Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Autoriteit Consument en Markt | Staatscourant 2025, 38754 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Autoriteit Consument en Markt | Staatscourant 2025, 38754 | overige overheidsinformatie |
Zaaknummer: ACM/24/189479
De Autoriteit Consument en Markt,
Gelet op artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998;
Besluit
De Tarievencode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 3.7.2 wordt gewijzigd als volgt:
1. In onderdeel e wordt de afsluitende punt vervangen door een puntkomma.
2. Na onderdeel e wordt een onderdeel f toegevoegd, luidende ‘een verbruiker met een aansluiting op het net op zee die geen elektriciteit opwekt anders dan voor eigen gebruik wordt ingedeeld in de tariefcategorie EHS.’
B
Na artikel 3.7.5b wordt een nieuw artikel 3.7.5c ingevoegd, luidende:
De tariefdragers voor het TAVT voor verbruikers zoals bedoeld in artikel 3.7.2, onderdeel f, in de tariefcategorieën, genoemd in artikel 3.7.1, onderdeel a1, zijn voor afname:
a. kWgecontracteerd voor gecontracteerd transportvermogen voor afname waarbij het tarief gelijk is aan het tarief dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in rekening brengt op grond van artikel 3.7.5, onderdeel a, eerste subonderdeel;
b. kWmaxgewogen per maand waarbij het tarief gelijk is aan het tarief dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in rekening brengt op grond van artikel 3.7.5, onderdeel a, tweede subonderdeel.
C
Na onderdeel B.1. van Bijlage B. bij artikel 3.7.5b: wegingsfactoren voor kWmaxgewogen wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
B.2. wegingsfactoren voor verbruikers zoals bedoeld in artikel 3.7.2, onderdeel f, aangesloten op het net op zee.
Elk uur van het jaar: 0,9.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 6 november 2025
Autoriteit Consument en Markt, namens deze, M.R. Leijten bestuurslid
Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u tegen dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het postadres is: College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift moet binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt zijn ontvangen. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.
1. Met dit ontwerpbesluit bepaalt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) de tariefstructuren en voorwaarden van een transporttarief voor verbruikers aangesloten op het net op zee die geen elektriciteit opwekken anders dan voor eigen gebruik (hierna: eindafnemers op zee). De netbeheerder van het op zee moet vanaf de inwerkingtreding van de Energiewet, op 1 januari 2026, aansluit- en transporttarieven in rekening brengen bij eindafnemers op zee. De ACM dient voor deze afnemers de tariefstructuren vast te stellen en geeft hieraan in dit besluit uitvoering. De ACM wijzigt hiertoe de Tarievencode elektriciteit.
2. Dit besluit is een ambtshalve wijziging van de Tarievencode elektriciteit (hierna: Tce). De ACM stelt op grond van artikel 36 van Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) regelgeving vast voor de energiemarkt. Dit besluit betreft een wijziging van de Tarievencode elektriciteit die de ACM ambtshalve neemt op basis van artikel 32, tweede lid, van de E-wet.
3. De Energiewet treedt in werking op 1 januari 2026, waarmee aansluitingen voor eindafnemers op zee mogelijk worden.1 Het idee achter deze wijziging is dat het aansluiten van verbruikende partijen voordelen kan hebben voor de belasting van het transmissiesysteem voor elektriciteit op zee. Het betekent namelijk dat een deel van de elektriciteit die op zee wordt opgewekt, ook op zee kan worden verbruikt, waardoor minder elektriciteit naar het vasteland stroomt. In voorkomende gevallen, als het op zee windstil is, kan het ook zo zijn dat verbruikende partijen hun elektriciteit vanuit het vasteland afnemen.2
4. In de Energiewet is voorgeschreven dat de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee tarieven bij eindafnemers op zee in rekening brengt voor: 1) het in gebruik geven, beheren en onderhouden van een aansluiting op zijn systeem (hierna: aansluittarieven) en 2) het verzorgen van transport van elektriciteit over zijn systeem voor eindafnemers op zee (hierna: transporttarieven).3
5. Omdat huidige wetgeving geen mogelijkheid biedt tot het aansluiten van eindafnemers op zee zijn de voorwaarden en tariefstructuren voor het transporttarief voor eindafnemers op zee nog niet bepaald. Met de inwerkingtreding van de Energiewet dient de ACM een passend tarief vast te stellen voor eindafnemers op zee. Om dit mogelijk te maken stelt de ACM met dit besluit de tariefstructuren en voorwaarden van het transporttarief voor eindafnemers op zee vast.
