Voorbereidingsbesluit Net op zee Nederwiek 3

De Minister van Klimaat en Groene Groei in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

gelet op de artikelen 4.16, tweede lid van de Omgevingswet in samenhang met artikel 10.1 van het Omgevingsbesluit

overwegende,

dat het met het oog op de voorbereiding van een projectbesluit voor het Net op zee Nederwiek 3 gericht op het stellen van regels in de omgevingsplannen van de gemeenten Altena, Dordrecht, Drimmelen, Geertruidenberg, Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard, Moerdijk en Voorne aan Zee, wenselijk is te voorkomen dat zich in het gebied van het projectbesluit ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het doel van die regels;

hiertoe in de Omgevingswet de mogelijkheid wordt geboden een voorbereidingsbesluit te nemen;

dat hierover overleg heeft plaatsgevonden met de gemeenten Altena, Dordrecht, Drimmelen, Geertruidenberg, Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard, Moerdijk en Voorne aan Zee en andere overlegpartners die betrokken zijn bij de zorg voor de fysieke leefomgeving of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn, zoals Rijkswaterstaat, provincies en waterschappen;

Besluit:

Artikel I

Te verklaren dat voor het projectgebied, zoals dat bij dit besluit is opgenomen, een projectbesluit als bedoeld in artikel 5.44, eerste lid, van de Omgevingswet wordt voorbereid gericht op het stellen van regels in de omgevingsplannen van de gemeenten Altena, Dordrecht, Drimmelen, Geertruidenberg, Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard, Moerdijk en Voorne aan Zee voor de realisatie van een hoogspanningsverbinding en een converterstation in het kader van het project Net op zee Nederwiek 3.

Artikel II

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Altena te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals deze in Bijlage 1 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel III

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Dordrecht te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals deze in Bijlage 2 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel IV

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Drimmelen te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals deze in Bijlage 3 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel V

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Geertruidenberg te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals deze in Bijlage 4 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel VI

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Goeree-Overflakkee te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals deze in Bijlage 5 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel VII

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Hoeksche Waard te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals deze in Bijlage 6 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel VIII

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Moerdijk te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals deze in Bijlage 7 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel IX

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Voorne aan Zee te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals deze in Bijlage 8 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel X

Na bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant, treedt dit besluit direct in werking.

Aldus besloten

Sophie Hermans

Minister van Klimaat en Groene Groei

9 januari 2025

Bijlage 1 artikel II

Voorbeschermingsregels Net op zee Nederwiek 3 voor Gemeente Altena

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Altena. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Altena in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van het Net op zee Nederwiek 3.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke bouwactiviteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het projectgebied bouwwerken te bouwen, in stand te houden en te gebruiken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op ruimtelijke bouwactiviteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, waaronder bodembeschermingen of bestortingen op de bodem van het oppervlaktewaterlichaam;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem, uitgezonderd het vervangen van bestaand met de bodem verbonden vistuig en/of het gebruik van spudpalen op het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage. Dit met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden aan oevers, vaarwegen en of waterkeringen door de beheerder;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen, uitgezonderd reguliere onderhoudswerkzaamheden door Rijkswaterstaat en/of Havenbedrijf Rotterdam waaronder in ieder geval zandsuppletie en/of het storten van zand of bagger in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer en in of nabij het Slijkgat, alsook het plaatsen/aanpassen van vaarwegmarkering (o.a. betonning);

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, behoudens het verruimen, verleggen of vergraven (waaronder baggeren) van vaarwegen in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • g.

      het aanleggen van kabels & leidingen, anders dan ten behoeve van het Net op zee Nederwiek 3.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van werkzaamheden ter voorbereiding van de uitvoering van het vast te stellen projectbesluit betreffen.

Artikel 2.3 Vergunningplicht wijziging gebruik

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning het gebruik van gronden en bouwwerken te wijzigen.

  • 2.

    De vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien het voorgenomen gebruik naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maakt voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag raadpleegt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, de Minister, alsmede de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Algemene beoordelingsregels aanvraag omgevingsvergunning

  • 1.

    Een omgevingsvergunning op grond van het omgevingsplan wordt verleend als deze geen onevenredige afbreuk doet aan het belang dat gediend wordt met de doelen als opgenomen in artikel 1.2.

  • 2.

