Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 18 november 2025 tot wijziging van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft 2011

De Nederlandsche Bank N.V.;

Gelet op de artikelen 131, 133 en artikel 135, tweede en vijfde lid, van het Besluit prudentiële regels Wft;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling staten financiële ondernemingen Wft 2011 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e vervalt.

2. Onderdeel f vervalt.

3. In onderdeel g vervalt ‘(PbEU L 176; verordening kapitaalvereisten of Capital Requirements Regulation)’.

4. In onderdeel m vervalt ‘(PbEU 2019, L314)’.

B

Artikel 2:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘bijlagen 1 en 2 bij deze regeling’ vervangen door ‘bijlage 1 bij deze regeling’.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘artikel 130, zesde lid, van het Besluit’ vervangen door ‘artikel 130, achtste en dertiende lid, van het Besluit’.

C

Artikel 2:2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in de eerste volzin na ‘artikel 130, achtste lid’ ingevoegd ‘en dertiende lid’.

2. Het tweede lid vervalt.

3. Het derde lid komt als volgt te luiden:

De verzekeraar verstrekt de staten opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling aan DNB met inachtneming van de frequenties en binnen de termijnen zoals vermeld in bijlage 1 bij deze regeling.

D

Artikel 2.6 vervalt.

F

Bijlage 2 vervalt.

G

Bijlage 3 komt te luiden:

J

Bijlage 6.1 komt te luiden:

6.1 BANKEN EN CLEARINGINSTELLINGEN IN NEDERLAND

 

Een bank, opt-in bank (art. 3:4) en clearinginstelling, als bedoeld in art. 3:72 Wft

Bijkantoren

Formulieren (set)

Frequentie

Indieningstermijn

Geconsolideerd

Gesubconsolideerd

Solo

EER-bijkantoor als bedoeld in art. 3:77 Wft

Niet-EER bijkantoor als bedoeld in art. 3:82 lid 1 Wft

Uitvraag financiële informatie als bedoeld in art. 430 lid 3 en lid 4 CRR en nader uitgewerkt in annex I van de technische uitvoeringsnorm inzake rapportages van EBA

Kwartaal

Als bedoeld in de technische uitvoeringsnormen inzake prudentiële rapportages van EBA

Nee

Nee

Nee

Uitsluitend de staten van Part 1, F01.01 t/m 02.00

Uitsluitend de staten van Part 1, F01.01 t/m 02.00

LCR rapportages overeenkomstig art. 430 lid 1.d CRR

Maand

Als bedoeld in de technische uitvoeringsnormen inzake prudentiële rapportages van EBA

Nvt

Nvt

Nvt

Nvt

Ja

ALMM rapportagees overeenkomstig art. 430 lid 1.d CRR

Maand

Als bedoeld in de technische uitvoeringsnormen inzake prudentiële rapportages van EBA

Nvt

Nvt

Nvt

Nvt

Ja

ECB FINREP Regulation

Kwartaal

Als bedoeld in de technische uitvoeringsnormen inzake prudentiële rapportages van EBA

Nvt

Indien van toepassing1

Indien van toepassing1

Indien van toepassing1

Nvt

X Noot
1

Indien van toepassing op basis van bepalingen zoals vastgelegd in de ECB FINREP Regulation (Regulation (EU) 2015/534)

K

Bijlage 6.2 komt te luiden:

6.2 ELEKTRONISCHE GELDINSTELLINGEN EN BETAALINSTELLINGEN

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

Rapportage geldt voor:

     

Een betaal- of elektronische geldinstelling als bedoeld in artikel 3:72, eerste lid van de Wft, onder solo toezicht:

Balans

Per halfjaar

30 werkdagen na de verslagperiode

Ja

Winst- en verliesrekening

Idem

Idem

Ja

Buitenbalans en overig

Idem

Idem

Ja

Berekening toetsingsvermogen

Idem

Idem

Ja

Methode A, B of C

Idem

Idem

Ja

Derdengelden

Idem

Idem

Ja

Verklaring

Idem

Idem

Ja

L

Bijlage 6.4 komt te luiden:

6.4 PREMIEPENSIOENINSTELLINGEN

Staat

Frequentie

Indieningstermijn

PPI-J

Jaarlijks

Uiterlijk 31 mei na de verslagperiode

PPI-KW

Per kwartaal

Binnen 30 werkdagen na de verslagperiode

M

Bijlage 6.6 vervalt.

