Besluit van 10 november 2025 tot wijziging van de Regeling Leesbevordering Nederlands Letterenfonds

Het bestuur van de Stichting Nederlands Letterenfonds,

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 10, lid 4 van de wet op het specifiek cultuurbeleid,

gelet op het algemeen reglement Nederlands Letterenfonds

ARTIKEL I

De Regeling Leesbevordering Nederlands Letterenfonds wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. bestuur:

het bestuur van het Nederlands Letterenfonds;

b. Cariben:

het Caribische deel van het Koninkrijk

c. Engels:

de Engelse taal zoals door moedertaalsprekers wordt gehanteerd in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

d. instelling of organisatie:

culturele instellingen en culturele organisaties of rechtspersonen die in het Koninkrijk actief zijn in de culturele sectoren;

e. Koninkrijk:

het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Europees Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk, te weten de zelfstandige landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba;

f. leesbevordering:

het stimuleren van het lezen en/of leesplezier in brede zin; literatuur: literatuur in het Nederlands, Engels, Fries, Papiaments en de Nederlandse Gebarentaal (NGT);

g. het Letterenfonds:

Stichting Nederlands Letterenfonds;

h. Papiaments:

Papiamento en Papiamentu.

i. Technisch lezen:

het koppelen van leestekens aan klanken voor een vloeiende leesvaardigheid, waarbij woorden en zinnen in één oogopslag worden herkend;

B

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd luidende:

  • 5. De te subsidiëren activiteiten vangen niet eerder aan dan de dag na de dag waarop de subsidie wordt verleend.

C

Artikel 4, eerste lid, komt te luiden.

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een rechtspersoon zonder winstoogmerk met volledige rechtsbevoegdheid die leesbevorderende of literatuur-educatieve activiteiten produceert en/of uitvoert in het Koninkrijk.

D

Artikel 6, aanhef, komt te luiden.

De subsidie wordt in ieder geval niet verleend indien:

E

In artikel 8, eerste lid, wordt ‘€ 850.000’ vervangen door ‘€ 1.100.000’.

F

Artikel 9, tweede lid komt te luiden.

  • 2. Een aanvraag bestaat uit de volgende verplichte onderdelen:

    • a. een volledig ingevuld aanvraagformulier, via ‘Start je aanvraag’ op de website;

    • b. een projectplan dat is opgesteld volgens het op de website van het Letterenfonds beschikbaar gestelde model;

    • c. een sluitende, gespecificeerde begroting;

    • d. een aparte toelichting op de begroting.

    • e. een actueel uittreksel van inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

    • f. de meeste recente jaarrekening, goedgekeurd door het orgaan dat volgens de statuten van de aanvrager daartoe bevoegd is. Aanvragers die vanwege hun korte bestaansduur nog niet over een goedgekeurde jaarrekening beschikken en aanvragers gevestigd in de Cariben, zijn van deze verplichting uitgezonderd.

G

In artikel 13 vijfde en zesde lid wordt de zinsnede ‘schuift het restantbedrag door naar de eerstvolgende subsidieronde’ vervangen door de zinsnede ‘kan het bestuur besluiten het overgebleven bedrag van het subsidieplafond door te schuiven naar de eerstvolgende subsidieronde’.

H

Aan artikel 18 wordt een lid toegevoegd luidende:

  • 3. Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, een artikel buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Dit besluit wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de website van het Nederlands Letterenfonds, www.letterenfonds.nl

Amsterdam, 10 november 2025

Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds, R.N. de Bildt, Directeur-bestuurder

TOELICHTING

Evaluatie van de Regeling Leesbevordering Nederlands Letterenfonds, inclusief feedback van (potentiële) aanvragers, geeft aanleiding om de regeling op enkele punten aan te passen. Daarmee sluit de regeling beter aan bij andere subsidieregelingen van het fonds en verbeteren we de werking van de regeling, zowel inhoudelijk als in de praktijk. Met deze aanpassingen streven we ernaar de regeling beter te laten aansluiten bij de praktijk van aanvragers.

Artikel 1 van de regeling is inhoudelijk niet gewijzigd. De onderdelen van dit artikel zijn slechts op alfabetische orde geplaatst. Gelet op de Europese regels rondom staatsteun bepaalt artikel 4 van de regeling niet langer dat de aanvrager gevestigd moet zijn in het Koninkrijk der Nederlanden. In plaats daarvan bepaalt dit artikel dat de te subsidiëren activiteiten binnen het Koninkrijk dienen plaats te vinden. Artikel 3 is gewijzigd om te verduidelijken dat activiteiten die al opgestart zijn of hebben plaatsgevonden op het moment van verlening, niet in aanmerking komen voor subsidie. In artikel 18 van de regeling is een hardheidsclausule opgenomen, zoals ook het geval is bij andere tenderregelingen van het Letterenfonds.

Naar boven