    Voor een activiteit waarvoor overeenkomstig de daarop toepasselijke beoordelingsregels, bedoeld in hoofdstuk 2, geen omgevingsvergunning kan worden verleend, of die niet overeenkomstig de voor de activiteit geldende algemene regels in dit hoofdstuk kan worden uitgevoerd, wordt een omgevingsvergunning verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      er zijn geen geschikte alternatieven; en,

    • b.

      het doorgang vinden van de activiteit is noodzakelijk met het oog op een van de doelen zoals benoemd in artikel 1.2.

Artikel 3.2 Eerbiedigende werking

  • 1.

    Een bestaande activiteit die in strijd is met de voorbeschermingsregels, mag worden voortgezet.

  • 2.

    Het is verboden een strijdige activiteit zoals bedoeld in het eerste lid te veranderen, tenzij:

    • a.

      door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

    • b.

      de activiteit hiermee in overeenstemming met de voorbeschermingsregels wordt gebracht.

Bijlage I Overzicht informatieobjecten

Net op zee Nederwiek 3 - gemeente Altena

/join/id/regdata/mnre1182/2025/vb_Nederwiek3_Altena/nld@2025‑01‑17

Bijlage II Begrippen

Bestaand

bij bebouwing: bebouwing zoals legaal aanwezig op het tijdstip van vaststelling van de voorbeschermingsregels, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;

bij gebruik: gebruik zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels;

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Net op zee Nederwiek 3 ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Bijlage 2 artikel III

Voorbeschermingsregels Net op zee Nederwiek 3 voor Gemeente Dordrecht.

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Dordrecht. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Dordrecht in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van het Net op zee Nederwiek 3.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke bouwactiviteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het projectgebied bouwwerken te bouwen, in stand te houden en te gebruiken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op ruimtelijke bouwactiviteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, waaronder bodembeschermingen of bestortingen op de bodem van het oppervlaktewaterlichaam;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem, uitgezonderd het vervangen van bestaand met de bodem verbonden vistuig en/of het gebruik van spudpalen op het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage. Dit met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden aan oevers, vaarwegen en of waterkeringen door de beheerder;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen, uitgezonderd reguliere onderhoudswerkzaamheden door Rijkswaterstaat en/of Havenbedrijf Rotterdam waaronder in ieder geval zandsuppletie en/of het storten van zand of bagger in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer en in of nabij het Slijkgat, alsook het plaatsen/aanpassen van vaarwegmarkering (o.a. betonning);

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, behoudens het verruimen, verleggen of vergraven (waaronder baggeren) van vaarwegen in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • g.

      het aanleggen van kabels & leidingen, anders dan ten behoeve van het Net op zee Nederwiek 3.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van werkzaamheden ter voorbereiding van de uitvoering van het vast te stellen projectbesluit betreffen.

Artikel 2.3 Vergunningplicht wijziging gebruik

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning het gebruik van gronden en bouwwerken te wijzigen.

  • 2.

    De vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien het voorgenomen gebruik naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maakt voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag raadpleegt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, de Minister, alsmede de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Algemene beoordelingsregels aanvraag omgevingsvergunning

  • 1.

    Een omgevingsvergunning op grond van het omgevingsplan wordt verleend als deze geen onevenredige afbreuk doet aan het belang dat gediend wordt met de doelen als opgenomen in artikel 1.2.

  • 2.

    Voor een activiteit waarvoor overeenkomstig de daarop toepasselijke beoordelingsregels, bedoeld in hoofdstuk 2, geen omgevingsvergunning kan worden verleend, of die niet overeenkomstig de voor de activiteit geldende algemene regels in dit hoofdstuk kan worden uitgevoerd, wordt een omgevingsvergunning verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      er zijn geen geschikte alternatieven; en,

    • b.

      het doorgang vinden van de activiteit is noodzakelijk met het oog op een van de doelen zoals benoemd in artikel 1.2.

Artikel 3.2 Eerbiedigende werking

  • 1.

    Een bestaande activiteit die in strijd is met de voorbeschermingsregels, mag worden voortgezet.

  • 2.

    Het is verboden een strijdige activiteit zoals bedoeld in het eerste lid te veranderen, tenzij:

    • a.

      door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

    • b.

      de activiteit hiermee in overeenstemming met de voorbeschermingsregels wordt gebracht.

