Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2025, 38064 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2025, 38064 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 69, derde lid, van de Zorgverzekeringswet en artikel 4a, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag;
Besluit:
Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering komt als volgt te luiden:
Bijlage horende bij artikel 6.3.1, negende lid, van de Regeling zorgverzekering
|
Land |
Woonlandfactor |
|---|---|
|
België |
0,8165 |
|
Bosnië-Herzegovina |
0,0881 |
|
Bulgarije |
0,1363 |
|
Cyprus |
0,4498 |
|
Denemarken |
1,0000 |
|
Duitsland |
1,0000 |
|
Estland |
0,3057 |
|
Finland |
0,8148 |
|
Frankrijk |
0,8304 |
|
Griekenland |
0,2206 |
|
Hongarije |
0,1887 |
|
Ierland |
0,9789 |
|
IJsland |
1,0000 |
|
Italië |
0,4641 |
|
Kaapverdië |
0,0346 |
|
Kroatië |
0,3201 |
|
Letland |
0,2110 |
|
Liechtenstein |
1,0000 |
|
Litouwen |
0,2459 |
|
Luxemburg |
0,8430 |
|
Malta |
0,4370 |
|
Marokko |
0,0212 |
|
Montenegro |
0,1202 |
|
Noord-Macedonië |
0,0599 |
|
Noorwegen |
1,0000 |
|
Oostenrijk |
0,9177 |
|
Polen |
0,1940 |
|
Portugal |
0,3205 |
|
Roemenië |
0,1453 |
|
Servië |
0,1118 |
|
Slovenië |
0,4029 |
|
Slowakije |
0,2684 |
|
Spanje |
0,4408 |
|
Tsjechië |
0,4257 |
|
Tunesië |
0,0306 |
|
Turkije |
0,0682 |
|
Verenigd Koninkrijk |
0,8498 |
|
Zweden |
1,0000 |
|
Zwitserland |
1,0000 |
De verhoudingsgetallen, bedoeld in artikel 4a, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag, zijn gelijk aan de getallen, genoemd in bijlage 4 bij de Regeling zorgverzekering.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn
Op grond van artikel 69 van de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) worden jaarlijks de zogenoemde woonlandfactoren vastgesteld voor de bijdragen die verdragsgerechtigden betalen. Deze woonlandfactoren worden ook gebruikt voor de berekening van de zorgtoeslagen voor verdragsgerechtigden. Met deze regeling worden de woonlandfactoren vastgesteld voor het jaar 2026.
Op grond van de Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEU 2004, L 166) (hierna: basisverordening) kunnen personen die in een andere lidstaat van de Europese Unie (hierna: EU) wonen recht hebben op zorg in hun woonland ten laste van Nederland. Soortgelijke regels gelden voor personen in bepaalde landen buiten de EU waar Nederland verdragen mee heeft gesloten op het terrein van sociale zekerheid en zorg. Deze personen worden kortweg aangeduid als ‘verdragsgerechtigden’ en ontvangen in het woonland het vergoedingenpakket van dat land. De rekening voor de zorg gaat naar Nederland, waarbij het CAK als betaalkantoor functioneert. Voor hun recht op zorg betalen verdragsgerechtigden aan het CAK een bijdrage. De basisverordening laat het heffen van een bijdrage aan de lidstaten. Deze zogenoemde verdragsbijdrage komt als het ware in plaats van de premies voor de verzekeringen als bedoeld in de Zvw en de Wet langdurige zorg (hierna: Wlz).
