Regeling van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 12 december 2025, nr. 2025-0000414178, houdende wijziging van de Regeling basisregistratie ondergrond met betrekking tot de toevoeging van de catalogus inzake het registratieobject overheidsbesluit bodemverontreiniging

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 17, eerste lid, van de Wet basisregistratie ondergrond;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling basisregistratie ondergrond wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel r wordt ‘grondwaterproductiesysteem’ vervangen door ‘grondwaterproductiedossier’.

2. Aan het slot van onderdeel t vervalt ‘en’.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel u door ‘; en’ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • v. overheidsbesluit bodemverontreiniging, opgenomen in bijlage XXIII bij deze regeling.

B

In Bijlage XIX vervalt ‘model’.

C

In artikel 15 wordt ‘bijlagen I tot en met XXII’ vervangen door ‘bijlagen I tot en met XXIII’.

D

Na Bijlage XXII wordt Bijlage XXIII toegevoegd, opgenomen in bijlage A bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

BIJLAGE A BEHOREND BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL E

Bijlage XXIII. bij artikel 11, onderdeel v, van de Regeling basisregistratie ondergrond

Deze bijlage betreft de catalogus van het registratieobject overheidsbesluit bodemverontreiniging, versie 1.0, met datum 25 september 2024, en is gepubliceerd op https://docs.geostandaarden.nl/bro/sld/.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

De Wet basisregistratie ondergrond (hierna: Bro) is op 1 januari 2018 in werking getreden. In de basisregistratie ondergrond (hierna: BRO) worden gegevens opgenomen over de geologische en bodemkundige opbouw van de ondergrond die voortvloeien uit verkenningen, over ondergrondse constructies, over gebruiksrechten en over authentieke modellen in relatie tot de ondergrond. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO) is verantwoordelijk voor de inrichting en het beheer en ziet toe op het gebruik van de BRO. De Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (hierna: TNO) verricht in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de Minister van VRO de feitelijke werkzaamheden met betrekking tot de inrichting en het beheer van de BRO.

De BRO is een onderdeel van het stelsel van basisregistraties. Bronhouders die bij de uitvoering van een wettelijke taak of bij het verrichten van werkzaamheden een in het Besluit Bro aangewezen brondocument ontvangen of genereren met betrekking tot de ondergrond van Nederland of het continentaal plat, leveren dat brondocument aan via het bronhouderportaal. Bestuursorganen zijn vervolgens verplicht om de BRO te raadplegen wanneer zij gegevens over de ondergrond nodig hebben. Burgers, bedrijven en overheden kunnen de BRO kosteloos raadplegen.

In de Regeling Bro zijn de technische aspecten van de BRO uitgewerkt. Dit betreft de levering van brondocumenten en de eisen aan de aan te leveren gegevens (catalogus met gegevensstandaarden), de technische en administratieve inrichting van de BRO, en de inzage in en verstrekking van gegevens.

De catalogus definieert per brondocument waar de in hoofdstuk 3, paragraaf 2, van de Wet Bro genoemde gegevens moeten worden opgenomen en bepaalt de kwaliteitseisen waaraan deze gegevens moeten voldoen. De catalogi beschrijven per registratieobject de gegevensdefinitie, de mogelijke waarden en de kwaliteit waaraan de gegevens moeten voldoen.

2. Inhoud van deze regeling

2.1 Algemeen

Het Besluit Bro is aangevuld met het registratieobject overheidsbesluit bodemverontreiniging in het registratiedomein milieukwaliteit. In deze regeling wordt de bijbehorende catalogus vastgesteld. Daarom wijzigen ook artikelen 11 en 15.

Daarnaast worden correcties gedaan in artikel 11 van de Regeling Bro en in Bijlage XIX.

Het nieuwe registratieobject betreft overheidsbesluit bodemverontreiniging (Soil Legal Decisions, hierna: SLD, uit de categorie gebruiksrechten). Dit registratieobject wordt opgenomen in navolging van het onderbrengen van het registratieobject milieuhygiënisch bodemonderzoek (Site Assessment Data, hierna: SAD, uit de categorie verkenningen) onder de werking van de BRO, hetgeen per 1 juli 2025 is gebeurd. Samen vormen deze twee registratieobjecten het registratiedomein milieukwaliteit. Deze registratieobjecten hebben grote potentie om hergebruikt te worden.

