Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur | Staatscourant 2025, 38651 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur | Staatscourant 2025, 38651 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
Gelet op artikel 9.1 van de Wet dieren;
Besluit:
De Regeling tarieven identificatie en registratie Wet dieren wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 39,28’ vervangen door ‘€ 40,576’.
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 1,31’ vervangen door ‘€ 1,353’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 0,05’ vervangen door ‘€ 0,052’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 0,64’ vervangen door ‘€ 0,661’.
3. In het derde lid wordt ‘€ 0,05’ vervangen door ‘€ 0,052’.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 1,08’ vervangen door ‘€ 1,116’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 1,08’ vervangen door ‘€ 1,116’.
3. In het derde lid wordt ‘€ 10,00’ vervangen door ‘€ 10,330’.
4. In het vierde lid wordt ‘€ 103,–‘ vervangen door ‘€ 106,399’.
C
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 30,49’ vervangen door ‘€ 31,496’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 0,25’ vervangen door ‘€ 0,258’.
3. In het derde lid wordt ‘€ 0,05’ vervangen door ‘€ 0,052’.
D
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 0,50’ vervangen door ‘€ 0,517’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 0,50’ vervangen door ‘€ 0,517’.
3. In het derde lid wordt ‘€ 10,00’ vervangen door ‘€ 10,330’.
E
In artikel 6 wordt ‘€ 22,28’ vervangen door ‘€ 23,015’.
F
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 1,08’ vervangen door ‘€ 1,116’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 1,08’ vervangen door ‘€ 1,116’.
G
In artikel 8 wordt ‘€ 2,50’ vervangen door ‘€ 2,583’.
H
In artikel 9, tweede lid, wordt ‘€ 22,28’ vervangen door ‘€ 23,015’.
I
In artikel 10 wordt ‘€ 22,28’ vervangen door ‘€ 23,015’.
J
In artikel 10a, eerste lid, wordt ‘€ 22,28’ vervangen door ‘€ 23,015’.
K
In artikel 10b wordt ‘€ 2.000,00’ vervangen door ‘2.066,000’.
L
In artikel 10c wordt ‘€ 22,28’ vervangen door ‘€ 23,015’.
M
In artikel 10d wordt ‘€ 22,28’ vervangen door ‘€ 23,015’.
N
Artikel 10e wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.
2. In het eerste lid (nieuw) wordt ‘€ 22,28’ vervangen door ‘€ 23,015’.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De retributie, bedoeld in het eerste lid, is niet verschuldigd wanneer de exploitant voor de desbetreffende inrichting vanwege het houden van in gevangenschap levende vogels reeds de retributie, bedoeld in artikel 11 verschuldigd is.
O
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. ‘€ 22,28’ wordt vervangen door ‘€ 23,015’.
2. ‘art. 3.8, eerste lid, van het Besluit houders van dieren’ wordt vervangen door ‘artikel 3.8, eerste of vijfde lid, van het Besluit houders van dieren’.
P
In artikel 12 wordt ‘€ 483,75’ vervangen door ‘€ 499,714’.
Q
In artikel 13 wordt ‘€ 220,00’ vervangen door ‘€ 227,260’.
R
In artikel 13a wordt ‘€ 2.000,00’ vervangen door ‘€ 2.066,000’.
S
In artikel 13b wordt ‘€ 0,40’ vervangen door ‘€ 0,413’.
T
In artikel 13c wordt ‘€ 2.000,00’ vervangen door ‘€ 2.066,000’.
U
In artikel 13d wordt € 1,00’ vervangen door ‘€ 1,033’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 28 november 2025
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Met deze wijzigingsregeling zijn de tarieven in de Regeling tarieven identificatie en registratie Wet dieren geïndexeerd.
Inrichtingen waar landdieren worden gehouden, worden geregistreerd met een UBN (uniek bedrijfsnummer). Een exploitant registreert zijn inrichting via een website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in het Identificatie- en Registratiesysteem (I&R) en krijgt vervolgens een UBN. De instandhouding van het I&R-systeem kost geld. De kosten van het I&R-systeem worden deels door de overheid betaald en deels aan gebruikers van het systeem doorbelast. Artikel 9.1 van de Wet dieren geeft de Minister van LVVN de bevoegdheid om voor de identificatie en registratie van dieren een tarief in te regelen. Voor het kalenderjaar 2025 zijn enkel de UBN tarieven geïndexeerd met de inflatie voor de jaren 2021, 2022 en 2023. De tarieven voor mutaties (bijvoorbeeld de registratie van een verplaatsing) zijn hierbij buiten beschouwing gelaten, omdat het indexeren voor drie jaar, voor een individuele veehouder, een aanzienlijke verhoging per jaar zou kunnen betekenen. Om het algemene prijsspel te blijven volgen worden voor het kalenderjaar 2026 de UBN tarieven èn de tarieven voor mutaties geïndexeerd voor één jaar, namelijk 2024.
De tarieven in de regeling worden voor het kalenderjaar 2026 op basis van de Consumenten Prijs Index (CPI) van het CBS voor 2024 geïndexeerd. De index is pas bekend als het jaar voltooid is; voor 2025 is de index nog niet bekend. De CPI voor 2024 betreft 3,3%. De tarieven zijn daarom vermenigvuldigd met 1,033.
Bij het in rekening brengen van een retributie is het van belang dat nooit een hoger bedrag in rekening wordt gebracht dan de daadwerkelijk met de activiteit gepaard gaande kosten (artikel 9.1, derde lid, van de Wet dieren en Maat houden 2014 (Kamerstukken II 2013/14, 24 036, nr. 407). De in deze wijzigingsregeling opgenomen retributies zijn niet hoger dan de werkelijk gemaakte kosten.
