Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening | Staatscourant 2025, 38104 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening | Staatscourant 2025, 38104 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
Gelet op artikel 4.20, vijfde lid, van de Comptabiliteitswet 2016;
Besluit:
De Regeling beheer onroerende zaken Rijk 2024 wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 4, tweede en vierde lid, 6, eerste, derde en vierde lid, onder a, 7, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 8, eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid, 9, eerste lid, aanhef, tweede en derde lid, 10, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 11, eerste lid, aanhef, tweede lid, derde lid, aanhef, vijfde, zesde en zevende lid, 12, eerste lid, tweede lid, aanhef en onder c, derde lid, 13, eerste, tweede, derde, vijfde, zesde en zevende lid, en 14, eerste, tweede, vijfde, zesde, zevende en achtste lid, wordt ‘de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’ telkens vervangen door ‘de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening’.
B
In hoofdstuk 3 wordt na artikel 14 een artikel ingevoegd, luidende:
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat zendt een afschrift van een aanvraag om een omgevingsvergunning, een melding en een omgevingsvergunning voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk in beheer bij het Rijk, de Noordzee, en een weg in beheer bij het Rijk, bedoeld in hoofdstuk 6, onderscheidenlijk hoofdstuk 7, onderscheidenlijk hoofdstuk 8 van het Besluit activiteiten leefomgeving, onverwijld aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, voor zover de betreffende vergunningsaanvragen en meldingen betrekking hebben op onroerende zaken die in eigendom zijn van de Staat.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Doel en aanleiding
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat (Rijkswaterstaat) is bevoegd gezag voor de verlening van vergunningen en het in ontvangst nemen van meldingen voor beperkingengebiedactiviteiten voor zowel waterstaatwerken als wegen in beheer bij het Rijk alsmede de Noordzee. Een beperkingengebiedactiviteit is een activiteit die de functie van een maatschappelijk belangrijk werk of object kan verstoren.1
Voor zover dit onroerende zaken betreft die in eigendom zijn van de Staat, is naast deze publiekrechtelijke vergunning of melding, veelal ook een privaatrechtelijke titel nodig om de onroerende zaak te mogen gebruiken. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (in de praktijk het Rijksvastgoedbedrijf) is exclusief belast met het privaatrechtelijk beheer van onroerende zaken van de Staat. Om het privaatrechtelijk beheer bij het verlenen van een gebruiksrecht te kunnen uitvoeren, is het noodzakelijk dat Rijkswaterstaat een afschrift van de vergunningaanvraag, de verleende vergunning en de melding, onverwijld verstuurt aan het onder de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ressorterende Rijksvastgoedbedrijf.
Dusdoende kan het Rijksvastgoedbedrijf tijdig een procedure starten om te komen tot een openbare uitgifte van het gebruiksrecht of bij wege van uitzondering de uitgifte aan de enige serieuze gegadigde van het gebruiksrecht aan de vergunningsaanvrager of melder. Daarbij zij ten overvloede opgemerkt dat een verleende publiekrechtelijke vergunning niet automatisch betekent dat ook medewerking wordt verleend aan privaatrechtelijke afspraken, en dat bovendien nadere voorwaarden plegen te worden gesteld in een eventueel te sluiten privaatrechtelijke overeenkomst. Door de privaatrechtelijke procedure te starten wordt het belang van de vergunningsaanvrager of melder gediend, om het publiekrechtelijk vergunde recht ook privaatrechtelijk bezien rechtmatig te kunnen effectueren. Bovendien stelt dit het Rijksvastgoedbedrijf in staat om zo nodig tijdig maatregelen te nemen tegen inbreuken op het eigendomsrecht van de Staat indien zonder privaatrechtelijke overeenkomst de gronden van de Staat worden gebruikt. Dusdoende worden zowel de belangen van de vergunningsaanvrager en melder, als doelstellingen van algemeen belang van de Staat gediend met de verstrekking van afschriften van de vergunningsaanvragen en meldingen. De noodzaak om ook de verleende vergunning te verstrekken vloeit voort uit het feit dat de privaatrechtelijke overeenkomst logischerwijs wat bijvoorbeeld betreft duur en toegestane activiteiten gekoppeld is aan de verleende publiekrechtelijke vergunning.
