bereiken. De MCTR monitort de voortgang en houdt oog op onbedoelde neveneffecten. In het regeerprogramma is gesteld dat de Minister van BZK jaarlijks over de voortgang rapporteert in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk. De MCTR bepaalt over welke onderwerpen met betrekking tot de realisatie van de gestelde einddoelen om te komen tot de beoogde toekomstbestendige en effectieve rijksdienst gerapporteerd wordt in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk. Ook bepaalt de MCTR op welke wijze deze rapportage plaatsvindt.
Daarnaast bereidt de MCTR besluitvorming in de ministerraad voor over bijvoorbeeld Kamerstukken betreffende de toekomstbestendige rijksdienst.
Bij de invulling van deze taken bepaalt de MCTR de hoofdlijnen en schetst uitgangspunten en randvoorwaarden. De MCTR kan daarna aan bijvoorbeeld de coördinerend Minister van BZK, de ICBR of het SGO opdracht geven zaken uit te werken of uit te voeren.
De MCTR wordt voorgezeten door de Minister-President. Het voorzitterschap van een MC berust in beginsel bij de Minister-President. Dit is bepaald in artikel 25, tweede lid, van het Reglement van orde voor de ministerraad. Bij de samenstelling van de commissie is een afweging gemaakt tussen een zo breed mogelijke deelname van coalitiepartijen, het omvatten van diverse rollen en facetten binnen de rijksbrede bedrijfsvoering de man-vrouw verhouding en de wens het aantal leden van de MCTR beperkt in omvang te houden. Specifiek voor de deelname van de Minister van BZK heeft meegewogen de coördinerende rol voor de rijksbrede bedrijfsvoering en voor de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de verbinding met het traject Werk Aan Uitvoering.
Beoogd is de MCTR drie keer per jaar bijeen te laten komen. De MCTR komt in elk geval in februari bijeen in verband met de afronding van de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk en de verantwoording aan de Tweede Kamer. Het grootste deel van de cijfers en beschreven informatie, alsmede de aanbiedingsbrief voor de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk is dan beschikbaar. De Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk komt tot stand onder regie van de ICBR. De leden leveren de gevraagde informatie jaarlijks aan, zoals vastgesteld in het Informatiestatuut. De MCTR komt nogmaals bijeen vóór de zomer en in het najaar.
Bij het zesde lid is in het bijzonder gedacht aan de staatssecretaris voor Digitalisering en Koninkrijksrelaties. Het is echter goed denkbaar dat ook andere staatssecretarissen soms zullen aansluiten. Staatssecretarissen hebben in dat geval een raadgevende stem. Dit is een advies aan de vergadering, niet een stem die meetelt in een stemming over een besluit.
Het zevende lid biedt ruimte voor deelname van partners en deskundigen vanuit een operationele of inhoudelijke expertise. Zij nemen als adviseur aan de vergadering deel. Te denken valt bijvoorbeeld aan publieke of private partners waaronder uitvoeringsorganisaties die publieke diensten verlenen of uitvoeringsorganisaties die juist werken in de rijksbrede bedrijfsvoering. Maar hier kan ook gedacht worden aan aanbieders van vitale processen of deskundigen van adviescolleges, kennisinstituten of kennisnetwerken.
Doordat de MCTR kan worden uitgebreid met staatssecretarissen en andere partners en deskundigen kan in de MCTR ook reflectie, uitwisseling en inspiratie met elkaar plaatsvinden op het brede terrein van de rijksbrede bedrijfsvoering.
In het tiende lid is, vergelijkbaar met artikel 22, tweede lid, van het Reglement van Orde voor de ministerraad, bepaald dat de besluitenlijst van de Commissie de goedkeuring van de Raad behoeft. Zo wordt geborgd dat de besluiten van de Commissie uiteindelijk besluiten van de Raad zijn.
De MCTR is qua rubricering een ministeriële commissie. Stukken zijn dus in principe departementaal vertrouwelijk gerubriceerd en worden op de reguliere wijze verspreid. De beraadslagingen en verslaglegging zijn staatsgeheim.
Net als bij de besluitenlijst van een onderraad behoeft de besluitenlijst van de MCTR de goedkeuring van de ministerraad.
De voorbereiding van de MCTR loopt via de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijksdienst (ICBR). De ICBR adviseert de MCTR over de door de MCTR te nemen besluiten.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, H.W.M. Schoof
Regeerprogramma Kabinet Schoof, 2024, paragraaf ‘minder ambtenaren en externe inhuur’, pagina 92
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-5639.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.