Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2025, 4264 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2025, 4264 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 71 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 5.11 van de Wet voortgezet onderwijs 2020, artikel 71 van de Wet op de expertisecentra, en artikel 67 van de Wet primair onderwijs BES;
Besluit:
De Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor prioriteitsscholen 2024 wordt als volgt gewijzigd:
A
Voor artikel 1 wordt een hoofdstukaanduiding ingevoegd, die luidt:
B
In artikel 1 komt de begripsomschrijving van 'prioriteitsschool' te luiden:
a. voor aanvraagronde 2024: school die door de Inspectie van het Onderwijs bij besluit op de peildatum 1 februari 2024 of op de peildatum 1 augustus 2024 als ‘zeer zwak’ of ‘onvoldoende’ is beoordeeld;
b. voor aanvraagronde 2025: school die door de Inspectie van het Onderwijs bij besluit op de peildatum 25 november 2024 of op de peildatum 1 augustus 2025 als ‘zeer zwak’ of ‘onvoldoende’ is beoordeeld;
C
In artikel 3 wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, dat luidt:
2. De Minister kan ter verbetering van de basisvaardigheden aan een bevoegd gezag van een prioriteitsschool voor de schooljaren 2025/2026 en 2026/2027 en de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2027 voor scholen uit het tweede aanvraagtijdvak subsidie verstrekken voor de uitvoering van één of meer evidence-informed interventies en voor monitoring van het prestatieniveau van leerlingen op het gebied van basisvaardigheden.
D
Voor artikel 4 wordt een hoofdstukaanduiding ingevoegd, die luidt:
E
In Hoofdstuk 2 (nieuw) wordt, onder vernummering van artikel 4 tot artikel 4a, een artikel ingevoegd, dat luidt:
F
Voor artikel 10 wordt een hoofdstuk ingevoegd, dat luidt:
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidie voor de uitvoering van activiteiten, bedoeld in artikel 3, naar aanleiding van aanvragen die zijn ingediend in de in artikel 9b, tweede lid, bedoelde aanvraagperiode.
1. Een bevoegd gezag kan per vestiging één aanvraag voor de subsidie indienen.
2. Een aanvraag voor het eerste tijdvak van de subsidie kan worden ingediend van 3 februari 2025 tot en met 14 februari 2025. Een aanvraag voor het tweede tijdvak van de subsidie kan worden ingediend van 1 september 2025 tot en met 12 september 2025. Aanvragen die buiten de aanvraagperiode worden ingediend, worden afgewezen.
3. De subsidie wordt aangevraagd met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier dat daartoe op de website van DUS-I beschikbaar is gesteld. In dit aanvraagformulier vermeldt de aanvrager:
a. de naam van het bevoegd gezag;
b. het in de RIO geïdentificeerde nummer van de vestiging waarvoor de aanvraag wordt ingediend;
c. de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres van de contactpersoon.
d. een inventarisatie van de behoefte aan begeleiding van de school, waar het ondersteuning door een onderwijscoördinator betreft.
4. Indien een aanvraag onvolledig is, krijgt de aanvrager onder toepassing van artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht tien werkdagen de tijd om de aanvraag aan te vullen.
1. Voor subsidieverstrekking op aanvragen die in het eerste aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 9b, tweede lid, zijn ingediend, is een bedrag beschikbaar van in totaal € 14.804.895, waarvan:
a. € 5.914.455, beschikbaar is voor het primair onderwijs en primair onderwijs BES, niet zijnde speciaal onderwijs, speciaal basisonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs;
b. € 8.007.300, beschikbaar is voor het voortgezet onderwijs; en
c. € 883.140, beschikbaar is voor het speciaal onderwijs, speciaal basisonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
2. Voor subsidieverstrekking op aanvragen die in het tweede aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 9b, tweede lid, zijn ingediend, is een bedrag beschikbaar van in totaal € 4.049.591, waarvan:
a. € 1.252.571, beschikbaar is voor het primair onderwijs en primair onderwijs BES, niet zijnde speciaal onderwijs, speciaal basisonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs;
b. € 2.745.360, beschikbaar is voor het voortgezet onderwijs; en
c. € 51.660, beschikbaar is voor het speciaal onderwijs, speciaal basisonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
3. Indien één of meerdere bedragen, bedoeld in het eerste en tweede lid, niet of niet volledig worden benut, worden de resterende middelen naar rato verdeeld over de andere subsidieplafonds in het betreffende lid.
