Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 41618 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 41618 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 81, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000;
BESLUIT:
Artikel 1a van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 4,15’ vervangen door ‘€ 4,31’.
2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 3,05’ vervangen door ‘€ 3,17’.
3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘€ 0,50’ vervangen door ‘€ 0,52’.
4. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 8,44’ vervangen door ‘€ 8,77’.
5. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 3,85’ vervangen door ‘€ 4,00’.
6. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘€ 0,57’ vervangen door ‘€ 0,59’.
7. In het derde lid wordt ‘€ 57,20’ vervangen door ‘€ 59,41’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, A.A. Aartsen
Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer (hierna: de regeling) in verband met de verwachte kostenontwikkeling voor het jaar 2026. Hiertoe worden de in de regeling vastgestelde maximumtarieven aangepast.
Sinds 2010 worden de maximumtarieven voor taxivervoer jaarlijks geïndexeerd. Per 1 januari 2017 gebeurt dit op basis van de Landelijke Tarievenindex (LTI). Aanleiding hiervoor is de evaluatie van de tariefstructuur in de taxisector, waarover de Tweede Kamer bij brief van 16 juni 2016 is geïnformeerd.1
Voor 2026 komt uit de berekening een LTI van 3,86%. Dit betekent dat de vaste bedragen, de bedragen per kilometer en de bedragen per minuut hiermee worden verhoogd. Hetzelfde geldt voor het tarief dat de vervoerder, mits afgesproken met de consument, in rekening mag brengen voor de wachtperiode bij aanvang van de rit (zie artikel I).
De tarieven zijn bepaald door de LTI toe te passen op de niet afgeronde maximumtarieven van 2025.2 Zodoende wordt voorkomen dat de maximumtarieven over de jaren heen feitelijk minder stijgen dan op grond van de index gerechtvaardigd zou zijn.
Als taxiondernemers op basis van de nieuwe (geïndexeerde) maximumtarieven kiezen voor het aanpassen van hun tarieven, dan heeft dit voor hen regeldrukeffecten. Deze hangen samen met de volgende handelingen:
• het (laten) aanpassen van de taxameter;
• het downloaden, printen en invullen van nieuwe tariefkaarten; en
• het vervangen van tariefkaarten binnen en buiten het taxivoertuig.
De geschatte eenmalige kosten die samenhangen met de aanpassing van de taxameters zijn: 38.800 taxi’s x 0,25 uur x € 60 = € 582.000. De eenmalige kosten die samenhangen met de nieuwe taxi-informatiekaarten zijn: 38.800 taxi’s x 0,5 uur x € 28 = € 543.000. Als alle taxiondernemingen deze handelingen verrichten zijn de totale kosten € 1.125.200. Per taxivoertuig zou dit neerkomen op € 29. De feitelijke kosten zullen echter lager uitvallen. Niet alle taxi’s verrichten vervoer waarvoor de maximumtarieven gelden. Dit geldt voor contractvervoer en in het geval dat uitsluitend taxivervoer wordt verricht waarbij de prijs vooraf is overeengekomen. Bovendien is het mogelijk dat in de praktijk niet alle taxiondernemers de (geïndexeerde) maximumtarieven doorberekenen.
Door middel van internetconsultatie is aan een ieder de gelegenheid geboden om te reageren op een concept van deze regeling. Hiermee wordt voldaan aan artikel 106 van de Wet personenvervoer 2000. Van 6 oktober tot en met 3 november 2025 kon worden gereageerd op deze regeling en de toelichting. Er zijn in totaal 5 reacties ingediend. Alle reacties openbaar.
Indieners zijn:
• Particulieren: 2 reacties;
• Maatschappelijke organisaties: 2 reacties;
• Bedrijfsleven en branche: 1 reactie.
In de meeste reacties wordt aandacht gevraagd voor de hoge kosten van taxivervoer in Nederland. In twee reacties gaat het daarbij nadrukkelijk om doelgroepenvervoer. Daarnaast pleit de Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) voor indexering met de zogenaamde NEA-kostenontwikkelingsindex, aangezien deze het meest toegesneden zou zijn op de taxibranche en voor het afschaffen van de wettelijke maximumtarieven omdat deze niet zouden passen bij een geliberaliseerde markt.
De tarieven voor doelgroepenvervoer vallen niet onder deze regeling. Deze regeling regelt enkel een jaarlijkse indexering en beoogt geen wijzigingen in de bestaande tariefstructuur. Het reguleren van de maximumtarieven is een belangrijk middel om met name kwetsbare consumenten, zoals ouderen en toeristen, te beschermen wanneer zij een taxi nemen op straat. Het zij nogmaals benadrukt dat de maximumtarieven niet gelden voor contractvervoer en voor taxivervoer dat wordt aangeboden tegen een vast tarief per rit dat vooraf met de reiziger is overeengekomen.
Op basis van de internetconsultatie zijn geen wijzigingen doorgevoerd in de regeling en de toelichting.
Een ontwerp van deze regeling is niet aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voorgelegd voor een formele toets omdat ministeriële regelingen die naar hun aard geen aanmerkelijke gevolgen voor de regeldruk zullen hebben, zoals regelingen betreffende de enkele vaststelling of wijziging van tarieven, geen voorafgaande toetsing door de ATR behoeven.
De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026, conform de vaste verandermomenten voor ministeriële regelingen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, A.A. Aartsen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-41618.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.