Van het registratieobject SLD bepaalt de catalogus in Bijlage XXIII de gegevensdefinitie, de mogelijke waarden en de kwaliteit waaraan de gegevens moeten voldoen. Artikelen 11 en 15 verwijzen naar deze catalogus.

SAD geeft de feitelijke verontreinigingssituatie weer nadat een onderzoek is uitgevoerd. SLD geeft informatie over welke activiteiten daarna op de locatie zijn ondernomen om de situatie te herstellen of te beheren. Tot 1 januari 2024 ontstonden SLD-gegevens in het kader van verplichtingen en bevoegdheden op grond van de Wet bodembescherming (hierna: Wbb). Deze wet is op deze datum opgegaan in de Omgevingswet. Door de overgang van de Wbb naar de Omgevingswet zijn vanaf 1-1-2024 de volgende drie categorieën gegevens binnen SLD mogelijk, zoals nieuw artikel 2.2.2 van het Besluit Bro bepaalt.

  • Ontstaan vóór 1-1-2024 onder het regime van de Wbb, afgesloten en daarmee statisch. Zo nodig worden deze gegevens overgedragen aan een bevoegd gezag van een gemeente, als het bevoegd gezag onder de Wbb gedeputeerde staten van een provincie was (‘warme overdracht’).

  • Ontstaan vóór 1-1-2024 onder het regime van de Wbb, nog niet afgedaan en vervolg onder het overgangsrecht opgenomen in de Aanvullingswet bodem Omgevingswet, onder het regime van de Wbb.

  • Ontstaan na 1-1-2024 onder het regime van de Omgevingswet.

2.2 Relatie met de basisregistratie kadaster-publiekrechtelijke beperkingen

Bij het registratieobject overheidsbesluit bodemverontreiniging worden de volgende kenmerken (hierna: attributen) vastgelegd (zie de Catalogus SLD, paragrafen 4.2.6 – 4.2.8):

  • van Verontreinigd gebied: de status van de verontreiniging en vastgestelde verontreinigingscontour (Wbb);

  • van Aangepakt gebied: sanerings- of ontgravingscontour (Wbb en Omgevingswet, mits sprake is van gewijzigde milieukwaliteit na graven);

  • van Nazorggebied: zorgcontour met eventueel detailgegevens over opgelegde gebruiksbeperkingen (Wbb).

    De BRO volgt hierin de bodeminformatiesystemen van het bevoegd gezag door gebruiksbeperkingen te registreren onder een nazorgcontour. Dus ook bij gebruiksbeperkingen in een situatie waar geen sprake is van nazorg, zoals vastgesteld naar aanleiding van een verontreiniging, worden deze – datatechnisch – onder een nazorgcontour in een bodeminformatiesysteem geregistreerd. Vanuit deze bodeminformatiesystemen worden SLD-gegevens geleverd aan de BRO. Het gebruik van de bodeminformatiesystemen is al decennia gemeengoed onder het regime van de Wbb en wordt ook onder het regime van de Omgevingswet voortgezet. De samenstelling van deze gegevensset in het bodeminformatiesysteem is destijds in samenspraak met bevoegde overheden en gebruikers tot stand is gekomen en hing samen met onder andere de aanlevering van gegevens aan Bodemloket.nl, het landsdekkend beeld van bodemverontreiniging en de monitoring van de bodemsaneringsoperatie in Nederland. De SIKB101-standaard faciliteert de uitwisseling van deze gegevens. Forum Standaardisatie heeft deze standaard op de lijst van verplichte standaarden voor de publieke sector geplaatst.1

De Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (hierna: Wkpb) schrijft voor dat besluiten die bij of krachtens die wet als beperkingenbesluit zijn aangewezen, worden geregistreerd in de openbare registers. Deze besluiten zijn voor eenieder toegankelijk via de basisregistratie kadaster-publiekrechtelijke beperkingen (hierna: BRK-PB) door een selectie van gegevens. Een aantal van deze beperkingenbesluiten gaat over de bodem.

