Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 31 oktober 2025, nr. 2025-0000244746, tot wijziging van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009, het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW, het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie 2015 en het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Samenleving en Integratie 2015 in verband met de departementale herindeling met betrekking tot inburgering en enkele redactionele wijzigingen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst, artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 8, derde lid, aanhef en onder a, en 23, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5, vijfde lid, vervalt.

B

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 10, onderdeel r, vervalt ‘namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid’.

2. In artikel 10 wordt, onder verlettering van de onderdelen s tot en met w tot t tot en met x, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • s. het uitvoeren van de Remigratiewet;

3. In artikel 10, onderdeel t (nieuw) vervallen ‘(internationaal afgestemd)’ en ‘, remigratie,’.

C

Artikel 22, tweede lid, vervalt.

D

In artikel 23, tweede lid, onderdeel a, vervalt ‘ten hoogste’ en wordt na ‘€ 500.000,–’ ingevoegd ‘of meer’.

ARTIKEL II

Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 4b vervalt.

ARTIKEL III

Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Sociale Zaken en Integratie 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, onderdeel a, vervalt ‘, namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,’

ARTIKEL IV

Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Samenleving en Integratie 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 komt te luiden:

Het MT is verantwoordelijk voor de volgende taken:

  • a. de uitvoering en beleidsmatige doorontwikkeling van de Wet inburgering 2021, de afbouw van de oude stelsels onder de Wet inburgering 2007 en de Wet inburgering 2013 en de uitvoering van het opdrachtgeverschap van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het Centraal Bureau voor de Statistiek en het College voor Toetsen en Examens (CvTE);

  • b. de ketenregie op inburgering stimuleren tussen onder andere DUO, COA, IND, Divosa, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Blik op Werk, CvTE, vertegenwoordigers van inburgeraars en taalkoepels op basis van gezamenlijke ketendoelen, overleggen en managementinformatie;

  • c. de borging van een lerend inburgeringsstelsel door middel van onder andere de uitvoering en doorontwikkeling van een monitoring- en evaluatieplan;

  • d. de informatievoorziening over inburgering tussen ketenpartners, zowel voor kaderstelling bij de doorontwikkeling als voor het beheer van onder andere ketenprocessen en informatiemodel;

  • e. het zorgdragen voor beleid en regelgeving ten aanzien van de inzet van het Asiel- en Migratiefonds in Nederland, dat in lijn is met het integratiebeleid;

  • f. de beleidsontwikkeling en -uitvoering van activiteiten gericht op het bevorderen van samenleven in verscheidenheid in de Nederlandse samenleving, de preventie van discriminatie en racisme en het stimuleren van maatregelen rondom het uitoefenen van het recht op zelfbeschikking door personen uit gesloten gemeenschappen;

  • g. het komen tot gelijkwaardige kansen op de Nederlandse arbeidsmarkt voor mensen met een migratie achtergrond, op weg naar gelijke posities, primair door de opschaling van effectieve aanpakken uit het programma en in de Werkagenda Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt;

  • h. het voeren van het secretariaat van de Ministeriële Commissie Migratie en Samenleving (MCMS) inclusief ambtelijke portalen als Ambtelijke Commissie Migratie en Samenleving (ACMS) (op directeur-generaalniveau) en Interdepartementale Commissie Migratie en Samenleving (IDMS) (op directeurenniveau);

  • i. het vorm en richting geven aan de kennisfunctie op het terrein van integratie en inburgering onder andere middels het Kennisplatform Samenleven en Inclusief Samenleven (KIS) en uitvoering van de bijbehorende onderzoeksprogrammering bij onder andere het CBS, het Sociaal en Cultureel Planbureau, het Centraal Planbureau en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum;

  • j. de beleidsontwikkeling en – uitvoering inzake weerbaarheid en veerkracht voor doelgroepen die vatbaar zijn voor onder andere radicalisering, ongewenste polarisatie en ongewenste buitenlandse inmenging en vormgeven aan informele scholing en een imamopleiding;

  • k. het tegengaan van maatschappelijke spanningen, polarisatie en radicalisering waaronder problematisch gedrag;

  • l. het ontwikkelen en uitvoeren van een Actie-agenda Integratie;

  • m. het vorm geven aan vormen van dialoog met maatschappelijke organisaties in het kader van de taken genoemd onder a tot en met f;

  • n. de uitvoering en verbetering van de implementatie van de Remigratiewet.

ARTIKEL V

  • 1. De artikelen I, onderdelen A en B, II, III en IV treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werken terug tot en met 19 juni 2025.

  • 2. Artikel I, onderdeel C, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2025.

  • 3. Artikel I, onderdeel D, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 19 september 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 31 oktober 2025

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M.L.J. Paul

TOELICHTING

Tussen 2 juli 2024 en 19 juni 2025 was de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (hierna: JenV) belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van inburgering. Als gevolg van de val van het kabinet Schoof is vanaf 19 juni 2025 de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) (weer) met de aangelegenheden betreffende inburgering belast.1 De Minister van SZW heeft deze taak vervolgens onder de verantwoordelijkheid gebracht van de Staatssecretaris van SZW (zie de Regeling van de Minister van SZW tot vaststelling van de taakomschrijving van de taken van de Staatssecretaris SZW).2

Met onderhavige wijziging van verschillende Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluiten (hierna: OMV-besluiten) van SZW wordt de bevoegdheidsstructuur zoals SZW die kende vóór 2 juli 2024 weer gerealiseerd. Dit betekent dat de verwijzing in deze besluiten dat werd gehandeld namens de Staatssecretaris JenV, vervalt. Verder vervalt de doorverlening van de secretaris-generaal SZW op het terrein van inburgering aan de directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie en vervolgens aan de directeur Samenleving en Integratie.

Met deze wijziging wordt verder artikel 22, tweede lid, van het OMV-besluit SZW 2009 gewijzigd. Dit artikel ziet op de voorgenomen opdrachten waarop de Europese aanbestedingsregelgeving niet van toepassing is. Naar aanleiding van een herziening van het Handboek Inkoop SZW per 1 mei 2025 is de werkwijze omtrent de al dan niet toepasselijkheid en beroep op deze uitzonderingsbepalingen gewijzigd. Waar voorheen organisatieonderdelen van SZW altijd – ongeacht het advies van de Rijksinkoopsamenwerking (RIS) – verplicht waren bij een beroep hierop de directeur van Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden in te schakelen, adviseert vanaf 1 mei 2025 de RIS of Team Tijdelijk Werk (TTW) aan SZW wanneer geen Europese aanbestedingsprocedure behoeft te worden gevolgd. Een inkoopadviseur van de RIS of een inhuuradviseur van TTW betrekken de juridische afdeling RIS JZ bij het adviseren en toepassen van de in de aanbestedingsregelgeving opgenomen uitzonderingssituaties. Met de verandering van deze werkwijze vervalt artikel 22, tweede lid, van het OMV-besluit SZW 2009.

Tot slot wordt in artikel 23, onderdeel a, van het OMV-besluit SZW 2009 een redactionele wijziging aangebracht omdat bij de wijziging van 10 september 2024, in werking getreden op 19 september 2024, abusievelijk een verschrijving was opgenomen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M.L.J. Paul

Naar boven