Algemene verordening gegevensbescherming
De verstrekking van een afschrift van een vergunningsaanvraag of melding kan een verwerking van persoonsgegevens behelzen, voor zover met de gegevens in het afschrift een natuurlijke persoon identificeerbaar is. Dit kan bijvoorbeeld de vergunningsaanvrager of melder zelf zijn of een contactpersoon die werkzaam is bij de vergunningsaanvrager of melder, indien de vergunningsaanvrager of melder een rechtspersoon is. De persoonsgegevens die het betreft zijn bijvoorbeeld naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres.
Rijkswaterstaat beoordeelt als ontvanger van de vergunningsaanvragen en meldingen of sprake is van staatseigendom, en stuurt op basis daarvan afschriften van de relevante vergunningsaanvragen, verleende vergunningen en meldingen naar het Rijksvastgoedbedrijf. De verstrekking van een afschrift van een vergunning is noodzakelijk voor het Rijksvastgoedbedrijf om het privaatrechtelijk beheer, bij het verlenen van een gebruiksrecht overeenkomstig de artikelen 13 en 14 van de Regeling beheer onroerende zaken Rijk 2024, te kunnen uitvoeren.
Overige wijziging
Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de Regeling beheer onroerende zaken Rijk 2024 de aanduiding van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te vervangen voor de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, in verband met de inmiddels gewijzigde portefeuilleverdeling.
Advies
De regeling is voorgelegd aan de Autoriteit persoonsgegevens. De Autoriteit persoonsgegevens heeft geen aanmerkingen.
Consultatie
Deze wijziging van de regeling niet voorgelegd voor internetconsultatie, omdat deze regeling geen algemeen verbindende voorschriften bevat die op burgers of bedrijven zijn gericht. Onderhavige wijziging voorziet uitsluitend in een bepaling gericht tot de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het toezenden van afschriften.
Deze regeling leidt niet tot verzwaring van de administratieve lasten van burgers en bedrijven, aangezien deze regeling enkel gericht is op de Ministers en voor hen geen materiele toename van werkzaamheden omvat. Dit betekent ook dat burgers en bedrijven deze gegevens niet zelf te hoeven overleggen. De regeling voorziet uitsluitend in een versterking van de grondslag voor een werkwijze die reeds wordt gehanteerd.
Het dossier is toegezonden aan het Adviescollege toetsing regeldruk. Het Adviescollege heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.
Deze regeling richt zich tot de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. In de praktijk worden zijn bevoegdheden op grond van volmacht en machtiging uitgevoerd door functionarissen van het onder die Minister ressorterende Rijkwaterstaat. De regeling is in samenspraak met het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat tot stand gekomen.
Onderdeel A
Met deze wijzigingen zijn de aanduidingen van Ministers aangepast in overeenstemming met de portefeuilleverdeling van het kabinet-Schoof. Strikt genomen hoeven de aanduidingen niet te worden aangepast. De Ministers kunnen vanaf het moment dat daarvoor op grond van de artikelen 43 en 44 van de Grondwet de koninklijke besluiten zijn vastgesteld en gepubliceerd de taken en bevoegdheden uitoefenen die aan hen toekomen. Niettemin is het voor de gebruiker van de wetgeving inzichtelijk als de wetgeving op dit punt zo veel mogelijk is geactualiseerd.
Onderdeel B
Voor de toelichting kan worden verwezen naar het algemeen deel van deze toelichting.
Deze wijzigingsregeling treedt in werking op de dag na publicatie ervan in de Staatscourant. Daarmee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Dit is mogelijk omdat de regeling ziet op een reeds gehanteerde werkwijze en geen betrekking heeft op voorschriften voor burgers of bedrijven.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Zie voor een omschrijving van beperkingengebiedactiviteit ook de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-38104.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.