Regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 15 december 2025, nr. WJZ/102538987, houdende wijziging van de Regeling Martordening vlees in verband met tarieven voor 2026

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

Gelet op de artikelen 13, eerste lid, onderdeel b, 19, eerste lid, en 22a, eerste lid, van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Marktordening vlees wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2:20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 2,85’ vervangen door ‘€ 3,22’ en ‘€ 442,53’ door ‘€ 499,50’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 3,42’ vervangen door ‘€ 3,86’.

3. In het derde lid wordt ‘€ 3,99’ vervangen door ‘€ 4,51’ en ‘€ 528,22’ door ‘€ 596,22’.

4. In het vierde lid wordt ‘€ 4,99’ vervangen door ‘€ 5,64’ en ‘€ 591,70’ door ‘€ 667,88’.

B

Artikel 3:23a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 0,51’ vervangen door ‘€ 0,62’ en ‘€ 442,53’ door ‘€ 499,50’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 0,63’ vervangen door ‘€ 0,77’.

3. In het derde lid wordt ‘€ 0,79’ vervangen door ‘€ 0,97’ en ‘€ 528,22’ door ‘€ 596,22’.

4. In het vierde lid wordt ‘€ 0,91’ vervangen door ‘€ 1,11’ en ‘€ 591,70’ door ‘€ 667,88’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 december 2025

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie

TOELICHTING

1. Algemeen

In de Regeling marktordening vlees zijn tarieven vastgesteld voor wat betreft de classificatie van slachtrunderen en slachtvarkens, die worden bepaald op basis van kostendekkendheid. Op grond van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging directeur KIWA CBS B.V. betreffende het classificeren van slachtrunderen en slachtvarkens (Stcrt. 2019, 17529) voert Kiwa CBS B.V. bedoelde classificatiewerkzaamheden uit. Op de in de artikelen 2:20 en 3:23a van de Regeling marktordening vlees voor deze classificatiewerkzaamheden vastgestelde tarieven, wordt een tariefstijging doorgevoerd. De stijging komt naast een indexatieaanpassing voort uit organisatorische aspecten, gestegen loonkosten, en een verwachte afname van de aantallen te classificeren karkassen in combinatie met een gelijkblijvende aantal benodigde posities aan de lijn.

2. Regeldrukeffecten

De wijzigingsregeling heeft geen effect op de regeldruk. Het betreft een wijziging van enkele tarieven en retributies in de Regeling marktordening vlees. Dit zijn financiële lasten en die vallen als zodanig buiten de definitie van regeldruk.

3. Vaste verandermomenten en inwerkingtreding

De regeling treedt in werking per 1 januari 2026. Het is van belang de verhoging vanwege indexatie en doorberekening van kosten tijdig te laten plaatsvinden. Vanwege de aard van de wijzigingen (tariefsverhoging vanwege indexering en doorberekening van kosten) wordt afgeweken van de reguliere invoeringstermijn van twee maanden na publicatie als bepaald in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309).

4. Consultatie

De uitgangspunten voor de tarieven voor 2026 zijn op 8 en 30 oktober 2025 besproken met de Centrale Organisatie voor de Vleessector, de Producenten Organisatie Varkenshouderij en met Vee & Logistiek Nederland.

5. Artikelen

Artikel I, onderdelen A (artikel 2:20) en B (artikel 3:23a)

De tarieven voor 2026 voor de classificatie van geslachte runderen en geslachte varkens, stijgen ten opzichte van de tarieven voor 2025:

Rekening is gehouden met een indexatie van 2,9%. Voorts is rekening gehouden met een risico opslag vanwege de overgang naar een nieuw classificatiesysteem voor varkens per 2027, en de organisatorische gevolgen die dat met zich meebrengt. Ook is rekening gehouden met een verwachte loonstijging conform CAO per 1 januari 2026 van 3,5%, en per 1 juli 2026 van 2,9%.

Verwacht wordt dat in 2026, 8,8% minder varkenskarkassen geclassificeerd worden ten opzichte van 2025 en 5% minder runderkarkassen. Het tarief wordt vastgesteld per karkas, waardoor een kleiner volume (namelijk: minder te classificeren karkassen), bij gelijkblijvende kosten, leidt tot een hoger tarief per karkas.

Artikel II

Voor de inwerkingtreding wordt verwezen naar paragraaf 3 van het algemeen deel van deze toelichting.

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie

Naar boven