4. Als de middelen bedoeld in het eerste lid, na toepassing van het derde lid, niet volledig worden benut, kan het resterende bedrag, door wijziging van de desbetreffende subsidieregeling, worden toegevoegd aan het beschikbare budget voor:
a. het tweede aanvraagtijdvak, bedoeld in het tweede lid; of
b. de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024.
1. Het subsidiebedrag voor een school voor primair onderwijs en primair onderwijs BES wordt berekend door het aantal leerlingen dat op 1 februari 2024 stond ingeschreven op de desbetreffende vestiging te vermenigvuldigen met een bedrag van € 615,–.
2. Het bedrag van de subsidie voor een school voor voortgezet onderwijs wordt berekend door het aantal leerlingen dat op 1 oktober 2023 stond ingeschreven op de desbetreffende vestiging te vermenigvuldigen met een bedrag van € 615,–.
3. Het subsidiebedrag wordt aan een bevoegd gezag in Caribisch Nederland uitbetaald in US-dollars tegen de vastgestelde wisselkoers.
1. Indien de toewijzing van alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen voor een subsidie zou leiden tot overschrijding van een subsidieplafond als bedoeld in artikel 9c, eerste of tweede lid, krijgen de aanvragen met betrekking tot de vestigingen van prioriteitsscholen in Caribisch Nederland voorrang. Indien de toewijzing van alle aanvragen van prioriteitsscholen in Caribisch Nederland zou leiden tot overschrijding van een subsidieplafond als bedoeld in artikel 9c, eerste of tweede lid, worden deze aanvragen gerangschikt op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.
2. Vervolgens krijgen aanvragen van prioriteitsscholen met het inspectieoordeel ‘zeer zwak’ voorrang op aanvragen van scholen met het inspectieoordeel ‘onvoldoende’. Indien de toewijzing van alle aanvragen van prioriteitsscholen met het inspectieoordeel ‘zeer zwak’ zou leiden tot overschrijding van een subsidieplafond als bedoeld in artikel 9c, eerste of tweede lid, worden deze aanvragen gerangschikt op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.
3. Indien na toepassing van het tweede lid nog middelen resteren, worden de overige aanvragen gerangschikt op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.
1. Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een subsidie in elk geval geweigerd:
a. indien aan het bevoegd gezag voor de desbetreffende vestiging eerder subsidie is verstrekt op grond van de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden, de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor prioriteitsscholen 2023,
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2023, de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor prioriteitsscholen 2024 of de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen voor scholen 2024;
b. indien de kwaliteit van het onderwijs van de desbetreffende schoolvestiging in het primair onderwijs of afdeling in het voortgezet onderwijs door de Inspectie van het Onderwijs bij besluit op de peildatum 25 november 2024niet als ‘zeer zwak’ of ‘onvoldoende’ is beoordeeld en voor zover de subsidie is aangevraagd in het eerste tijdvak, bedoeld in artikel 9a, tweede lid;
c. indien de kwaliteit van het onderwijs van de desbetreffende schoolvestiging in het primair onderwijs of afdeling in het voortgezet onderwijs door de Inspectie van het Onderwijs bij besluit op de peildatum 1 augustus 2025niet als ‘zeer zwak’ of ‘onvoldoende’ is beoordeeld en voor zover de subsidie is aangevraagd in het tweede tijdvak, bedoeld in artikel 9b, tweede lid.
1. In aanvulling op hoofdstuk 5 van de Kaderregeling is de subsidieontvanger verplicht om:
a. tussen 1 september 2025 en 10 oktober 2025 bij DUS-I een activiteitenplan in te dienen met een omschrijving van de activiteiten die met de subsidie zullen worden uitgevoerd. De aanvrager maakt gebruikt van het formulier dat door DUS-I ter beschikking is gesteld;
b. het activiteitenplan ter instemming voor te leggen aan de medezeggenschapsraad voordat dit activiteitenplan wordt ingediend bij DUS-I;
c. gebruik te maken van de ondersteuning door een onderwijscoördinator;
d. ten behoeve van de monitoring uiterlijk op 30 november 2025 een nulmeting uit te voeren voor in ieder geval de prestaties op het gebied van taal en rekenen of wiskunde onder alle leerlingen, waarbij leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, niet in de nulmeting worden betrokken;
e. tijdens de subsidieperiode per schooljaar de voortgang op in ieder geval de prestaties op het gebied van taal en rekenen of wiskunde gedurende de looptijd van de subsidie te monitoren, waarbij leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, niet in de monitoring hoeven te worden betrokken;
f. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt uiterlijk tot en met 31 juli 2027 uit te voeren;
g. uiterlijk acht weken na het verstrijken van de activiteitenperiode een activiteitenverslag in te dienen bij DUS-I.
