Regeling van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 17 november 2025, nr. 2025-0000627046, tot wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte en het Besluit Woningbouwimpuls 2020 in verband met de jaarlijkse indexering van verschillende bedragen (koopprijsgrens huisvestingsvergunningplicht, inkomensgrenzen middenhuur, inkomensgrenzen IAH en maximale huurprijsgrenzen 2026 en bovengrens betaalbare koopwoning woningbouwimpuls 2026)

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op de artikelen 7, vierde lid, en 10, vijfde lid, van de Huisvestingswet 2014, artikel 10, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, artikel 12, eerste en tweede lid, van het Besluit huurprijzen woonruimte en artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020;

Besluit:

ARTIKEL I

De Huisvestingswet 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, tweede lid, wordt ‘€ 405.000,–’ vervangen door ‘€ 420.000,–’.

B

In artikel 10, vierde lid, wordt ‘€ 67.366’ vervangen door ‘€ 70.149’ en wordt ‘€ 89.821’ vervangen door ‘€ 93.531’.

ARTIKEL II

In artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte wordt:

a. ‘€ 57.143’ telkens vervangen door ‘€ 59.504’;

b. ‘€ 66.126’ telkens vervangen door ‘€ 68.858;

c. ‘€ 67.366’ telkens vervangen door ‘€ 70.149’;

d. ‘€ 89.821’ telkens vervangen door ‘€ 93.531’.

ARTIKEL III

De Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 2 tot en met 5 vervalt ‘voor het tijdvak 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025’.

B

De bijlagen I, II, III en IV worden vervangen door de bijlagen als opgenomen in de bijlagen A tot en met D bij deze regeling.

ARTIKEL IV

In artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020 wordt ‘€ 405.000’ telkens vervangen door ‘€ 420.000’.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

BIJLAGE A BIJ REGELING VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING VAN 17 NOVEMBER 2025, NR. 2025-0000627046, TOT WIJZIGING VAN DE HUISVESTINGSWET 2014, DE UITVOERINGSWET HUURPRIJZEN WOONRUIMTE, DE UITVOERINGSREGELING HUURPRIJZEN WOONRUIMTE EN HET BESLUIT WONINGBOUWIMPULS 2020 IN VERBAND MET DE JAARLIJKSE INDEXERING VAN VERSCHILLENDE BEDRAGEN (KOOPPRIJSGRENS HUISVESTINGSVERGUNNINGPLICHT, INKOMENSGRENZEN MIDDENHUUR, INKOMENSGRENZEN IAH EN MAXIMALE HUURPRIJSGRENZEN 2026 EN BOVENGRENS BETAALBARE KOOPWONING WONINGBOUWIMPULS 2026)

