Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 november 2025, kenmerk 4217351-1087768-Z, houdende wijziging van de regeling zorgverzekering in verband met het vaststellen van de woonlandfactoren voor het jaar 2026 ten behoeve van de gedifferentieerde berekening van de bijdrage voor verdragsgerechtigden [KetenID WGK028385]

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 69, derde lid, van de Zorgverzekeringswet en artikel 4a, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering komt als volgt te luiden:

Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage horende bij artikel 6.3.1, negende lid, van de Regeling zorgverzekering

Land

Woonlandfactor

België

0,8165

Bosnië-Herzegovina

0,0881

Bulgarije

0,1363

Cyprus

0,4498

Denemarken

1,0000

Duitsland

1,0000

Estland

0,3057

Finland

0,8148

Frankrijk

0,8304

Griekenland

0,2206

Hongarije

0,1887

Ierland

0,9789

IJsland

1,0000

Italië

0,4641

Kaapverdië

0,0346

Kroatië

0,3201

Letland

0,2110

Liechtenstein

1,0000

Litouwen

0,2459

Luxemburg

0,8430

Malta

0,4370

Marokko

0,0212

Montenegro

0,1202

Noord-Macedonië

0,0599

Noorwegen

1,0000

Oostenrijk

0,9177

Polen

0,1940

Portugal

0,3205

Roemenië

0,1453

Servië

0,1118

Slovenië

0,4029

Slowakije

0,2684

Spanje

0,4408

Tsjechië

0,4257

Tunesië

0,0306

Turkije

0,0682

Verenigd Koninkrijk

0,8498

Zweden

1,0000

Zwitserland

1,0000

ARTIKEL II

De verhoudingsgetallen, bedoeld in artikel 4a, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag, zijn gelijk aan de getallen, genoemd in bijlage 4 bij de Regeling zorgverzekering.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn

TOELICHTING

1. Inleiding

Op grond van artikel 69 van de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) worden jaarlijks de zogenoemde woonlandfactoren vastgesteld voor de bijdragen die verdragsgerechtigden betalen. Deze woonlandfactoren worden ook gebruikt voor de berekening van de zorgtoeslagen voor verdragsgerechtigden. Met deze regeling worden de woonlandfactoren vastgesteld voor het jaar 2026.

2. Achtergrond van de verdragsbijdrage en de woonlandfactor

Op grond van de Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEU 2004, L 166) (hierna: basisverordening) kunnen personen die in een andere lidstaat van de Europese Unie (hierna: EU) wonen recht hebben op zorg in hun woonland ten laste van Nederland. Soortgelijke regels gelden voor personen in bepaalde landen buiten de EU waar Nederland verdragen mee heeft gesloten op het terrein van sociale zekerheid en zorg. Deze personen worden kortweg aangeduid als ‘verdragsgerechtigden’ en ontvangen in het woonland het vergoedingenpakket van dat land. De rekening voor de zorg gaat naar Nederland, waarbij het CAK als betaalkantoor functioneert. Voor hun recht op zorg betalen verdragsgerechtigden aan het CAK een bijdrage. De basisverordening laat het heffen van een bijdrage aan de lidstaten. Deze zogenoemde verdragsbijdrage komt als het ware in plaats van de premies voor de verzekeringen als bedoeld in de Zvw en de Wet langdurige zorg (hierna: Wlz).

De hoogte van de verdragsbijdrage is afgeleid van de premies als bedoeld in de Zvw en de Wlz. In het woonland kan de zorg echter van een lager of hoger kostenniveau zijn dan in Nederland het geval is. Om de bijdrage in verhouding te brengen met (de kosten van) het pakket van het woonland, is de zogenoemde woonlandfactor geïntroduceerd. De verdragsbijdrage wordt berekend door de grondslag van de bijdrage te vermenigvuldigen met een verhoudingsgetal waarmee de verhouding tot uitdrukking wordt gebracht tussen de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale ziektekostenverzekering (hierna te noemen: zorgkosten) in het woonland van de verdragsgerechtigde en de gemiddelde uitgaven per persoon voor zorg als bedoeld in de Zvw en de Wlz in Nederland. Hierdoor betalen verdragsgerechtigden verhoudingsgewijs niet (veel) te veel of te weinig in verhouding tot het recht op zorg dat zij in hun woonland kunnen verzilveren. Daarbij wordt opgemerkt dat de rechten van verdragsgerechtigden na de introductie van de woonlandfactoren zijn verruimd. Sinds de wijziging van de basisverordening per 1 mei 2010 hebben verdragsgerechtigden namelijk niet alleen het recht op vergoeding van zorgkosten in het woonland (volgens pakket woonland) en bij tijdelijk verblijf in andere landen binnen de EU (volgens pakket verblijfsland), maar eveneens op vergoeding van zorgkosten die zij maken in Nederland (volgens pakket Nederland).

