Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 november 2025, kenmerk 4250326-1089945-MEVA, houdende wijziging van het bedrag vermogenstoets zorgtoeslag met ingang van 1 januari 2026

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3a, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3a, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag, wordt ‘€ 141.896’ vervangen door ‘€ 146.011’ en wordt ‘€ 179.429’ vervangen door ‘€ 184.633’

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn

TOELICHTING

Deze regeling wijzigt met ingang van 1 januari 2026 in artikel 3a, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag (hierna: Wzt) het bedrag van ‘€ 141.896’ in ‘€ 146.011’ en het bedrag van ‘€ 179.429’ in ‘€ 184.633’.

Ingevolge artikel 3a, tweede lid Wzt, worden bij het begin van het kalenderjaar de bedragen genoemd in het eerste lid van dat artikel, gewijzigd overeenkomstig de tabelcorrectiefactor voor de inkomstenbelasting. Deze bedraagt 2,9%, hetgeen resulteert in een indexatie van respectievelijk € 4.115 en € 5.204.

Een verzekerde met een rendementsgrondslag voor box 3 van de inkomstenbelasting hoger dan € 146.011 heeft geen recht op de zorgtoeslag. Verzekerde partners met een gezamenlijke rendementsgrondslag hoger dan € 184.633 hebben ook geen recht op zorgtoeslag.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het – behoudens eenmalige kennisnemingskosten – geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn

Naar boven