Regeling voorzieningen hondengeleiders Defensie

31 december 2024

Kenmerk: BS/2024040341

De Staatssecretaris van Defensie,

Gelet op artikel 62 van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie en artikel 26 van het van het Inkomstenbesluit militairen;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

commandant:

de commandant, bedoeld in het Besluit toedeling uitvoerende personele bevoegdheden Defensie 2021;

defensieambtenaar:

de ambtenaar bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van de Wet ambtenaren defensie;

diensthond:

de hond die wordt ingezet ten behoeve van de uitvoering van politie- en defensietaken en die door de hondengeleider op het woonadres wordt verzorgd;

hondengeleider:

de defensieambtenaar die een toegewezen diensthond buiten werktijd op diens woonadres verzorgt.

Artikel 2. Tegemoetkoming

Voor de kosten ten behoeve van de verzorging van de diensthond buiten werktijd heeft de hondengeleider aanspraak op een maandelijkse tegemoetkoming van netto € 165,00 per diensthond.

Artikel 3. Compensatie

  • 1. Voor de permanente verantwoordelijkheid voor de diensthond(en) waarvoor de hondengeleider de verantwoordelijkheid draagt heeft de hondengeleider aanspraak op een compensatie in de vorm van:

    • a. een compensatie in tijd van 6 uren per week, die in het rooster van de hondengeleider wordt verwerkt, of;

    • b. een compensatie in tijd van 3 uren per week die in het rooster van de hondengeleider wordt verwerkt, en een compensatie in geld tegen het bruto uurloon voor 3 uren per week.

  • 2. De hondengeleider kan bij de commandant een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor één van de twee compensatievarianten als bedoeld in het eerste lid onder a of b.

  • 3. De commandant wijst een aanvraag voor een compensatievariant toe, tenzij:

    • a. naar het oordeel van de commandant het zwaarwegend dienstbelang zich verzet tegen de toewijzing van de compensatievariant onder a van het eerste lid; alsdan wordt de compensatievariant onder b van het eerste lid toegekend;

    • b. Voor de hondengeleider die onderdeel uitmaakt van een eenheid die in het kader van de operationele inzetbaarheid genoodzaakt is om gedurende werktijd gezamenlijk te trainen en te oefenen als eenheid, geldt daarbij dat indien naar het oordeel van de commandant het zwaarwegend dienstbelang zich tegen toewijzing van beide compensatievarianten onder a en b van het eerste lid verzet de hondengeleider aanspraak maakt op een compensatie in geld tegen het bruto uurloon van 6 uren per week.

  • 4. Een aanspraak op een compensatievariant wordt jaarlijks stilzwijgend voortgezet, tenzij:

    • a. de hondengeleider een nieuwe aanvraag indient om in aanmerking te komen voor de andere compensatievariant of;

    • b. de commandant de aanspraak op een compensatievariant beëindigt, omdat naar diens oordeel sprake is van gewijzigde omstandigheden en het zwaarwegend dienstbelang zich tegen voortzetting van de aanspraak verzetten.

  • 5. Indien de militair aanspraak heeft op een toelage VVHO dan wel een toelage meerdaagse activiteiten vervalt de compensatie, bedoeld in dit artikel.

Artikel 4. Vergoeding

De hondengeleider heeft aanspraak op volledige vergoeding van:

  • a. geschikte voeding voor de diensthond, voor zover niet reeds verstrekt op grond van onderdeel d van artikel 7;

  • b. dierenartskosten en door een dierenarts voorgeschreven medicatie en voeding;

  • c. hondenbelasting, voor zover diensthonden daarvoor niet zijn vrijgesteld in de gemeente waar de hondengeleider woonachtig is;

  • d. de kosten voor het onderbrengen van een diensthond bij een dierenpension, indien Defensie in geen andere verblijfsmogelijkheden voor de diensthond voorziet;

  • e. de kosten van een parkeervergunning, indien dit noodzakelijk is voor het parkeren van het dienstvoertuig bij de woning van de hondengeleider;

  • f. andere kosten waar naar het oordeel van de commandant deze regeling niet naar redelijkheid en billijkheid in voorziet.