N

Bijlage 7.A komt te luiden:

BIJLAGE 7.A

Formulieren(set)

Een bank, opt-in bank (art. 3:4) en clearinginstelling, als bedoeld in art. 3:72 lid 1 Wft

EER-bijkantoor als bedoeld in art. 3:77 Wft

Niet-EER bijkantoor als bedoeld in art. 3:82 lid 1 Wft

 

Certificering

Certificering

COREP_OF art 430, lid 1.a CRR

Ja

N.v.t.

FINREP art 430, lid 3 CRR

Ja

N.v.t.

FINREP art 430, lid 4 CRR

Ja

N.v.t.

Large Exposures art 430, lid 1.c CRR

Ja

N.v.t.

IRRBB

Ja1

N.v.t.

X Noot
1

Geen waarmerking/certificering maar via ‘Agreed Upon Procedure’ (AUP).

O

In de titel van Bijlage 7.B wordt ‘Verzekeraars’ vervangen door:

Verzekeraars als bedoeld in artikel 3:72, derde lid en artikel 3:82, tweede lid, van de wet.

P

Bijlage 7.B komt te luiden:

BIJLAGE 7B

Overzicht van staten die de accountant betrekt bij zijn onderzoek

Template-code

Templatenaam

Solo

S.02.01

Balans

Ja

S.04.04

Activiteit per land – Locatie verzekering

Ja

S.05.01

Premies, schaden en kosten, per branche

Ja

S.12.01

Technische voorzieningen voor levens- en SLT-ziekteverzekering

Ja

S.17.01

Technische voorzieningen schadeverzekeringsbedrijf

Ja

S.23.01

Eigen vermogen

Ja

S.25.01

Standaardformule voor het solvabiliteitskapitaalvereiste voor ondernemingen

Ja

S.25.05

Solvabiliteitskapitaalvereiste – voor ondernemingen die gebruikmaken van intern model partieel of volledig

Ja

S.26.01

Solvabiliteitskapitaalvereiste – Marktrisico

Ja

S.26.02

Solvabiliteitskapitaalvereiste – Tegenpartijkredietrisico

Ja

S.26.03

Solvabiliteitskapitaalvereiste – Levensverzekeringstechnisch risico

Ja

S.26.04

Solvabiliteitskapitaalvereiste – Ziekteverzekeringstechnisch risico

Ja

S.26.05

Solvabiliteitskapitaalvereiste – Schadeverzekeringstechnisch risico

Ja

S.26.06

Solvabiliteitskapitaalvereiste – Operationeel risico

Ja

S.26.07

Solvabiliteitskapitaalvereiste – Vereenvoudigingen

Ja

S.26.08

Solvabiliteitskapitaalvereiste voor ondernemingen die een (gedeeltelijk of geheel) intern model gebruiken

Ja

S.27.01

Solvabiliteitskapitaalvereiste – Rampenrisico in het schade- en ziekteverzekeringsbedrijf

Ja

S.28.01

Minimumkapitaalvereiste – Uitsluitend levens- of uitsluitend schadeverzekerings- of herverzekeringsactiviteiten

Ja

S.28.02

Minimumkapitaalvereiste – Zowel levens- als schadeverzekeringsactiviteiten

Ja

Nationale staat

Winst en Verliesrekening (vennootschappelijk)

Ja

Q

Bijlage 11 vervalt.

ARTIKEL II

Deze Regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin deze Regeling wordt geplaatst.

Deze Regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van bijlagen 1, 3, 4, 5, 12, 13 en 14. Deze bijlagen worden gepubliceerd op de website van DNB, te weten op de verwijzingen die zijn opgenomen bij de bijlages in de Regeling.