Bijlage I Maximale huurprijsgrenzen zelfstandige woningen voor 2026

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

40

250,26

82

514,08

124

802,44

166

1090,76

208

1379,09

41

256,53

83

520,96

125

809,30

167

1097,61

209

1385,95

42

262,75

84

527,81

126

816,14

168

1104,46

210

1392,84

43

269,02

85

534,70

127

823,02

169

1111,39

211

1399,69

44

275,27

86

541,56

128

829,94

170

1118,23

212

1406,56

45

281,50

87

548,41

129

836,74

171

1125,08

213

1413,43

46

287,78

88

555,29

130

843,62

172

1131,94

214

1420,28

47

294,03

89

562,13

131

850,49

173

1138,85

215

1427,15

48

300,29

90

569,03

132

857,33

174

1145,69

216

1433,99

49

306,54

91

575,87

133

864,24

175

1152,55

217

1440,86

50

312,80

92

582,71

134

871,06

176

1159,40

218

1447,71

51

319,02

93

589,61

135

877,97

177

1166,27

219

1454,60

52

325,30

94

596,45

136

884,79

178

1173,15

220

1461,49

53

331,54

95

603,32

137

891,67

179

1180,01

221

1468,31

54

337,80

96

610,19

138

898,56

180

1186,84

222

1475,19

55

344,05

97

617,08

139

905,39

181

1193,76

223

1482,05

56

350,35

98

623,94

140

912,26

182

1200,61

224

1488,95

57

356,53

99

630,82

141

919,14

183

1207,46

225

1495,77

58

362,79

100

637,67

142

925,98

184

1214,31

226

1502,67

59

369,09

101

644,53

143

932,93

185

1221,21

227

1509,53

60

375,32

102

651,36

144

939,73

186

1228,07

228

1516,40

61

381,55

103

658,24

145

946,61

187

1234,92

229

1523,28

62

387,83

104

665,12

146

953,45

188

1241,81

230

1530,12

63

394,06

105

671,95

147

960,33

189

1248,65

231

1536,98

64

400,32

106

678,85

148

967,18

190

1255,53

232

1543,85

65

406,58

107

685,70

149

974,05

191

1262,40

233

1550,71

66

412,85

108

692,56

150

980,91

192

1269,25

234

1557,56

67

419,10

109

699,44

151

987,78

193

1276,12

235

1564,46

68

425,33

110

706,32

152

994,63

194

1283,00

236

1571,31

69

431,56

111

713,20

153

1001,50

195

1289,86

237

1578,17

70

437,81

112

720,05

154

1008,35

196

1296,70

238

1585,01

71

444,09

113

726,90

155

1015,22

197

1303,57

239

1591,91

72

450,36

114

733,79

156

1022,07

198

1310,46

240

1598,76

73

456,57

115

740,66

157

1029,00

199

1317,28

241

1605,64

74

462,86

116

747,51

158

1035,81

200

1324,18

242

1612,52

75

469,09

117

754,37

159

1042,73

201

1331,03

243

1619,36

76

475,36

118

761,21

160

1049,57

202

1337,89

244

1626,24

77

481,60

119

768,08

161

1056,42

203

1344,75

245

1633,10

78

487,89

120

774,94

162

1063,32

204

1351,63

246

1639,96

79

494,10

121

781,85

163

1070,14

205

1358,50

247

1646,78

80

500,38

122

788,71

164

1077,00

206

1365,34

248

1653,70

81

507,22

123

795,56

165

1083,88

207

1372,24

249

1660,54

               

250

1667,40

De maximale huurprijsgrens van zelfstandige woningen met een kwaliteit van minder dan 40 punten is gelijk aan de maximale huurprijsgrens bij 40 punten: € 250,26 per maand.

BIJLAGE B BIJ REGELING VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING VAN 17 NOVEMBER 2025, NR. 2025-0000627046, TOT WIJZIGING VAN DE HUISVESTINGSWET 2014, DE UITVOERINGSWET HUURPRIJZEN WOONRUIMTE, DE UITVOERINGSREGELING HUURPRIJZEN WOONRUIMTE EN HET BESLUIT WONINGBOUWIMPULS 2020 IN VERBAND MET DE JAARLIJKSE INDEXERING VAN VERSCHILLENDE BEDRAGEN (KOOPPRIJSGRENS HUISVESTINGSVERGUNNINGPLICHT, INKOMENSGRENZEN MIDDENHUUR, INKOMENSGRENZEN IAH EN MAXIMALE HUURPRIJSGRENZEN 2026 EN BOVENGRENS BETAALBARE KOOPWONING WONINGBOUWIMPULS 2026)

