Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2025, 40481 | interne regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2025, 40481 | interne regeling |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
commissie als bedoeld in artikel 2;
instelling die op grond van artikel 2.8 van de Erfgoedwet belast is met het beheer van museale cultuurgoederen van de Staat of andere cultuurgoederen;
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
1. Er is een visitatiecommissie Erfgoedwetmusea 2025–2028.
2. De visitatiecommissie heeft tot taak eenmaal per vier jaar een visitatie uit te voeren bij een instelling met een wettelijke taak, resulterend in een visitatierapport per instelling met wettelijke taak, uiterlijk aan de minister uit te brengen op 31 december 2028.
3. De visitatiecommissie hanteert bij de uitvoering van de visitatie van een instelling met een wettelijke taak het ‘Visitatiekader Rijksgesubsidieerde musea’ vastgesteld op 19 november 2025.
1. De visitatiecommissie bestaat uit zeven leden die ieder als voorzitter de opdracht krijgen om vier visitaties uit te voeren.
2. Tot leden en tevens voorzitters van de visitatiecommissie worden benoemd:
– Naima Azough
– Inge Brakman
– Iljan van Hardevelt
– Andrée van Es
– Ila Kasem
– Chequite Nahar
– Angelique Penners-Wouters
3. De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.
4. Bij tussentijds vertrek van een lid kan de minister een ander lid benoemen.
5. De leden kunnen worden geschorst en ontslagen door de minister.
6. Na het uitbrengen van alle benodigde rapporten als bedoeld in artikel 2, tweede lid, is de commissie opgeheven.
1. De visitatiecommissie stelt haar eigen werkwijze vast, met in achtneming van door de minister vastgestelde ‘Visitatiekader Rijksgesubsidieerde musea’ op 19 november 2025.
2. De visitatiecommissie wordt in haar inhoudelijke werkzaamheden bijgestaan door een onafhankelijk en deskundig secretaris. Waar nodig wordt secretariële ondersteuning geboden.
3. In overleg met de visitatiecommissie draagt de instelling met een wettelijke taak zorg voor de deskundige en de onafhankelijke ondersteuning. Indien nodig wordt de secretariële ondersteuning eveneens verzorgd door de instelling met een wettelijke taak.
4. De visitatiecommissie kan zich, na toestemming van de minister, door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.
De visitatiecommissie verstrekt aan de minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen.
1. De voorzitters van de visitatiecommissie, voor zover niet vallend onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, ontvangen per vergadering een vergoeding.
2. De vergoeding per vergadering van de voorzitters van visitatiecommissie bedraagt 130% van 3% van het maximum van salarisschaal 18 conform de laatst overeengekomen CAO Rijk.
3. De voorzitters van de visitatiecommissie ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten op de voet van het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland.
4. Aan het bestuur van de instelling met een wettelijke taak wordt machtiging verleend om de vergoedingen, bedoeld in dit artikel, namens de minister betaalbaar te stellen.
De benodigde rapporten, bedoeld in artikel 2, tweede lid, notities, verslagen en andere producten welke door of namens de visitatiecommissie worden vervaardigd, worden niet door haar openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht.
De visitatiecommissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan de directie Organisatie & Bedrijfsvoering, afdeling CEI, van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst. Een afschrift zal worden gezonden aan de personen, genoemd in artikel 3 van dit besluit.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Moes
Sinds 2021 worden via de Wet op het specifiek cultuurbeleid en de regeling beheer rijkscollectie en museale instellingen 29 instellingen gefinancierd voor het organiseren van publieksactiviteiten. Aan de subsidieverstrekking is de verplichting verbonden om eenmaal per vier jaar (financieel en administratief) zorg te dragen voor de uitvoering van een visitatie op basis van het vastgestelde visitatiekader.
Op verzoek van de Minister van OCW heeft de Museumvereniging een visitatiekader opgesteld dat sinds 2021 van kracht is. De periode 2021–2024 was in het visitatiekader aangemerkt als een pilotfase. Inmiddels heeft een evaluatie van deze pilot plaatsgevonden, uitgevoerd door de Museumvereniging. Het evaluatierapport liet zien dat het visitatie-instrument door betrokken partijen als waardevol wordt ervaren. Op basis van de evaluatie van de pilot is het visitatiekader geactualiseerd voor de cultuurplanperiode 2025–2028 en opnieuw vastgesteld door MOCW op
Het doel van de visitatie is dat een onafhankelijke commissie beoordeelt hoe instellingen in de Erfgoedwet hun taken en publieksactiviteiten verrichten. Ook is de visitatie voor de musea een instrument voor (interne) kwaliteitsborging. De instellingen die gevisiteerd moeten worden hebben de Museumvereniging gevraagd het secretariaat en de uitvoering van de visitaties te verzorgen. MOCW heeft (opnieuw) zeven voorzitters benoemd, die elk vier visitaties uitvoeren. De voorzitters stellen zelf hun visitatiecommissie samen. De overige leden zijn niet door MOCW benoemd.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Moes
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-40481.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.