Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 20 oktober 2025, nr. BZ2519544, tot wijziging van de Sanctieregeling Belarus 2006 en de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2021/1030 van de Raad van de Europese Unie van 24 juni 2021 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus (PbEU LI 224) en Verordening (EU) nr. 2023/1594 van de Raad van de Europese Unie van 3 augustus 2023 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus (PbEU LI 224), Verordening (EU) nr. 960/2014 van de Raad van de Europese Unie van 8 september 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PbEU 2014, L 271), en de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling Belarus 2006 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1ae wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1af

  • 1. Gelet op artikel 1 van deze regeling en het daarin opgenomen verbod om te handelen in strijd met artikel 1 sexies, tweede lid, artikel 1 septies, tweede lid, en artikel 1 vicies bis, vierde lid, van Verordening (EU) nr. 765/2006, is het verboden om zonder ontheffing van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gespecialiseerde kennis te verstrekken aan personen over de in de bij deze regeling behorende bijlage vermelde gebieden van onderwijs en onderzoek.

  • 2. Het eerste lid strekt zich niet uit tot de verstrekking van kennis in het kader van bacheloropleidingen en associate degree-opleidingen als bedoeld in artikel 7.3a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

  • 3. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming ter uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid.

  • 4. Voor zover deze noodzakelijk zijn voor een doelmatige en doeltreffende uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, kunnen bijzondere persoonsgegevens worden verwerkt.

B

Er wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

BIJLAGE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1AF, EERSTE LID

  • geavanceerde natuurkunde

  • geavanceerde computersimulatie en aanverwante computerwetenschappen

  • geospatiale navigatie

  • nucleaire technologie

  • ruimtevaarttechnologie

  • luchtvaarttechnologie en aanverwante vakgebieden

  • geavanceerde materiaalwetenschap

  • geavanceerde chemische technologie

  • geavanceerde machinebouw

  • geavanceerde elektrotechniek

  • geavanceerde industriële techniek

  • mechanica (non-linear solid mechanics en applied mechanics and data analysis), precisietechniek (materiaalkunde, elektrotechniek) en dynamics based maintenance

  • Experimenteel en theoretisch onderzoek naar materiaal

  • Geavanceerde natuurkunde (vloeistofdynamica, trillingen, geluid).

ARTIKEL II

De Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1d wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervalt.

2. In het vierde lid wordt ‘de taken bedoeld in het derde lid’ vervangen door ‘de taak, bedoeld in het eerste lid’.

3. In het vijfde lid wordt ‘de taak bedoeld in het derde lid,’ vervangen door ‘de taak, bedoeld in het eerste lid,’.

B

Artikel 2, lid 3a, vervalt.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de bijlage en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, D.M. van Weel

TOELICHTING

Algemeen

Met onderhavige wijziging wordt de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bevoegd om ontheffingen te verlenen of te weigeren aan studenten en onderzoekers als het onderwijs en onderzoek betreft dat valt onder de in de bijlage bij de in onderhavige regeling genoemde kennisgebieden. Eenzelfde bevoegdheid is voor de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen in de verplichting te handhaven op ongewenste kennisoverdracht richting de Russische Federatie1. Laatstbedoelde bevoegdheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is in overeenstemming gebracht met die in onderhavige regeling. Reden hiervoor is dat een aantal uitzonderingsgronden voor het verlenen van een ontheffing moeilijk zijn toe te passen in het kader van onderwijs en onderzoek. De artikelleden die zien op die uitzonderingsgronden kunnen daarom vervallen (zie artikel II).

Technische bijstand zoals vermeld in de artikelen 1 sexies, tweede lid onder a, 1 septies, tweede lid onder a en 1 vicies bis, vierde lid onder a, van Verordening (EU) nr. 765/2006 (hierna: Verordening 765/2006 of de Verordening)2 kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld het verlenen van instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten. Desgevraagd heeft de Europese Commissie, middels een formele opinie, aangegeven dat het aanbieden van hoger onderwijs en het verrichten van toegepast onderzoek onder het begrip ‘technische bijstand’ kunnen vallen3.