Amsterdam, 18 november 2025

De Nederlandsche Bank N.V. S.J. Maijoor

TOELICHTING

Algemeen

De Regeling staten financiële ondernemingen Wft 2011 (hierna genoemd: de Regeling) is al enkele jaren niet meer in zijn geheel geactualiseerd. Hierdoor staan er nog staten in de Regeling die niet langer door DNB worden uitgevraagd of die gewijzigd zijn door de komst van nieuwe (Europese) wetgeving. Met deze wijziging van de Regeling zorgt DNB ervoor dat de Regeling wederom actueel is.

Om de Regeling overzichtelijker te maken en te vereenvoudigen, worden staten die volgen uit rechtstreeks werkende Europese regelgeving en waarvoor DNB geen aanvullende nationale uitvoeringsmaatregelen hoeft op te nemen, verwijderd uit de Regeling.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.1

In dit artikel waren hyperlinks opgenomen die niet langer bestaan. Om de Regeling te vereenvoudigen worden deze hyperlinks uit het artikel verwijderd. Om de consequentie in de bewoording van de Regeling te behouden worden daarnaast de verwijzingen naar de publicatiebladen in dit artikel verwijderd.

Artikel 2.1, eerste lid onderdeel a en b

In onderdeel a van dit artikel wordt de verwijzing naar bijlage 2 verwijderd, aangezien bijlage 2 komt te vervallen. (Zie nadere toelichting onder het kopje ‘bijlage 2’).

In onderdeel b van dit artikel wordt de verwijzing naar het zesde lid gewijzigd naar het achtste en dertiende lid, omdat het Besluit prudentiële regels Wft (hierna genoemd: Besluit) met de wijziging van verordening (EU) Nr. 575/2013 (Capital Requirements Regulation (CRR)) door Verordening (EU) nr. 575/2013 (EU) 2024/1623 (CRR 3) is aangepast en het zesde lid inmiddels niet meer verwijst naar bijkantoren.

Artikel 2.2, eerste lid, tweede lid en derde lid

De verwijzing naar artikel 130 van het Besluit wordt aangepast, omdat dit artikel is gewijzigd met de komst van CRR 3 en de bepalingen omtrent bijkantoren nu in andere leden van het artikel worden geregeld.

Het tweede lid van dit artikel wordt verwijderd, omdat het lid geen betrekking heeft op staten met een nationaal wettelijke grondslag, maar enkel op de staten zoals bepaald door de technische uitvoeringsnormen solvabiliteit II. Aangezien staten die volgen uit rechtstreeks werkende Europese regelgeving worden verwijderd uit de Regeling, komt het tweede lid te vervallen.

De wijziging van het derde lid hangt samen met het vervallen van het tweede lid. In het derde lid wordt tevens de afwijkingsbepaling verwijderd omdat de betreffende periode voor de eerder vastgestelde afwijkingsbepaling is verlopen. De verwijzing naar artikel 312 van de Verordening solvabiliteit II wordt verwijderd, aangezien het artikel geen betrekking heeft op de staten in het Besluit, maar enkel op de staten zoals bepaald door de technische uitvoeringsnormen solvabiliteit II. Aangezien staten die volgen uit rechtstreeks werkende Europese regelgeving worden verwijderd uit de Regeling, wordt deze verwijzing verwijderd uit artikel 2.2. De indieningsfrequentie en -termijn worden middels een toevoeging in bijlage 1 opgenomen in de Regeling. Artikel 2.2 verwijst naar deze bijlage.

Artikel 2.6

Artikel 2.6 gaf aan dat een bank staten moet aanleveren die zijn opgenomen in bijlage 11. Bijlage 11 komt echter te vervallen, aangezien de staten uit deze bijlage reeds zijn opgenomen in bijlage 6.1. Door het vervallen van bijlage 11 komt tevens artikel 2.6 te vervallen.