De registratie van gegevens uit hoofde van de SLD overlapt gedeeltelijk met de registratie die al plaatsvindt uit hoofde van de Wkpb. In het BRO-register van SLD staan niet besluiten, meldingen en bescheiden inzake bodemverontreiniging zelf, maar gestructureerde, inhoudelijke gegevens uit deze documenten vanwege de behoefte daaraan bij het werkveld: initiatiefnemers van activiteiten op of in de bodem. De gegevens kunnen dan conform één standaard via één landelijke online ingang, de BRO, rechtstreeks en op elk tijdstip worden hergebruikt in de applicaties van deze initiatiefnemers. Welke gegevens moeten worden aangeleverd staat in detail weergegeven in het figuur van het domeinmodel (paragraaf 6.2) en alle volgende paragrafen van hoofdstuk 6 van de Catalogus SLD.

Deze overlap betreft de volgende gegevens.

  • Als voor de Wkpb een handmatig ingetekende geometrie wordt aangeleverd – alternatieven zijn kadastrale aanduiding of identificatie van het object – kan deze overlappen met de contour in de BRO;

  • datum besluit, datum in werking en einddatum;

  • bestuursorgaan (weergegeven wordt: rechtspersoon van dit bestuursorgaan).

De overlap van drie typen attributen in de BRO en de BRK-PB leidt materieel niet tot extra handelingen, noch bij het leveren van gegevens vanuit een bodeminformatiesysteem aan de BRO (zie voor een nadere toelichting de tweede alinea van paragraaf 3.2 hieronder), noch bij het leveren van besluiten aan de openbare registers en hun gegevens daaruit en het registreren daarvan in de BRK-PB. Echter, de overlap van de drie typen attributen staat wel op gespannen voet met het uitgangspunt in het stelsel van basisregistraties van eenmalig inwinnen, meervoudig gebruik.

Daarom wordt een stelselrelatie BRO/SLD – BRK-PB ontwikkeld. Het Gebruiksoverleg BRK – van Kadaster, KNB, gemeenten, waterschappen, omgevingsdiensten, de Belastingdienst, RWS, makelaardij en andere afnemers – wordt hierbij betrokken.

Ondanks de overlap is de afweging gemaakt om SLD op dit moment toe te voegen aan de BRO, vanwege de meerwaarde daarvan voor gebruikers van de BRO, en omdat het een zeer beperkte lastendruk oplevert voor bronhouders.

2.3 Naam van het registratieobject

Zoals hierboven aangegeven is de naam van het registratieobject ‘overheidsbesluit bodemverontreiniging’. Hoewel niet alle gegevens in de Catalogus SLD afkomstig zijn uit een besluit of leiden tot een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), en niet een besluit zelf maar de gegevens uit een document (zoals een besluit) in het BRO-register van SLD staan, is aan de start van het voorbereidingstraject voor deze naam gekozen, omdat de gegevens in de Catalogus SLD wel afkomstig kunnen zijn uit een besluit of kunnen leiden tot een besluit in de zin van de Awb. In een latere fase van het wetgevingstraject in het kader van het aan deze regeling bovenliggende besluit is een kanttekening geplaatst bij de naam, omdat het dus niet op alle gegevens in de SLD van toepassing is. Ook zijn onder de term ‘besluittype’ categorieën gegevens opgenomen die geen besluit betreffen. Inmiddels is de naam vervlochten in het ‘afsprakenstelsel’ (de catalogus, technisch ontwerp, ICT-systemen en architectuurdocumentatie) en een bekende term in de praktijk, waardoor de afweging is gemaakt de naam toch te behouden vanwege de herkenbaarheid voor betrokkenen, alhoewel de inhoud van de gegevensset niet in alle gevallen gerelateerd is aan een besluit in de zin van de Awb.

2.4 Wbb of Omgevingswet

De Catalogus SLD beschrijft dat gegevens kunnen worden aangeleverd onder het regime van de Wbb of Omgevingswet. Zie onder andere paragraaf 3.3 van de catalogus waarin algemeen wordt beschreven wat het verschil is in leveren onder deze regimes. Welke gegevens moeten worden aangeleverd staat in detail weergegeven in het figuur van het domeinmodel (paragraaf 6.2) en alle volgende paragrafen van hoofdstuk 6.

In paragraaf 7.14 is beschreven hoe de actuele Registratiestatus onder overgangsrecht voor de overgang naar de Omgevingswet wordt vermeld: per registratie van een SLD-object wordt vermeld of het object is geregistreerd (registratie is gestart en nog geen nieuwe gegevens opgenomen), aangevuld (registratie is nog actief en aangevuld ten opzichte van eerste registratie) of voltooid (alle gegevens zijn vastgelegd en er kunnen geen nieuwe gegevens worden geregistreerd van dit object).

