Verkeersbesluit voor het plaatsen van verkeersbord C1 en het aanleggen van een tijdelijke uitvoegstrook voor werkverkeer aan de linkerzijde van rijksweg 2 tussen km 227,380 en km 227,100 in de gemeente Echt-Susteren

Logo Rijkswaterstaat

RWS-2025/30534

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

BESLUIT

Door middel van het maken van een tijdelijke uitvoegstrook voor werkverkeer aan de linkerzijde van rijksweg 2 tussen km 227,380 en km 227,100 en het plaatsen van verkeersbord C1 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) met onderbord ‘uitgezonderd werkverkeer’, de werkzaamheden die nodig zijn gedurende de uitvoering van het project Verbreding A2 Het Vonderen-Kerensheide veilig door het werkverkeer te kunnen laten uitvoeren.

Het betreffende wegvak is in beheer bij Rijkswaterstaat Zuid-Nederland en is gelegen in de gemeente Echt-Susteren.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Aanvraag/inleiding

Op 6 november 2025 is een verzoek ontvangen van district Zuid-Oost van Rijkswaterstaat Zuid-Nederland waarin zij vragen om een verkeersbesluit te nemen waarmee wordt geregeld dat er een tijdelijke uitvoegstrook voor werkverkeer aan de linkerzijde van rijksweg 2 tussen km 227,380 en km 227,100 wordt gerealiseerd en een verkeersbord C1 met onderbord ‘uitgezonderd werkverkeer’ wordt geplaatst in de gemeente Echt-Susteren.

Het verzoek is geregistreerd onder zaaknummer RWSZ2025-00017624.

1. Wettelijke basis

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna Wvw) moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van verkeerstekens en verkeersborden, zoals benoemd in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (hierna BABW), voor zover daardoor een verbod of gebod wordt ingesteld of gewijzigd.

Op grond van artikel 15, tweede lid, van de Wvw moet een verkeersbesluit worden genomen voor het treffen van maatregelen op of aan de weg die tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer geschieden, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder a, van de Wvw ben ik bevoegd dit besluit te nemen.

2. Doel

De beoogde maatregelen hebben als doel om de werkzaamheden door het werkverkeer voor het realiseren van de verbreding van de A2 veilig te kunnen uitvoeren, waarbij de doorstroming en verkeersveiligheid gedurende de meerjarige uitvoeringsperiode van het project Verbreding A2 Vonderen-Kerensheide (uitvoering 2025 t/m 2029) blijft gewaarborgd.

3. Maatregelen

De uit te voeren werkzaamheden bestaan uit:

Het plaatsen van verkeersbord C1 ter hoogte van km 227,150: Gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee met onderbord ‘uitgezonderd werkverkeer’;

Het aanleggen van een tijdelijke uitvoegstrook voor werkverkeer aan de linkerzijde van rijksweg 2 tussen km 227,380 en km 227,100.

4. Motivering

Uit het oogpunt van:

Het verzekeren van de veiligheid op de weg;

Het beschermen van weggebruikers en passagiers;

Het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

Het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

Het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade;

Het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden;

is het noodzakelijk om een tijdelijke uitvoegstrook voor werkverkeer aan te leggen aan de linkerzijde van rijksweg 2 tussen km 227,380 en km 227,100 (ter hoogte van Oud-Roosteren) richting Eindhoven. Deze uitvoegstrook mag uitsluitend gebruikt worden voor werkverkeer. Door middel van het plaatsen van verkeersbord C1 met onderbord ‘uitgezonderd werkverkeer’ wordt dit bewerkstelligd.

Door het aanleggen van de tijdelijke uitvoegstrook voor wegverkeer, ten behoeve van de werkzaamheden voor de verbreding van rijksweg 2 van 2x2 rijstroken met vluchtstrook naar 2x3 rijstroken met vluchtstrook, wordt de verkeersveiligheid en de bruikbaarheid van de weg gewaarborgd.

Het uitrijdend werkverkeer verlaat de rijksweg waar reeds al een snelheid van 90 km/u geldt. De doorstroming van het doorgaande verkeer wordt niet belemmerd met deze verkeersmaatregel.

Het verkeersbesluit gaat in op 17 november 2025 en eindigt op 31 december 2027.

5. Wegtraject

Het wegtraject is aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening (bijlage 1).

Het betrokken weggedeelte is in beheer bij het Rijk en is gelegen in de gemeente Echt-Susteren.

GEVOLGDE PROCEDURE

De voorbereiding van dit besluit heeft conform het gestelde in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) plaatsgevonden.

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de gemandateerde van de Politie Limburg.

Overeenkomstig artikel 25 van het BABW is overleg gepleegd met de gemeente Echt-Susteren.

 

6. Ondertekening

De minister van Infrastructuur en Waterstaat,

namens deze,

Afdelingshoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat Zuid-Nederland,

P.A.M. Smeets

 

 

 

 

Mededelingen

1. Informatie en bezwaar

Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen:

  • 1.

    Is de inhoud van het besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent?

  • 2.

    Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting?

  • 3.

    Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt?

Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen.

Het besluit met de daarbij behorende stukken, ligt vanaf 21 november 2025 gedurende zes weken ter inzage bij:

Het kantoor van Rijkswaterstaat Zuid-Nederland, Magistratenlaan 82 te ‘s-Hertogenbosch. 

Bent u het niet eens met dit besluit?

Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar:

  • 1.

    Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent?

  • 2.

    Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat?

  • 3.

    Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken?

Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de in de beschikking vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen.

Hoe maakt u bezwaar?

Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de minister van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Rijkswaterstaat Zuid-Nederland, afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE te Utrecht.

In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan:

  • 1.

    Uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer;

  • 2.

    Een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen);

  • 3.

    De reden waarom u bezwaar maakt;

  • 4.

    De datum en uw handtekening.

Voorlopige voorziening

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een verzoekschrift indient dan kunt u het verzoekschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal een griffierecht in rekening brengen.

Bij het verzoek moet voorts een afschrift van het bezwaarschrift worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een afschrift van de beschikking waarop het geschil betrekking heeft overgelegd.

Indiening kan ook via de site http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Vertaling

Indien het beroep- of verzoekschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het beroep of verzoek noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

Wat zijn de kosten?

Zowel in verband met de behandeling van beroep, als in verband met de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening, worden griffierechten geheven. Over de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dit moet betalen krijgt u na het indienen van beroep c.q. het verzoek om voorlopige voorziening bericht van de rechtbank.

 

Naar boven