Bijlage 1

Door digitalisering zijn de staten in deze bijlage die voorheen ter inzage lagen bij DNB nu te vinden via de link naar de DNB-website.

Bijlage 2

Bijlage 1 betroffen de jaarstaten en bijlage 2 de kwartaalstaten voor verzekeraars en bijkantoren. Deze staten zijn echter samengevoegd in bijlage 1. Bijlage 2 komt daarom te vervallen.

Bijlage 3

Door digitalisering zijn de staten in deze bijlage die voorheen ter inzage lagen bij DNB nu te vinden via de link naar de DNB-website.

Bijlage 4

Door digitalisering zijn de staten in deze bijlage die voorheen ter inzage lagen bij DNB nu te vinden via de link naar de DNB-website.

Bijlage 5

Door digitalisering zijn de staten in deze bijlage die voorheen ter inzage lagen bij DNB nu te vinden via de link naar de DNB-website.

Bijlage 6.1

  • a. Sinds de introductie van de Regeling in 2011 is de CRR gewijzigd. Hierdoor stonden er in bijlage 6.1 nog namen van staten die naar wetsartikelen in de CRR verwezen die sindsdien onder een andere benaming of artikel binnen de CRR opgenomen zijn. Om weer aan te sluiten bij de juiste juridische benaming en grondslag van de staten, worden de titels van de staten geactualiseerd in deze bijlage.

  • b. In het kader van overzichtelijkheid zijn staten zonder wettelijke grondslag uit de bijlage verwijderd.

  • c. Nationale staten die vervangen zijn door Europese equivalenten of die niet langer hun functie in het toezicht vervullen zijn uit de bijlage verwijderd. Dit betreft de volgende staten:

    • 1. De Immobiliaregeling, staat ‘8017’, heeft geen wettelijke grondslag in de CRR en wordt al geruime tijd niet meer door DNB opgevraagd.

    • 2. De nationale liquiditeitstaat ‘8028’ is vervangen door equivalenten in de vorm van Europese liquiditeitsrapportages (LCR rapportages).

    • 3. De nationale staat ‘concentratie op sectoren’ is vervangen door Europese equivalenten die reeds worden meegenomen in de FINREP en COREP rapportages.

    • 4. De nationale staat ‘Renterisicorapportage’ betreft een voorheen nationale staat die met de komst van de EBA Richtsnoeren op grond van artikel 84, lid 6, van Richtlijn 2013/36/EU tot vaststelling van criteria voor het detecteren, beoordelen, beheren en beperken van de risico’s die voortvloeien uit potentiële veranderingen in rentetarieven en van de beoordeling en bewaking van het creditspreadrisico van de activiteiten van instellingen buiten de handelsportefeuille (ook wel genoemd ‘EBA Guidelines on IRRBB’) is vervangen door de Europese IRRBB staat.

  • d. Met betrekking tot het toezicht op zogeheten ‘third country branches’ is vanaf eind 2015 bepaald dat de volgende staten bij DNB ingediend dienen te worden:

    • 1. De staat ‘LCR rapportages overeenkomstig art. 430, lid 1.d, CRR’: betreft een nationale toevoeging voor third country branches en wordt toegevoegd aan de bijlage. De staat heeft als doel beter inzicht te krijgen in de liquiditeitspositie van de third country branches.

    • 2. De staat ‘ALMM rapportages overeenkomstig art. 430, lid 1.d, CRR’: betreft een nationale toevoeging voor third country branches en wordt toegevoegd aan de bijlage. De staat heeft als doel beter inzicht te krijgen in de liquiditeitspositie van de third country branches.

  • e. De ECB FINREP Regulation biedt nationale bevoegde autoriteiten de optie om indieningstermijnen voor FINREP staten te stellen op basis van artikel 10, derde lid, artikel 12, vijfde lid en artikel 15, vijfde lid, van de ECB FINREP Regulation. De regel ‘ECB FINREP Regulation’ wordt daarom toegevoegd aan de regeling.