2. In aanvulling op hoofdstuk 5 van de Kaderregeling is de subsidieontvanger, voor zover de subsidie is aangevraagd in het tweede tijdvak, bedoeld in artikel 9b, tweede lid, verplicht om:
a. tussen 5 januari 2026 en 22 februari 2026 bij DUS-I een activiteitenplan in te dienen met een omschrijving van de activiteiten die met de subsidie zullen worden uitgevoerd. De aanvrager maakt gebruikt van het formulier dat door DUS-I ter beschikking is gesteld;
b. het activiteitenplan ter instemming voor te leggen aan de medezeggenschapsraad voordat dit activiteitenplan wordt ingediend bij DUS-I;
c. gebruik te maken van de ondersteuning door een onderwijscoördinator;
d. ten behoeve van de monitoring uiterlijk op 27 februari 2026 een nulmeting uit te voeren voor in ieder geval de prestaties op het gebied van taal, rekenen of wiskunde onder alle leerlingen, waarbij leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, niet in de nulmeting worden betrokken;
e. tijdens de subsidieperiode per schooljaar de voortgang op in ieder geval de prestaties op het gebied van taal, rekenen of wiskunde gedurende de looptijd van de subsidie te monitoren, waarbij leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, niet in de monitoring hoeven te worden betrokken;
f. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt uiterlijk tot en met 31 december 2027 uit te voeren;
g. uiterlijk acht weken na het verstrijken van de activiteitenperiode een activiteitenverslag in te dienen bij DUS-I.
G
Na Hoofdstuk 3 (nieuw) wordt een hoofdstukaanduiding ingevoegd, die luidt:
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.L.J. Paul
Met deze wijzigingsregeling is een aantal aanpassingen doorgevoerd in de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor prioriteitsscholen 2024. In de eerste plaats zijn er twee nieuwe aanvraagtijdvakken met nieuwe subsidieplafonds vastgesteld voor de aanvraagronde 2025. Daarnaast zijn de subsidiebedragen voor de aanvraagrondes 2025 opnieuw vastgesteld.
De wijzigingsregeling ziet toe op een aanpassing van de data voor aanvraagronde 2025, zodat de subsidieregeling voor de schooljaren 2025/2026 en 2026/2027 uitvoerbaar is. Een aanpassing is voorzien voor de tijdvakken waarop door scholen: een aanvraag kan worden ingediend; het activiteitenplan en activiteitenverslag moeten worden ingediend; de nulmeting en monitoring moeten zijn uitgevoerd; de peildata waarop wordt vastgesteld hoeveel leerlingen er op een school staan ingeschreven en of een school voor de regeling voor prioriteitsscholen of overige scholen in aanmerking komt.
Hieronder wordt nader aandacht besteed aan de verschillende wijzigingen die (ten opzichte van de aanvraagronde voor 2024) zijn aangebracht voor de aanvraagronde van 2025. Achtereenvolgens worden toegelicht: (i) de aanpassing van verschillende gewijzigde data voor de aanvraagronde 2025, (ii) het subsidieplafond voor de aanvraagronde 2025, (iii) de aanpassing van de peildata en (iv) de wijzigingen met betrekking tot monitoring.
Met deze wijzigingsregeling zijn voor de aanvraagronde 2025 verschillende gewijzigde data opgenomen, zodat de subsidieregeling ook voor de schooljaren 2025/2026 en 2026/2027 en de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2027 uitvoerbaar is. Een aanpassing is voorzien voor de tijdvakken waarop door scholen: een aanvraag kan worden ingediend; het activiteitenplan en activiteitenverslag moeten worden ingediend; de nulmeting en monitoring moeten zijn uitgevoerd; de peildata waarop wordt vastgesteld hoeveel leerlingen er op een school staan ingeschreven en of een school voor de regeling voor prioriteitsscholen of overige scholen in aanmerking komt.
