Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 39270 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 39270 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 22a, vijfde lid, van de Luchtvaartwet BES;
BESLUIT:
In artikel 8, onderdeel d, van de Regeling vergoedingen luchtverkeersdienstverlening BES wordt ‘1 januari 2023 tot en met 31 december 2025’ vervangen door ‘1 januari 2026 tot en met 31 december 2028’ en wordt ‘USD 188,78’ vervangen door ‘USD 88,80’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten worden geplaatst.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman
De onderhavige wijzigingsregeling strekt tot wijziging van de Regeling vergoedingen luchtverkeersdienstverlening BES (hierna: de regeling). Daarbij wordt een nieuwe, tijdelijke, gedeeltelijke vrijstelling van de betaling van tarieven voor vergoedingen voor luchtverkeersdienstverlening vastgesteld voor gebruikers van die diensten van, naar en in het Caribisch deel van Nederland.
Op grond van de Luchtvaartwet BES worden de kosten van de luchtverkeersdienstverlening, die door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (hierna: DC-ANSP) wordt verzorgd, vergoed door de gebruikers daarvan. Het gaat hierbij vooral om de kosten die verschuldigd zijn voor de verstrekking van Air Traffic Control (ATC) diensten. Deze kosten worden met name bij de luchtruimgebruikers van Bonaire in rekening gebracht, omdat in het luchtruim en op de luchthaven van Bonaire ATC-diensten worden geleverd. Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028 wordt voor de gebruikers van deze dienstverlening opnieuw een gedeeltelijke vrijstelling toegepast. De luchtverkeersdienstverlener DC-ANSP heeft in de met deze vrijstelling samenhangende subsidieaanvraag onderbouwd, dat evenals in de jaren 2020–2022 en 2023–2025, voor de periode 2026–2028 toepassing van het internationaal gebruikelijk principe van kostendekkende tarieven vooralsnog tot een onaanvaardbare stijging van tarieven zal leiden. Daarbij is aangegeven dat die stijging mogelijk sterk negatieve gevolgen voor de luchtvaart en daarmee ook voor de sociale en economische situatie in het Caribisch deel van Nederland zal hebben. De International Air Transport Association (IATA) heeft in een brief aan DC-ANSP de noodzaak geschetst voor het in stand houden van de maatregelen vanwege de concurrerende tarieven in de regio.
Hoewel de gedeeltelijke vrijstelling voor de periode 2026–2028 noodzakelijk is om onderstaande redenen, is er nog steeds sprake van een significante afbouw ten opzichte van de vorige perioden.
Door verschillende ontwikkelingen staan de prijzen voor vervoer van en naar Bonaire onder druk. Internationale druk op tarieven en als gevolg daarvan een mogelijke daling van het toerisme spelen daarbij een rol. Zo drijven de hoge inflatie in loonkosten en grondstoffen de ticketprijzen verder omhoog. Dit heeft gevolgen voor met name de lokale bewoners die afhankelijk zijn van intra-eiland vluchten.
Het vaststellen van een kostendekkend tarief voor naderings- en terminalverkeer op de BES is problematisch vanwege het feit dat, ondanks de beperkte hoeveelheid verkeer, een volwaardige luchtverkeersdienstverlening is vereist. Ook moeten de kosten van die dienst worden verdeeld over een beperkt aantal gebruikers van de dienstverlening.
Voor vergelijkbare Nederlandse luchthavens zoals Eelde of Maastricht geldt dat zij onderdeel uitmaken van één heffingszone, waarbij de kosten van dienstverlening op Schiphol, Rotterdam, Eelde en Maastricht worden gedragen door de gezamenlijke gebruikers van die luchthavens. Vanwege het grote aantal bewegingen op Schiphol betekent dit dat de kosten verspreid worden over een veel hoger aantal gebruikers en het tarief dus relatief laag kan worden gehouden voor de kleinere luchthavens. Het Caribisch deel van Nederland kan geen onderdeel uitmaken van de gezamenlijke aanpak omdat deze is gebaseerd op Europese regelgeving en de EU-regelgeving niet over de volle breedte van toepassing is op Caribisch Nederland.
De vrijstelling is met name mogelijk doordat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat voor de komende tariefperiode een specifieke kostenpost ter omvang van circa EUR 465.000, verspreid over de driejarige periode van de vrijstelling, beschikbaar stelt op de Rijksbegroting. Om deze kostenpost te betalen, wordt binnen de totale nationale inkomsten uit luchtverkeersleidingstarieven een financiële reservering gemaakt. Deze is inzetbaar voor specifieke doeleinden op het gebied van luchtverkeersdienstverlening.
De administratieve lasten voor de uitvoering van de Regeling vergoedingen luchtverkeersdienstverlening BES liggen met name bij de luchtverkeersdienstverlener (DC-ANSP) en op Bonaire bij Bonaire International Airport. Deze luchtverkeersdienstverleners zijn samen verantwoordelijk voor het bijhouden en informeren van de overheid van het gebruik van de diensten door verschillende gebruikers, en bijbehorende facturering voor dit gebruik op basis van de regeling – inclusief hoogte van het tarief en eventuele vrijstellingen. Echter, met deze wijziging van de regeling is een gedeeltelijke vrijstelling gecreëerd die voor alle betalende gebruikers van toepassing is. Daarom zal dit geen additionele administratieve kosten met zich meebrengen. Er is geen sprake van bijkomende informatieverplichtingen aan de overheid. De luchtverkeersdienstverleners moeten op grond van de regelgeving wel zorgdragen voor de bekendmaking van de tarieven. Dit is wettelijk voorgeschreven. Deze wijziging van de Regeling vergoedingen luchtverkeersdienstverlening BES brengt hierin geen verandering.
In het kader van het toezicht door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op de taken van de luchtverkeersdienstverleners ter zake van Caribisch Nederland geldt dat het vaststellen van de tarieven van de luchtverkeersdienstverlening voor het Caribisch deel van Nederland de verantwoordelijkheid is van de Directie Luchtvaart van het Directoraat-Generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken en dat binnen het ministerie het onderdeel Financiën en Integrale Bedrijfsvoering systeemtoezicht houdt op de vaststelling van de tarieven. De Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) speelt geen rol in het vaststellen van de tarieven dan wel het vaststellen van vrijstellingen. Vandaar dat deze wijzigingsregeling niet is aangeboden aan de ILT voor een toets op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid.
De achtergrond en onderbouwing van het kostendekkende tarief zijn voorgelegd aan en gewaardeerd door alle gebruikers. Toch hebben gebruikers hun zorgen geuit over de stijging van het tarief en gevraagd de mogelijkheid te onderzoeken om net als in de periode 2020–2022 en de periode 2023–2025 een gedeeltelijke vrijstelling in te voeren. De nieuwe gedeeltelijke vrijstelling is mede in reactie hierop vastgesteld en is vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028 van toepassing. Er is sprake van een regeling die enkel van toepassing is in Caribisch Nederland. Naar aanleiding van de uitkomst van deze gerichte consultatie van de gebruikers van het luchtruim aldaar en de door IATA geschetste noodzaak voor voortzetting van de maatregelen, is afgezien van internetconsultatie. Een internetconsultatie zou niet in betekenende mate hebben kunnen leiden tot aanpassing van het voorstel.
De inwerkingtredingsdatum van deze wijzigingsregeling is vastgesteld op 1 januari 2026. Met de inwerkingtredingsdatum is rekening gehouden met de vaste verandermomenten. Er is wel afgeweken van een minimuminvoeringstermijn van twee maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding. Een uitzondering hierop is mogelijk wanneer hierdoor aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- of nadelen worden voorkomen. Van deze uitzonderingsmogelijkheid is gebruikgemaakt. Een spoedige inwerkingtreding is in dit geval van belang om gebruikers van luchtverkeersdiensten in staat te stellen tijdig vergoedingen voor die diensten te kunnen voldoen. Dankzij de consultatie waren de betrokken partijen al ruim op tijd op de hoogte van de voorgenomen vrijstelling en konden zij zich daarop voorbereiden.
De onderhavige wijziging regelt dat gebruikers van luchtvaartnavigatiediensten in de periode vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028 worden vrijgesteld tot een bedrag van USD 88,80 per eenheidstarief van de te berekenen vergoeding voor die diensten. Het gaat om een gedeeltelijke vrijstelling waarbij een stijging van de tarieven met 22,5% plaatsvindt ten opzichte van de vorige periode. De wijziging ziet op ATC tarieven en is alleen van toepassing op de luchtverkeersdienstverlening ten aanzien van Bonaire. Op de andere openbare lichamen worden in beginsel geen ATC-tarieven in rekening gebracht.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-39270.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.