Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 oktober 2025, nr. 2025-0000224442, tot wijziging van de Subsidieregeling ESF+ 2021–2027 in verband met twee wijzigingen inzake de verstrekking van subsidie voor de loonkosten van kwetsbare werknemers en twee technische wijzigingen [KetenID WGK028283]

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op Verordening (EU) 2021/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en tot intrekking van de Verordening (EU) nr. 1296/2013 (PbEU 2021, L 231) en artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling ESF+ 2021–2027 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.17, vierde lid, wordt ‘de website of sociale media’ vervangen door ‘de website en sociale media’.

B

Artikel 2e.15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘Loonkostensubsidie’ vervangen door ‘Subsidie ter compensatie van loonkosten’.

2. In de aanhef van het eerste lid wordt ‘Loonkostensubsidie, met uitzondering van een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet,’ vervangen door ‘Subsidie ter compensatie van loonkosten’.

3. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt ‘tweede lid,’.

4. In het eerste lid, onderdeel d, en het tweede en derde lid wordt ‘loonkostensubsidie’ vervangen door ‘subsidie ter compensatie van loonkosten’.

5. In het vierde lid wordt ‘loonkostensubsidie op grond van dit artikel’ vervangen door ‘subsidie ter compensatie van loonkosten’.

6. Het vijfde lid vervalt.

C

In artikel 2e.16, onderdeel b, wordt ‘loonkostensubsidie’ vervangen door ‘subsidie ter compensatie van loonkosten’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel

TOELICHTING

1. Inhoud regeling

Deze regeling bevat twee wijzigingen van hoofdstuk 2e Sectoren van de Subsidieregeling ESF+ 2021–2027.

Op grond van artikel 2e.15 van de Subsidieregeling ESF+ 2021–2027 kan een subsidie worden verstrekt ter compensatie van de loonkosten van kwetsbare werknemers. Met kwetsbare werknemers worden in dit geval werknemers bedoeld die direct voorafgaande aan het sluiten van de arbeidsovereenkomst met een werkgever een uitkering als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Participatiewet, een IOAW-uitkering, een IOAZ-uitkering, of bijstand op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 ontvingen.

De subsidie die op grond van artikel 2e.15 kan worden verstrekt, werd voorheen aangeduid als een loonkostensubsidie. De Participatiewet kent ook een loonkostensubsidie (artikel 10d van de Participatiewet). Deze loonkostensubsidie kent echter andere voorwaarden dan de subsidie die op grond van artikel 2e.15 kan worden verstrekt. Ten behoeve van een werknemer kan daarnaast zowel een loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet als een subsidie op grond van artikel 2e.15 worden verkregen. Ter verduidelijking dat het bij de subsidie op grond van artikel 2e.15 en de loonkostensubsidie op grond van artikel 10d van de Participatiewet om twee aparte subsidies gaat, wordt de subsidie die op grond van artikel 2e.15 kan worden verstrekt nu aangeduid als een subsidie ter compensatie van loonkosten.

Daarnaast is het vijfde lid van artikel 2e.15 geschrapt. Dit lid bleek een te zware beperking van de hoeveelheid subsidie ter compensatie van loonkosten die op grond van artikel 2e.15 kon worden verstrekt indien in verband met de indiensttreding van de werknemer reeds een loonkostensubsidie of een financiële tegemoetkoming op grond van een andere regeling was verstrekt. Deze beperking was toegevoegd om te voorkomen dat de subsidieverstrekking strijd zou opleveren met de regels op het gebied van staatssteun. Inmiddels is echter gebleken dat de beperking in het vijfde lid niet nodig is om strijdigheid met de staatssteunregels te voorkomen. Het vijfde lid is daarom geschrapt. Wel gelden nog steeds de overige regels in de regeling die zien op de hoogte van de subsidie, waaronder artikel 1.10, tweede lid.

Tot slot bevat deze regeling nog twee kleine, technische wijzigingen.

Met de aanpassing van artikel 1.17, vierde lid, is dit lid meer in lijn met artikel 50 van Verordening 2021/1060. Artikel 50, eerste lid, onderdeel a, van deze Verordening bepaalt namelijk dat zowel op de website als social media van de subsidieontvanger (indien aanwezig) voorlichting moet worden gegeven over het project waarvoor subsidie is verstrekt.