Op grond van Verordening 765/2006 is het verlenen van technische bijstand of overdragen van goederen of technologie voor bepaalde kennisgebieden verboden. Tevens is het verboden om deze goederen of technologie te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Belarus of voor gebruik in Belarus. Het betreft de in de bijlage van de artikelen 1 sexies, 1 septies, en 1 vicies bis van de Verordening vermelde goederen en technologie.

Ook de kennisinstellingen zijn rechtstreeks gebonden aan de verboden uit de Verordening. Het is daardoor tevens de verantwoordelijkheid van de kennisinstellingen zelf om ervoor te zorgen dat de voornoemde verordening niet wordt overtreden. Nederland dient als lidstaat van de Europese Unie, maatregelen te nemen om te zorgen dat de verboden van de Verordening worden nageleefd en is verantwoordelijk voor de handhaving van die verboden.

Zowel het OCW-Loket Kennisembargo als de Taskforce Ongewenste kennisoverdracht (zie later onder ‘Taak- en procesbeschrijving OCW-Loket Kennisembargo en de Taskforce Ongewenste kennisoverdracht’) hebben geen bevoegdheid tot het vaststellen van concrete overtredingen, maar zij hebben als opdracht om, namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, voor individuele gevallen de risico’s op overtreding van het verbod uit de artikelen 1 sexies, 1 septies, en 1 vicies bis, voor zover dat ziet op de onderwijs- en onderzoeksgebieden, bedoeld in de bijlage bij deze regeling, van de Verordening 765/2006 te onderzoeken en de gevraagde ontheffing al dan niet te verlenen.

Sanctiewet 1977

Artikel 2, eerste lid, van de Sanctiewet 1977 geeft de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur regels te stellen ter voldoening aan verdragen, besluiten of aanbevelingen van organen van volkenrechtelijke organisaties, dan wel aan internationale afspraken, met betrekking tot de handhaving of het herstel van internationale vrede en veiligheid of de bevordering van de internationale rechtsorde, dan wel de bestrijding van terrorisme.

Artikel 2, tweede lid, van de Sanctiewet 1977 bepaalt, dat indien de te stellen regels uitsluitend strekken ter uitvoering van verplichtingen, die voortvloeien uit bindende besluiten van volkenrechtelijke organisaties, deze regels in een ministeriële regeling (lees: sanctieregeling) kunnen worden neergelegd. In de onderhavige regeling is hiervan sprake. Er worden aanvullende regels gesteld, ter uitvoering van verplichtingen opgenomen in de Verordening.

Ontheffing

Om te voldoen aan Verordening 765/2006, meer in het bijzonder aan de artikelen 1 sexies, 1 septies, en 1 vicies bis, dient ook de bijlage van deze regeling met onderwijs- en onderzoeksgebieden op maat te worden gemaakt met de, gelet op de betrokkenheid van Belarus bij de oorlog in Oekraïne, gevoelige kennisgebieden die relevant zijn met betrekking tot de artikelen 1 sexies, 1 septies, en 1 vicies bis van Verordening 765/2006. Middels de gebruikmaking van een ontheffingsmogelijkheden wordt gepoogd om een vinger aan de pols te houden met kennisoverdracht naar Belarus.

Het doel en de strekking van het voorkomen van ongewenste kennisoverdracht naar Belarus door middel van een ontheffing is, dat iedere aanmelding zorgvuldig wordt afgewogen tegen de risico’s die er zijn om de student of onderzoeker de studierichting wel/niet te laten volgen/het onderzoek wel/niet te laten doen. Zodra kan worden aangetoond dat er geen risico is om de kennis aan te bieden, kan een ontheffing worden verleend.

Doelgroep

De ontheffingsverplichting met betrekking tot de verboden in de artikelen 1 sexies, 1 septies, en 1 vicies bis van de Verordening geldt voor alle onderzoekers (inclusief PhD-kandidaten, PDEng-kandidaten en Postdocs), hoogleraren, technisch ondersteunend personeel en masterstudenten die een afstudeeropdracht of onderzoek verrichten binnen de vakgebieden die vallen onder het verbod, bedoeld in voornoemde artikelen. Er is in 2019 voor gekozen om bachelorstudenten (die nog niet in de onderzoeksfase zitten) te ontzien van de ontheffingsverplichting aan kennisinstellingen, aangezien de kennis die in deze fase wordt opgedaan in open bronnen te vinden is. Hetzelfde geldt voor studenten die een associate-degree opleiding volgen.