Bijlage 6.2

De staat ‘Derdengelden’ wordt toegevoegd aan bijlage 6.2. Eén van de belangrijkste risico’s vanuit toezichtperspectief bij betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen betreft het veiligstellen van derdengelden. Om het toezicht op dit risico structureel te verankeren in het toezicht is sinds 2024 een tabblad toegevoegd aan FINREP waarin informatie wordt uitgevraagd over het veiligstellen van derdengelden. De staat baseert zijn juridische grondslag op artikel 130, zevende lid, van het Besluit.

Bijlage 6.4

Voor de staat PPI-KW wordt de indieningstermijn voor PPI's gelijkgetrokken met pensioenfondsen zoals beschreven in artikel 3.3 van de Regeling verslagstaten pensioenfondsen 2015.

Bijlage 6.6

De rapportages in deze bijlage worden uitgevraagd op basis van artikel 24 AIFMD en artikel 110 van de Gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 231/2013. Uit artikel 115l van het Besluit volgt dat beheerders de informatie uit artikel 24 AIFMD aan de AFM dienen te verstrekken. Daarom wordt deze bijlage verwijderd.

Bijlage 7.A

  • a. Sinds de introductie van de Regeling in 2011 is de CRR gewijzigd. Hierdoor stonden in bijlage 7.A nog namen van staten die naar wetsartikelen in de CRR verwezen die sindsdien onder een andere benaming en grondslag of artikel binnen de CRR zijn opgenomen. Om weer aan te sluiten bij de juiste juridische benaming van de staten, worden de titels van de staten geactualiseerd in deze bijlage.

  • b. In het kader van overzichtelijkheid worden staten zonder nationaal wettelijke grondslag en waar vanuit Nederland geen certificering voor wordt gevraagd verwijderd uit de bijlage.

  • c. De staat ‘IRRBB’ (Interest Rate Risk in the Banking Book) wordt toegevoegd aan de bijlage. Deze staat is gebaseerd op Europese regelgeving en vervangt de nationale staat getiteld ‘renterisicorapportage’. Bij de nationale staat gold een certificeringsplicht op basis van een opdracht aan een externe accountant genaamd ‘Specifiek Overeengekomen Werkzaamheden’ (Agreed Upon Procedures, ‘AUP’). Deze certificeringsverplichting wordt voortgezet om invulling te geven aan de EBA Guidelines on IRRBB, paragraaf 53. In paragraaf 53 van deze Guidelines staat opgenomen dat instellingen een interne of externe auditor moeten inschakelen voor het regelmatig controleren van hun IRRBB identificatie, meting, monitoring en controleprocessen. Deze rapporten moeten overhandigd worden aan de nationale competente autoriteiten.

  • d. Abusievelijk was in de Regeling opgenomen dat bijkantoren ook de FINREP rapportage moeten laten certificeren. Deze vermelding is uit de Regeling verwijderd.

Bijlage 7.B

Bijlage 7.B van de Regeling bevat een overzicht van de staten die de accountant betrekt in zijn onderzoek uit hoofde van artikel 3:72, zevende lid, Wft. In de vorige versie van de bijlage waren echter ook staten opgenomen die de accountant niet hoefde te betrekken bij zijn onderzoek. In het kader van overzichtelijkheid zijn deze staten nu uit bijlage 7.B verwijderd, zodat enkel staten zijn opgenomen die een accountant wel bij zijn onderzoek moet betrekken.

Bijlage 11

De staten die voorheen waren opgenomen in bijlage 11 zijn door digitalisering reeds opgenomen in bijlage 6.1. Bijlage 11 komt daarom te vervallen.

Bijlage 12

Door digitalisering zijn de staten in deze bijlage die voorheen ter inzage lagen bij DNB nu te vinden via de link naar de DNB-website.

Bijlage 13

Door digitalisering zijn de staten in deze bijlage die voorheen ter inzage lagen bij DNB nu te vinden via de link naar de DNB-website.

Bijlage 14

Door digitalisering zijn de staten in deze bijlage die voorheen ter inzage lagen bij DNB nu te vinden via de link naar de DNB-website.

Naar boven