Artikel 69, derde lid, van de Zvw bevat de grondslag voor het bij ministeriële regeling vaststellen van de woonlandfactor ten behoeve van de bijdrage van verdragsgerechtigden. In dat artikel is geregeld dat bij ministeriële regeling de verhouding kan worden bepaald tussen de zorgkosten in het woonland en de uitgaven aan de Zvw en Wlz in Nederland. De wet schrijft niet voor hoe deze verhouding berekend dient te worden en hoe met die verhouding rekening gehouden dient te worden bij het vaststellen van de verdragsbijdrage. De woonlandfactoren worden jaarlijks in november in de Staatscourant gepubliceerd. Met artikel I van deze regeling zijn de woonlandfactoren vastgesteld die gelden voor het jaar 2026. Per land staat de factor vermeld in bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering (hierna: Rzv). De woonlandfactoren zijn berekend aan de hand van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS).1

De woonlandfactor wordt ook gehanteerd bij het vaststellen van de zorgtoeslag die verdragsgerechtigden kunnen ontvangen als tegemoetkoming voor hun verdragsbijdrage. Ingevolge artikel 4a van de Wzt wordt de woonlandfactor jaarlijks uiterlijk in november bij ministeriële regeling vastgesteld. De factor wordt berekend op basis van de verhouding tussen de zorgkosten in het woonland en Nederland. Ook hier biedt de wet ruimte om deze verhouding te bepalen en vervolgens bij ministeriële regeling een woonlandfactor vast te stellen. In artikel II van voorliggende regeling is voor de duidelijkheid bepaald dat de woonlandfactoren die voor de berekening van de zorgtoeslag worden gehanteerd gelijk zijn aan de – in bijlage 4 bij de Regeling zorgverzekering opgenomen – woonlandfactoren die voor de berekening van de verdragsbijdragen worden gehanteerd.

3. Berekening woonlandfactoren per 2023

a. Berekeningswijze

Voor de berekening van de woonlandfactoren wordt de directe methode op basis van de uitgaven volgens het System of Health Accounts (SHA) over publiek gefinancierde gezondheidszorg (methode 4 uit CBS-rapport) gebruikt.2 Dit blijkt de meest eenvoudige, duidelijke en duurzame methode. Deze methode wordt sinds 2023 gebruikt. Bij deze methode wordt de verhouding uitgerekend tussen de kosten in het woonland en in Nederland van zorg die publiek wordt gefinancierd. In de categorisering volgens de System of Health Account (hierna: SHZ) die door de WHO wordt gebruikt, gaat het dan om kosten die vallen onder ‘Gezondheidszorg’ en gefinancierd worden uit algemene middelen of via verplichte sociale en private verzekeringen. Vanuit Nederland gaat het om zorg in de zin van de Zvw, het grootste deel van zorg in de zin van de Wlz, een deel van de publieke gezondheidszorg, medische diensten van het Ministerie van Defensie en een deel van zorg en hulp in de zin van de Jeugdwet. Hierdoor wordt dicht aangesloten bij de zorg die onder de reikwijdte van de basisverordening en bilaterale verdragen valt. Bovendien wordt aldus de wijze waarop de verhouding wordt bepaald voor alle landen gelijkgeschakeld.

De berekeningswijze is als volgt:

Woonlandfactor 2026 =

Publiek gefinancierde uitgaven gezondheidszorg woonland in 20231

 

Publiek gefinancierde uitgaven gezondheidszorg Nederland in 2023

X Noot
1

Indien beschikbaar zijn de cijfers uit 2023 gebruikt; in enkele gevallen betreft het de meest recente cijfers voorafgaand aan 2023.

Voor de berekening van de woonlandfactor wordt gebruikt gemaakt van de gegevens die landen aanleveren aan Eurostat, OESO en WHO. Deze SHA-gegevens zijn verkregen met behulp van een maakwerktabel van het CBS. Tabel 1 bevat de aldus berekende woonlandfactoren.