De onderzoeksfase binnen een master verdient wel speciale aandacht, omdat er in deze fase nieuwe toegang is tot relevante kennis dan wel deze kennis opgedaan kan worden. Dit geldt ook voor bepaalde extra-curriculaire activiteiten zoals studentenprojecten waarbij mogelijk unieke kennis wordt opgedaan.

De bijlage van deze regeling bevat de gebieden van onderwijs en onderzoek waarvoor in het hoger onderwijs een ontheffing is vereist, zoals bedoeld in het nieuwe artikel 1af, eerste lid, van de Sanctieregeling Belarus 2006.

De lijst heeft geen limitatief karakter. Voor een nadere duiding zij verwezen naar https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/hoger-onderwijs/vraag-en-antwoord/waarom-heb-ik-een-ontheffing-nodig-voor-bepaalde-technische-nucleaire-studies4.

Deze bijlage is met name van belang voor het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en doet niet af aan het algemene verbod om kennis over te dragen die zou kunnen bijdragen aan het versterken van de positie van de Russische Federatie via Belarus op het terrein van de onderwerpen genoemd in artikel 1 sexies, 1 septies, en 1 vicies bis van de Verordening. Dat algemene verbod geldt ook buiten het hoger onderwijs en buiten de hier vermelde kennisgebieden.

Taak- en procesbeschrijving OCW-Loket Kennisembargo en de Taskforce Verscherpt toezicht/Ongewenste kennisoverdracht

Het OCW-Loket Kennisembargo is ingesteld als ‘single point of contact’ voor de aanvrager student/onderzoeker en de kennisinstelling van een ontheffing voor het kennisembargo tegen Noord-Korea, het risicoadvies voor naleving van de verboden uit Verordening 267/2012 (Iran-sancties), de beoordeling voor de ontheffing in het kader van Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 en de beoordeling voor de ontheffing in het kader van Sanctieregeling Belarus 2006 door middel van onderhavige wijziging.

De aanvrager student/onderzoeker dient een vragenlijst in te vullen en stuurt deze met bijbehorende bewijsstukken naar het OCW-Loket Kennisembargo.

De Taskforce Ongewenste kennisoverdracht dient als tweede lijn in het toetsingsproces en verricht aanvullend onderzoek in het geval er mogelijke risico’s op kennisoverdracht die op grond van de Verordening verboden is, zijn geconstateerd door het OCW-Loket Kennisembargo.

Bevoegdheden Loket Kennisembargo en Taskforce Ongewenste Kennisoverdracht in relatie tot het verwerken van persoonsgegevens

De Taskforce Ongewenste Kennisoverdracht bestaat uit ambtenaren van de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die op basis van samenwerking en het inbrengen van expertise een (advies)taak uitvoeren namens deze bewindspersonen5. Zowel het OCW- Loket Kennisembargo als de Taskforce kunnen alleen die bevoegdheden uitoefenen die door de ambtenaren, namens hun ministers, kunnen worden uitgeoefend.

Door middel van onderhavige wijziging worden het OCW-Loket Kennisembargo en de Taskforce Ongewenste Kennisoverdracht uitdrukkelijk belast met de taak om aanvragen voor een ontheffing van het kennisembargo te beoordelen en de uitkomst daarvan te delen met de aanvrager en de kennisinstelling waar aanvrager te werk wil worden gesteld of wil studeren.

Door het vastleggen van deze wettelijke taak, staat de bevoegdheid voor het verwerken van persoonsgegevens ook vast (voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van die taak).

Algemene verordening gegevensverwerking

In de Algemene verordening gegevensverwerking (AVG)6 is opgenomen dat een wettelijke verplichting een noodzakelijke voorwaarde is voor een rechtmatige verwerking van persoonsgegevens. In de memorie van toelichting bij de Uitvoeringsregeling AVG is het volgende nader opgenomen.

‘De publieke taak en de gegevensverwerking moeten hun grondslag vinden in het in Nederland geldende recht. Dit hoeft echter niet uitputtend te zijn geregeld, en de publieke taak behoeft ook niet altijd in een wet in formele zin te zijn vastgelegd. Deze lezing strookt ook met het uitgangspunt van het EVRM inzake beperking van grondrechten, waarbij de beperking van het privéleven op grond van artikel 8, tweede lid, voorzienbaar moet zijn bij wet. Het begrip ‘voorzienbaar bij wet’ wordt hierbij opgevat als een materieel wetsbegrip, dat niet beperkt is tot wetten in formele zin. In de kern gaat het erom dat het voor het individu kenbaar moet zijn dat zijn persoonsgegevens met betrekking tot een specifieke publieke taak worden verwerkt.