Verder is in artikel 2e.15, eerste lid, onderdeel b, een onjuiste verwijzing gecorrigeerd.

2. Advies en consultatie

Door Uitvoering Van Beleid (UVB) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is een UMO-toets uitgevoerd, met het doel de uitvoerbaarheid en de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik van deze regeling in kaart te brengen. De toets bestaat uit twee delen; een toets op de uitvoering (U-deel) en de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik (MO-deel).

In het U-deel zijn alle praktische zaken nader bekeken waaronder personele capaciteit, de ICT, de planning, politieke en maatschappelijke risico’s. UVB geeft met deze toets als uitvoerder inzicht in de praktische uitvoerbaarheid van de regeling.

In het MO-deel is de regeling artikelsgewijs getoetst op mogelijke uitvoeringsrisico’s en de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik. Voor ieder geconstateerd risico is een inschatting gemaakt van de kans en de impact van het geconstateerde risico waarna er beheersmaatregelen aangedragen worden. Vervolgens is het restrisico berekend. Op basis van deze toets krijgen UVB en de opdrachtgever een helder beeld van met de regeling gepaard gaande risico’s en het effect van mogelijk beheersmaatregelen.

Uit de UMO-toets komt naar voren dat door UVB de nodige beheersmaatregelen zijn geformuleerd ten aanzien van bevindingen met betrekking tot mogelijke uitvoeringsrisico’s en de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik. Hierdoor is de conclusie getrokken dat er geen significante restrisico’s overblijven.

Omdat deze wijzigingsregeling alleen maar een naamswijziging, het schrappen van een artikellid inzake de hoogte van een subsidie en twee technische wijzigingen betreft, heeft er geen toetsing plaatsgevonden door het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Naar verwachting heeft deze wijzigingsregeling geen gevolgen voor de regeldruk.

Er is afgezien van een internetconsultatie, vanwege de spoedeisendheid van deze regeling. Het vijfde lid van artikel 2e.15, dat met deze regeling wordt geschrapt, beperkt de hoeveelheid subsidie ter compensatie van loonkosten die aan aanvragers kan worden verstrekt. Het vijfde lid is echter overbodig in het licht van de staatssteunregels. Omdat het tweede aanvraagtijdvak voor sectoren op 14 juli 2025 al is opengesteld, is het van belang dat de schrapping van het vijfde lid zo snel mogelijk wordt doorgevoerd, zodat (potentiële) aanvragers daar waar nodig hun aanvraag hierop kunnen aanpassen.

3. Financiële gevolgen

De wijzigingen in deze regeling hebben geen financiële gevolgen. De wijzigingen hebben geen invloed op de budgetten die beschikbaar zijn gesteld.

4. Staatssteun

Het schrappen van het vijfde lid van artikel 2e.15 is het resultaat van een hernieuwde toetsing aan de staatssteunregels van de subsidieverstrekking op grond van artikel 2e.15. Uit deze beoordeling is naar voren gekomen dat het vijfde lid in het licht van de staatssteunregels niet noodzakelijk is.

De naamswijziging van de loonkostensubsidie en de technische wijzigingen hebben geen gevolgen voor de staatssteunregels.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Deze afwijking is noodzakelijk om te voorkomen dat partijen die een subsidie als bedoeld in artikel 2e.15 aanvragen, worden benadeeld.

Het vijfde lid van artikel 2e.15, dat met deze regeling wordt geschrapt, beperkt de hoeveelheid subsidie ter compensatie van loonkosten die aan aanvragers kan worden verstrekt. Zoals aangegeven, is het vijfde lid echter overbodig in het licht van de staatssteunregels. Omdat het tweede aanvraagtijdvak voor sectoren op 14 juli 2025 al is opengesteld, is het van belang dat de schrapping van het vijfde lid zo snel mogelijk wordt doorgevoerd, zodat (potentiële) aanvragers daar waar nodig hun aanvraag hierop kunnen aanpassen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel