Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 december 2025 nr. OVO/51885541, houdende instelling van de programmaraad Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting (IPOHV) voor de periode 2025 tot en met 2039 (Instellingsbesluit programmaraad IPOHV 2025–2039)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

bestuurlijke stuurgroep:

OCW, PO-Raad, VO-raad en VNG

IPOHV:

Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting

NGF:

Nationaal Groeifonds

programmaraad:

programmaraad, genoemd in artikel 2

minister:

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Artikel 2. Instelling en taak van de programmaraad

  • 1. Er is een programmaraad Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting (IPOHV).

  • 2. De programmaraad wordt ingesteld met ingang van 1 mei 2025. Voorafgaande aan de eerste bijeenkomst van de tweede respectievelijk derde tranche van de subsidieregeling zal het functioneren en de samenstelling van de raad worden geëvalueerd en waar nodig bijgesteld overeenkomstig de nieuwe leerlabs in de tweede respectievelijk derde tranche. Met het beëindigen van de subsidieregeling in 2039 wordt de raad overeenkomstig beëindigd.

  • 3. De programmaraad komt twee keer per jaar bijeen en heeft tot taak de minister/bestuurlijke stuurgroep te adviseren over:

    • a. De agenda van het programma IPOHV waarin de koers en activiteiten zijn opgenomen. Het advies kan onder meer betrekking hebben op de jaarplannen en op de uitvoering van concrete projecten;

    • b. De programmaraad kan ook thema’s agenderen of vragen stellen hoe de programma’s het best kunnen bijdragen aan de kwaliteit van de onderwijshuisvesting;

    • c. In overleg kan ook tussentijds een beroep gedaan worden op de programmaraad of leden van de programmaraad;

    • d. De programmaraad kan ook ongevraagd adviseren.

  • 4. De programmaraad vertegenwoordigt de volle breedte van het funderend onderwijs en de markt op het gebied van onderwijshuisvesting en kan specifieke kennis inwinnen over bepaalde vraagstukken en daarmee zorgdragen voor draagvlak voor de koers en resultaten van het programma.

Artikel 3. Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1. De programmaraad bestaat uit een voorzitter en leden.

  • 2. De leden vertegenwoordigen elk een belanghebbende organisatie bij het beter, kostenefficiënter en sneller realiseren van kwalitatief betere schoolgebouwen. Zij zitten er niet op persoonlijke titel.

  • 3. De leden van de programmaraad zijn zodanig samengesteld dat zij samen een gebalanceerde vertegenwoordiging vormen van de belanghebbende partijen bij de onderwijshuisvestingsopgave.

  • 4. De deelnemende organisaties worden door de minister benoemd en, in voorkomend geval, door de minister geschorst of tussentijds ontslagen.

  • 5. De benoeming geschiedt voor de duur dat de programmaraad is ingesteld, overeenkomstig artikel 2 lid 2.

  • 6. De programmaraad kiest uit haar midden de voorzitter.

  • 7. Een lid neemt niet deel aan de vergadering van de programmaraad indien het een advies over een onderwerp betreft, waarbij dat lid een persoonlijk of zakelijk belang heeft.

  • 8. Een lid kan worden geschorst of tussentijds worden ontslagen indien:

    • a. daarom door de betreffende persoon is verzocht;

    • b. het functioneren van het lid daartoe aanleiding geeft; of

    • c. gebleken is dat de onafhankelijkheid van het lid niet gewaarborgd is.

  • 9. Bij tussentijds ontslag van de voorzitter kan de minister een andere voorzitter benoemen.

  • 10. Bij tussentijds ontslag van een overig lid kan de minister een ander lid benoemen.

  • 11. Een lid kan te allen tijde als zodanig ontslag nemen en geeft daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter.

Artikel 4. Leden

Tot deelnemende organisaties van de programmaraad IPOHV worden benoemd:

Onderwijs:

  • 1. AVS; Academie Vakvereniging Schoolleiders

  • 2. AOB; Algemene Onderwijsbond

  • 3. FvOv; Federatie van Onderwijsvakorganisaties

  • 4. LAKS; Landelijk Aktie Komitee Scholieren (evt. met Ouders & Onderwijs in getrapte vertegenwoordiging)

  • 5. SPV; Stichting Platforms VMBO

Gemeenten:

  • 6. LVO; Landelijke Vereniging Onderwijsadviseurs huisvesting

  • 7. K80; netwerk kleine gemeenten

Inclusie:

  • 8. Sectorraad GO; Gespecialiseerd Onderwijs

  • 9. Sectorraad PRO; Praktijkonderwijs

  • 10. ONSwv; Overkoepelend Netwerk Samenwerkingsverbanden

  • 11. JongPIT; voor jongeren met een chronische aandoening

  • 12. LBVSO; Leerlingenbelang VSO

  • 13. Stem van de VSO-leerling

Markt:

  • 14. Techniek Nederland

  • 15. Bouwend Nederland

  • 16. Binnenklimaat Nederland

  • 17. BK; Brancheorganisatie Kinderopvang

  • 18. BMK Brancheorganisatie Maatschappelijke Kinderopvang

  • 19. NL Ingenieurs

  • 20. BNA; Branchevereniging Nederlandse Architectenbureau

Gebouwtechnologie NL (bestaande uit: Binnenklimaat NL, NVKL, FME, Vereniging Distributie en afgifte Industrie) wordt vertegenwoordigd door Binnenklimaat NL. Dus deze bedrijven hebben indirect zitting in de Raad.

Artikel 5. Secretariaat

  • 1. De PO-Raad en VO-raad voorzien gezamenlijk in het secretariaat van de programmaraad.

  • 2. Het secretariaat is belast met de voorbereiding en de coördinatie van de werkzaamheden van de programmaraad.

Artikel 6. Werkwijze

  • 1. De programmaraad stelt haar eigen werkwijze vast binnen de kaders van het programma IPOHV.

  • 2. Na toestemming van de minister kan de programmaraad zich door andere personen laten bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

Artikel 7. Informatieplicht

De programmaraad verstrekt aan de minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 8. Vergoeding

Leden van de programmaraad ontvangen geen geldelijke beloning voor de te verrichten werkzaamheden en hebben geen recht op reiskostenvergoeding.

Artikel 9. Kosten van de programmaraad

Voor zover goedgekeurd komen de kosten van de programmaraad voor rekening van de minister.

Artikel 10. Openbaarmaking

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de programmaraad worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de programmaraad openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen.

Artikel 11. Archiefbescheiden

De programmaraad draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Voortgezet Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 12. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant en werkt daarbij terug tot en met 1 mei 2025.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2040.

Artikel 13. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit programmaraad IPOHV.

Dit besluit zal met de toelichting worden geplaatst in de Staatscourant en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, K.M. Becking

TOELICHTING

Algemeen

Met dit besluit wordt de programmaraad IPOHV (hierna: de programmaraad) ingesteld. De programmaraad wordt ingesteld om te fungeren als onafhankelijke adviesraad conform de voorschriften van het Nationaal Groeifondsprogramma IPOHV (hierna: IPOHV). De programmaraad wordt ingesteld voor de periode 2025 tot en met 2039, tussentijds wordt de programmaraad geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. De programmaraad wordt ingesteld met ingang van 1 april 2025 en wordt opgeheven op 31 december 2039.

IPOHV

In 2024 is door het kabinet uit het Nationaal Groeifonds (NGF) in totaal € 483,7 miljoen toegekend voor het programma IPOHV voor de komende 13 jaar. Hiervan is € 124,1 miljoen toegekend voor de eerste tranche, de resterende € 359,5 miljoen is voorwaardelijk en zal bij gebleken voldoende voortgang worden toegekend.

De indieners van dit voorstel vormen samen de bestuurlijke stuurgroep, bestaande uit de verantwoordelijke bestuurders van de PO-Raad, de VO-raad, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De bestuurlijke stuurgroep is verantwoordelijk voor de strategische sturing. Hierin worden zij ondersteund en geadviseerd door respectievelijk de ambtelijke stuurgroep en door de programmaraad. Het voorliggende besluit strekt tot instelling van deze onafhankelijke programmaraad.

