Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 43512 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 43512 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op Richtlijn (EU) 2023/946 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/25/EG met betrekking tot de toevoeging van verbeterde stabiliteitsvereisten en de afstemming van die richtlijn op de door de Internationale Maritieme Organisatie vastgestelde stabiliteitsvereisten, en artikel 46, tweede lid, van het Schepenbesluit 2004;
BESLUIT:
De Regeling veiligheid zeeschepen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1a wordt ‘en 41, vierde lid,’ vervangen door ‘41, vierde lid, en 46, tweede lid,’.
B
In artikel 22, derde lid, wordt ‘ingevolge de artikelen 6 en 7’ vervangen door ‘ingevolge de artikelen 6 en 9, vierde lid,’.
C
In paragraaf 2 wordt na artikel 31 een artikel ingevoegd, luidende:
1. Indien een eigenaar die het gehele jaar door een geregelde dienst onderhoudt, voor een kortere periode een extra ro-ro-passagiersschip voor die dienst wil inzetten, wordt daarvan door hem ten minste een maand voordat het schip wordt ingezet een kennisgeving gedaan aan de Scheepvaartinspectie overeenkomstig artikel 9, eerste lid, van richtlijn 2003/25/EG of wordt door hem in voorkomende gevallen voldaan aan het tweede lid van dat artikel.
2. Indien een eigenaar op seizoensbasis een geregelde dienst wenst te onderhouden voor een kortere periode van maximaal zes maanden per jaar, wordt daarvan ten minste drie maanden voor aanvang van de dienst door hem een kennisgeving gedaan aan de Scheepvaartinspectie overeenkomstig artikel 9, derde lid, van richtlijn 2003/25/EG.
D
In artikel 57, eerste lid, wordt ‘en 47’ wordt vervangen door ‘31a en 47’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman
Met deze wijzigingsregeling wordt de Regeling veiligheid zeeschepen (hierna: Rvz) gewijzigd in verband met de implementatie van artikel 9 van richtlijn 2003/25/EG1, zoals gewijzigd door richtlijn (EU)2023/946.2 Richtlijn 2003/25/EG is geïmplementeerd in de Rvz.3 Vanwege de wijziging van die richtlijn ingevolge richtlijn (EU) 2023/9464 waren in de Rvz twee aanpassingen nodig: het schrappen van een verwijzing naar het geschrapte artikel 7 van Richtlijn 2003/25/EG en het alsnog implementeren van artikel 9, eerste tot en met derde lid, uit diezelfde richtlijn.
Richtlijn (EU) 2023/946 wijzigt artikel 6 van Richtlijn 2003/25/EG en schrapt artikel 7 uit die richtlijn. Ter implementatie van die wijziging is in artikel 22, vierde lid, van de Rvz ‘ingevolge de artikelen 6 en 7’ vervangen door ‘ingevolge artikel 6’.
Richtlijn (EU) 2023/946 wijzigt ook artikel 9 van Richtlijn 2003/25/EG betreffende de inzet van ro-ro-passagiersschepen in seizoensdiensten en andere korteperiodediensten. Dit artikel was nog niet geïmplementeerd in de Rvz. Het eerste en derde lid zijn alsnog geïmplementeerd door toevoeging van een nieuw artikel 31a in de Rvz.
Het eerste lid van artikel 9 van Richtlijn 2003/25/EG betreft de verplichting tot kennisgeving voor een eigenaar van een ro-ro-passagiersschip (of een andere organisatie of persoon, zoals de bedrijfsvoerder of de rompbevrachter, die de verantwoordelijkheid voor de exploitatie van het passagiersschip van de eigenaar heeft overgenomen)5 (hierna: de eigenaar) die het gehele jaar door een geregelde dienst onderhoudt. Indien de eigenaar een kortere periode extra ro-ro-passagiersschepen voor die dienst wenst in te zetten, dient zij ten minste één maand voordat de genoemde schepen voor die dienst worden ingezet, de bevoegde instantie van de havenstaat of -staten hiervan in kennis te stellen.
Het tweede lid van artikel 9 bepaalt dat als door onvoorziene omstandigheden snel een vervangend ro-ro-passagiersschip moet worden ingezet om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen, artikel 4, vierde lid, van Richtlijn (EU) 2017/21106 en punt 1.3 van bijlage XVII bij Richtlijn 2009/16/EG7 van toepassing zijn, in plaats van de kennisgevingsverplichting van het eerste lid. Dit houdt samengevat in dat een ambtenaar van de Inspectie Leefomgeving en Transport in deze gevallen kan volstaan met een visuele inspectie en een documentcontrole, mits hier niet het vermoeden uit voortvloeit dat het ro-ro-passagiersschip niet voldoet aan de voorschriften voor een veilige exploitatie. Ook moeten deze visuele inspectie en documentcontrole plaatsvinden vóór aanvang van de dienst.