Bijlage I Overzicht informatieobjecten

Net op zee Nederwiek 3 - gemeente Dordrecht

/join/id/regdata/mnre1182/2025/vb_Nederwiek3_Dordrecht/nld@2025‑01‑17

Bijlage II Begrippen

Bestaand

bij bebouwing: bebouwing zoals legaal aanwezig op het tijdstip van vaststelling van de voorbeschermingsregels, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;

bij gebruik: gebruik zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels;

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Net op zee Nederwiek 3 ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Bijlage 3 artikel IV

Voorbeschermingsregels Net op zee Nederwiek 3 voor Gemeente Drimmelen.

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Drimmelen. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Drimmelen in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van het Net op zee Nederwiek 3.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke bouwactiviteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het projectgebied bouwwerken te bouwen, in stand te houden en te gebruiken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op ruimtelijke bouwactiviteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, waaronder bodembeschermingen of bestortingen op de bodem van het oppervlaktewaterlichaam;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem, uitgezonderd het vervangen van bestaand met de bodem verbonden vistuig en/of het gebruik van spudpalen op het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage. Dit met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden aan oevers, vaarwegen en of waterkeringen door de beheerder;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen, uitgezonderd reguliere onderhoudswerkzaamheden door Rijkswaterstaat en/of Havenbedrijf Rotterdam waaronder in ieder geval zandsuppletie en/of het storten van zand of bagger in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer en in of nabij het Slijkgat, alsook het plaatsen/aanpassen van vaarwegmarkering (o.a. betonning);

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, behoudens het verruimen, verleggen of vergraven (waaronder baggeren) van vaarwegen in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • g.

      het aanleggen van kabels & leidingen, anders dan ten behoeve van het Net op zee Nederwiek 3.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van werkzaamheden ter voorbereiding van de uitvoering van het vast te stellen projectbesluit betreffen.

Artikel 2.3 Vergunningplicht wijziging gebruik

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning het gebruik van gronden en bouwwerken te wijzigen.

  • 2.

    De vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien het voorgenomen gebruik naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maakt voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag raadpleegt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, de Minister, alsmede de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Algemene beoordelingsregels aanvraag omgevingsvergunning

  • 1.

    Een omgevingsvergunning op grond van het omgevingsplan wordt verleend als deze geen onevenredige afbreuk doet aan het belang dat gediend wordt met de doelen als opgenomen in artikel 1.2.

  • 2.

    Voor een activiteit waarvoor overeenkomstig de daarop toepasselijke beoordelingsregels, bedoeld in hoofdstuk 2, geen omgevingsvergunning kan worden verleend, of die niet overeenkomstig de voor de activiteit geldende algemene regels in dit hoofdstuk kan worden uitgevoerd, wordt een omgevingsvergunning verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      er zijn geen geschikte alternatieven; en,

    • b.

      het doorgang vinden van de activiteit is noodzakelijk met het oog op een van de doelen zoals benoemd in artikel 1.2.

Artikel 3.2 Eerbiedigende werking

  • 1.

    Een bestaande activiteit die in strijd is met de voorbeschermingsregels, mag worden voortgezet.

  • 2.

    Het is verboden een strijdige activiteit zoals bedoeld in het eerste lid te veranderen, tenzij:

    • a.

      door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

    • b.

      de activiteit hiermee in overeenstemming met de voorbeschermingsregels wordt gebracht.

Bijlage I Overzicht Informatieobjecten

Net op zee Nederwiek 3 - gemeente Drimmelen

/join/id/regdata/mnre1182/2025/vb_Nederwiek3_Drimmelen/nld@2025‑01‑17

Bijlage II Begrippen

Bestaand

bij bebouwing: bebouwing zoals legaal aanwezig op het tijdstip van vaststelling van de voorbeschermingsregels, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;

bij gebruik: gebruik zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels;

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Net op zee Nederwiek 3 ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Bijlage 4 artikel V

Voorbeschermingsregels Net op zee Nederwiek 3 voor Gemeente Geertruidenberg.

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Geertruidenberg. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Geertruidenberg in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van het Net op zee Nederwiek 3.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke bouwactiviteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het projectgebied bouwwerken te bouwen, in stand te houden en te gebruiken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op ruimtelijke bouwactiviteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, waaronder bodembeschermingen of bestortingen op de bodem van het oppervlaktewaterlichaam;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem, uitgezonderd het vervangen van bestaand met de bodem verbonden vistuig en/of het gebruik van spudpalen op het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage. Dit met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden aan oevers, vaarwegen en of waterkeringen door de beheerder;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen, uitgezonderd reguliere onderhoudswerkzaamheden door Rijkswaterstaat en/of Havenbedrijf Rotterdam waaronder in ieder geval zandsuppletie en/of het storten van zand of bagger in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer en in of nabij het Slijkgat, alsook het plaatsen/aanpassen van vaarwegmarkering (o.a. betonning);

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, behoudens het verruimen, verleggen of vergraven (waaronder baggeren) van vaarwegen in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • g.

      het aanleggen van kabels & leidingen, anders dan ten behoeve van het Net op zee Nederwiek 3.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van werkzaamheden ter voorbereiding van de uitvoering van het vast te stellen projectbesluit betreffen.