Veel schoolgebouwen in Nederland zijn verouderd. De (maatschappelijke) eisen die worden gesteld aan een schoolgebouw veranderen, bijvoorbeeld als het gaat om de duurzaamheidsopgave uit het Klimaatakkoord en eisen ten aanzien van inclusie. De middelen uit het NGF worden daarom ingezet voor het bouwen van kwalitatief betere schoolgebouwen, die tevens sneller en kostenefficiënter kunnen worden gebouwd. Het IPOHV beoogt met een gecoördineerd programma product- en procesinnovaties in concrete scholenbouwprojecten te ontwikkelen.

In het IPOHV wordt gewerkt vanuit drie leerlabs. Een leerlab is een set aan bijeenkomsten gedurende het merendeel van het bouwproces, waarin de bouwprojecten samen optrekken en waar kennis wordt ontwikkeld over specifieke innovatievragen:

  • Leerlab 1 Parametrisch bouwen richt zich op de ontwikkeling van eerdergenoemd parametrisch basismodel. Binnen dit leerlab is plaats voor negen nieuwbouwprojecten gericht op passiefbouw.

  • Het realiseren van procesversnelling en efficiency middels het standaardiseren van processen en procedures is het werkterrein van Leerlab 2 Processen en procedures. Er is ruimte voor 15 renovatieprojecten gericht op biobased bouwen voor nieuw aan te brengen materialen.

  • Leerlab 3 Inclusieve scholen richt zich op het toepassen en wetenschappelijk onderzoeken van inclusieve maatregelen in zowel nieuwbouw- als renovatieprojecten. Met dit leerlab wordt samengewerkt aan innovatieve bouwoplossingen voor leerlingen die extra begeleiding en speciale (onderwijs)zorg behoeven, zodat ook zij kunnen participeren en goede onderwijsresultaten kunnen behalen. Aan dit leerlab kunnen vier bouwprojecten meedoen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 3. Samenstelling, benoeming en ontslag

Toelichting bij het zevende lid en het achtste lid: deze bepalingen betreffen de vereiste onafhankelijkheid en afwezigheid van een mogelijk persoonlijk belang bij de voorzitter of bij een ander lid. Om objectiviteit bij de advisering te garanderen is het noodzakelijk dat de leden inclusief de voorzitter geen binding hebben met het programma. Om die reden zal voor de bepaling van aanwezigheid van een dergelijke binding of persoonlijk belang de door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) gebruikte Code persoonlijke belangen worden gehanteerd.

Een van de belangrijkste onderdelen van de code is dat de voorzitter en leden voorafgaand aan de vergaderingen uit eigen beweging moeten aangeven of zij op enige wijze bevooroordeeld zijn ten opzichte van de te bespreken onderwerpen, dan wel of zij daarbij een persoonlijk belang hebben. Mocht iemand aangeven dat dit het geval is, dan wordt deze persoon uitgesloten van de vergadering. Uitgangspunt is dat hiermee de verantwoordelijkheid voor de neutraliteit van ieder programmaraad lid bij dit lid zelf ligt, en niet afhangt van een bijvoorbeeld onderzoek door de minister die de programmaraad heeft ingesteld.

Artikel 6. Werkwijze

Toelichting bij het tweede lid: hoewel de programmaraad is samengesteld uit specialisten op het gebied waarop de raad betrekking heeft, heeft de programmaraad de mogelijkheid om aanvullende expertise te gebruiken als dit noodzakelijk is om tot een aanvraag te beoordelen. De programmaraad zorgt ervoor dat de aangezochte expert ook voldoet aan de eisen van neutraliteit en aan de Code persoonlijke belangen.

Artikel 9. Kosten van de programmaraad

De kosten voor de instelling en het functioneren van de programmaraad komen – voor zover goedgekeurd – voor rekening van de minister.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, K.M. Becking

Naar boven