Daarnaast bevat de berekeningssystematiek twee verzachtende elementen:

  • 1. Driejaarlijks gemiddelde: in plaats van een kostenvergelijking op basis van één jaar wordt gebruik gemaakt van een gemiddelde van drie opeenvolgende jaren. Dit voorkomt dat incidentele stijgingen of dalingen in zorgkosten in een bepaald jaar leiden tot grote schommelingen in de woonlandfactor. Zo bestaat de factorbepaling voor 2026 uit het gemiddelde van de woonlandfactoren over 2024, 20253 en 2026.

  • 2. Maximering op 1: de woonlandfactor kan nooit hoger uitvallen dan 1. Hiermee wordt geborgd dat verdragsgerechtigden niet meer betalen dan een verzekerde in Nederland gemiddeld betaalt. De verdragsbijdrage bestaat immers niet alleen uit een nominale premiecomponent, maar ook uit inkomensafhankelijke bijdragen die corresponderen met de Zvw en de Wlz. Zonder deze begrenzing zou de bijdrage in sommige landen (ruim) hoger kunnen uitvallen dan voor het inkomensniveau passend wordt geacht.

Tabel 2 toont de bedragen die voor de berekening van het driejaarlijks gemiddelde zijn gebruikt. De vijfde kolom geeft de uiteindelijke woonlandfactor aan waarmee in 2026 rekening wordt gehouden, met dien verstande dat – zie zesde kolom en de ministeriële regeling zelf – bedragen boven de 1,000 zijn gemaximeerd op 1,000.

Tabel 1: woonlandfactoren 2026 zonder rekening te houden met het driejaarlijks gemiddelde
 

Jaar beschikbaarheid meest recente gegevens

Woonland Uitgaven publiek gefinancierde gezondheidszorg (SHA)1

Nederland Uitgaven publiek gefinancierde gezondheidszorg (SHA)2

Woonlandfactor

België

2023

4023,86

4855,03

0,8288

Bosnië-Herzegovina

2023

455,36

4855,03

0,0938

Bulgarije

2023

733,15

4855,03

0,1510

Cyprus

2023

2041,65

4855,03

0,4205

Denemarken

2023

5015,56

4855,03

1,0331

Duitsland

2023

5072,23

4855,03

1,0447

Estland

2023

1578,93

4855,03

0,3252

Finland

2023

4145,27

4855,03

0,8538

Frankrijk

2023

4014,68

4855,03

0,8269

Griekenland

2023

1105,53

4855,03

0,2277

Hongarije

2023

968,49

4855,03

0,1995

Ierland

2023

4835,28

4855,03

0,9959

IJsland

2023

5491,38

4855,03

1,1311

Italië

2023

2219,59

4855,03

0,4572

Kaapverdië

2022

187,28

4664,15

0,0402

Kroatië

2023

1228,76

4855,03

0,2531

Letland

2023

900,62

4855,03

0,1855

Liechtenstein

2023

7292,27

4855,03

1,5020

Litouwen

2023

1 266,02

4855,03

0,2608

Luxemburg3

2023

5893,76

4855,03

0,8417

Malta

2022

2095,59

4664,15

0,4493

Marokko

2022

103,67

4664,15

0,0222

Montenegro

2022

662,07

4664,15

0,1419

Noord-Macedonië

2022

303,95

4664,15

0,0652

Noorwegen

2023

6568,38

4855,03

1,3529

Oostenrijk

2023

4430,76

4855,03

0,9126

Polen

2023

1151,89

4855,03

0,2373

Portugal

2023

1562,14

4855,03

0,3218

Roemenië

2023

753,22

4855,03

0,1551

Servië

2023

605,87

4855,03

0,1248

Slovenië

2023

2063,77

4855,03

0,4251

Slowakije

2023

1324,55

4855,03

0,2728

Spanje

2023

2091,04

4855,03

0,4307

Tsjechië

2023

2083,09

4855,03

0,4291

Tunesië

2022

151,04

4664,15

0,0324

Turkije

2023

392,02

4855,03

0,0807

Verenigd Koninkrijk

2023

4040,45

4855,03

0,8322

Zweden

2023

4931,08

4855,03

1,0157

Zwitserland

2023

7342,72

4855,03

1,5124

X Noot
1

Euro per hoofd van de bevolking

X Noot
2

Het jaartal dat is gebruikt voor de SHA-gegevens voor Nederland is gelijk aan het jaartal waarover de meest recente gegevens van het woonland beschikbaar zijn.