Artikel 2.3 Vergunningplicht wijziging gebruik

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning het gebruik van gronden en bouwwerken te wijzigen.

  • 2.

    De vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien het voorgenomen gebruik naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maakt voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag raadpleegt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, de Minister, alsmede de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Algemene beoordelingsregels aanvraag omgevingsvergunning

  • 1.

    Een omgevingsvergunning op grond van het omgevingsplan wordt verleend als deze geen onevenredige afbreuk doet aan het belang dat gediend wordt met de doelen als opgenomen in artikel 1.2.

  • 2.

    Voor een activiteit waarvoor overeenkomstig de daarop toepasselijke beoordelingsregels, bedoeld in hoofdstuk 2, geen omgevingsvergunning kan worden verleend, of die niet overeenkomstig de voor de activiteit geldende algemene regels in dit hoofdstuk kan worden uitgevoerd, wordt een omgevingsvergunning verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      er zijn geen geschikte alternatieven; en,

    • b.

      het doorgang vinden van de activiteit is noodzakelijk met het oog op een van de doelen zoals benoemd in artikel 1.2.

Artikel 3.2 Eerbiedigende werking

  • 1.

    Een bestaande activiteit die in strijd is met de voorbeschermingsregels, mag worden voortgezet.

  • 2.

    Het is verboden een strijdige activiteit zoals bedoeld in het eerste lid te veranderen, tenzij:

    • a.

      door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

    • b.

      de activiteit hiermee in overeenstemming met de voorbeschermingsregels wordt gebracht.

Bijlage I Overzicht informatieobjecten

Net op zee Nederwiek 3 - gemeente Geertruidenberg

/join/id/regdata/mnre1182/2025/vb_Nederwiek3_Geertruidenberg/nld@2025‑01‑17

Bijlage II Begrippen

Bestaand

bij bebouwing: bebouwing zoals legaal aanwezig op het tijdstip van vaststelling van de voorbeschermingsregels, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;

bij gebruik: gebruik zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels;

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Net op zee Nederwiek 3 ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Bijlage 5 artikel VI

Voorbeschermingsregels Net op zee Nederwiek 3 voor Gemeente Goeree-Overflakkee.

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Goeree-Overflakkee. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Goeree-Overflakkee in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van het Net op zee Nederwiek 3.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke bouwactiviteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het projectgebied bouwwerken te bouwen, in stand te houden en te gebruiken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op ruimtelijke bouwactiviteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, waaronder bodembeschermingen of bestortingen op de bodem van het oppervlaktewaterlichaam;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem, uitgezonderd het vervangen van bestaand met de bodem verbonden vistuig en/of het gebruik van spudpalen op het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage. Dit met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden aan oevers, vaarwegen en of waterkeringen door de beheerder;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen, uitgezonderd reguliere onderhoudswerkzaamheden door Rijkswaterstaat en/of Havenbedrijf Rotterdam waaronder in ieder geval zandsuppletie en/of het storten van zand of bagger in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer en in of nabij het Slijkgat, alsook het plaatsen/aanpassen van vaarwegmarkering (o.a. betonning);

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, behoudens het verruimen, verleggen of vergraven (waaronder baggeren) van vaarwegen in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • g.

      het aanleggen van kabels & leidingen, anders dan ten behoeve van het Net op zee Nederwiek 3.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van werkzaamheden ter voorbereiding van de uitvoering van het vast te stellen projectbesluit betreffen.

Artikel 2.3 Vergunningplicht wijziging gebruik

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning het gebruik van gronden en bouwwerken te wijzigen.

  • 2.

    De vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien het voorgenomen gebruik naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maakt voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag raadpleegt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, de Minister, alsmede de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Algemene beoordelingsregels aanvraag omgevingsvergunning

  • 1.

    Een omgevingsvergunning op grond van het omgevingsplan wordt verleend als deze geen onevenredige afbreuk doet aan het belang dat gediend wordt met de doelen als opgenomen in artikel 1.2.