De hoogte van de verdragsbijdrage is afgeleid van de premies als bedoeld in de Zvw en de Wlz. In het woonland kan de zorg echter van een lager of hoger kostenniveau zijn dan in Nederland het geval is. Om de bijdrage in verhouding te brengen met (de kosten van) het pakket van het woonland, is de zogenoemde woonlandfactor geïntroduceerd. De verdragsbijdrage wordt berekend door de grondslag van de bijdrage te vermenigvuldigen met een verhoudingsgetal waarmee de verhouding tot uitdrukking wordt gebracht tussen de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale ziektekostenverzekering (hierna te noemen: zorgkosten) in het woonland van de verdragsgerechtigde en de gemiddelde uitgaven per persoon voor zorg als bedoeld in de Zvw en de Wlz in Nederland. Hierdoor betalen verdragsgerechtigden verhoudingsgewijs niet (veel) te veel of te weinig in verhouding tot het recht op zorg dat zij in hun woonland kunnen verzilveren. Daarbij wordt opgemerkt dat de rechten van verdragsgerechtigden na de introductie van de woonlandfactoren zijn verruimd. Sinds de wijziging van de basisverordening per 1 mei 2010 hebben verdragsgerechtigden namelijk niet alleen het recht op vergoeding van zorgkosten in het woonland (volgens pakket woonland) en bij tijdelijk verblijf in andere landen binnen de EU (volgens pakket verblijfsland), maar eveneens op vergoeding van zorgkosten die zij maken in Nederland (volgens pakket Nederland).
Artikel 69, derde lid, van de Zvw bevat de grondslag voor het bij ministeriële regeling vaststellen van de woonlandfactor ten behoeve van de bijdrage van verdragsgerechtigden. In dat artikel is geregeld dat bij ministeriële regeling de verhouding kan worden bepaald tussen de zorgkosten in het woonland en de uitgaven aan de Zvw en Wlz in Nederland. De wet schrijft niet voor hoe deze verhouding berekend dient te worden en hoe met die verhouding rekening gehouden dient te worden bij het vaststellen van de verdragsbijdrage. De woonlandfactoren worden jaarlijks in november in de Staatscourant gepubliceerd. Met artikel I van deze regeling zijn de woonlandfactoren vastgesteld die gelden voor het jaar 2026. Per land staat de factor vermeld in bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering (hierna: Rzv). De woonlandfactoren zijn berekend aan de hand van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS).1
De woonlandfactor wordt ook gehanteerd bij het vaststellen van de zorgtoeslag die verdragsgerechtigden kunnen ontvangen als tegemoetkoming voor hun verdragsbijdrage. Ingevolge artikel 4a van de Wzt wordt de woonlandfactor jaarlijks uiterlijk in november bij ministeriële regeling vastgesteld. De factor wordt berekend op basis van de verhouding tussen de zorgkosten in het woonland en Nederland. Ook hier biedt de wet ruimte om deze verhouding te bepalen en vervolgens bij ministeriële regeling een woonlandfactor vast te stellen. In artikel II van voorliggende regeling is voor de duidelijkheid bepaald dat de woonlandfactoren die voor de berekening van de zorgtoeslag worden gehanteerd gelijk zijn aan de – in bijlage 4 bij de Regeling zorgverzekering opgenomen – woonlandfactoren die voor de berekening van de verdragsbijdragen worden gehanteerd.
Voor de berekening van de woonlandfactoren wordt de directe methode op basis van de uitgaven volgens het System of Health Accounts (SHA) over publiek gefinancierde gezondheidszorg (methode 4 uit CBS-rapport) gebruikt.2 Dit blijkt de meest eenvoudige, duidelijke en duurzame methode. Deze methode wordt sinds 2023 gebruikt. Bij deze methode wordt de verhouding uitgerekend tussen de kosten in het woonland en in Nederland van zorg die publiek wordt gefinancierd. In de categorisering volgens de System of Health Account (hierna: SHZ) die door de WHO wordt gebruikt, gaat het dan om kosten die vallen onder ‘Gezondheidszorg’ en gefinancierd worden uit algemene middelen of via verplichte sociale en private verzekeringen. Vanuit Nederland gaat het om zorg in de zin van de Zvw, het grootste deel van zorg in de zin van de Wlz, een deel van de publieke gezondheidszorg, medische diensten van het Ministerie van Defensie en een deel van zorg en hulp in de zin van de Jeugdwet. Hierdoor wordt dicht aangesloten bij de zorg die onder de reikwijdte van de basisverordening en bilaterale verdragen valt. Bovendien wordt aldus de wijze waarop de verhouding wordt bepaald voor alle landen gelijkgeschakeld.