Bijlage II Maximale huurprijsgrenzen onzelfstandige woningen voor 2026

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

1

10,33

41

417,73

81

722,09

121

933,11

161

1144,08

2

20,56

42

427,95

82

727,34

122

938,38

162

1149,44

3

30,77

43

438,17

83

732,60

123

943,66

163

1154,61

4

40,89

44

448,30

84

737,95

124

948,93

164

1159,96

5

51,12

45

458,46

85

743,13

125

954,22

165

1165,22

6

61,29

46

468,73

86

748,46

126

959,49

166

1170,50

7

71,47

47

478,86

87

753,67

127

964,72

167

1175,77

8

81,62

48

489,09

88

759,00

128

970,03

168

1181,04

9

91,85

49

499,27

89

764,30

129

975,32

169

1186,30

10

102,06

50

509,44

90

769,54

130

980,64

170

1191,57

11

112,23

51

519,58

91

774,81

131

985,86

171

1196,87

12

122,38

52

529,80

92

780,09

132

991,17

172

1202,15

13

132,57

53

539,99

93

785,36

133

996,41

173

1207,42

14

142,76

54

550,19

94

790,62

134

1001,61

174

1212,67

15

152,92

55

560,36

95

795,90

135

1006,93

175

1218,02

16

163,13

56

570,54

96

801,20

136

1012,22

176

1223,21

17

173,33

57

580,70

97

806,50

137

1017,52

177

1228,53

18

183,54

58

590,95

98

811,77

138

1022,77

178

1233,79

19

193,63

59

601,06

99

817,05

139

1028,04

179

1239,07

20

203,87

60

611,28

100

822,35

140

1033,34

180

1244,30

21

214,04

61

616,58

101

827,56

141

1038,58

181

1249,58

22

224,29

62

621,84

102

832,87

142

1043,83

182

1254,86

23

234,44

63

627,09

103

838,13

143

1049,18

183

1260,15

24

244,59

64

632,41

104

843,38

144

1054,44

184

1265,46

25

254,83

65

637,63

105

848,66

145

1059,71

185

1270,72

26

264,95

66

642,97

106

853,95

146

1065,00

186

1276,03

27

275,10

67

648,24

107

859,20

147

1070,25

187

1281,26

28

285,37

68

653,44

108

864,55

148

1075,55

188

1286,57

29

295,54

69

658,79

109

869,74

149

1080,84

189

1291,84

30

305,73

70

664,02

110

875,11

150

1086,10

190

1297,08

31

315,89

71

669,35

111

880,31

151

1091,41

191

1302,39

32

326,12

72

674,58

112

885,60

152

1096,66

192

1307,68

33

336,29

73

679,91

113

890,88

153

1101,93

193

1312,98

34

346,45

74

685,17

114

896,12

154

1107,14

194

1318,21

35

356,69

75

690,38

115

901,43

155

1112,46

195

1323,50

36

366,90

76

695,67

116

906,72

156

1117,68

196

1328,72

37

377,02

77

700,94

117

911,93

157

1123,03

197

1333,99

38

387,18

78

706,23

118

917,25

158

1128,27

198

1339,27

39

397,42

79

711,49

119

922,50

159

1133,60

199

1344,59

40

407,58

80

716,80

120

927,76

160

1138,85

200

1349,82

punten

bedrag

punten

bedrag

201

1355,13

241

1566,15

202

1360,38

242

1571,42

203

1365,67

243

1576,76

204

1370,97

244

1581,95

205

1376,23

245

1587,27

206

1381,49

246

1592,52

207

1386,79

247

1597,81

208

1392,08

248

1603,11

209

1397,33

249

1608,36

210

1402,63

250

1613,63

211

1407,88

>250

*

212

1413,16

   

213

1418,45

   

214

1423,75

   

215

1429,01

   

216

1434,29

   

217

1439,55

   

218

1444,84

   

219

1450,10

   

220

1455,36

   

221

1460,63

   

222

1465,91

   

223

1471,19

   

224

1476,46

   

225

1481,71

   

226

1487,01

   

227

1492,30

   

228

1497,54

   

229

1502,84

   

230

1508,14

   

231

1513,44

   

232

1518,70

   

233

1523,90

   

234

1529,25

   

235

1534,49

   

236

1539,78

   

237

1545,06

   

238

1550,33

   

239

1555,59

   

240

1560,88

   

De maximale huurprijsgrens behorende bij meer dan 250 punten is het bedrag dat wordt verkregen door € 5,27 (dat bedrag komt overeen met het verschil tussen de bedragen, genoemd bij 250 en 249 punten) te vermenigvuldigen met het aantal punten van de woonruimte, verminderd met 250, en bij de verkregen uitkomst € 1.613,63 (dat bedrag komt overeen met het bedrag genoemd bij 250 punten) op te tellen.