In 2025 is geregeld dat exploitanten die paardachtigen, bijen en hommels, kameel- en hertachtigen en in gevangenschap levende vogels houden, een gereduceerd bedrag betaalden voor het UBN. Het gereduceerde tarief werd toegepast, omdat deze diersoorten in de loop van 2025 werden geïntroduceerd. Tijdelijk werd voor deze exploitanten hetzelfde tarief in rekening gebracht als voor het laagste UBN-tarief voorafgaand aan de indexatie voor de inflatie voor 2021 tot en met 2023. Deze uitzondering is met ingang van 1 januari 2026 vervallen, zodat voor deze diersoorten hetzelfde UBN-tarief geldt als het laagste tarief dat voor andere diersoorten geldt voor een UBN.
In artikel 10e van de regeling staat een retributie opgenomen voor in gevangenschap levende vogels. Wat een in gevangenschap levende vogel is, staat beschreven in artikel 4, onderdeel 10, van verordening (EU) 2016/4291. Van een in gevangenschap levende vogel is onder meer sprake bij het houden van vogels voor de kweek of verkoop.
In artikel 11 is een retributie opgenomen voor de aanmelding van een inrichting waar gezelschapsdieren worden gehouden ten behoeve van onder meer de verkoop, of het fokken.
Een bedrijfsmatig gehouden vogel kan volgens de bovenstaande definities tegelijkertijd een in gevangenschap levende vogel zijn.
Om te voorkomen dat een houder van in gevangenschap levende vogels twee keer betaalt voor het UBN voor het houden van dezelfde vogel(s), is de exploitant de retributie, bedoeld in artikel 10e niet verschuldigd als de exploitant reeds de retributie, bedoeld in artikel 11, verschuldigd is. Ter illustratie volgen twee voorbeelden.
Voorbeeld 1: wanneer er bedrijfsmatig vogels gefokt en verkocht worden is de exploitant een bedrijfsmatige houder van gezelschapsdieren, die vogels houdt. In dat geval vallen deze vogels zowel onder het bedrijfsmatig houden van vogels (artikel 3.8, eerste lid, van het Besluit houders van dieren) als onder in gevangenschap levende vogels (artikel 4, onderdeel 10, verordening (EU) 2016/429). Om te voorkomen dat er twee keer een tarief voor dezelfde vogels in rekening gebracht wordt, is slechts de retributie verschuldigd voor de aanmelding van de inrichting, bedoeld in artikel 3.8, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
Voorbeeld 2: wanneer er bedrijfsmatig katten gefokt en verkocht worden is de exploitant een bedrijfsmatige houder van gezelschapsdieren. Als de exploitant daarnaast een aantal vogels, bijvoorbeeld kanaries, houdt (niet-bedrijfsmatig) en daarmee tentoonstellingen bezoekt, dan vallen deze vogels onder in gevangenschap levende vogels. De houder betaalt in dat geval wèl het UBN tarief voor bedrijfsmatig houden van gezelschapsdieren en het UBN tarief voor de voornoemde vogels.
De tarieven worden vanaf het kalenderjaar 2026 weergegeven met drie decimalen achter de komma in de regeling. Voorheen werd het tarief berekend met twee decimalen achter de komma. Om voor alle tarieven een gelijke indexering toe te passen is er voor gekozen om alle maximumtarieven weer te geven met drie decimalen achter de komma in de regelingstekst. Zonder deze wijziging heeft indexeren met 3,3% geen effect voor lage tarieven, zoals een tarief voor mutaties van € 0,05.
Deze maximumtarieven staan in de regelingstekst weergegeven in drie decimalen. In de berekening van het te beschikken bedrag, wordt gerekend met twee decimalen. In de praktijk worden de tarieven dus naar boven of naar beneden afgerond. Als het derde cijfer achter de komma lager is dan 5, dan wordt het bedrag naar beneden afgerond. Als het derde cijfer achter de komma 5 of hoger is, dan wordt het bedrag naar boven afgerond. Zo zal een maximumtarief van bijvoorbeeld € 0,054 afgerond worden naar € 0,05 en € 0,055 afgerond worden naar € 0,06. Stel dat in een jaar 100 keer gebruik is gemaakt van een mutatie van € 0,054, dan wordt 100 keer € 0,05 in rekening gebracht.
In artikel 11 werd verwezen naar artikel 3.8, het eerste lid, van het Besluit houders van dieren. Dat artikellid heeft betrekking op de aanmelding van inrichtingen voor het bedrijfsmatig houden van dieren. De aanmelding kan evenwel ook betrekking hebben op bedrijfsmatige activiteiten die buiten een inrichting plaatsvinden, op een tentoonstelling, beurs of markt. Die aanmelding is geregeld in het vijfde lid van voornoemd artikel. Ter verduidelijking is in artikel 11 nu ook een verwijzing naar dat vijfde lid toegevoegd. In de praktijk levert dit geen veranderingen op ten aanzien van de registratie van evenementen, tentoonstellingen en beurzen met gezelschapsdieren.
Omdat het hier gaat om retributies is notificatie van het ontwerp van de regeling bij de Europese Commissie, als technisch voorschrift als bedoeld in richtlijn 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241), niet aan de orde. Datzelfde geldt voor notificatie ter uitvoering van de Dienstenrichtlijn (richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, PB L 376).
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026. Van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) is voor wat betreft de publicatiedatum dus afgeweken. Vanwege het belang van een spoedige inwerkingtreding voor de overheid in verband met de doorberekening van kosten aan het bedrijfsleven en het technische karakter van de wijzigingen is afgeweken van de minimale publicatietermijn van twee maanden.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’) (PbEU 2021, L 84).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-38651.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.