De berekeningswijze is als volgt:
|
Woonlandfactor 2026 = |
Publiek gefinancierde uitgaven gezondheidszorg woonland in 20231 |
|
Publiek gefinancierde uitgaven gezondheidszorg Nederland in 2023 |
Indien beschikbaar zijn de cijfers uit 2023 gebruikt; in enkele gevallen betreft het de meest recente cijfers voorafgaand aan 2023.
Voor de berekening van de woonlandfactor wordt gebruikt gemaakt van de gegevens die landen aanleveren aan Eurostat, OESO en WHO. Deze SHA-gegevens zijn verkregen met behulp van een maakwerktabel van het CBS. Tabel 1 bevat de aldus berekende woonlandfactoren.
Daarnaast bevat de berekeningssystematiek twee verzachtende elementen:
1. Driejaarlijks gemiddelde: in plaats van een kostenvergelijking op basis van één jaar wordt gebruik gemaakt van een gemiddelde van drie opeenvolgende jaren. Dit voorkomt dat incidentele stijgingen of dalingen in zorgkosten in een bepaald jaar leiden tot grote schommelingen in de woonlandfactor. Zo bestaat de factorbepaling voor 2026 uit het gemiddelde van de woonlandfactoren over 2024, 20253 en 2026.
2. Maximering op 1: de woonlandfactor kan nooit hoger uitvallen dan 1. Hiermee wordt geborgd dat verdragsgerechtigden niet meer betalen dan een verzekerde in Nederland gemiddeld betaalt. De verdragsbijdrage bestaat immers niet alleen uit een nominale premiecomponent, maar ook uit inkomensafhankelijke bijdragen die corresponderen met de Zvw en de Wlz. Zonder deze begrenzing zou de bijdrage in sommige landen (ruim) hoger kunnen uitvallen dan voor het inkomensniveau passend wordt geacht.
Tabel 2 toont de bedragen die voor de berekening van het driejaarlijks gemiddelde zijn gebruikt. De vijfde kolom geeft de uiteindelijke woonlandfactor aan waarmee in 2026 rekening wordt gehouden, met dien verstande dat – zie zesde kolom en de ministeriële regeling zelf – bedragen boven de 1,000 zijn gemaximeerd op 1,000.
|
Jaar beschikbaarheid meest recente gegevens |
Woonland Uitgaven publiek gefinancierde gezondheidszorg (SHA)1 |
Nederland Uitgaven publiek gefinancierde gezondheidszorg (SHA)2 |
Woonlandfactor |
|
|---|---|---|---|---|
|
België |
2023 |
4023,86 |
4855,03 |
0,8288 |
|
Bosnië-Herzegovina |
2023 |
455,36 |
4855,03 |
0,0938 |
|
Bulgarije |
2023 |
733,15 |
4855,03 |
0,1510 |
|
Cyprus |
2023 |
2041,65 |
4855,03 |
0,4205 |
|
Denemarken |
2023 |
5015,56 |
4855,03 |
1,0331 |
|
Duitsland |
2023 |
5072,23 |
4855,03 |
1,0447 |
|
Estland |
2023 |
1578,93 |
4855,03 |
0,3252 |
|
Finland |
2023 |
4145,27 |
4855,03 |
0,8538 |
|
Frankrijk |
2023 |
4014,68 |
4855,03 |
0,8269 |
|
Griekenland |
2023 |
1105,53 |
4855,03 |
0,2277 |
|
Hongarije |
2023 |
968,49 |
4855,03 |