BIJLAGE C BIJ DE REGELING VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING VAN 17 NOVEMBER 2025, NR. 2025-0000627046, TOT WIJZIGING VAN DE HUISVESTINGSWET 2014, DE UITVOERINGSWET HUURPRIJZEN WOONRUIMTE, DE UITVOERINGSREGELING HUURPRIJZEN WOONRUIMTE EN HET BESLUIT WONINGBOUWIMPULS 2020 IN VERBAND MET DE JAARLIJKSE INDEXERING VAN VERSCHILLENDE BEDRAGEN (KOOPPRIJSGRENS HUISVESTINGSVERGUNNINGPLICHT, INKOMENSGRENZEN MIDDENHUUR, INKOMENSGRENZEN IAH EN MAXIMALE HUURPRIJSGRENZEN 2026 EN BOVENGRENS BETAALBARE KOOPWONING WONINGBOUWIMPULS 2026)

Bijlage III Maximale huurprijsgrenzen voor woonwagens voor 2026

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

40

277,00

82

568,97

124

886,40

166

1203,81

208

1521,22

41

283,94

83

576,57

125

893,94

167

1211,38

209

1528,79

42

290,85

84

584,07

126

901,51

168

1218,94

210

1536,37

43

297,78

85

591,68

127

909,07

169

1226,45

211

1543,92

44

304,65

86

599,20

128

916,64

170

1234,05

212

1551,48

45

311,58

87

606,75

129

924,18

171

1241,60

213

1559,07

46

318,46

88

614,31

130

931,72

172

1249,16

214

1566,57

47

325,44

89

621,87

131

939,29

173

1256,70

215

1574,14

48

332,37

90

629,42

132

946,87

174

1264,26

216

1581,75

49

339,29

91

637,00

133

954,43

175

1271,85

217

1589,26

50

346,21

92

644,55

134

961,99

176

1279,39

218

1596,84

51

353,10

93

652,11

135

969,55

177

1286,94

219

1604,35

52

360,03

94

659,67

136

977,09

178

1294,50

220

1611,94

53

366,95

95

667,23

137

984,65

179

1302,06

221

1619,49

54

373,90

96

674,76

138

992,20

180

1309,63

222

1627,07

55

380,80

97

682,36

139

999,78

181

1317,19

223

1634,64

56

387,73

98

689,86

140

1007,32

182

1324,72

224

1642,14

57

394,68

99

697,44

141

1014,90

183

1332,29

225

1649,70

58

401,59

100

705,00

142

1022,45

184

1339,83

226

1657,28

59

408,51

101

712,53

143

1030,01

185

1347,42

227

1664,83

60

415,42

102

720,14

144

1037,50

186

1354,98

228

1672,42

61

422,33

103

727,67

145

1045,13

187

1362,49

229

1679,94

62

429,25

104

735,22

146

1052,63

188

1370,11

230

1687,52

63

436,20

105

742,79

147

1060,25

189

1377,66

231

1695,07

64

443,09

106

750,35

148

1067,81

190

1385,20

232

1702,63

65

450,05

107

757,91

149

1075,33

191

1392,78

233

1710,22

66

456,97

108

765,48

150

1082,86

192

1400,32

234

1717,73

67

463,88

109

773,05

151

1090,46

193

1407,87

235

1725,32

68

470,77

110

780,58

152

1098,00

194

1415,42

236

1732,88

69

477,72

111

788,12

153

1105,58

195

1422,99

237

1740,44

70

484,64

112

795,73

154

1113,13

196

1430,55

238

1747,95

71

491,54

113

803,27

155

1120,70

197

1438,12

239

1755,54

72

498,48

114

810,80

156

1128,22

198

1445,66

240

1763,09

73

505,41

115

818,40

157

1135,76

199

1453,18

241

1770,66

74

512,31

116

825,93

158

1143,37

200

1460,75

242

1778,22

75

519,23

117

833,48

159

1150,88

201

1468,34

243

1785,78

76

526,13

118

841,04

160

1158,47

202

1475,89

244

1793,30

77

533,09

119

848,60

161

1166,05

203

1483,48

245

1800,87

78

540,00

120

856,16

162

1173,61

204

1491,01

246

1808,45

79

546,95

121

863,76

163

1181,12

205

1498,59

247

1816,01

80

553,88

122

871,30

164

1188,73

206

1506,13

248

1823,56

81

560,82

123

878,84

165

1196,27

207

1513,70

249

1831,10

               

250

1838,68

De maximale huurprijsgrens van woonwagens met een kwaliteit van minder dan 40 punten is gelijk aan de maximale huurprijsgrens bij 40 punten: € 277,00 per maand.

BIJLAGE D BIJ REGELING VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING VAN 17 NOVEMBER 2025, NR. 2025-0000627046, TOT WIJZIGING VAN DE HUISVESTINGSWET 2014, DE UITVOERINGSWET HUURPRIJZEN WOONRUIMTE, DE UITVOERINGSREGELING HUURPRIJZEN WOONRUIMTE EN HET BESLUIT WONINGBOUWIMPULS 2020 IN VERBAND MET DE JAARLIJKSE INDEXERING VAN VERSCHILLENDE BEDRAGEN (KOOPPRIJSGRENS HUISVESTINGSVERGUNNINGPLICHT, INKOMENSGRENZEN MIDDENHUUR, INKOMENSGRENZEN IAH EN MAXIMALE HUURPRIJSGRENZEN 2026 EN BOVENGRENS BETAALBARE KOOPWONING WONINGBOUWIMPULS 2026)

