Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2025, 39037 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2025, 39037 | ander besluit van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Gelet op artikelen 380, vijfde lid, 386, eerste lid, 410, tweede lid, 420, derde lid, 447, eerste lid, en 460, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 13 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
Besluit:
De Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 1.371’ vervangen door ‘€ 1.593’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 760’ vervangen door ‘€ 883’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 760’ vervangen door ‘€ 883’.
2. In het derde lid wordt ‘€ 1.979’ vervangen door ‘€ 2.300’.
3. In het vierde lid wordt ‘€ 914’ vervangen door ‘€ 1.062’.
4. In het vijfde lid wordt ‘€ 1.371’ vervangen door ‘€ 1.593’.
5. In het zesde lid wordt ‘€ 1.523’ vervangen door ‘€ 1.770’.
6. In het zevende lid wordt ‘€ 1.979’ vervangen door ‘€ 2.300’.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 2.524’ vervangen door ‘€ 2.933’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 2.892’ vervangen door ‘€ 3.361’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 2.892’ vervangen door ‘€ 3.361’.
d. In onderdeel d wordt ‘€ 3.265’ vervangen door ‘€ 3.794’.
2. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 1.187’ vervangen door ‘€ 1.380’ en wordt ‘€ 1.039’ vervangen door ‘€ 1.207’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 412’ vervangen door ‘€ 478’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 618’ vervangen door ‘€ 718’.
d. In onderdeel d wordt ‘€ 248’ vervangen door ‘€ 288’.
C
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 1.403’ vervangen door ‘€ 1.630’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 1.814’ vervangen door ‘€ 2.107’.
2. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 660’ vervangen door ‘€ 767’ en wordt ‘€ 494’ vervangen door ‘€ 574’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 412’ vervangen door ‘€ 478’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 618’ vervangen door ‘€ 718’.
d. In onderdeel d wordt ‘€ 248’ vervangen door ‘€ 288’.
D
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 1.403’ vervangen door ‘€ 1.630’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 1.814’ vervangen door ‘€ 2.107’.
2. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 660’ vervangen door ‘€ 767’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 412’ vervangen door ‘€ 478’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 618’ vervangen door ‘€ 718’.
E
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘€ 3.644’ vervangen door ‘€ 4.235’.
2. In het derde lid wordt ‘€ 3.851’ vervangen door ‘€ 4.475’.
3. In het vierde lid wordt ‘€ 3.974’ vervangen door ‘€ 4.618’.
4. In het vijfde lid wordt ‘€ 4.180’ vervangen door ‘€ 4.857’.
5. In het zesde lid wordt ‘€ 4.057’ vervangen door ‘€ 4.714’.
6. In het zevende lid wordt ‘€ 4.180’ vervangen door ‘€ 4.857’.
7. In het achtste lid wordt ‘€ 4.385’ vervangen door ‘€ 5.095’.
8. In het negende lid wordt ‘€ 4.305’ vervangen door ‘€ 5.003’.
9. In het tiende lid wordt ‘€ 4.510’ vervangen door ‘€ 5.241’.
10. In het elfde lid wordt ‘€ 4.717’ vervangen door ‘€ 5.481’.
11. Het twaalfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 1.715’ vervangen door ‘€ 1.993’, wordt ‘€ 1.549’ vervangen door ‘€ 1.800’ en wordt ‘€ 1.632’ vervangen door ‘€ 1.896’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 412’ vervangen door ‘€ 478’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 618’ vervangen door ‘€ 718’.
d. In onderdeel d wordt ‘€ 298’ vervangen door ‘€ 346’.
F
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘€ 1.681’ vervangen door ‘€ 1.954’.
2. In het derde lid wordt ‘€ 1.930’ vervangen door ‘€ 2.243’.
3. In het vierde lid wordt ‘€ 2.176’ vervangen door ‘€ 2.528’.
4. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 792’ vervangen door ‘€ 920’, wordt ‘€ 688’ vervangen door ‘€ 592’ en wordt ‘€ 694’ vervangen door ‘€ 807’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 412’ vervangen door ‘€ 478’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 618’ vervangen door ‘€ 718’.
d. In onderdeel d wordt ‘€ 298’ vervangen door ‘€ 346’.
G
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘€ 2.524’ vervangen door ‘€ 2.933’.
2. In het derde lid wordt ‘€ 2.892’ vervangen door ‘€ 3.361’.
3. In het vierde lid wordt ‘€ 3.265’ vervangen door ‘€ 3.794’.
4. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 1.187’ vervangen door ‘€ 1.380’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 412’ vervangen door ‘€ 478’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 618’ vervangen door ‘€ 718’.
H
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘€ 2.803’ vervangen door ‘€ 3.257’.
2. In het derde lid wordt ‘€ 3.051’ vervangen door ‘€ 3.545’.
3. In het vierde lid wordt ‘€ 3.009’ vervangen door ‘€ 3.497’.
4. In het vijfde lid wordt ‘€ 3.256’ vervangen door ‘€ 3.784’.
5. In het zesde lid wordt ‘€ 3.174’ vervangen door ‘€ 3.688’.
6. In het zevende lid wordt ‘€ 3.422’ vervangen door ‘€ 3.976’.
7. In het achtste lid wordt ‘€ 3.381’ vervangen door ‘€ 3.929’.
8. In het negende lid wordt ‘€ 3.628’ vervangen door ‘€ 4.216’.
9. Het tiende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 1.319’ vervangen door ‘€ 1.532’, wordt ‘€ 1.137’ vervangen door ‘€ 1.321’, wordt ‘€ 1.238’ vervangen door ‘€ 1.439’ en wordt ‘€ 1.220’ vervangen door ‘€ 1.418’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 412’ vervangen door ‘€ 478’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 618’ vervangen door ‘€ 718’.
d. In onderdeel d wordt ‘€ 298’ vervangen door ‘€ 346’.
I
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘€ 3.644’ vervangen door ‘€ 4.235’.
2. In het derde lid wordt ‘€ 4.014’ vervangen door ‘€ 4.664’.
3. In het vierde lid wordt ‘€ 4.014’ vervangen door ‘€ 4.664’.
4. In het vijfde lid wordt ‘€ 4.385’ vervangen door ‘€ 5.095’.
5. In het zesde lid wordt ‘€ 3.974’ vervangen door ‘€ 4.618’.
6. In het zevende lid wordt ‘€ 4.344’ vervangen door ‘€ 5.048’.
7. In het achtste lid wordt ‘€ 4.344’ vervangen door ‘€ 5.048’.
8. In het negende lid wordt ‘€ 4.717’ vervangen door ‘€ 5.481’.
9. Het tiende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 1.715’ vervangen door ‘€ 1.933’ en wordt ‘€ 1.567’ vervangen door ‘€ 1.821’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 412’ vervangen door ‘€ 478’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 618’ vervangen door ‘€ 718’.
d. In onderdeel d wordt ‘€ 248’ vervangen door ‘€ 288’.
J
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘1 januari 2017’ vervangen door ‘1 januari 2027’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 10 november 2025
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A.C.L. Rutte
Artikel 13 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren bepaalt dat de beloningen jaarlijks worden geïndexeerd. Met onderhavige regeling worden de beloningen voor het jaar 2026 overeenkomstig deze bepaling aangepast. Het indexeringspercentage voor 2026 bedraagt 5,1629%.
Daarnaast wordt een eenmalige tariefsverhoging van 10,5% doorgevoerd.1 De tariefsverhoging loopt samen met de verplichte btw-vrijstelling voor alle CBM-dienstverleners middels de aankomende Fiscale Verzamelwet, welke naar verwachting op 1 januari 2026 in werking treedt.2 De eenmalige verhoging is noodzakelijk vanwege de toenemende werkdruk binnen de branche en volgt uit overleg met brancheverenigingen en de resultaten van het SEO onderzoek naar de financiering van het schuldenbewind.3
Voor winstbeogende dienstverleners betekent dit dat geen btw meer aan cliënten in rekening mag worden gebracht, waarmee het recht op aftrek van voorbelasting vervalt.4 Afhankelijk van de aard en omvang van de bedrijfsvoering kan dit leiden tot een stijging van de bedrijfskosten. Voor niet-winstbeogende dienstverleners, die reeds onder de btw-vrijstelling vielen, heeft de maatregel beperkte gevolgen, aangezien zij al tarieven exclusief btw hanteerden.
Het cumulatieve gevolg van de 10,5% verhoging enerzijds en de btw-vrijstelling anderzijds is dat cliënten van winstbeogende dienstverleners minder gaan betalen. Voor cliënten van niet-winstbeogende dienstverleners – die reeds vrijgesteld waren van btw – worden de tarieven juist hoger.
Op grond van artikelen 380, vijfde lid, 386, eerste lid, 410, tweede lid, 420, derde lid, 447, eerste lid, en 460, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek kan deze verhoging worden vastgesteld bij regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid. Aangezien deze eenmalige verhoging samenvalt met de jaarlijkse indexering, wordt zij in deze regeling tevens meegenomen.
Voor de berekening van het indexeringspercentage wordt de formule uit artikel 2, vijfde lid, van het Besluit vergoeding bewindvoerders schuldsanering gehanteerd. De formule is: 0,6 x (A-B) + (0,4 x C).
A is gelijk aan het procentuele verschil tussen het indexcijfer van de CAO-lonen per uur, inclusief de bijzondere beloningen van het jaargemiddelde van het jaar t-2 en het daaraan voorafgaande jaargemiddelde, zoals die door het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: het CBS) zijn bekendgemaakt. Voor 2026 is A: 5,1629%.
B is gelijk aan de percentuele volumemutatie van de toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) per arbeidsjaar van het jaar t-2, zoals dat door het CBS is bekendgemaakt. Voor 2026 is B: 0,2%.
C is gelijk aan het procentuele verschil tussen de consumentenprijsindexcijfers voor alle huishoudens op de meest recente tijdsbasis van het jaargemiddelde van het jaar t-2 en het daaraan voorafgaande jaargemiddelde, zoals die door het CBS zijn bekendgemaakt. Voor 2026 is C: 3,3468%.
Onder ‘t-2’ wordt verstaan het tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarin de gewijzigde bedragen zullen gelden. Omdat het een indexering voor het jaar 2026 betreft, wordt onder t-2 het jaar 2024 verstaan.
Het indexeringspercentage voor 2026 bedraagt: 0,6 x (6,5295 – 0,2) + (0,4 x 3,3468) = 5,1629% (afgerond op vier cijfers achter de komma).
Naast de jaarlijkse indexering worden de beloningen verhoogd met een eenmalige extra verhoging van 10,5%.
Om de beloningen voor 2026 te berekenen worden de beloningen voor 2025 daarom vermenigvuldigd met 1,105 en 1,051629. Op grond van artikel 13, tweede lid, worden de beloningen afgerond op hele cijfers.
Het uurtarief voor 2026 bedraagt: 82,50 euro (voor 2025)5 x 1,105 x 1,051629 = 95,90 euro (afgerond op tientallen eurocenten).
Om verwarring te voorkomen over de eenmalige extra verhoging van 10,5% wordt de datum in artikel 13 geactualiseerd, teneinde aan te geven dat vanaf de eerstvolgende regeling wederom uitsluitend de jaarlijkse indexering zal worden toegepast, conform artikel 2, vijfde lid, van het Besluit vergoeding bewindvoerders schuldsanering.
Deze regeling treedt per 1 januari 2026 in werking en is van toepassing op werkzaamheden die op of na die datum worden verricht.
’s-Gravenhage, 10 november 2025
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A.C.L. Rutte
Brief van de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 april 2025, Kamerstukken II 2024–2025, 24 515, nr. 795.
Bekostiging en beloning van beschermingsbewind bij schulden (Kamerstukken II 2023–2024, 24 515, nr. 697).
Brief van de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 april 2025, Kamerstukken II 2024–2025, 24 515, nr. 795.
Zie de toelichting bij de Regeling wijziging indexering beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren 2024, Stcrt. 2024/ 34161.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-39037.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.