Artikel 5. Vervallen aanspraak

De aanspraak op de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, de compensatie, bedoeld in artikel 3, en de vergoeding, bedoeld in artikel 4, vervalt in het geval de hondengeleider voor een periode van langer dan 30 dagen geen diensthond verzorgt.

Artikel 6. Indexering

De tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, wordt jaarlijks per 1 juli van elk kalenderjaar gewijzigd overeenkomstig de door het Centraal Planbureau in het Centraal Economisch Plan gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindex.

Artikel 7. Verstrekking middelen door Defensie

De hondengeleider heeft in ieder geval aanspraak op verstrekking door Defensie van de volgende middelen:

  • a. een geschikte en veilige kennel voor de diensthond op het woonadres van de hondengeleider en alsmede het noodzakelijke onderhoud aan deze kennel;

  • b. een aangepast dienstvoertuig met deugdelijke transportkooi;

  • c. de noodzakelijke uitrusting voor dienstuitoefening, opleiding en training met betrekking tot de diensthond;

  • d. geschikte voeding voor de diensthond.

Artikel 8. Aansprakelijkheid voor de diensthond

Gedurende werktijd alsook tijdens privétijd blijft Defensie, als eigenaar van de diensthond, aansprakelijk voor alle schade aan personen of goederen veroorzaakt door toedoen van de diensthond, tenzij deze is veroorzaakt door opzettelijk handelen, nalaten of bewuste roekeloosheid van de hondengeleider.

Artikel 9. Hardheidsclausule

Onze Minister kan deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van deze regeling zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10. Evaluatiebepaling

Onze Minister zendt binnen 2 jaar na de inwerkingtreding van deze regeling aan het Sector Overleg Defensie een evaluatieverslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk. Hierbij gaat het zowel om organisatorische effecten als de effecten op de persoonlijke werkbeleving.

Artikel 11. Intrekking

De compensatieregeling bewaker/hondengeleider KL en de operationele instructie Koninklijke Marechaussee ‘regeling voorzieningen hondengeleiders’ worden ingetrokken.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voorzieningen hondengeleiders Defensie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Defensie voor deze, De Hoofddirecteur Personeel J. Legein, Generaal-majoor

TOELICHTING

Algemeen

Defensie maakt in toenemende mate gebruik van de inzet van diensthonden bij het uitvoeren van politie- en defensietaken. Het gaat onder meer om speur, bewaking, detectie en multipurpose honden. De hondengeleider draagt zorg voor de diensthond, zowel tijdens werktijd als daarbuiten. Diensthonden kunnen door de hondengeleiders buiten werktijd worden verzorgd op het woonadres van de hondengeleider. De verzorging van de diensthond op het woonadres brengt een extra beslaglegging voor de hondengeleiders met zich mee. Deze regeling ziet op voorzieningen die betrekking hebben op de verzorging van en verantwoordelijkheid voor de diensthond buiten werktijd. De mate van diversiteit tussen verschillende regelingen op dit gebied is aanleiding geweest om te komen tot een defensiebrede regeling op dit gebied. Hiertoe dient onderhavige regeling.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 begripsbepalingen

In dit artikel worden de begripsbepalingen gegeven die in deze regeling worden gehanteerd. Hierdoor is duidelijk dat de regeling ziet op zowel militairen als burgerambtenaren. Daarnaast volgt uit de begripsbepalingen dat er uitsluitend aanspraak op de voorzieningen kan worden gemaakt, indien een hondengeleider de verzorging en verantwoordelijkheid voor de diensthond buiten werktijd en op diens woonadres heeft.

Artikel 2 tegemoetkoming

Dit artikel regelt de tegemoetkoming die bedoeld is om de gemaakte kosten te compenseren die gepaard gaan met de dagelijkse verzorging van de diensthond. De tegemoetkoming biedt compensatie voor de volgende posten: voer en aanverwante producten, ontsmetting- en schoonmaakmiddelen, water en elektriciteit, en klein verzorgingsmateriaal. Tevens ziet deze tegemoetkoming op gederfd woongenot in verband met de plaatsing van een hondenkennel. De relatie tussen deze posten is dat dit vaste kosten betreffen die permanent door een hondengeleider worden gemaakt.