Het derde lid van artikel 9 bepaalt dat indien de eigenaar op seizoensbasis een geregelde dienst wenst te onderhouden voor een kortere periode van maximaal zes maanden per jaar, zij de bevoegde instantie van de havenstaat of -staten daar ten minste drie maanden voor de aanvang van die dienst van in kennis dient te stellen.
Het vierde lid van artikel 9 geeft de Inspectie Leefomgeving en Transport de bevoegdheid om in specifieke gevallen de stabiliteitsvereisten vast te stellen op basis van een verlaagde significante golfhoogte.
Het vijfde lid van artikel 9 stelt dat na goedkeuring door de bevoegde instantie van de havenstaat of -staten voor diensten in de zin van het eerste tot en met derde lid het ro-ro-passagiersschip dat dergelijke diensten onderhoudt, een certificaat van naleving van het bepaalde in deze richtlijn aan boord moet hebben. Deze verplichting is reeds opgenomen in artikel 7, eerste lid, Rvz. Op basis van artikel 57, eerste lid, Rvz is deze verplichting tevens van toepassing op buitenlandse schepen, voor zover met die schepen reizen worden ondernomen van of naar een haven in het Europese deel van Nederland. Het vijfde lid is hiermee geïmplementeerd door bestaand recht.
Met deze wijzigingsregeling is tegemoet gekomen aan de ingebrekestellingsprocedure die op 30 januari 2025 door de Europese Commissie is gestart wegens te late omzetting van Richtlijn (EU) 2023/946 met betrekking tot de toevoeging van verbeterde stabiliteitseisen (INFR(2025)0080). Richtlijn (EU) 2023/946 is met deze aanvullende wijziging volledig omgezet in het Nederlandse recht.
Het schrappen van de verwijzing naar artikel 7 van Richtlijn 2003/25/EG vormt een technische correctie en heeft geen inhoudelijke gevolgen.
Het implementeren van artikel 9 van Richtlijn 2003/25/EG leidt er slechts toe dat eigenaars die schepen in seizoensdiensten en andere korteperiodediensten inzetten, de bevoegde instanties hier tijdig van in kennis moeten stellen en het certificaat van naleving behorende bij Richtlijn 2003/25/EG aan boord moeten hebben.
Een tijdige melding dat een eigenaar met een (nieuw) schip seizoensdiensten en andere korteperiodediensten wil gaan onderhouden, stelt de Scheepvaartinspectie (in de praktijk de ILT) beter in staat om de vereiste inspectie voor aanvang van de dienst uit te voeren.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) houdt toezicht op de naleving van onder meer (veiligheids)wetten en regels voor de scheepvaart en handhaaft deze. In dat verband is deze regeling aan de inspecteur-generaal (hierna: IG) van de ILT voorgelegd ter toetsing op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van de bepalingen van de regeling (HUF-toets). De IG heeft geconcludeerd dat de regeling de informatiepositie van de ILT verbetert en geen negatieve impact op werk of bezetting van de ILT heeft.
De wijzigingen, bedoeld in artikel I betreffen technische reparaties, noodzakelijk in verband met de omzetting van artikel 9 van richtlijn 2023/946 en een zuivere en lastenluwe implementatie, zonder beleidskeuzevrijheid.
Voor deze wijzigingsregeling is vanwege de vereiste spoed en de zuivere en lastenluwe implementatie een vereenvoudigde procedure gevolgd, zonder advies-, overleg-, en inspraakverplichtingen. Titel 1.2. Algemene wet bestuursrecht en Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar) 9.16, tweede lid, bieden deze mogelijkheid. Samengevat is hierin bepaald dat voor regelingen ter implementatie van bindende EU-rechtshandelingen, waarbij geen wezenlijke beleidskeuzes openstaan, geen advies-, overleg-, inspraak-, en voorpublicatie-verplichtingen gelden. Van internetconsultatie is om dezelfde redenen en conform het geldende kabinetsbeleid voor internetconsultatie afgezien. Een van de uitzonderingsgronden om van internetconsultatie af te zien betreft implementatiewetgeving waarbij geen nationale beleidsruimte is. Met gebruikmaking van deze uitzonderingsgrond is het ontwerpbesluit niet opengesteld voor openbare internetconsultatie. Het betreft strikte implementatie waarmee geen ingrijpende veranderingen teweeg worden gebracht in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en dat ook geen ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk.
De regeling is aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voorgelegd. De regeling betreft zuivere een-op-een-implementatie. Om die reden kan advisering door ATR achterwege blijven.
|
Bepaling Richtlijn 2003/25/EG betreffende specifieke stabiliteitseisen voor ro-ro-passagiersschepen zoals gewijzigd door Richtlijn (EU) 2023/946 |
Bepaling in implementatieregeling of in bestaande regelgeving; Toelichting indien niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft |
Omschrijving beleidsruimte |
Toelichting |
|---|---|---|---|
|
Artikel 9, eerste tot en met derde lid |
Artikel I, onderdeel C (invoeging van een nieuw artikel 31a van de Rvz) |
Geen |
N.v.t. |
|
Artikel 9, vierde lid |
Artikel I, onderdeel B (wijziging artikel 22, derde lid, van de Rvz) |
Geen |
N.v.t. |
|
Artikel 9, vijfde lid |
Implementatie door bestaand recht (artikelen 7, eerste lid en 57, eerste lid van de Rvz) |
Geen |
Het vijfde lid stelt dat na goedkeuring door de bevoegde instantie van de havenstaat of -staten voor diensten in de zin van het eerste tot en met derde lid het ro-ro-passagiersschip dat dergelijke diensten onderhoudt, een certificaat van naleving van het bepaalde in deze richtlijn aan boord moet hebben. |
Artikel 46, tweede lid, van het Schepenbesluit 2004 is als aanvullende grondslag opgenomen in artikel 1a van de Rvz.
Abusievelijk is bij de implementatie van Richtlijn (EU) 2023/946 verzuimd om de verwijzing naar artikel 7 van Richtlijn 2003/25/EG te schrappen uit het vierde lid van artikel 22 van de Rvz. Zoals in het algemeen deel van de toelichting is aangegeven, is bij Richtlijn (EU) 2023/946 artikel 7 geschrapt uit richtlijn 2003/25/EG. Deze omissie is met onderhavige regeling weggenomen.
In het eerste en derde lid van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2023/946 staan verplichtingen voor de eigenaar van het schip. Deze waren nog niet geïmplementeerd in de Rvz. Met onderhavige regeling is hierin voorzien door het invoegen van een nieuw artikel 31a in de Rvz. In het algemeen deel van de toelichting is hier reeds op ingegaan.
In artikel 57 van de Rvz is het nieuwe artikel 31a van overeenkomstige toepassing verklaard op buitenlandse schepen voor zover met die schepen reizen worden ondernomen van of naar een haven in het Europese deel van Nederland.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Omdat hier sprake is van de implementatie van bindende EU-rechtshandelingen in het kader van een ingebrekestellingsprocedure van de Europese Commissie is ervoor gekozen om af te wijken van de vaste verandermomenten. De Aanwijzingen voor de regelgeving bieden deze mogelijkheid in Ar 4.17, vijfde lid, en Ar 4.22, onderdeel G.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman
Richtlijn 2003/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 april 2003 betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor ro-ro-passagiersschepen (PbEU L 123).
Richtlijn (EU) 2023/946 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/25/EG met betrekking tot de toevoeging van verbeterde stabiliteitsvereisten en de afstemming van die richtlijn op de door de Internationale Maritieme Organisatie vastgestelde stabiliteitsvereisten (PbEU L 128).
Richtlijn (EU) 2023/946 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot wijziging van Richtlijn 2003/25/EG met betrekking tot de toevoeging van verbeterde stabiliteitsvereisten en de afstemming van die richtlijn op de door de Internationale Maritieme Organisatie vastgestelde stabiliteitsvereisten (PbEU L 128).
In richtlijn 2003/25/EG wordt het begrip ‘maatschappij’ gebruikt. In richtlijn 2003/25/EG wordt ‘maatschappij’ gedefinieerd als zijnde de eigenaar van een ro-ro-passagiersschip (e.v.). Omdat in de zeevaartregelgeving dit begrip niet wordt gehanteerd is ervoor gekozen om aan te sluiten bij de begrippen van gelijke strekking conform de definities in de betreffende wetgeving. In het stelsel van de Schepenwet betreft dat het begrip ‘eigenaar’, terwijl De Wet havenstaatcontrole ‘exploitant’ gebruikt.
Richtlijn (EU) 2017/2110 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2017 betreffende een inspectiesysteem voor de veilige exploitatie van ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen op geregelde diensten en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG en tot intrekking van Richtlijn 1999/35/EG van de Raad (PbEU L 315).
Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (Herschikking) (PbEU L 131).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-43512.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.