6. Als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft de ACM het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. De terinzagelegging is gemeld in de Staatscourant van 1 juli 2025. Partijen konden hun zienswijze op het ontwerpbesluit uiterlijk op 23 september 2025 kenbaar maken aan de ACM. Hierop hebben twee partijen binnen de termijn gereageerd. Eén partij heeft na verstrijken van de termijn gereageerd.
7. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat bedoeld in Richtlijn 2015/1535. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.
8. In dit hoofdstuk zet de ACM uiteen waarom zij de transporttarieven voor eindafnemers op zee gelijkt stelt aan de transporttarieven die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in rekening brengt bij afnemers op het extra-hoogspanningsnet (hierna: EHS-net).
9. Op dit moment lopen er verschillende trajecten waarbij de ACM wijzigingen van de tariefsystematiek voorbereidt. Zo heeft de ACM op 2 oktober 2024 aangekondigd te starten met de voorbereiding voor de introductie van een invoedingstarief voor elektriciteit. Belangrijke onderdelen van deze voorbereiding zijn onder andere de kostenverdeling van het net op land versus het net op zee, en ook de tariefstructuren van een invoedingstarief voor het net op zee. Om een consistente en toekomstbestendige tariefsystematiek te kunnen vaststellen, bekijkt de ACM de tariefstructuren voor eindafnemers op zee in samenhang met de voorbereidingen voor de introductie van een invoedingstarief voor elektriciteit.
10. Omdat de ACM niet vooruit wil lopen op voorgenoemde wijziging in de tariefstructuren, kiest de ACM ervoor om met dit besluit geen aparte voorwaarden en tariefstructuren voor eindafnemers op zee vast te stellen, maar de bestaande voorwaarden en tariefstructuren en de hoogte van het op het EHS-net geldende transporttarief ook op eindafnemers op zee toe te passen. De ACM onderbouwt in onderstaande paragrafen hoe zij tot deze keuze is gekomen. De voorwaarden en tariefstructuren voor eindafnemers op zee zijn nog onderhevig aan de wijzigingen zoals beschreven in het voorgaande randnummer.
11. Het EHS-transporttarief dient ter dekking van de kosten zoals bedoeld in artikel 3.2.1 van de Tce die zijn toegerekend aan het EHS-netvlak. Hieronder vallen de kosten voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van het EHS-net, de kosten voor het net op zee die op grond van artikel 42a, derde lid, van de E-wet in rekening worden gebracht bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, en de kosten ter uitvoering van de zogeheten systeemtaken, zoals omschreven in artikel 3.2.2a van de Tce. De ACM acht het redelijk dat eindafnemers op zee bijdragen aan deze kostensoorten.
12. Wat betreft de kosten voor het EHS-net overweegt de ACM dat eindafnemers op zee op momenten van windstilte elektriciteit afnemen van het vasteland. Transport van deze elektriciteit naar eindafnemers op zee zal (mede) via het EHS-net verlopen. Wat betreft de kosten voor het net op zee die in rekening worden gebracht bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overweegt de ACM dat eindafnemers op zee bij de afname van elektriciteit gebruik maken van de infrastructuur op zee. Wat betreft de kosten voor de systeemtaken overweegt de ACM dat de eindafnemers op zee eenzelfde belang hebben bij de stabiliteit van het elektriciteitssysteem als alle andere aangeslotenen.
13. De tariefdragers van toepassing op het EHS-net zijn kWmaxgewogen en kWgecontracteerd. De ACM acht deze tariefdragers voldoende passend voor eindafnemers op zee, met name wanneer vergeleken met mogelijke alternatieven zoals het toepassen van de tariefdrager kWh. Afgenomen energie (kWh) is van beperktere invloed op de kosten van het netgebruik dan het (piek-)vermogen (kWmaxgewogen en kWgecontracteerd).
14. Het EHS-transporttarief bestaat zoals beschreven in artikel 3.7.5, onderdeel a, tweede subonderdeel, van de Tce ter dekking van 50% van de kosten uit een kWmaxgewogen tariefdrager voor tijdgebonden transporttarieven. In Bijlage B bij artikel 3.7.5b van de Tce zijn de wegingsfactoren voor kWmaxgewogen vastgesteld tussen de 0,6 en 1,0. Dit tijdsprofiel is vastgesteld op basis van de belasting van het net op land. De belasting van het net op zee is niet meegenomen in het onderzoek tot vaststelling van dit tijdsprofiel. Om die reden stelt de ACM de kWmaxgewogen voor eindgebruikers op zee voor elk uur van het jaar vast op een wegingsfactor van 0,9. Dit komt de facto neer op een voortzetting van de systematiek zonder tijdgebonden tarieven zolang er sprake is van ongewijzigde belastingprofielen.4
15. De ACM is van oordeel dat een transporttarief dat gelijkgesteld is aan de transporttarieven voor afnemers op het EHS-net op land een geschikte afspiegeling vormt van de kosten van het netgebruik van eindafnemers op zee. Hierdoor betalen eindafnemers op zee mee aan zowel de relevante kosten van de netbeheerder van het net op zee als die van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en loopt de ACM niet vooruit op toekomstige wijzigingen van de tariefstructuur.
16. In dit hoofdstuk behandelt de ACM de zienswijzen die zijn ingediend op het ontwerp codebesluit.
17. De ACM heeft de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing verklaard op de totstandkoming van dit besluit. De ACM heeft belanghebbenden vanaf 1 juli 2025 tot en met 23 september 2025 in de gelegenheid gesteld om een zienswijze op het ontwerpbesluit in te dienen.
18. De ACM heeft binnen deze termijn twee zienswijzen ontvangen. Het betreft de zienswijze van TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) en van de Vereniging Energie-Nederland (hierna: Energie-Nederland). De zienswijzen zijn gepubliceerd op de website van de ACM. De ACM vat in paragraaf 4.1 en 4.2 de zienswijze van TenneT en van Energie Nederland samen. In paragraaf 4.3 reageert de ACM vervolgens op deze zienswijzen. Tot slot concludeert de ACM dat de zienswijzen niet hebben geleid tot een inhoudelijke aanpassing van het besluit.
19. Op 2 oktober 2025 is een zienswijze ontvangen van N.V. Nederlandse Gasunie. De termijn voor het indienen van zienswijzen op het ontwerpbesluit liep tot en met 23 september 2025. Aangezien de zienswijze ná deze termijn is ontvangen, is deze niet tijdig ingediend.
20. Op grond van artikel 3:16, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, dienen zienswijzen binnen de gestelde termijn te worden ingediend. Er zijn geen omstandigheden gebleken op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
21. Derhalve is deze zienswijze niet betrokken bij de totstandkoming van het definitieve besluit.
22. Energie Nederland gebruikt de zienswijze om een opmerking te plaatsen en vragen te stellen. Ten eerste begrijpt Energie-Nederland de keuze van de ACM om de tarifering net op land en net op zee op dezelfde manier toe te passen voor afname. Hierbij vraagt Energie-Nederland zich af waarom de ACM ervoor heeft gekozen om geen tijdsafhankelijkheid toe te passen bij het transporttarief op zee. Tot slot vraagt Energie-Nederland de ACM om meer duidelijkheid te verschaffen over wat het aansluittarief voor afname voor het net op zee wordt.
23. TenneT geeft in haar zienswijze aan dat het ontwerpbesluit duidelijkheid verschaft aan (potentiële) toekomstige aangeslotenen van het net op zee. Volgens TenneT is het besluit dan ook een pragmatische tussenstap, terwijl de ACM parallel werkt aan een bredere herziening van de tariefstructuur, het invoedingstarief en het cascadeprincipe.
24. TenneT wijst er op dat aangeslotenen op het net op zee niet onder gelijke voorwaarden zijn aangesloten als aangeslotenen op het EHS-net. Zo geldt de eis van de enkelvoudige storingsreserve niet voor het net op zee, wat een differentiatie in tarieven zou kunnen rechtvaardigen.
25. Daarnaast onderschrijft TenneT dat het toepassen van een vaste wegingsfactor van 0,9 leidt tot een gelijke tarifering in vergelijking met de situatie voor het EHS-netvlak waarin geen tijdsafhankelijke tarieven worden toegepast. Omdat de gemiddelde maximale wegingsfactor per maand gelijk is aan 0,9 heeft de ACM deze factor volgens TenneT juist vastgesteld.
26. TenneT stelt voor om tijdsafhankelijkheid bij toekomstige herzieningen te onderzoeken en toe te passen op de transporttarieven voor het net op zee. Dit lijkt TenneT logisch aangezien eindafnamers op het net op zee op gezette tijden ook gebruik maken van elektriciteit die over het landelijk hoogspanningsnet is getransporteerd. Afnemers kunnen door afname (gelijktijdig met de invoeding van de aangesloten windparken) het landelijk hoogspanningsnet ook ontlasten.
27. Tot slot heeft TenneT nog twee redactionele opmerkingen. In de codetekst en in de toelichting wordt gerefereerd aan de netbeheerder van het ‘landelijke hoogspanningsnet’. Correcter is om te verwijzen naar het ‘landelijk hoogspanningsnet’ (zonder ‘e’), zoals in de Elektriciteitswet 1998 is gedefinieerd. Daarnaast wordt in artikel 3.7.2, onderdeel f, het begrip “eindafnemer” geïntroduceerd, terwijl in de aanhef van artikel 3.7.5c naar deze eindafnemer wordt verwezen met “verbruikers zoals bedoeld in artikel 3.7.2, onderdeel f”. Dus of in 3.7.2, onderdeel f, moet “eindafnemer” vervangen worden door “verbruiker” of omgekeerd moet in 3.7.5c “verbruikers” vervangen worden door “eindafnemers”.
Tijdsafhankelijkheid en wegingsfactor
28. Zowel TenneT als Energie-Nederland merkt op dat er geen tijdsafhankelijk transporttarief wordt toegepast. De ACM heeft in dit besluit ervoor gekozen om de tot 2025 bestaande voorwaarden en tariefstructuren en de hoogte van het op het EHS-net geldende transporttarief op eindafnemers op zee toe te passen. Het tijdsprofiel voor verbruikers op land is vastgesteld op basis van het cumulatieve profiel van verbruikers op land. Aangezien er nog geen verbruikers op zee zijn, is onbekend welk tijdsprofiel een juiste prikkel geeft voor efficiënt netgebruik door verbruikers op zee. Bij een eventuele toekomstige herziening zal de ACM de mogelijkheid van tijdsafhankelijke transporttarieven op zee onderzoeken.
Onderscheid met net op land
29. TenneT merkt op dat eindafnemers op zee niet onder gelijke voorwaarden zullen worden aangesloten, wat een differentiatie in tarieven zou kunnen rechtvaardigen. De ACM heeft er nu voor gekozen om geen aparte voorwaarden en tariefstructuren voor eindafnemers op zee vast te stellen, maar zal de mogelijkheid van tariefdifferentiatie bij een eventuele toekomstige herziening onderzoeken.
Aansluittarief
30. Energie-Nederland vraagt wat het aansluittarief voor aangeslotenen op het net op zee zal zijn. De ACM merkt op dat de het aansluittarief voor aangeslotenen op zee volgt uit de bepalingen in artikel 2.3.3. van de Tarievencode.
Redactionele opmerkingen
31. De ACM heeft de redactionele opmerkingen van TenneT verwerkt.
Conclusie
32. De ontvangen zienswijzen hebben niet tot inhoudelijke aanpassingen van het ontwerpbesluit geleid.
In het codebesluit tijdsgebonden transporttarieven hoogspanningsnetten (besluit van de ACM met kenmerk ACM/UIT/622421) heeft de ACM opgenomen dat ze verwacht dat door toepassing van de wegingsfactoren het gewogen capaciteitsgebruik in totaal 10% lager komt te liggen dan het ongewogen capaciteitsgebruik.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-38754.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.