0,1995 |
|
Ierland |
2023 |
4835,28 |
4855,03 |
0,9959 |
|
IJsland |
2023 |
5491,38 |
4855,03 |
1,1311 |
|
Italië |
2023 |
2219,59 |
4855,03 |
0,4572 |
|
Kaapverdië |
2022 |
187,28 |
4664,15 |
0,0402 |
|
Kroatië |
2023 |
1228,76 |
4855,03 |
0,2531 |
|
Letland |
2023 |
900,62 |
4855,03 |
0,1855 |
|
Liechtenstein |
2023 |
7292,27 |
4855,03 |
1,5020 |
|
Litouwen |
2023 |
1 266,02 |
4855,03 |
0,2608 |
|
Luxemburg3 |
2023 |
5893,76 |
4855,03 |
0,8417 |
|
Malta |
2022 |
2095,59 |
4664,15 |
0,4493 |
|
Marokko |
2022 |
103,67 |
4664,15 |
0,0222 |
|
Montenegro |
2022 |
662,07 |
4664,15 |
0,1419 |
|
Noord-Macedonië |
2022 |
303,95 |
4664,15 |
0,0652 |
|
Noorwegen |
2023 |
6568,38 |
4855,03 |
1,3529 |
|
Oostenrijk |
2023 |
4430,76 |
4855,03 |
0,9126 |
|
Polen |
2023 |
1151,89 |
4855,03 |
0,2373 |
|
Portugal |
2023 |
1562,14 |
4855,03 |
0,3218 |
|
Roemenië |
2023 |
753,22 |
4855,03 |
0,1551 |
|
Servië |
2023 |
605,87 |
4855,03 |
0,1248 |
|
Slovenië |
2023 |
2063,77 |
4855,03 |
0,4251 |
|
Slowakije |
2023 |
1324,55 |
4855,03 |
0,2728 |
|
Spanje |
2023 |
2091,04 |
4855,03 |
0,4307 |
|
Tsjechië |
2023 |
2083,09 |
4855,03 |
0,4291 |
|
Tunesië |
2022 |
151,04 |
4664,15 |
0,0324 |
|
Turkije |
2023 |
392,02 |
4855,03 |
0,0807 |
|
Verenigd Koninkrijk |
2023 |
4040,45 |
4855,03 |
0,8322 |
|
Zweden |
2023 |
4931,08 |
4855,03 |
1,0157 |
|
Zwitserland |
2023 |
7342,72 |
4855,03 |
1,5124 |
Het jaartal dat is gebruikt voor de SHA-gegevens voor Nederland is gelijk aan het jaartal waarover de meest recente gegevens van het woonland beschikbaar zijn.
Voor Luxemburg is de woonlandfactor berekend met uitgaven per verzekerde, omdat er meer verzekerden zijn dan inwoners. Het is daarom correcter om het aantal verzekerden te gebruiken.
|
2024 |
2025 |
2026 |
Driejaarlijks gemiddelde = woonlandfactor voor 2026 |
Maximaliseren op 1 |
|
|---|---|---|---|---|---|
|
België |
0,7884 |
0,8323 |
0,8288 |
0,8165 |
N.v.t. |
|
Bosnië-Herzegovina |
0,0845 |
0,0860 |
0,0938 |
0,0881 |
N.v.t. |
|
Bulgarije |
0,1213 |
0,1365 |
0,1510 |
0,1363 |
N.v.t. |
|
Cyprus |
0,4550 |
0,4739 |
0,4205 |
0,4498 |
N.v.t. |
|
Denemarken |
1,1246 |
1,1217 |
1,0331 |
1,0931 |
Ja |
|
Duitsland |
1,0149 |
1,0971 |
1,0447 |
1,0522 |
Ja |
|
Estland |
0,2876 |
0,3044 |
0,3252 |
0,3057 |
N.v.t. |
|
Finland |
0,7844 |
0,8061 |
0,8538 |
0,8148 |
N.v.t. |
|
Frankrijk |
0,8170 |
0,8473 |
0,8269 |
0,8304 |
N.v.t. |
|
Griekenland |
0,2078 |
0,2263 |
0,2277 |
0,2206 |
N.v.t. |
|
Hongarije |
0,1799 |
0,1868 |
0,1995 |
0,1887 |
N.v.t. |
|
Ierland |
0,9338 |
1,0071 |
0,9959 |
0,9789 |
N.v.t. |
|
IJsland |
1,0021 |
1,1926 |
1,1311 |
1,1086 |
Ja |
|
Italië |
0,4541 |
0,4811 |