  • 2.

    Voor een activiteit waarvoor overeenkomstig de daarop toepasselijke beoordelingsregels, bedoeld in hoofdstuk 2, geen omgevingsvergunning kan worden verleend, of die niet overeenkomstig de voor de activiteit geldende algemene regels in dit hoofdstuk kan worden uitgevoerd, wordt een omgevingsvergunning verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      er zijn geen geschikte alternatieven; en,

    • b.

      het doorgang vinden van de activiteit is noodzakelijk met het oog op een van de doelen zoals benoemd in artikel 1.2.

Artikel 3.2 Eerbiedigende werking

  • 1.

    Een bestaande activiteit die in strijd is met de voorbeschermingsregels, mag worden voortgezet.

  • 2.

    Het is verboden een strijdige activiteit zoals bedoeld in het eerste lid te veranderen, tenzij:

    • a.

      door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

    • b.

      de activiteit hiermee in overeenstemming met de voorbeschermingsregels wordt gebracht.

Bijlage I Overzicht informatieobjecten

Net op zee Nederwiek 3 - gemeente Goeree Overflakkee

/join/id/regdata/mnre1182/2025/vb_Nederwiek3_GoereeOverflakkee/nld@2025‑01‑17

Bijlage II Begrippen

Bestaand

bij bebouwing: bebouwing zoals legaal aanwezig op het tijdstip van vaststelling van de voorbeschermingsregels, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;

bij gebruik: gebruik zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels;

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Net op zee Nederwiek 3 ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Bijlage 6 artikel VII

Voorbeschermingsregels Net op zee Nederwiek 3 voor Gemeente Hoeksche Waard.

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Hoeksche Waard. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Hoeksche Waard in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van het Net op zee Nederwiek 3.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke bouwactiviteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het projectgebied bouwwerken te bouwen, in stand te houden en te gebruiken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op ruimtelijke bouwactiviteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, waaronder bodembeschermingen of bestortingen op de bodem van het oppervlaktewaterlichaam;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem, uitgezonderd het vervangen van bestaand met de bodem verbonden vistuig en/of het gebruik van spudpalen op het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage. Dit met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden aan oevers, vaarwegen en of waterkeringen door de beheerder;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen, uitgezonderd reguliere onderhoudswerkzaamheden door Rijkswaterstaat en/of Havenbedrijf Rotterdam waaronder in ieder geval zandsuppletie en/of het storten van zand of bagger in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer en in of nabij het Slijkgat, alsook het plaatsen/aanpassen van vaarwegmarkering (o.a. betonning);

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, behoudens het verruimen, verleggen of vergraven (waaronder baggeren) van vaarwegen in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • g.

      het aanleggen van kabels & leidingen, anders dan ten behoeve van het Net op zee Nederwiek 3.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van werkzaamheden ter voorbereiding van de uitvoering van het vast te stellen projectbesluit betreffen.

Artikel 2.3 Vergunningplicht wijziging gebruik

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning het gebruik van gronden en bouwwerken te wijzigen.

  • 2.

    De vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien het voorgenomen gebruik naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maakt voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag raadpleegt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, de Minister, alsmede de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Algemene beoordelingsregels aanvraag omgevingsvergunning

  • 1.

    Een omgevingsvergunning op grond van het omgevingsplan wordt verleend als deze geen onevenredige afbreuk doet aan het belang dat gediend wordt met de doelen als opgenomen in artikel 1.2.

  • 2.

    Voor een activiteit waarvoor overeenkomstig de daarop toepasselijke beoordelingsregels, bedoeld in hoofdstuk 2, geen omgevingsvergunning kan worden verleend, of die niet overeenkomstig de voor de activiteit geldende algemene regels in dit hoofdstuk kan worden uitgevoerd, wordt een omgevingsvergunning verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      er zijn geen geschikte alternatieven; en,

    • b.

      het doorgang vinden van de activiteit is noodzakelijk met het oog op een van de doelen zoals benoemd in artikel 1.2.

Artikel 3.2 Eerbiedigende werking

  • 1.

    Een bestaande activiteit die in strijd is met de voorbeschermingsregels, mag worden voortgezet.

  • 2.

    Het is verboden een strijdige activiteit zoals bedoeld in het eerste lid te veranderen, tenzij:

    • a.

      door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

    • b.

      de activiteit hiermee in overeenstemming met de voorbeschermingsregels wordt gebracht.

