Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 4 februari 2025 nr. WJZ/49115623, houdende wijziging van het Besluit vaststelling beleidsregels instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten in verband met een verlenging en de vaststelling van subsidieplafonds voor activiteiten in 2025 tot en met 2028, alsmede een verduidelijking met betrekking tot de subsidiabele kosten van een woonhuistuin

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 7.1 juncto 7.7, tweede lid, van de Erfgoedwet en de artikelen 1.3 en 2.1, eerste lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING BESLUIT VASTSTELLING BELEIDSREGELS INSTANDHOUDINGSSUBSIDIE WOONHUIS-RIJKSMONUMENTEN

Het Besluit vaststelling beleidsregels instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel b wordt ‘; en’ vervangen door een puntkomma.

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma worden vier onderdelen toegevoegd, die luiden:

  • d. voor activiteiten die plaatsvinden in het kalenderjaar 2025 in totaal een bedrag van ten hoogste € 52,5 miljoen beschikbaar;

  • e. voor activiteiten die plaatsvinden in het kalenderjaar 2026 in totaal een bedrag van ten hoogste € 52,5 miljoen beschikbaar;

  • f. voor activiteiten die plaatsvinden in het kalenderjaar 2027 in totaal een bedrag van ten hoogste € 52,5 miljoen beschikbaar; en

  • g. voor activiteiten die plaatsvinden in het kalenderjaar 2028 in totaal een bedrag van ten hoogste € 52,5 miljoen beschikbaar.

2. In het tweede lid komt de tweede volzin te luiden: Indien een beschikbaar bedrag als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b tot en met f, niet volledig wordt uitgeput, worden de resterende middelen toegevoegd aan het beschikbare bedrag voor activiteiten die plaatsvinden in het daaropvolgende kalenderjaar.

B

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘1 januari 2026’ vervangen door ‘1 januari 2030’.

C

In paragraaf 5 van de bijlage, eerste alinea, laatste volzin, wordt ‘een tot het rijksmonument met een woonfunctie behorende tuin’ vervangen door ‘een beschermde tuin die tot een rijksmonument met een woonfunctie behoort’.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

TOELICHTING

Het Besluit vaststelling beleidsregels instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten (hierna: de woonhuisregeling) vervalt op 1 januari 2026. Om te voorkomen dat particuliere eigenaren van woonhuisrijksmonumenten na 1 januari 2026 geen subsidie meer kunnen aanvragen voor instandhoudingswerkzaamheden aan hun rijksmonument, wordt de woonhuisregeling verlengd met een periode van 4 jaar. Dit wordt geregeld door artikel I, onderdeel B, van dit wijzigingsbesluit. Over de woonhuisregeling is op 20 juni 2024 een evaluatie aan de Tweede Kamer gezonden.1 Uit de evaluatie blijkt dat de woonhuisregeling effectief is in het terugdringen van de restauratieachterstand.

In verband met de verlenging van de woonhuisregeling worden subsidieplafonds opgenomen voor activiteiten in de jaren 2025 tot en met 2028, waarbij een bedrag van € 52,5 miljoen per jaar beschikbaar is. Dit jaarlijkse subsidieplafond is gelijk aan het plafond dat gold voor activiteiten in 2023 en 2024. Dit wordt geregeld door artikel I, onderdeel A, van dit wijzigingsbesluit.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om tevens een verduidelijking door te voeren. In het beleidskader is beter tot uitdrukking gebracht dat instandhoudingskosten van een woonhuistuin enkel subsidiabel zijn indien ook de woonhuistuin als (onderdeel van het) rijksmonument beschermd is. In de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten2 is reeds expliciet opgenomen dat werkzaamheden alleen subsidiabel zijn binnen de woonhuisregeling voor zover er sprake is van een (mee)beschermde tuin. Dit betreft dus geen inhoudelijke wijziging.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins


X Noot
1

Bij brief van 20 juni 2024 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de verkenning van het financieringsstelsel van de monumentenzorg. In de verkenning is onderzocht hoe de kwaliteit, samenhang en stabiliteit binnen het financieringsstelsel voor de monumentenzorg kunnen worden verbeterd.

X Noot
2

De Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten is een bijlage bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten, die ook voor de woonhuisregeling van toepassing is.

Naar boven