Besluit van de inspecteur-generaal Overheidsinformatie en Erfgoed van 25 november 2025, nr. 54413708, houdende de verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de inspecteur-generaal ressorterende ambtenaren (Mandaatbesluit Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed 2025)

De inspecteur-generaal Overheidsinformatie en Erfgoed,

Gelet op artikel 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2, artikel 7, tweede lid, artikel 11 en artikel 14 van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. inspecteur-generaal:

inspecteur-generaal Overheidsinformatie en Erfgoed.

b. afdelingshoofd:
  • hoofdinspecteur Overheidsinformatie, hoofd van de afdeling Overheidsinformatie;

  • hoofdinspecteur Erfgoed, hoofd van de afdeling Erfgoed;

  • hoofd Stafafdeling.

c. convenant:

convenant als bedoeld in aanwijzing 1, tweede lid, van de Aanwijzingen voor convenanten 2025, vastgesteld door de Minister-President in de regeling van 29 september 2025 tot vaststelling van de Aanwijzingen voor convenanten, met inbegrip van soortgelijke schriftelijke en ondertekende afspraken met andere organisaties van de rijksoverheid.

d. bedrag:

bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (btw).

Artikel 2. Mandaat, volmacht en machtiging

  • 1. Alle in dit besluit genoemde ondermandaat- en volmachtbevoegdheden en machtigingen worden uitgeoefend met inachtneming van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008.

  • 2. Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt met de verlening van mandaat gelijkgesteld de verlening van:

§ 2. Taakverdeling

Artikel 3 Algemeen mandaat aan afdelingshoofden

Een afdelingshoofd heeft, onverminderd de mandaatverlening aan de inspecteur- generaal op grond van het Organisatie- en Mandaatbesluit OCW 2008, mandaat ten aanzien van alle aangelegenheden die verband houden met de taken en verantwoordelijkheden op zijn werkterreinmet dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 4. Voorbehouden aan de inspecteur-generaal

Aan de inspecteur-generaal is voorbehouden:

  • a. Het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn betreffende aangelegenheden:

    • waarvan de inspecteur-generaal mededeling heeft gedaan dat deze door hem zullen worden behandeld.

    • die het werkterrein van meerdere afdelingen raken, tenzij daarover tussen de betrokken afdelingshoofden overeenstemming bestaat.

  • b. Het vaststellen van:

    • 1°. beleidsregels;

    • 2°. de toezichtstrategie, inclusief handhavingsstrategie;

    • 3°. het werkprogramma van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed.

  • c. het verlenen, wijzigen of intrekken van mandaat.

  • d. het geven van een aanwijzing in de zin van artikel 24, eerste lid, Archiefwet.

  • e. het opleggen van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom.

  • f. het geven van een beschikking tot inbewaringneming van cultuurgoederen als bedoeld in de artikelen 6.5 en 6.12 Erfgoedwet.

  • g. het sluiten van convenanten als omschreven in artikel 1, onder c.

  • h. het beoordelen van een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5. Vervanging bij afwezigheid of verhindering inspecteur-generaal

  • 1. De hoofdinspecteur Overheidsinformatie is plaatsvervanger van de inspecteur-generaal bij diens afwezigheid of verhindering.

  • 2. Bij afwezigheid of verhindering van zowel de inspecteur-generaal als de hoofdinspecteur Overheidsinformatie, is de hoofdinspecteur Erfgoed plaatsvervanger van de inspecteur-generaal. Is ook de hoofdinspecteur Erfgoed afwezig of verhinderd, dan is het hoofd Stafafdeling plaatsvervanger van de inspecteur-generaal.

Artikel 6. Vervanging bij afwezigheid of verhindering afdelingshoofd

De inspecteur-generaal is plaatsvervanger van een afdelingshoofd bij diens afwezigheid of verhindering. Bij afwezigheid of verhindering van de inspecteur-generaal is plaatsvervanger van een afdelingshoofd het afdelingshoofd dat overeenkomstig artikel 5, tweede lid, plaatsvervanger van de inspecteur-generaal is.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed 2025

Dit besluit zal in de Staatscourant en op de website van de Inspectie worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, namens deze, de inspecteur-generaal Overheidsinformatie en Erfgoed, A.L.C. Roos

Naar boven