Bijlage I Overzicht informatieobjecten

Net op zee Nederwiek 3 - gemeente Hoekse Waard

/join/id/regdata/mnre1182/2025/vb_Nederwiek3_HoekseWaard/nld@2025‑01‑17

Bijlage II Begrippen

Bestaand

bij bebouwing: bebouwing zoals legaal aanwezig op het tijdstip van vaststelling van de voorbeschermingsregels, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;

bij gebruik: gebruik zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels;

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Net op zee Nederwiek 3 ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Bijlage 7 artikel VIII

Voorbeschermingsregels Net op zee Nederwiek 3 voor Gemeente Moerdijk.

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Moerdijk. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Moerdijk in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van het Net op zee Nederwiek 3.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke bouwactiviteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het projectgebied bouwwerken te bouwen, in stand te houden en te gebruiken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op ruimtelijke bouwactiviteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, waaronder bodembeschermingen of bestortingen op de bodem van het oppervlaktewaterlichaam;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem, uitgezonderd het vervangen van bestaand met de bodem verbonden vistuig en/of het gebruik van spudpalen op het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage. Dit met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden aan oevers, vaarwegen en of waterkeringen door de beheerder;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen, uitgezonderd reguliere onderhoudswerkzaamheden door Rijkswaterstaat en/of Havenbedrijf Rotterdam waaronder in ieder geval zandsuppletie en/of het storten van zand of bagger in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer en in of nabij het Slijkgat, alsook het plaatsen/aanpassen van vaarwegmarkering (o.a. betonning);

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, behoudens het verruimen, verleggen of vergraven (waaronder baggeren) van vaarwegen in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • g.

      het aanleggen van kabels & leidingen, anders dan ten behoeve van het Net op zee Nederwiek 3.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van werkzaamheden ter voorbereiding van de uitvoering van het vast te stellen projectbesluit betreffen.

Artikel 2.3 Vergunningplicht wijziging gebruik

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning het gebruik van gronden en bouwwerken te wijzigen.

  • 2.

    De vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien het voorgenomen gebruik naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maakt voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag raadpleegt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, de Minister, alsmede de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Algemene beoordelingsregels aanvraag omgevingsvergunning

  • 1.

    Een omgevingsvergunning op grond van het omgevingsplan wordt verleend als deze geen onevenredige afbreuk doet aan het belang dat gediend wordt met de doelen als opgenomen in artikel 1.2.

  • 2.

    Voor een activiteit waarvoor overeenkomstig de daarop toepasselijke beoordelingsregels, bedoeld in hoofdstuk 2, geen omgevingsvergunning kan worden verleend, of die niet overeenkomstig de voor de activiteit geldende algemene regels in dit hoofdstuk kan worden uitgevoerd, wordt een omgevingsvergunning verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      er zijn geen geschikte alternatieven; en,

    • b.

      het doorgang vinden van de activiteit is noodzakelijk met het oog op een van de doelen zoals benoemd in artikel 1.2.

Artikel 3.2 Eerbiedigende werking

  • 1.

    Een bestaande activiteit die in strijd is met de voorbeschermingsregels, mag worden voortgezet.

  • 2.

    Het is verboden een strijdige activiteit zoals bedoeld in het eerste lid te veranderen, tenzij:

    • a.

      door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

    • b.

      de activiteit hiermee in overeenstemming met de voorbeschermingsregels wordt gebracht.

Bijlage I Overzicht informatieobjecten

Net op zee Nederwiek 3 - gemeente Moerdijk

/join/id/regdata/mnre1182/2025/vb_Nederwiek3_Moerdijk/nld@2025‑01‑17

Bijlage II Begrippen

Bestaand

bij bebouwing: bebouwing zoals legaal aanwezig op het tijdstip van vaststelling van de voorbeschermingsregels, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;

bij gebruik: gebruik zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels;

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Net op zee Nederwiek 3 ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Bijlage 8 artikel IX

Voorbeschermingsregels Net op zee Nederwiek 3 voor Gemeente Voorne aan Zee.

