Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Nederlandse Zorgautoriteit | Staatscourant 2025, 39453 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Nederlandse Zorgautoriteit | Staatscourant 2025, 39453 | ander besluit van algemene strekking |
NR/REG-2625
Vastgesteld 11 november 2025
Gelet op artikel 36, 37 en 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.
In deze regeling wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:
zodanige vastlegging van gegevens dat het spoor van basisgegevens naar eindgegevens en omgekeerd achteraf door een externe accountant of, afhankelijk van de aard van de gegevens door de medisch adviseur, kan worden gevolgd en gecontroleerd.
een dagdeel is een periode van minimaal 2 aaneengesloten uren aanwezigheid van de patiënt met een maximum van vier aaneengesloten uren.
tijd waarin de zorgaanbieder in direct contact staat met de patiënt, of diens vertegenwoordiger zoals omschreven in art. 465 van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst.
generalistische geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen in de eerste lijn bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Nederlandse Zorgautoriteit.
de prestatie(s) genoemd in artikel 4 van de Beleidsregel geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.
een zorgaanbieder die in opdracht van een andere zorgaanbieder een (deel)prestatie of van een geheel van prestaties levert op het gebied van de zorg als bedoeld in artikel 3 van deze regeling.
Wet marktordening gezondheidszorg.
1°. natuurlijk persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg in de zin van de Wmg verleent als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c, van de Wmg;
2°. natuurlijk persoon of rechtspersoon voor zover deze tarieven in rekening brengt namens, ten behoeve van of in verband met het verlenen van zorg door een zorgaanbieder als bedoeld onder 1°.
Deze regeling beoogt voorschriften te stellen die een zorgaanbieder in acht moet nemen bij het leveren van prestaties van geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen. De voorschriften hebben betrekking op:
• administratie;
• declaratie;
• transparantie.
Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen leveren zoals omschreven in artikel 1 van deze regeling.
De administratieve organisatie is zodanig ingericht dat een audit-trail mogelijk is. De NZa en de zorgverzekeraar moeten te allen tijde de mogelijkheid hebben om vastlegging van de uitgevoerde behandeltrajecten op volledigheid, juistheid en actualiteit te controleren.
1. De zorgaanbieder neemt op de declaratie aan de patiënt en/of zorgverzekeraar de volgende gegevens op:
• de geleverde prestatie;
• het aantal geleverde prestaties;
• de datum/data waarop de prestatie(s) is/zijn geleverd;
• het gedeclareerde tarief per prestatie en het totaalbedrag;
• de naam- adres- en woonplaatsgegevens, burgerservicenummer en geboortedatum van de patiënt;
• de AGB-code van de declarerende zorgaanbieder;
• de AGB-code van de verwijzer;
• de AGB-code van de regiebehandelaar.
2. De verplichting de AGB-code van de verwijzer op te nemen geldt niet voor zover paramedische zorg in het kader van gzsp wordt geleverd.
3. De uitvoerende zorgaanbieder brengt de prestatie ‘onderlinge dienstverlening’ in rekening bij de opdrachtgevende zorgaanbieder die de prestatie bij de uitvoerende zorgaanbieder heeft aangevraagd. De opdrachtgevende zorgaanbieder declareert de prestatie(s) (vermeld onder artikel 4.1–4.3, 4.5–4.9,4.11 en 4.12 van de Beleidsregel geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen) bij de patiënt of diens zorgverzekeraar. De betrokken zorgaanbieders leveren elkaar de daarvoor benodigde persoonsgegevens aan.
4. Indien sprake is van zorgverlening gedurende een deel van een uur wordt de in rekening te brengen prestatie naar evenredigheid berekend.
De tijd dat zorg is geleverd wordt afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf minuten, tenzij daar afwijkende afspraken over zijn gemaakt tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar.
5. Indien sprake is van zorgverlening gedurende een dagdeel dan mag de betreffende prestatie alleen gedeclareerd worden bij tenminste twee uur aanwezigheid van een patiënt met een maximum van vier uur. Op één dag kunnen de prestaties per dagdeel maximaal twee keer in rekening worden gebracht.
6. Voor de prestaties ‘Zorgtraject kwetsbare patiënten startfase’ en ‘Zorgtraject kwetsbare patiënten vervolgfase’ gelden de volgende aanvullende declaratievoorwaarden:
– De zorgaanbieder neemt op de declaratie aan de patiënt en/of zorgverzekeraar voor de prestatie zorgtraject kwetsbare patiënten startfase en zorgtraject kwetsbare patiënten vervolgfase de volgende gegevens op:
• de startdatum van de prestatie;
• de einddatum van de prestatie.
– Het tarief wordt na afloop van de bij de desbetreffende prestatie behorende prestatie-eenheid gedeclareerd bij de patiënt of zorgverzekeraar. Als de patiënt gedurende de looptijd van de prestatie is veranderd van zorgverzekeraar, moet het tarief worden gedeclareerd bij de zorgverzekeraar bij wie de patiënt verzekerd was bij de start van de prestatie;
– Het tarief dat wordt gedeclareerd, mag niet hoger zijn dan het maximumtarief dat van toepassing was op de startdatum van de prestatie;
– De prestaties dienen in de juiste volgorde in rekening te worden gebracht;
– De prestatie Zorgtraject kwetsbare patiënten startfase dient voorafgaand aan de prestatie Zorgtraject kwetsbare patiënten vervolgfase gedeclareerd te worden. De prestatie zorgtraject kwetsbare patiënten startfase mag in principe maximaal één keer per jaar gedeclareerd worden. Een uitzondering op de maximering van de prestatie Zorgtraject kwetsbare patiënten startfase is als de regiebehandelaar het gemotiveerd kan aantonen dat de zorgsituatie dusdanig is gewijzigd dat een nieuwe uitgebreide diagnostische fase noodzakelijk is om tot een passend behandelplan te komen.
De zorgaanbieder informeert de consument tijdig en zorgvuldig over de tarieven die zij voor de prestaties in rekening brengt.
1. De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor de goede opvolging van de in deze nadere regel genoemde bepalingen.
2. Indien een zorgverlener in loondienst is, draagt de werkgever zorg voor uitvoering van de in deze nadere regel genoemde bepalingen.
3. Bij onderlinge dienstverlening draagt de opdrachtgevende zorgaanbieder zorg voor de uitvoering van de in deze regeling genoemde bepalingen.
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling wordt Regeling geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen, met kenmerk NR/REG-2520, ingetrokken.
Toepasselijkheid voorafgaande regeling
De Regeling geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen, met kenmerk NR/REG-2520, blijft van toepassing op gedragingen (handelen en nalaten) van zorgaanbieders die onder de werkingssfeer van die regeling vielen en die zijn aangevangen – en al dan niet beëindigd – in de periode dat die regeling gold.
Bekendmaking en inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026. Deze regeling wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant op grond van artikel 5, aanhef en onder d, van de Bekendmakingswet.
Indien de Staatscourant waarin de regeling ingevolge artikel 5, aanhef en onder d, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2025, treedt de regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2026.
De regeling ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.
Ondertekening
De geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen (gzsp) is een verzameling van zorgvormen voor kwetsbare mensen die (nog) thuis wonen met (hoog) complexe problematiek. De zorgvraag is veelzijdig en kan liggen op het somatische, het psychische en/of op het gedragsmatige gebied; de zorg is dan ook interdisciplinair door de tijd heen.
De term ‘geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen’ is met ingang van 2021 gedefinieerd als: generalistische geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen in de eerstelijn bij of krachtens de Zvw. Uit oogpunt van de te verzekeren zorg is gzsp opgebouwd uit een aantal te verzekeren prestaties, te weten ‘zorg zoals huisartsen die plegen te bieden’, ‘zorg zoals fysiotherapeuten, oefentherapeuten, diëtisten, logopedisten en ergotherapeuten die plegen te bieden’ en ‘zorg zoals klinisch psychologen die plegen te bieden’.
Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die gzsp leveren zoals omschreven in artikel 1 van deze regeling. Dit betekent dat deze regeling ook van toepassing is op paramedische zorgaanbieders die gzsp leveren.
Op de declaratie moet het aantal geleverde prestaties worden vermeld. Afhankelijk van de prestatie is dat bijvoorbeeld het aantal uur of het aantal dagdelen zorg.
Bij iedere declaratie moet een AGB-code vermeld worden. AGB-codes worden op verschillende niveaus afgegeven. Zo zijn er AGB-codes voor zorginstellingen, maar bijvoorbeeld ook voor individuele zorgaanbieders. Voor de declaratie gaat het om de AGB-code op het hoogste aggregatieniveau. Ofwel, de AGB-code van de zorgaanbieder, zijnde een individu of een organisatie, die de prestaties voor gzsp, niet zijnde onderlinge dienstverlening, declareert.
De prestaties zorg zoals specialisten ouderengeneeskunde, zorg zoals artsen verstandelijk gehandicapten bieden, zorg zoals gedragswetenschappers bieden en zorg aan patiënten met sterk gestoord gedrag en een lichte verstandelijke beperking (sglvg) kennen een uurtarief. Het komt echter voor dat slechts een deel van een uur zorg wordt geleverd aan een patiënt. Als dit het geval is, wordt het in rekening te brengen aantal eenheden naar evenredigheid berekend. Hiermee wordt voorkomen dat men bijvoorbeeld zeventien minuten geleverde zorg een volledig uur in rekening brengt. Voor de wijze van afronding van de in rekening te brengen tijd wordt uitgegaan van de schriftelijke overeenkomst tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar. Indien er géén schriftelijke overeenkomst tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar aanwezig is over de werkwijze rondom de afronding van de geleverde zorg, schrijft de regeling voor dat wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf minuten.
Dit betekent bijvoorbeeld dat voor dertien minuten zorg geleverd, vijftien minuten worden gedeclareerd en voor één uur en twaalf minuten zorg geleverd, wordt één uur en tien minuten gedeclareerd. Een afronding op een dichtstbijzijnde veelvoud van vijf minuten voor de declaratie houdt niet in dat voor de registratie elke vijf minuten geklokt moet worden. De totaal bestede directe tijd van de geleverde prestatie wordt bijgehouden en niet de optelsom van een vijf minutenregistratie.
Vroegtijdig beëindigen zorgtraject
Indien de patiënt gedurende de uitvoering van de prestaties ‘Zorgtraject kwetsbare patiënten startfase’ of ‘Zorgtraject kwetsbare patiënten vervolgfase’ het traject niet geheel kan doorlopen (e.g. een overlijden, verhuizing, of stopt), kan de gehele prestatie in rekening worden gebracht, mits sprake is geweest van een contactmoment tussen de zorgaanbieder en de patiënt, en de diagnostiekfase is afgerond. Concreet betekent dit dat als een patiënt het zorgtraject niet geheel doorlopen heeft, de prestatie behorende bij prestatie-eenheid van drie maanden nog door de zorgaanbieder in rekening mag worden gebracht, mits er een contactmoment is geweest en de diagnostiekfase is afgerond. Uiteraard is het de zorgaanbieder niet toegestaan na overlijden van de patiënt volgende prestaties (maand) in rekening te brengen.
De NZa heeft de bevoegdheid om in een aantal gevallen nadere regels te stellen. Het betreft onder meer regels van administratief-technische aard. In de memorie van toelichting bij de Wmg wordt hierover het volgende opgemerkt: 'De opdracht aan de zorgautoriteit om regels te stellen over de inrichting van de administratie, de bekendmaking van tarieven, prestaties, producten en diensten door zorgaanbieders en de inrichting van declaraties vindt zijn grondslag in het feit dat voor op maat toegesneden regelingen specifieke deskundigheid noodzakelijk is en dat de zorgautoriteit daarover beschikt mede als gevolg van de uitvoering van haar (overige) wettelijk opgedragen taken.'1
In artikel 36, eerste lid, Wmg zijn enkele basisvereisten opgenomen met betrekking tot de administratie van onder meer zorgaanbieders. Deze betreffen onder andere de vastlegging van geleverde prestaties en de bijbehorende ontvangen tarieven. Meer specifieke verplichtingen kunnen door de NZa in nadere regels worden opgenomen. Hier is bewust voor gekozen vanwege de diversiteit aan zorgaanbieders en zorgverzekeraars. De regels van de NZa bieden zo een nadere invulling die aansluit bij de bedrijfsvoering van betrokken partijen.2
Op grond van artikel 37 Wmg kan de NZa regels stellen inhoudende aan wie, door wie of op welke wijze, onder welke voorwaarden of met inachtneming van welke voorschriften of beperkingen een tarief in rekening wordt gebracht. Het gaat daarbij om declaratie- of factureringsvoorschriften.
Artikel 38 Wmg geeft de NZa onder meer de bevoegdheid regels te stellen over de wijze waarop zorgaanbieders rekeningen specificeren voor geleverde zorgprestaties.
De doelen van deze regeling zijn daarmee:
• het specificeren van rekeningen met betrekking tot verrichte prestaties, ter bevordering van inzichtelijke en rechtmatige declaraties en ter voorkoming van dubbele declaraties (art. 38, derde lid, onderdeel b, Wmg);
• het borgen van de vergelijkbaarheid, inzichtelijkheid en toegankelijkheid van de administratie van zorgaanbieders (art. 36, derde lid, onderdeel a, Wmg);
• het declaratie- en betalingsverkeer stroomlijnen en beperking van de administratieve lasten, onlosmakelijk verbonden met de regels van de NZa over de bekostiging van zorg (art. 37, Wmg).
De gegevens die op grond van onderhavige regeling worden verwerkt zijn in de praktijk afkomstig van de zorgaanbieders die de zorg leveren. De gegevens worden o.a. via de declaraties naar de zorgverzekeraars gestuurd. De Zvw wordt uitgevoerd door zorgverzekeraars, die daarbij verschillende wettelijke taken en bevoegdheden hebben. Deze taken en bevoegdheden houden verband met artikel 27, 35, derde lid en 36, van de Wmg. Om deze taken en plichten goed uit te kunnen voeren is informatie nodig over de zorg die geleverd wordt aan cliënten.
De NZa ontvangt deze gegevens ook van de zorgverzekeraars, al dan niet via Vektis. De regels van de NZa zorgen er onder meer voor dat deze gegevens op eenduidige wijze worden vastgelegd en uitgewisseld.
In de keten van zorgaanbieder, zorgverzekeraar en NZa rust op zowel de zorgaanbieder, de zorgverzekeraar als de NZa een informatieplicht op grond van de AVG. Zij dienen informatie beschikbaar te stellen voor betrokkenen over de verwerking van persoonsgegevens binnen hun organisatie. Omdat elke partij binnen deze keten andere wettelijke verplichtingen en bevoegdheden heeft, is het gevolg dat elke partij ook andere (persoons)gegevens kan opvragen. Dit maakt de informatieplicht aan betrokkenen des te belangrijker.
Omdat de in deze regeling genoemde gegevens niet rechtstreeks bij de betrokkene worden verzameld, moeten betrokkenen op grond van artikel 14 AVG worden geïnformeerd. Op deze verplichting gelden enkele uitzonderingen. Het is voor de NZa praktisch onmogelijk om alle betrokkenen rechtstreeks te informeren. De NZa ontvangt alleen gepseudonimiseerde gegevens, waardoor niet zichtbaar is wie moet worden geïnformeerd (artikel 14, vijfde lid, onderdeel b, AVG). Daarnaast volgt de gegevensverwerking uit lidstatelijk recht (artikel 14, vijfde lid, onderdeel c, AVG). Ondanks deze uitzonderingen doet de NZa haar best om betrokkenen zo goed mogelijk te informeren.
De manier waarop de NZa omgaat met de rechten van betrokkenen (zoals cliënten van zorgaanbieders) is beschreven in haar privacyverklaring, die te vinden is op de website van de NZa. In deze verklaring staat onder meer dat betrokkenen zich kunnen beroepen op hun rechten op grond van de AVG, wat deze rechten inhouden en hoe zij deze rechten kunnen uitoefenen.
Daarnaast heeft de NZa op haar website een FAQ gepubliceerd met vragen en antwoorden over de verwerking van persoonsgegevens door de NZa.3
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-39453.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.