0,4572 |
0,4641 |
N.v.t. |
|
Kaapverdië |
0,0286 |
0,0351 |
0,0402 |
0,0346 |
N.v.t. |
|
Kroatië |
0,4702 |
0,2369 |
0,2531 |
0,3201 |
N.v.t. |
|
Letland |
0,2280 |
0,2193 |
0,1855 |
0,2110 |
N.v.t. |
|
Liechtenstein |
1,3375 |
1,4756 |
1,5020 |
1,4384 |
Ja |
|
Litouwen |
0,2280 |
0,2489 |
0,2608 |
0,2459 |
N.v.t. |
|
Luxemburg |
0,8311 |
0,8564 |
0,8417 |
0,8430 |
N.v.t. |
|
Malta |
0,4217 |
0,4400 |
0,4493 |
0,4370 |
N.v.t. |
|
Marokko |
0,0202 |
0,0212 |
0,0222 |
0,0212 |
N.v.t. |
|
Montenegro |
0,1100 |
0,1088 |
0,1419 |
0,1202 |
N.v.t. |
|
Noord-Macedonië |
0,0586 |
0,0559 |
0,0652 |
0,0599 |
N.v.t. |
|
Noorwegen |
1,3792 |
1,5294 |
1,3529 |
1,4205 |
Ja |
|
Oostenrijk |
0,9115 |
0,9290 |
0,9126 |
0,9177 |
N.v.t. |
|
Polen |
0,1511 |
0,1937 |
0,2373 |
0,1940 |
N.v.t. |
|
Portugal |
0,3094 |
0,3304 |
0,3218 |
0,3205 |
N.v.t. |
|
Roemenië |
0,1358 |
0,1448 |
0,1551 |
0,1453 |
N.v.t. |
|
Servië |
0,1053 |
0,1053 |
0,1248 |
0,1118 |
N.v.t. |
|
Slovenië |
0,3671 |
0,4165 |
0,4251 |
0,4029 |
N.v.t. |
|
Slowakije |
0,2620 |
0,2706 |
0,2728 |
0,2684 |
N.v.t. |
|
Spanje |
0,4505 |
0,4411 |
0,4307 |
0,4408 |
N.v.t. |
|
Tsjechië |
0,4280 |
0,4201 |
0,4291 |
0,4257 |
N.v.t. |
|
Tunesië |
0,0304 |
0,0291 |
0,0324 |
0,0306 |
N.v.t. |
|
Turkije |
0,0625 |
0,0613 |
0,0807 |
0,0682 |
N.v.t. |
|
Verenigd Koninkrijk |
0,8538 |
0,8634 |
0,8322 |
0,8498 |
N.v.t. |
|
Zweden |
1,0593 |
1,0516 |
1,0157 |
1,0422 |
Ja |
|
Zwitserland |
1,3180 |
1,5420 |
1,5124 |
1,4575 |
Ja |
Aangezien de gegevens van de WHO voor alle landen in dollars zijn genoteerd, spelen de valutaverschillen voor de indexatie op basis van deze gegevens geen rol. Eventuele fluctuaties van de waarde van de dollar hebben immers in gelijke mate effect op de berekende zorgkosten van het woonland als op de berekende kosten in Nederland. Het is voor de bepaling van de woonlandfactor daarom niet nodig om vreemde valuta om te rekenen naar euro’s.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het – behoudens eenmalige kennisnemingskosten – geen gevolgen voor de regeldruk heeft.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn
CBS (2025), Uitgaven publiek gefinancierde gezondheidszorg: https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2025/37/uitgaven-publiek-gefinancierde-gezondheidszorg-2015-2023
https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2025/37/uitgaven-publiek-gefinancierde-gezondheidszorg-2015-2023
Voor de jaren 2024 en 2025 gaat het om de woonlandfactoren zonder de toen toegepaste verzachtende elementen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-38064.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.