Als de behandeling onder het overgangsrecht is afgerond, dan wordt de registratie hiervan in de BRO afgerond. Het SLD-object krijgt dan de registratiestatus voltooid. Een registratie die in de BRO is gedaan onder Wbb-regime wordt na afronding niet aangepast naar Omgevingswet-regime, maar blijft in de BRO als voltooide registratie onder Wbb-regime bestaan. In het geval van een ‘warme overdracht’ en onder de Omgevingswet is de Registratiestatus in de BRO na levering direct ‘voltooid’. Er kunnen op deze registraties geen aanvullingen worden gedaan.

Over SLD-objecten waarop het overgangsrecht van toepassing is, worden bestaande digitale, gestructureerde gegevens geleverd aan de BRO binnen vijf jaar na inwerkingtreding van SLD (artikel 40 van de Wet Bro). Een dergelijk object kan daarna gewijzigd worden, bijvoorbeeld de begrenzing van de bodemlocatie waarop het object van toepassing is. De wijziging of aanvulling van attributen van SLD-objecten leidt tot het vormen van ‘Materiële geschiedenis’ in de BRO registratie. Op dit moment is de benodigde software hiervoor nog niet in de hele keten beschikbaar. Dat heeft tot gevolg dat gegevens met betrekking tot een dergelijke wijziging niet eerder aangeleverd kunnen worden aan de BRO dan de software is aangepast. De verwachting is dat deze techniek in de loop van 2026 in gebruik genomen kan worden. De termijn van levering binnen 20 werkdagen na vaststelling van de wijziging of aanvulling op het registratieobject (artikel 9 van de Wet Bro) kan in dit geval niet worden gehaald.

3. Gevolgen voor de regeldruk

3.1 Burgers en bedrijven

Voor het registratieobject SLD is er geen sprake van regeldruk voor bedrijven: alleen bestuursorganen leveren gegevens hierover aan de BRO.2 Het bovenliggende besluit kan juist de regeldruk verminderen, doordat initiatiefnemers van activiteiten op of in de bodem, gegevens conform één standaard via één landelijke online ingang, rechtstreeks en op elk tijdstip kunnen hergebruiken in de eigen applicaties. Dit zijn voordelen in vergelijking met de huidige situatie waarin de gegevens lokaal bij gemeenten zijn opgeslagen in hun eigen bodeminformatiesysteem.

Als gevolg van discrepanties die aan het licht komen tussen gegevens over beperkingenbesluiten in BRO/SLD en BRK-PB kunnen deze registraties verbeterd worden. Als dit leidt tot een verbetering van de BRO en de BRK-PB, dan kunnen afnemers daarvan profiteren.

De gehele regeling heeft geen regeldrukgevolgen voor burgers. De burger kan gebruikmaken van de gegevens, waardoor zijn informatiepositie verbetert.

3.2 Bestuursorganen

Voor de bestuursorganen, bronhouders, zijn de regeldrukgevolgen van dit nieuwe registratieobject beperkt.3 Zij zullen de levering en het gebruik van deze gegevens in hun werkprocessen en IT-systemen moeten implementeren, dan wel deze activiteiten machtigen aan opdrachtnemers. Het overgrote deel van de bronhouders heeft dat proces reeds gerealiseerd in het kader van de invoering van de eerste vier tranches van de BRO en van het registratieobject milieuhygiënisch bodemonderzoek (SAD) op 1 juli 2025. Bij de uitbreiding met SLD moeten deze processen worden aangevuld of geactualiseerd.

De Minister van VRO ondersteunt de bronhouders doordat zij de softwareleverancier de opdracht gegeven heeft om de bodemapplicaties die bronhouders nu gebruiken, zodanig aan te passen dat zij daarmee gegevens over SLD kunnen leveren aan de BRO. De bronhouders (of hun dataleveranciers) gebruiken deze applicatie voor registratie van gegevens over milieukwaliteit uit bodemonderzoeken en uit besluitvorming over bodemverontreiniging. Aan deze bodemapplicatie zijn functionaliteit en koppelvlakken voor de gegevenslevering toegevoegd. Daardoor kan de bronhouder deze gegevens nu eenvoudig (laten) leveren aan de BRO. De BRO vereist geen extra vastlegging van gegevens maar gebruikt gegevens die nu al in de applicatie kunnen worden vastgelegd.