Bijlage IV Maximale huurprijsgrenzen voor standplaatsen voor 2026

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

1

6,61

41

266,63

81

527,25

121

812,71

161

1098,14

2

13,12

42

273,12

82

534,37

122

819,87

162

1105,30

3

19,61

43

279,64

83

541,54

123

826,98

163

1112,42

4

26,10

44

286,13

84

548,65

124

834,13

164

1119,52

5

32,64

45

292,60

85

555,80

125

841,26

165

1126,69

6

39,12

46

299,14

86

562,95

126

848,38

166

1133,85

7

45,64

47

305,63

87

570,07

127

855,52

167

1140,97

8

52,12

48

312,17

88

577,21

128

862,71

168

1148,08

9

58,65

49

318,62

89

584,34

129

869,79

169

1155,30

10

65,15

50

325,14

90

591,49

130

876,95

170

1162,39

11

71,66

51

331,59

91

598,62

131

884,07

171

1169,52

12

78,13

52

338,15

92

605,72

132

891,21

172

1176,63

13

84,64

53

344,62

93

612,90

133

898,35

173

1183,81

14

91,14

54

351,15

94

620,03

134

905,48

174

1190,91

15

97,62

55

357,65

95

627,15

135

912,64

175

1198,04

16

104,13

56

364,14

96

634,30

136

919,73

176

1205,22

17

110,60

57

370,58

97

641,44

137

926,89

177

1212,32

18

117,13

58

377,12

98

648,57

138

934,04

178

1219,48

19

123,62

59

383,65

99

655,74

139

941,16

179

1226,60

20

130,15

60

390,16

100

662,84

140

948,31

180

1233,71

21

136,60

61

396,62

101

669,98

141

955,45

181

1240,89

22

143,12

62

403,13

102

677,10

142

962,54

182

1247,99

23

149,63

63

409,65

103

684,25

143

969,69

183

1255,15

24

156,16

64

416,12

104

691,42

144

976,84

184

1262,26

25

162,60

65

422,63

105

698,50

145

983,99

185

1269,43

26

169,15

66

429,12

106

705,67

146

991,08

186

1276,59

27

175,64

67

435,66

107

712,81

147

998,26

187

1283,70

28

182,17

68

442,14

108

719,92

148

1005,39

188

1290,84

29

188,63

69

448,61

109

727,09

149

1012,54

189

1297,97

30

195,13

70

455,12

110

734,20

150

1019,65

190

1305,09

31

201,67

71

461,60

111

741,35

151

1026,78

191

1312,28

32

208,12

72

468,13

112

748,47

152

1033,94

192

1319,36

33

214,61

73

474,62

113

755,59

153

1041,07

193

1326,51

34

221,12

74

481,12

114

762,79

154

1048,17

194

1333,69

35

227,64

75

487,64

115

769,87

155

1055,32

195

1340,79

36

234,15

76

494,13

116

777,03

156

1062,48

196

1347,91

37

240,64

77

500,59

117

784,17

157

1069,63

197

1355,05

38

247,13

78

507,14

118

791,29

158

1076,72

198

1362,20

39

253,64

79

513,63

119

798,44

159

1083,89

199

1369,31

40

260,12

80

520,15

120

805,56

160

1091,01

200

1376,49

punten

bedrag

punten

bedrag

201

1383,60

231

1597,67

202

1390,74