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Voorne aan Zee. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Voorne aan Zee in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van het Net op zee Nederwiek 3.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke bouwactiviteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het projectgebied bouwwerken te bouwen, in stand te houden en te gebruiken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op ruimtelijke bouwactiviteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, waaronder bodembeschermingen of bestortingen op de bodem van het oppervlaktewaterlichaam;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem, uitgezonderd het vervangen van bestaand met de bodem verbonden vistuig en/of het gebruik van spudpalen op het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage. Dit met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden aan oevers, vaarwegen en of waterkeringen door de beheerder;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen, uitgezonderd reguliere onderhoudswerkzaamheden door Rijkswaterstaat en/of Havenbedrijf Rotterdam waaronder in ieder geval zandsuppletie en/of het storten van zand of bagger in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer en in of nabij het Slijkgat, alsook het plaatsen/aanpassen van vaarwegmarkering (o.a. betonning);

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, behoudens het verruimen, verleggen of vergraven (waaronder baggeren) van vaarwegen in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • g.

      het aanleggen van kabels & leidingen, anders dan ten behoeve van het Net op zee Nederwiek 3.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van werkzaamheden ter voorbereiding van de uitvoering van het vast te stellen projectbesluit betreffen.

Artikel 2.3 Vergunningplicht wijziging gebruik

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning het gebruik van gronden en bouwwerken te wijzigen.

  • 2.

    De vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien het voorgenomen gebruik naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maakt voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag raadpleegt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, de Minister, alsmede de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Algemene beoordelingsregels aanvraag omgevingsvergunning

  • 1.

    Een omgevingsvergunning op grond van het omgevingsplan wordt verleend als deze geen onevenredige afbreuk doet aan het belang dat gediend wordt met de doelen als opgenomen in artikel 1.2.

  • 2.

    Voor een activiteit waarvoor overeenkomstig de daarop toepasselijke beoordelingsregels, bedoeld in hoofdstuk 2, geen omgevingsvergunning kan worden verleend, of die niet overeenkomstig de voor de activiteit geldende algemene regels in dit hoofdstuk kan worden uitgevoerd, wordt een omgevingsvergunning verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      er zijn geen geschikte alternatieven; en,

    • b.

      het doorgang vinden van de activiteit is noodzakelijk met het oog op een van de doelen zoals benoemd in artikel 1.2.

Artikel 3.2 Eerbiedigende werking

  • 1.

    Een bestaande activiteit die in strijd is met de voorbeschermingsregels, mag worden voortgezet.

  • 2.

    Het is verboden een strijdige activiteit zoals bedoeld in het eerste lid te veranderen, tenzij:

    • a.

      door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

    • b.

      de activiteit hiermee in overeenstemming met de voorbeschermingsregels wordt gebracht.

Bijlage I Overzicht informatieobjecten

Net op zee Nederwiek 3 - gemeente Voorne aan Zee

/join/id/regdata/mnre1182/2025/vb_Nederwiek3_VoorneAanZee/nld@2025‑01‑17

Bijlage II Begrippen

Bestaand

bij bebouwing: bebouwing zoals legaal aanwezig op het tijdstip van vaststelling van de voorbeschermingsregels, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;

bij gebruik: gebruik zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels;

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Net op zee Nederwiek 3 ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Besluit Motivering

1. Inleiding

Het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) en TenneT TSO B.V. (TenneT) willen een ondergrondse hoogspanningsverbinding realiseren van het windenergiegebied Nederwiek in de Noordzee naar de gemeente Geertruidenberg. Deze ondergrondse hoogspanningsverbinding is nodig om de duurzame energie, die in de toekomst op zee wordt opgewekt vanuit dit windenergiegebied, naar land te kunnen transporteren.

Op grond van artikel 5.44, eerste lid, van de Omgevingswet (hierna: Ow) en artikel 20a van de Elektriciteitswet wordt het projectbesluit over de hoogspanningsverbinding en het converterstation genomen door de Minister van Klimaat en Groene Groei (hierna KGG)) en de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna VRO). Bij die besluitvorming wordt de coördinatieregeling (afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht, (hierna Awb)) toegepast.

Op grond van artikel 4.16, tweede lid, gelezen in samenhang met de artikelen 4.14, derde lid, en 4.15, vierde lid van de Ow is de Minister van KGG, in overeenstemming met de Minister van VRO, bevoegd een voorbereidingsbesluit te nemen. In dit voorbereidingsbesluit verklaren de ministers dat voor het gebied, bedoeld in bijlage 1, een projectbesluit wordt voorbereid. Doel van het voorbereidingsbesluit is dat gebied te vrijwaren van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die aan verwezenlijking van het doel van het projectbesluit in de weg kunnen staan. Tegen dit besluit staat, op grond van artikel 8:5, eerste lid, van de Awb in samenhang artikel 1 van bijlage 2 bij de Awb en artikel 7:1 van de Awb, geen bezwaar of beroep open.

