Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 november 2025, kenmerk 4240020-1089850-Z, houdende regeling ter vaststelling van bedragen en percentages voor het jaar 2026 [KetenID WGK028383]

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op de artikelen 42, tweede lid, 43, derde lid, en 45, derde en vierde lid, van de Zorgverzekeringswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling zorgverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5.2 wordt ‘2025’ vervangen door ‘2026’ en wordt ‘€ 75.864’ vervangen door ‘€ 79.409’.

B

In artikel 5.3 wordt ‘2025’ vervangen door ‘2026’.

C

Artikel 5.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en vierde lid wordt ‘6,51’ telkens vervangen door ‘6,10’.

2. In het tweede en vijfde lid wordt ‘5,26’ telkens vervangen door ‘4,85’.

D

In artikel 5.5 wordt ‘1 januari 2025’ vervangen door ‘1 januari 2026’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijzigingsregeling wordt de Regeling zorgverzekering (Rzv) op de volgende punten aangepast:

  • – Het maximum bijdrageloon en -inkomen dat voor de heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage (IAB) voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) in aanmerking wordt genomen wordt voor het jaar 2026 vastgesteld.

  • – De percentages IAB Zvw worden voor dat jaar overeenkomstig de ontwerpbegroting VWS (Premiegefinancierde zorguitgaven) 20261 vastgesteld.

Deze wijzigingen hebben geen regeldrukeffecten voor burgers, bedrijven, instellingen of professionals, noch is er sprake van noemenswaardige kennisnemingskosten. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies omdat het – met uitzondering van eenmalige kennisnemingskosten – geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A en B

Het bijdrageloon, bedoeld in artikel 42 van de Zvw, en het bijdrage-inkomen, bedoeld in artikel 43 van de Zvw, dat voor heffing van de IAB ten hoogste in aanmerking wordt genomen, bedraagt voor het jaar 2026 € 79.409. Dit bedrag is gelijk aan het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen dat bij en krachtens artikel 17, eerste lid, eerste zin, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) is geregeld voor het jaar 2026.

Artikel I, onderdelen C en D

Het percentage aan IAB dat inhoudingsplichtigen ingevolge artikel 45, eerste lid, van de Zvw over het loon van hun werknemers verschuldigd zijn (hoge percentage), daalt van 6,51 in 2025 naar 6,10 in 2026. Ook het percentage aan IAB dat verzekeringsplichtigen ingevolge artikel 45, tweede lid, van de Zvw over hun bijdrage-inkomen verschuldigd zijn (lage percentage) daalt, namelijk van 5,26 in 2025 naar 4,85 in 2026.

De percentages zijn zodanig vastgesteld, dat de inkomensafhankelijke bijdragen in totaal de helft bedragen van de in artikel 5.5 van de Regeling zorgverzekering opgesomde inkomsten van de zorgverzekeraars en het Zorgverzekeringsfonds. Dit zijn in 2026 dezelfde inkomstenbronnen als in 2025.

De ontwikkeling van de IAB-percentages kent de volgende oorzaken:

  • • Doordat de zorgkosten in 2026 stijgen, bijvoorbeeld door de stijging van de lonen en prijzen, moet er structureel meer IAB opgehaald worden. Dit effect zorgt in principe voor een stijging van de IAB-percentages per 2026.

  • • Deze stijging wordt in 2026 echter incidenteel gedempt door een eenmalig voordeel in het Zorgverzekeringsfonds. Er is in verleden jaren meer IAB opgehaald dan verwacht, doordat mensen meer hebben gewerkt en/of de lonen hoger waren dan verwacht. Dit voordeel wordt in 2026 teruggegeven, waardoor de IAB-percentages eenmalig flink lager uitvallen.

  • • Daarnaast stijgt in 2026 ook de grondslag waarover de IAB-percentages wordt geheven. Bij een hogere grondslag kan met een lager percentage hetzelfde bedrag aan IAB opgehaald worden.

  • • Verder zijn in de bepaling van de IAB-percentages ook de verwachte inzet van reserves door zorgverzekeraars en de correctie van de 50/50-verdeling meegenomen.

  • • Per saldo leidt al het bovengenoemde tot een daling van de IAB-percentages in 2026.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.A. Bruijn

X Noot
1

Zie ook Kamerstukken II 2025/26, 36 800 XVI, nr. 2, p. 214

Naar boven