232

1604,83

203

1397,87

233

1611,96

204

1405,01

234

1619,06

205

1412,14

235

1626,24

206

1419,27

236

1633,36

207

1426,46

237

1640,50

208

1433,56

238

1647,65

209

1440,68

239

1654,80

210

1447,85

240

1661,92

211

1454,96

241

1669,02

212

1462,08

242

1676,18

213

1469,23

243

1683,31

214

1476,36

244

1690,45

215

1483,53

245

1697,59

216

1490,66

246

1704,75

217

1497,79

247

1711,84

218

1504,90

248

1719,03

219

1512,05

249

1726,14

220

1519,22

250

1733,26

221

1526,30

> 250

*

222

1533,46

   

223

1540,57

   

224

1547,73

   

225

1554,88

   

226

1562,01

   

227

1569,14

   

228

1576,29

   

229

1583,42

   

230

1590,54

   

De maximale huurprijsgrens behorende bij meer dan 250 punten is het bedrag dat wordt verkregen door € 7,12 (dat bedrag komt overeen met het verschil tussen de bedragen genoemd bij 250 en 249 punten) te vermenigvuldigen met het aantal punten van de woonruimte, verminderd met 250, en bij de verkregen uitkomst € 1.733,26 (dat bedrag komt overeen met het bedrag genoemd bij 250 punten) op te tellen.

TOELICHTING

ALGEMEEN

Deze regeling strekt tot aanpassing van de in artikel 7 van de Huisvestingswet 2014 genoemde koopprijsgrens voor de huisvestingsverordening, tot aanpassing van de in artikel 10 van de Huisvestingswet 2014 genoemde inkomensgrenzen voor middenhuur, tot aanpassing van de in artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte genoemde inkomensgrenzen voor inkomensafhankelijke hogere huurverhoging (IAH), tot aanpassing van de in de bijlagen I tot en met IV van de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte opgenomen tabellen met maximale huurprijsgrenzen voor 2026 en tot aanpassing van de in artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020 genoemde bovengrens koopprijs betaalbare woning.

Administratieve lasten en regeldruk

Deze regeling behelst geen administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven. Deze regeling schept geen nieuwe verplichtingen voor burgers of bedrijven en heeft derhalve geen gevolgen voor de regeldruk.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel I (wijziging koopprijsgrens huisvestingsvergunningplicht en wijziging inkomensgrenzen middenhuur)

A

In artikel 7, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 is vanaf 1 januari 2024 bepaald dat alleen voor verkoop bestemde (nieuwbouw)woonruimte met een koopprijs van ten hoogste € 390.000 onder de werking van de huisvestingsverordening kan worden gebracht. Op grond van artikel 7, vierde lid, van de Huisvestingswet 2014 wordt het in het tweede lid genoemde bedrag jaarlijks gewijzigd aan de hand van de (stijging van de) consumentenprijsindex.