X Noot
3

Voor Luxemburg is de woonlandfactor berekend met uitgaven per verzekerde, omdat er meer verzekerden zijn dan inwoners. Het is daarom correcter om het aantal verzekerden te gebruiken.

Tabel 2: woonlandfactoren 2026 na berekening van het driejaarlijks gemiddelde
 

2024

2025

2026

Driejaarlijks gemiddelde = woonlandfactor voor 2026

Maximaliseren op 1

België

0,7884

0,8323

0,8288

0,8165

N.v.t.

Bosnië-Herzegovina

0,0845

0,0860

0,0938

0,0881

N.v.t.

Bulgarije

0,1213

0,1365

0,1510

0,1363

N.v.t.

Cyprus

0,4550

0,4739

0,4205

0,4498

N.v.t.

Denemarken

1,1246

1,1217

1,0331

1,0931

Ja

Duitsland

1,0149

1,0971

1,0447

1,0522

Ja

Estland

0,2876

0,3044

0,3252

0,3057

N.v.t.

Finland

0,7844

0,8061

0,8538

0,8148

N.v.t.

Frankrijk

0,8170

0,8473

0,8269

0,8304

N.v.t.

Griekenland

0,2078

0,2263

0,2277

0,2206

N.v.t.

Hongarije

0,1799

0,1868

0,1995

0,1887

N.v.t.

Ierland

0,9338

1,0071

0,9959

0,9789

N.v.t.

IJsland

1,0021

1,1926

1,1311

1,1086

Ja

Italië

0,4541

0,4811

0,4572

0,4641

N.v.t.

Kaapverdië

0,0286

0,0351

0,0402

0,0346

N.v.t.

Kroatië

0,4702

0,2369

0,2531

0,3201

N.v.t.

Letland

0,2280

0,2193

0,1855

0,2110

N.v.t.

Liechtenstein

1,3375

1,4756

1,5020

1,4384

Ja

Litouwen

0,2280

0,2489

0,2608

0,2459

N.v.t.

Luxemburg

0,8311

0,8564

0,8417

0,8430

N.v.t.

Malta

0,4217

0,4400

0,4493

0,4370

N.v.t.

Marokko

0,0202

0,0212

0,0222

0,0212

N.v.t.

Montenegro

0,1100

0,1088

0,1419

0,1202

N.v.t.

Noord-Macedonië

0,0586

0,0559

0,0652

0,0599

N.v.t.

Noorwegen

1,3792

1,5294

1,3529

1,4205

Ja

Oostenrijk

0,9115

0,9290

0,9126

0,9177

N.v.t.

Polen

0,1511

0,1937

0,2373

0,1940

N.v.t.

Portugal

0,3094

0,3304

0,3218

0,3205

N.v.t.

Roemenië

0,1358

0,1448

0,1551

0,1453

N.v.t.

Servië

0,1053

0,1053

0,1248

0,1118

N.v.t.

Slovenië

0,3671

0,4165

0,4251

0,4029

N.v.t.

Slowakije

0,2620

0,2706

0,2728

0,2684

N.v.t.

Spanje

0,4505

0,4411

0,4307

0,4408

N.v.t.

Tsjechië

0,4280

0,4201

0,4291

0,4257

N.v.t.

Tunesië

0,0304

0,0291

0,0324

0,0306

N.v.t.

Turkije

0,0625

0,0613

0,0807

0,0682

N.v.t.

Verenigd Koninkrijk

0,8538

0,8634

0,8322

0,8498

N.v.t.

Zweden

1,0593

1,0516

1,0157

1,0422

Ja

Zwitserland

1,3180

1,5420

1,5124

1,4575

Ja

b. Valuta

Aangezien de gegevens van de WHO voor alle landen in dollars zijn genoteerd, spelen de valutaverschillen voor de indexatie op basis van deze gegevens geen rol. Eventuele fluctuaties van de waarde van de dollar hebben immers in gelijke mate effect op de berekende zorgkosten van het woonland als op de berekende kosten in Nederland. Het is voor de bepaling van de woonlandfactor daarom niet nodig om vreemde valuta om te rekenen naar euro’s.

4. Regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het – behoudens eenmalige kennisnemingskosten – geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn


X Noot
1

CBS (2025), Uitgaven publiek gefinancierde gezondheidszorg: https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2025/37/uitgaven-publiek-gefinancierde-gezondheidszorg-2015-2023

X Noot
3

Voor de jaren 2024 en 2025 gaat het om de woonlandfactoren zonder de toen toegepaste verzachtende elementen.

Naar boven