Artikel 3 compensatie

Eerste lid

Een hondengeleider is permanent verantwoordelijk voor de diensthond, zowel tijdens de dienst als in privé-tijd. De compensatie heeft betrekking op de verzorging van en verantwoordelijkheid voor de diensthond in privé-tijd. De diensthond dient immers ook buiten werktijd verzorgd te worden. Daarnaast heeft het houden van een diensthond op het woonadres invloed op de thuissituatie, hetgeen een extra verantwoordelijkheid met zich meebrengt.

Eerste lid, onder a en b

Hondengeleiders kunnen aanspraak maken op een compensatie in de vorm van tijd en een compensatie in tijd en geld. Bij de compensatie in tijd onder zowel onderdeel a en b wordt de compensatie in tijd in het rooster opgenomen, na overleg met de hondengeleider en in overeenstemming met het Burgerlijk ambtenarenreglement en het Algemeen militair ambtenarenreglement. De commandant en de medewerker bepalen in onderling overleg op welke wijze de uren worden opgenomen.

Tweede lid

De hondengeleider dient bij de commandant een aanvraag in voor één van de twee compensatievarianten.

Vierde lid

De hondengeleider dient bij de commandant een aanvraag in voor één compensatievariant als hij op functie komt.

Artikel 4 vergoeding

In dit artikel wordt de aanspraak op volledige vergoeding van een aantal kostenposten geregeld.

Onderdeel a regelt dat geschikte voeding voor de diensthond wordt vergoed, tenzij de voeding reeds door Defensie is verstrekt.

Onderdeel b regelt dat de hondengeleider dierenartskosten vergoed krijgt (voor zover de kosten niet direct bij Defensie in rekening worden gebracht door de betreffende dierenarts). Onder dierenartskosten wordt verstaan het consult, de medische behandeling en de medicatie. Ook eventueel door de dierenarts voorgeschreven voeding wordt vergoed. Een dierenarts kan (tijdelijk) bijzondere voeding voorschrijven, wanneer voor de gezondheidstoestand van de diensthond voeding vereist is die niet regulier verkrijgbaar is. Veterinaire zorg wordt verleend door een erkend en geregistreerd specialist, waarmee Defensie een contract heeft. In geval van nood kan hiervan worden afgeweken.

Onderdeel c regelt het recht op een vergoeding voor de hondenbelasting. De aanspraak op deze vergoeding wordt bepaald door de verplichting van de hondengeleider om hondenbelasting te betalen in de gemeente waarin hij woonachtig is. Er zijn immers Nederlandse gemeenten die het betalen van hondenbelasting voor bepaalde categorieën werkhonden, zoals politie- en blindengeleidehonden, hebben vrijgesteld.

Onderdeel d regelt, indien noodzakelijk, dat de kosten van het onderbrengen in een dierenpension door Defensie worden vergoed. Het aantal dagen dat de diensthond ondergebracht kan worden, is evenredig aan het aantal verlofdagen van de hondengeleider

Onderdeel f bevat een hardheidsclausule voor de commandant, omdat op voorhand niet kan worden ingeschat welke noodzakelijke kosten nog meer ten laste van de hondengeleider komen. Per situatie zal de commandant dit beoordelen op basis van redelijkheid en billijkheid.

Artikel 5 vervallen aanspraak

In dit artikel worden de condities vermeld waaronder de aanspraak op de tegemoetkoming, compensatie en vergoeding komt te vervallen. De tegemoetkoming in artikel 2 komt niet eerder te vervallen als de bij de hondengeleider geplaatste kennel nog niet is opgehaald.

Artikel 10 evaluatiebepaling

Sociale partners in de sector Defensie hebben nog geen inzage in de gevolgen voor de hondengeleider en de organisatie voor wat betreft de werk- en privébalans en de inzetbaarheid. Om goed inzicht te krijgen in de gevolgen is afgesproken om een evaluatiebepaling toe te voegen.

De Staatssecretaris van Defensie voor deze, De Hoofddirecteur Personeel J. Legein, Generaal-majoor

Naar boven