Op grond van artikel 4.16, vijfde lid, van de Ow vervalt dit voorbereidingsbesluit binnen een jaar en zes maanden of, als binnen die termijn voor de betreffende gronden het projectbesluit is bekendgemaakt, op het tijdstip waarop het projectbesluit in werking treedt of is vernietigd. Mocht het voorbereidingsbesluit gronden betreffen die buiten het projectbesluit komen te liggen, dan zal in het geval binnen een jaar en zes maanden een projectbesluit wordt vastgesteld het voorbereidingsbesluit voor die gronden zo spoedig mogelijk na publicatie van het projectbesluit ingetrokken worden zodat er geen onnodige belemmeringen blijven bestaan.

2. Het gebied

In het gebied waarop dit voorbereidingsbesluit betrekking heeft (hierna: het regelingsgebied) zal een nieuw te realiseren hoogspanningsverbinding ten behoeve van het project Net op zee Nederwiek 3, alsmede een nieuw converterstation worden gerealiseerd.

Een deel van het tracé van de hoogspanningsverbinding ligt op zee en in binnenwateren, een ander deel op land. Het regelingsgebied is neergelegd op de kaart die bij dit besluit hoort en die als bijlage (in pdf) is te raadplegen in de Staatscourant of via www.bureau-energieprojecten.nl.

Voorbereidingsbesluitgebied Net op zee Nederwiek 3
Voorbereidingsbesluitgebied Net op zee Nederwiek 3TenneT

3. Het project

Bij de afweging om te komen tot een voorkeursalternatief is gekeken naar de omgeving, milieuaspecten, kosten, techniek en toekomstvastheid. In het kader van het onderdeel Omgeving heeft participatie plaatsgevonden. Zie voor een uitgebreide onderbouwing van het voorkeursalternatief (VKA) de afwegingsnotitie VKA op de Externe link: site van RVO.

Het gekozen alternatief voor de hoogspanningsverbinding is de variant Binnenwateren, omdat dit de minste effecten heeft op de omgeving. Bij het onderzoeken van deze variant zal in het bijzonder aandacht zijn voor effecten van de kabel op de natuur in het Haringvliet/Hollandsch Diep en de Voordelta. De locatie Standhazensedijk in Geertruidenberg is gekozen als voorkeurslocatie voor het converterstation. Locaties in Moerdijk kunnen niet tijdig aangesloten worden. De locatie Standhazensedijk heeft reeds een bedrijfsbestemming en de effecten zijn beperkt of mitigeerbaar.

In het ontwerp-projectbesluit dat te zijner tijd door de minister ter inzage zal worden gelegd, wordt de precieze ligging van het project opgenomen en gemotiveerd. Dat ontwerp-projectbesluit wordt in een later stadium ter inzage gelegd; een ieder kan op dat moment op alle aspecten van het project en de gemaakte keuzes zijn zienswijze indienen. De keuzes die ten grondslag liggen aan het regelingsgebied waarop dit voorbereidingsbesluit betrekking heeft, zijn niet definitief en niet bindend voor het projectbesluit. Dit voorbereidingsbesluit dient als tijdelijke reservering. Met het voorbereidingsbesluit worden dus geen onomkeerbare beslissingen over het project genomen.

4. Noodzaak voorbeschermingsregels

Dit voorbereidingsbesluit heeft tot gevolg dat in het regelingsgebied waarvoor het voorbereidingsbesluit geldt, het uitvoeren van werken en werkzaamheden alsmede het gebruik van gronden en bouwwerken op grond van artikel 4.14, derde lid, van de Ow worden beperkt. Met de voorbereidingsregels worden bestaand gebruik en bestaande bouwwerken geëerbiedigd. Naar het oordeel van de ministers zijn deze beperkingen redelijkerwijs noodzakelijk om te voorkomen dat het regelingsgebied minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van de daaraan bij het projectbesluit te geven regels. Het projectbesluit is bedoeld om een complex energieproject met een publiek belang mogelijk te maken en zo ruimte te creëren voor de (transitie naar duurzame) energievoorziening van nationaal belang. De regels van dit voorbereidingsbesluit zorgen ervoor dat er tussentijds geen activiteiten plaatsvinden binnen het regelingsgebied die de realisatie van dat energieproject kunnen bemoeilijken. Dit leidt tevens tot een versnelling en verbetering van de besluitvorming over het energieproject ter plaatse van het regelingsgebied.

Naar boven