Deze wijzigingsregeling ziet toe op een aanpassing van het subsidiebedrag dat per leerling beschikbaar is gedurende de looptijd van twee schooljaren en een aanpassing van de hoogte van de subsidieplafonds voor beide aanvraagtijdvakken. Door het bedrag per leerling te bij te stellen naar € 615 per leerling kunnen meer scholen in aanmerking komen voor subsidie.
De wijzigingsregeling ziet verder toe op een aanpassing in de wijze waarop gebruik wordt gemaakt van de leerling- en schoolgegevens in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Voor de leerling- en schoolgegevens waar DUS-I het subsidiebedrag op baseert, wordt gebruik gemaakt van periodieke leveringen door DUO. Deze gegevenslevering gaat op basis van peildata. Deze peildata zijn aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke regeling, zie de artikelsgewijze toelichting.
De school volgt de prestaties van leerlingen op het gebied van taal en rekenen of wiskunde gedurende de activiteitenperiode. Voor aanvraagronde 2025 geldt dat scholen voor het eerste aanvraagtijdvak, voorafgaand aan het starten van de interventie(s), uiterlijk op 30 november 2025 een nulmeting dienen uit te voeren. Deze meting geeft zicht op de stand van zaken voorafgaand aan de interventie(s). Wij vragen u tijdens de activiteitenperiode minimaal één keer per schooljaar de prestaties van uw leerlingen te meten, met uitzondering van de leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen. In het primair onderwijs kunt u hiervoor aansluiten bij de afnamemomenten van de M-toets en E-toets.
De regeling is uitvoerbaar en zal net zoals in de eerdere aanvraagrondes worden uitgevoerd door Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I).
De nieuwe subsidieronde, die door deze wijzigingsregeling aan de subsidieregeling wordt toegevoegd, brengt regeldruk met zich. Bij deelname is er sprake van regeldruk. Deze regeldruk is min of meer gelijk aan de regeldruk bij de eerdere subsidierondes.
Artikel 1 en 3 zijn gewijzigd in verband met het openstellen van nieuwe aanvraagtijdvakken voor de schooljaren 2025/2026 en 2026/2027. Voor aanvraagronde 2025 geldt dat de regeling openstaat voor scholen die door de Inspectie van het Onderwijs bij besluit op de peildatum 25 november 2024 of op de peildatum 1 augustus 2025 als ‘zeer zwak’ of ‘onvoldoende’ is beoordeeld. De nieuwe aanvraagronde ziet op de schooljaren 2025/2026 en 2026/2027 en op de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2027.
Met de toevoeging van dit hoofdstuk wordt een nieuwe aanvraagronde voor 2025 gecreëerd.
Er worden twee nieuwe aanvraagtijdvakken toegevoegd. De subsidieaanvragen voor de nieuwe aanvraagronde kunnen worden ingediend in de periode van 3 februari 2025 tot en met 14 februari 2025 en van 1 september 2025 tot en met 12 september 2025.
In de regeling is per type onderwijs een subsidieplafond bepaald. Wanneer er middelen resteren op een deelplafond voor een type onderwijs worden resterende middelen naar rato verdeeld over deelplafonds van andere typen onderwijs. Wanneer ook dan nog middelen resteren in het eerste aanvraagtijdvak, worden de middelen door wijziging van de desbetreffende subsidieregeling ingezet voor óf het tweede aanvraagtijdvak of toegevoegd aan het budget voor de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024. Dit leidt niet tot een aangepast kasritme.
Het bedrag dat per leerling per schooljaar beschikbaar is, is lager vastgesteld. Deze aanpassing heeft als doel om het bereik van de regeling te vergroten. Het bedrag stelt scholen nog steeds in staat om activiteiten te verrichten waarmee effectief aan de verbetering van de basisvaardigheden gewerkt kan worden.
Het aantal leerlingen dient het bevoegd gezag over te nemen uit de stand van het aantal leerlingen op de desbetreffende vestiging. In het primair onderwijs wordt uitgegaan van de telling van 1 februari 2024 zoals in juni 2024 geregistreerd bij DUO. Bij het primair onderwijs zijn bezwaren en fusies na de peildatum 1 februari 2024 niet verwerkt. Vestigingen die geen 1 februari 2024 telling hebben of vestigingen die opgeheven zijn, komen niet in aanmerking voor subsidie. In het voortgezet onderwijs wordt uitgegaan van de definitieve telling van 1 oktober 2023 die bij DUO is geregistreerd. Bij het voortgezet onderwijs (inclusief praktijkonderwijs) zijn fusies en opheffingen tot en met 1 augustus 2024 verwerkt voor zover deze medio november 2024 bekend zijn bij DUO.
Er zijn op basis van een inschatting van de Minister voldoende middelen gereserveerd om alle aanvragen van prioriteitsscholen (peildatum 25 november 2024 en peildatum 1 augustus 2025) te kunnen honoreren. In het geval dat er meer subsidieaanvragen binnenkomen dan het subsidieplafond toestaat, krijgen scholen in Caribisch Nederland als eerste subsidie toegekend. Dit omdat scholen uit Caribisch Nederland bij uitstek de doelgroep zijn waar het gaat om het verbeteren van de basisvaardigheden. Uit de evaluatie van de Tweede Onderwijsagenda 2017-2020 blijkt namelijk dat door besturen, directeuren en leraren van de onderwijsinstellingen in Caribisch Nederland hard is gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, onder meer op het gebied van Nederlands, rekenen of wiskunde, digitale geletterdheid en burgerschap. Het resultaat van deze inspanningen was dat alle onderwijsinstellingen in 2019 de basiskwaliteit hadden bereikt. Sindsdien zijn echter meerdere scholen weer onder dit niveau gezakt, of lopen zij het risico hieronder te zakken. Specifiek voor de onderwijsinstellingen in Caribisch Nederland geldt dat het Nederlands onderwijs wordt gegeven vanuit een meertalige context (Papiaments op Bonaire en Engels op Saba en Sint-Eustatius) en ook het burgerschapsonderwijs vraagt extra inspanningen van de scholen vanwege de inzet op zowel de Europese als Caribische context. Als de toewijzing van alle aanvragen van prioriteitsscholen op Caribisch Nederland zou leiden tot overschrijding van een subsidieplafond, dan worden deze aanvragen gerangschikt op de volgorde van binnenkomst van de aanvragen.
Daarna wordt er subsidie toegekend aan prioriteitsscholen met het inspectieoordeel ‘zeer zwak’. Als de toekenning van subsidieaanvragen van prioriteitsscholen met het inspectieoordeel ‘zeer zwak’ zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, dan worden deze aanvragen gerangschikt op volgorde van binnenkomst. Als er daarna nog middelen resteren, dan worden de resterende aanvragen gerangschikt op volgorde van binnenkomst.
Aanvragen van scholen die middelen toegekend hebben gekregen op grond van de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden, de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor prioriteitsscholen 2023, Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2023, de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor prioriteitsscholen 2024 of de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen voor scholen 2024, worden afgewezen. De datum waarop het oordeel ‘zeer zwak’ of ‘onvoldoende’ bij besluit is vastgesteld door de Inspectie van het Onderwijs is leidend voor het besluit welke school in aanmerking komt voor subsidie.
Overeenkomstig hoofdstuk 5 van de Kaderregeling is de subsidieontvanger onder meer verplicht om mee te werken aan onderzoek. Niet-deelname of non-response aan verplicht onderzoek (uitgevoerd door bijvoorbeeld DUS-I en/of een of meer onderzoeksbureaus) kan tot gevolg hebben dat de subsidie volledig of gedeeltelijk teruggevorderd moet worden. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap laat implementatieonderzoek uitvoeren door een consortium van onderzoeksbureaus. Scholen die subsidie ontvangen, worden daarvoor gedurende de looptijd van de subsidie in ieder geval twee keer benaderd om mee te doen aan een digitale vragenlijst.
De subsidieontvanger is verplicht om een activiteitenplan in te dienen met daarin een omschrijving van de activiteiten die met de subsidie worden uitgevoerd. DUS-I controleert welke scholen op 10 oktober 2025 (eerste tijdvak) en 22 februari 2026 (tweede tijdvak) een activiteitenplan hebben ingediend. DUS-I stelt, indien het activiteitenplan niet tijdig is ingediend, de subsidieontvanger op de hoogte van het niet naleven van deze subsidieverplichting. De ontvanger krijgt tien werkdagen de tijd om het activiteitenplan alsnog in te leveren. Als dit activiteitenplan niet volgt, vordert DUS-I het voorschot volledig terug.
Het activiteitenplan voor aanvragers uit het eerste tijdvak kan ingediend worden van 1 september 2025 tot en met 10 oktober 2025.
Het activiteitenplan voor aanvragers uit het tweede tijdvak kan ingediend worden van 5 januari 2026 tot en met 22 februari 2026.
Het activiteitenplan dient ter instemming voorgelegd te worden aan de medezeggenschapsraad (MR) voordat dit activiteitenplan wordt ingediend bij DUS-I. In het kader van de verantwoording is het van belang een schriftelijk bewijs van instemming te kunnen overleggen. Dit bewijs dient voorzien te zijn van een datum. Denk hierbij aan een e-mail van de MR aan de schoolleider waarin instemming wordt verleend.
Ook in het geval dat de MR geen instemming verleent op het activiteitenplan is een schriftelijk bewijs vereist. In dat geval dient de MR te onderbouwen waarom hij niet in kan stemmen met het activiteitenplan. Ook hier geldt dat een schriftelijk bewijs, voorzien van een datum, overlegd moet kunnen worden.
De subsidieontvanger dient ervoor te zorgen dat de MR voldoende tijd heeft zich te informeren en zich te beraden over de inhoud van het activiteitenplan.
De subsidieontvanger wordt gedurende de subsidieperiode ondersteund en gekoppeld aan een onderwijscoördinator werkzaam bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Gedurende de subsidieperiode werken de subsidieontvanger en onderwijscoördinator samen door middel van tenminste:
• een intakegesprek met de onderwijscoördinator;
• een schoolbezoek van de onderwijscoördinator aan de school; en
• een tussen- en eindevaluatie door de onderwijscoördinator.
Subsidieontvangers zijn verplicht te werken aan de basisvaardigheid taal en/of rekenen of wiskunde. Voor de gekozen basisvaardigheid is er de verplichting om een nulmeting uit te voeren voordat er gestart wordt met de gesubsidieerde activiteiten. Deze nulmeting kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden met behulp van objectieve toetsen en/of het leerlingvolgsysteem van de school. Deze nulmeting dient uiterlijk op 30 november 2025 uitgevoerd te zijn voor scholen uit het eerste tijdvak. Voor scholen uit het tweede tijdvak geldt 27 februari 2026 als uiterste datum.
Tijdens de activiteitenperiode dient een school per schooljaar de voortgang van leerlingen op de prestaties op het gebied van taal en/of rekenen of wiskunde te monitoren. De subsidieontvanger voert tijdig een nulmeting, een tussenmeting aan het eind van het schooljaar 2025/2026 en een eindmeting aan het einde van het schooljaar 2026/2027 uit.
Voor de monitoring kan gebruik worden gemaakt van een leerlingvolgsysteem en/of het NCO. Door de school aan te melden voor de leergroei-rapportages van het NCO kan de gegevenslevering verregaand worden geautomatiseerd.
Na afloop van de activiteitenperiode (31 juli 2027 voor het eerste tijdvak en 31 december 2027 voor het tweede tijdvak) dient de subsidieontvanger een activiteitenverslag in bij DUS-I. DUS-I stelt daarvoor tijdig een format beschikbaar. In dit activiteitenverslag toont de subsidieontvanger aan dat aan de subsidieverplichtingen is voldaan en dat er een nulmeting, tussenmeting en eindmeting is uitgevoerd. Ook wordt aangetoond dat er is meegewerkt aan de ondersteuning door een onderwijscoördinator. Het activiteitenverslag biedt tevens ruimte om aan te geven hoe de voorgenomen activiteiten uit het activiteitenplan zijn uitgevoerd tijdens de subsidieperiode. Het activiteitenverslag dient uiterlijk acht weken na het verstrijken van de activiteitenperiode te zijn ingediend bij DUS-I om ambtshalve vaststelling door de Minister mogelijk te maken.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.L.J. Paul
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-4264.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.