4. Advies en consultatie

Deze regeling vloeit voort uit het Besluit tot wijziging van het Besluit basisregistratie ondergrond in verband met het toevoegen van het registratieobject overheidsbesluit bodemverontreiniging.

De ontwerpcatalogus voor het registratieobject SLD uit het registratiedomein milieukwaliteit is opgesteld door het standaardisatieteam BRO met inbreng van alle relevante stakeholders: in expertsessies, in periodieke sprintreviews en op basis van een publieke consultatie van 21 februari tot 3 april 2024 via Basisregistratieondergrond.nl.

De resultaten zijn deels verwerkt in de catalogus, en beantwoord via een reactiedocument.4

Met een aantal insprekers is contact gelegd om specifieke punten door te nemen.

Op advies van de Domeinbegeleidingsgroep milieukwaliteit en de Programmabegeleidingsgroep van de BRO heeft de Programmastuurgroep BRO op 25 september 2024 de Catalogus SLD vastgesteld en geadviseerd deze wettelijk vast te stellen. In deze stuur- en begeleidingsgroepen zijn onder andere VNG, IPO en UvW, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Rijkswaterstaat en het standaardisatieteam BRO vertegenwoordigd.

De concept-regeling is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

5. Notificatie

De ontwerpregeling is op 12 juli 2024 voorgelegd aan de Europese Commissie (2024/0395/NL) ingevolge artikel 5, eerste lid, van richtlijn (EU) nr. 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241). Van de Europese Commissie is geen reactie ontvangen.

6. Inwerkingtreding

Voor het moment van inwerkingtreding wordt aangesloten bij het moment van inwerkingtreding van het bovenliggende besluit, dat is op 1 januari 2026. Het bovenliggende besluit is het Besluit tot wijziging van het Besluit basisregistratie ondergrond, het Besluit beslagvrije voet, het Besluit huurprijzen woonruimte, het Besluit op de huurtoeslag, het Besluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomst en het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (technische wijzigingen).

Er wordt met het moment van inwerkingtreding afgeweken van het vereiste van de minimale invoeringstermijn, hetgeen gerechtvaardigd is omdat de bronhouders en afnemers reeds op de hoogte zijn van de nieuwe catalogus en geen extra tijd nodig hebben. Wel is voldaan aan de eis van de vaste verandermomenten.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Artikel 11 van de Regeling Bro regelt de vaststelling van de catalogus van de BRO.

Ten eerste corrigeert onderdeel A een schrijffout in onderdeel r. ‘Grondwaterproductiesysteem’ had moeten luiden ‘grondwaterproductiedossier’, zodat je onderdeel r van artikel 11 vindt, als je in de regeling zoekt op ‘grondwaterproductiedossier’.

Ten tweede voegt onderdeel A het nieuwe registratieobject dat het Besluit Bro heeft toegevoegd, toe aan artikel 11. Dit betreft het registratieobject overheidsbesluit bodemverontreiniging. Voor een nadere toelichting zie hoofdstuk 2 van het algemene deel van deze toelichting.

Onderdeel B

In Bijlage XIX is een correctie gedaan, abusievelijk was namelijk ‘model grondwaterproductiedossier’ opgenomen, dit is nu gecorrigeerd door de juiste naam van het registratieobject op te nemen: ‘grondwaterproductiedossier’. Dit registratieobject is namelijk geen model, maar een constructie (artikel 2.4.3 van het Besluit Bro).

Onderdeel C

In de bepaling inzake wederzijdse erkenning in artikel 15 is de verwijzing naar de bijlagen geactualiseerd zodat naar alle bijlagen wordt verwezen. In alle bijlagen kunnen overigens technische voorschriften voorkomen.

Onderdeel D

Dit onderdeel voegt Bijlage XXIII toe, catalogus voor het registratieobject overheidsbesluit bodemverontreiniging. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van het algemene deel van deze toelichting.

Artikel II

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze regeling. Zie voor een nadere toelichting hoofdstuk 6 van het algemene deel van deze toelichting.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/sikb0101.

X Noot
2

Definitieve rapportage bodemverontreinigingsgegevens BRO, VKA & DoorGrond advies, 16 september 2019.

X Noot
3

Definitieve rapportage bodemverontreinigingsgegevens BRO, VKA & DoorGrond advies, 16 september 2019.

Naar boven