De nationale regelgeving moet het doel van de verwerking bepalen en zou kunnen ingaan op de voorwaarden die de verordening stelt aan een rechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Bij dit laatste kan blijkens overweging 45 worden gedacht aan specificaties voor het bepalen van de verwerkingsverantwoordelijke, het type verwerkte persoonsgegevens, de betrokkenen, de entiteiten waaraan de persoonsgegevens mogen worden vrijgegeven, de doelbinding, de opslagperiode en andere maatregelen’7.

Met onderhavige wijziging van de Sanctieregeling Belarus 2006 wordt derhalve ook een grondslag in het leven geroepen voor de verwerking van persoonsgegevens.

Bijzondere persoonsgegevens

Voor het uitvoeren van de taak van de Taskforce Ongewenste Kennisoverdracht en het OCW-Loket Kennisembargo is het niet noodzakelijk om bijzondere persoonsgegevens te verwerken. Echter er kan hier sprake zijn van het verwerken van bijzondere persoonsgegevens, omdat zaken als etniciteit, mogelijk geloof en/of politieke voorkeur af te leiden zijn uit de combinatie van naam met geboorteplaats. Om dit risico te beperken, worden betrokkenen in het kader van aanvragen voor een ontheffing gevraagd de foto op het paspoort en het BSN-nummer af te dekken. De mogelijke (bijzondere) persoonsgegevens worden alleen gebruikt om te beoordelen of er sprake is van een persoonlijk, academisch of professioneel netwerk met/in Belarus. Mochten deze bijzondere gegevens verwerkt worden dan is deze verwerking toegestaan op grond van de uitzonderingsgrond zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid onder g, van de Algemene verordening gegevensverwerking, te weten de verwerking is noodzakelijk om redenen van zwaarwegend algemeen belang. Het zwaarwegend algemene belang is hierin gelegen dat getoetst moet kunnen worden of er risico’s zijn dat de verboden uit de Verordening 765/2006 worden overtreden. Tot die risico’s behoort de overdracht van kennis als bedoeld in artikel 1 septies van de Verordening.

Verwerkingsverantwoordelijk in de zin van de AVG

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt vanwege de taak van het OCW-Loket Kennisembargo en de taak van de Taskforce Ongewenste Kennisoverdracht, de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming (zie artikel 1af (nieuw), derde en vierde lid).

Advies en consultatie

De regeling is ter consultatie voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens. De autoriteit persoonsgegevens heeft aangegeven geen opmerkingen te hebben.

Sancties algemeen

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website www.rijksoverheid.nl/sancties.

Inwerkingtreding

Onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting. Uit dien hoofde wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn.

De Minister van Buitenlandse Zaken, D.M. van Weel


X Noot
1

Zie Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 15 juli 2024, nr. Min-Buza.2024.20732-18, tot wijziging van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 (Stct. nr. 23642).

X Noot
2

Verordening (EU) nr. 765/2006 van de Raad van de Europese Unie van 18 mei 2006 betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus en de betrokkenheid van Belarus bij de Russische agressie tegen Oekraïne (PB L 134).

X Noot
3

Commission opinion of 5.8.2019 on a request for interpretation concerning the provision of higher education and the undertaking of applied research in the framework of a prohibition to provide technology or technical assistance to a third country.

X Noot
5

Zie voor nadere uitleg van de taak en governance in de ABD-evaluatie, https://www.algemenebestuursdienst.nl/documenten/publicatie/2021/07/14/evaluatie-taskforce-ongewenste-kennisoverdracht, behorend bij de kamerbrief over evaluatie en voortgang verscherpt toezicht op studenten en onderzoekers in gevoelige onderwijs- en onderzoeksgebieden, d.d. 9 juli 2021, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/07/06/evaluatie-taskforce-ongewenste-kennisoverdracht

X Noot
6

Verordening (EU) 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, L 119)

Naar boven