De eerste keer dat dat bedrag werd geïndexeerd was met ingang van 1 januari 2024. In de voortgangsrapportage Betaalbaar Wonen van 13 juli 20231 is aangegeven dat de betaalbaarheidsgrens elke drie jaar indien nodig herijkt wordt zodat deze grens blijft aansluiten bij wat huishoudens kunnen betalen aan woonlasten. In 2025 is voor de eerste keer een dergelijk herijkingstoets gedaan. Op basis van de analyse is er geen aanleiding om de indexatiemethode voor de betaalbaarheidsgrens anders vorm te geven dan op basis van de inflatie (CPI)2. Indexatie met inflatie (stijging consumentenprijsindex) voldoet daarmee in de gestelde doelstellingen en zal de komende jaren gevolgd worden.

De consumentenprijsindex over 2025 wordt niet vóór 1 januari 2026 bekend en gepubliceerd. Daarom wordt voor de herkenbaarheid de inflatie (stijging consumentenprijsindex) van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan de indexeringsdatum gehanteerd, in dit geval de inflatie van 2024 en die bedraagt 3,3%. Gekozen is voor een afronding op een veelvoud van € 5.000. Per 1 januari 2026 is de maximale koopprijs, genoemd in artikel 7, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 derhalve € 420.000.

B

Op 1 juli 2024 is de Wet betaalbare huur in werking getreden. Sinds 1 juli 2024 bepaalt artikel 10 van de Huisvestingswet 2014 de inkomensgrenzen voor middenhuur. Per 1 januari 2025 zijn die inkomensgrenzen voor middenhuur geïndexeerd naar € 67.366 voor huishoudens van één persoon en € 89.821 voor huishoudens van twee of meer personen.

Artikel 10, vijfde lid, van de Huisvestingswet 2014 bepaalt dat deze bedragen met ingang van 1 januari van elk jaar worden gewijzigd met het percentage waarmee per 1 januari van het peiljaar (kalenderjaar voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar, het peiljaar, in dit geval 2025) het bedrag van het jaarinkomen, genoemd in artikel 17, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de huurtoeslag (minimum-inkomensijkpunt meerpersoonshuishouden) is gewijzigd (zonder de in dat onderdeel genoemde opslag van € 2.512). In 2025 is dat jaarinkomen van het minimum-inkomensijkpunt gestegen met 4,13%. Per 1 januari 2026 zijn die inkomensgrenzen voor middenhuur derhalve € 70.149 voor huishoudens van één persoon en € 93.531 voor huishoudens van twee of meer personen.

Artikel II (wijziging inkomensgrenzen inkomensafhankelijke hogere huurverhoging)

De inkomensgrenzen, genoemd in artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte worden conform de nahef van dat artikellid met ingang van 1 januari van elk jaar gewijzigd met het percentage waarmee per 1 januari van het peiljaar (kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar van de voorgestelde ingangsdatum van de huurverhoging, in dit geval 2025) het bedrag van het jaarinkomen, genoemd in artikel 17, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de huurtoeslag (minimum-inkomensijkpunt meerpersoonshuishouden) is gewijzigd (zonder de in dat onderdeel genoemde opslag van € 2.512). In 2025 is dat jaarinkomen van het minimum-inkomensijkpunt gestegen met 4,13%.

Dat leidt tot de volgende inkomenscategorieën voor de inkomensafhankelijke hogere huurverhoging voor zelfstandige woningen met niet-geliberaliseerde huurovereenkomsten.

Tabel inkomenscategorieën voor de huurverhoging per 1 juli 2026
 

Inkomenscategorie (inkomen 2024)

Lage (midden)inkomens

Hoge middeninkomens

Hoge inkomens

Eenpersoonshuishoudens

≤ € 59.504

> € 59.504 ≤ 70.149

> € 70.149

Meerpersoonshuishoudens

≤ € 68.858

> € 68.858 ≤ 93.531

> € 93.531

Artikel III (aanpassing maximale huurprijsgrenzen woonruimte)

A

De artikelen 2 tot en met 5 van de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte verwijzen voor de maximale huurprijsgrenzen van zelfstandige woningen, onzelfstandige woningen, woonwagens en standplaatsen naar de bijlagen I tot en met IV van die regeling. In de artikelen staat dat deze maximale huurprijsgrenzen gelden voor het tijdvak 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025. Dit is een verschrijving, aangezien de maximale huurprijsgrenzen per 1 januari 2025 zijn geïndexeerd en met deze regeling opnieuw wijzigen met ingang van 1 januari 2026.

Door de toevoeging ‘voor het tijdvak 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025’ te laten vervallen in de artikelen hoeven deze artikelen niet langer jaarlijks te worden aangepast en wordt tevens onduidelijkheid voorkomen als deze aanpassing in enig jaar wordt nagelaten, zoals abusievelijk is gebeurd bij de indexering per 1 januari 2025.

Boven de tabellen met huurprijsgrenzen stond altijd de datum per wanneer de bedragen gelden. Ter verduidelijking is met deze regeling boven de tabellen aangegeven dat die huurprijsgrenzen gelden voor het jaar 2026.

B

De maximale huurprijsgrenzen van zelfstandige woningen, onzelfstandige woningen, woonwagens en standplaatsen worden conform artikel 12 van het Besluit huurprijzen woonruimte per 1 januari 2026 geïndexeerd, en wel met de inflatie (stijging CPI) over de periode juli 2024 tot juli 2025, en vervolgens op de hele cent naar boven afgerond. De inflatie (CPI) over de periode juli 2024 tot juli 2025 was 3,65%. Met deze regeling zijn de bijlagen I tot en met IV bij de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte vervangen door nieuwe bijlagen met de bedragen voor het jaar 2026.

Artikel IV (wijziging bovengrens koopprijs betaalbare woning)

Het Besluit Woningbouwimpuls 2020 bevat regels over het verstrekken van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van het versnellen van de bouw van betaalbare woningen in een kwalitatief goede leefomgeving. Artikel 1, onderdeel c, van dat besluit definieert het begrip ‘betaalbare woning’, als een sociale huurwoning, huurwoning voor middenhuur of betaalbare koopwoning. Op grond van artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020 is sprake van een betaalbare koopwoning als de koopwoning een koopprijs heeft van ten hoogste € 405.000 (2025). Deze bovengrens van € 405.000 wordt met ingang van elk kalenderjaar gewijzigd aan de hand van de consumentenprijsindex (hierna: CPI).

De consumentenprijsindex over 2025 wordt niet vóór 1 januari 2026 bekend en gepubliceerd. Daarom wordt voor de herkenbaarheid de consumentenprijsindex van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan de indexeringsdatum gehanteerd, in dit geval de consumentenprijsindex van 2024 en die bedraagt 3,3%. Gekozen is voor een afronding op een veelvoud van € 5.000. Per 1 januari 2026 is de bovengrens, genoemd in artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020 derhalve € 420.000.

ARTIKEL V (inwerkingtredingsbepaling)

De inwerkingtredingsdatum voldoet aan het stelsel van vaste verandermomenten. Omdat de verschillende indexeringen per 1 januari 2026 moeten plaatsvinden, iets waar de praktijk ook behoefte aan heeft, is afgeweken van de minimale invoeringstermijnen.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Kamerstukken II 2023/24, 32 847, nr. 1073

X Noot
2

Kamerstukken II 2025/26, 32 847, nr. 1381 (8 oktober 2025)

Naar boven