Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 29 oktober 2025, nr. IENW/BSK-2025/269879, tot vaststelling van regels over de toelating van militair luchthavenluchtverkeer op de overige burgerluchthavens van nationale betekenis (Regeling militair luchthavenluchtverkeer op overige burgerluchthavens van nationale betekenis) [KetenID WGK027105]

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gelet op artikel 8.72, eerste lid, in samenhang met artikel 8.24a, derde lid, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

Artikel 1 (Luchthaven Lelystad)

Gereserveerd

Artikel 2 (Luchthaven Eelde)

  • 1. Als gevallen waarin de exploitant van de luchthaven Eelde verplicht is luchthavenluchtverkeer met militaire luchtvaartuigen toe te laten op de luchthaven Eelde, worden aangewezen:

    • a. regeringsvluchten;

    • b. humanitair noodzakelijke vluchten;

    • c. operationeel noodzakelijke vluchten;

    • d. vluchten in bondgenootschappelijk verband;

    • e. vluchten uit hoofde van een algemeen maatschappelijk belang.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. militaire les- en oefenvluchten met straalvliegtuigen;

    • b. militaire les- en oefenvluchten met vliegtuigen met een maximaal toegelaten startmassa van meer dan 6.000 kg;

    • c. vluchten met militaire jachtvliegtuigen.

Artikel 3 (Luchthaven Maastricht)

Gereserveerd

Artikel 4 (Luchthaven Rotterdam)

Gereserveerd

Artikel 5 (Inwerkingtreding)

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Luchthavenbesluit Eelde in werking treedt.

Artikel 6 (Citeertitel)

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling militair luchthavenluchtverkeer op overige burgerluchthavens van nationale betekenis.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

1.1 Algemeen

Met de Regeling militair luchthavenluchtverkeer op overige burgerluchthavens van nationale betekenis (hierna: de Regeling) worden regels vastgesteld met betrekking tot het gebruik van overige burgerluchthavens van nationale betekenis, zoals bedoeld in artikel 8.1, derde lid, van de Wet luchtvaart, door militaire luchtvaartuigen. In de Regeling is door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (hierna: IenW) in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie bepaald in welke gevallen de luchthavenexploitant verplicht is om luchthavenluchtverkeer met militaire luchtvaartuigen op de luchthavens van nationale betekenis, toe te laten.

1.2 Aanleiding en toepassingsbereik

Voor de luchthavens Eelde, Maastricht en Rotterdam zijn luchthavenbesluiten (algemene maatregelen van bestuur) in voorbereiding. Deze luchthavenbesluiten zullen de omzettingsregelingen voor deze luchthavens vervangen. Omzettingsregelingen zijn vastgesteld op grond van het overgangsrecht bij de wijziging van de Wet luchtvaart (Stb. 2008, 561). In de omzettingsregelingen voor de luchthavens Eelde en Rotterdam is militair medegebruik geregeld. Voor de luchthavens Schiphol en Lelystad zijn naast het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol en het Luchthavenbesluit Lelystad aparte regelingen vastgesteld ten behoeve van het militaire gebruik.

Met de Regeling wordt allereerst voorzien in het continueren van de mogelijkheid van militair medegebruik op luchthaven Eelde. De Regeling zal uiteindelijk van toepassing zijn op de vier luchthavens van nationale betekenis en zal per luchthaven worden gestreefd naar maatwerk. De voorziene toekomstige wijzigingen van de Regeling voor de overige burgerluchthavens zijn afhankelijk van de totstandkoming en inwerkingtreding van luchthavenbesluiten voor de luchthavens Eelde, Maastricht en Rotterdam en de wijziging van het luchthavenbesluit voor de luchthaven Lelystad. Deze trajecten worden onafhankelijk van elkaar doorlopen.

1.3 Wettelijk kader

In hoofdstuk 8 van de Wet luchtvaart zijn regels opgenomen over de exploitatie van burgerluchthavens. In artikel 8.1, derde lid, van de Wet luchtvaart is voor sommige overige burgerluchthavens bepaald dat deze van nationale betekenis zijn. Het gaat hierbij om de luchthavens Lelystad, Eelde, Maastricht en Rotterdam. Voor deze luchthavens geldt dat de Minister van IenW het bevoegd gezag is.

In artikel 8.1a, derde lid, van de Wet luchtvaart is bepaald dat het verboden is om een overige burgerluchthaven van nationale betekenis in bedrijf te hebben zonder dat er voor deze luchthaven een luchthavenbesluit is vastgesteld. Een luchthavenbesluit bevat bepalingen over het luchthavenluchtverkeer, waaronder regels en grenswaarden voor de geluidbelasting, en de ruimtelijke indeling van het gebied van en rond de luchthaven. Waar het luchthavenbesluit bepalingen bevat over het burgerluchtverkeer, oftewel luchtvaartuigen die zijn ingeschreven in het Nederlandse register voor burgerluchtvaartuigen, biedt de Wet luchtvaart met artikel 8.72, eerste lid, in samenhang met artikel 8.24a, derde lid, de juridische basis voor het toestaan van militair luchthavenluchtverkeer op luchthavens van nationale betekenis. Op grond van deze artikelen kan door de Minister van IenW in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie worden bepaald in welke gevallen de luchthavenexploitant verplicht is om luchthavenluchtverkeer ten behoeve van de militaire luchtvaart op de luchthavens van nationale betekenis, toe te laten.

2. Inhoud van de regeling

2.1 Militaire registratie

In Nederland geregistreerde luchtvaartuigen staan vermeld in het Nederlandse register voor burgerluchtvaartuigen. Voor in Nederland geregistreerde militaire luchtvaartuigen houdt het Ministerie van Defensie de registratie bij.

Onder militair luchthavenluchtverkeer wordt verstaan het opstijgen en het landen, met inbegrip van de daarmee verband houdende bewegingen op de grond, van luchtvaartuigen die voorzien zijn van een militaire registratie. Luchtverkeer dat plaatsvindt met een luchtvaartuig met een civiele registratie valt niet onder militair luchthavenluchtverkeer.

2.2. Gevallen en omvang van militair medegebruik

Gevallen van militair medegebruik zijn onder andere het uitvoeren van regeringsvluchten, humanitair noodzakelijke vluchten, operationeel noodzakelijke vluchten, vluchten in bondgenootschappelijk belang, en vluchten ten behoeve van een algemeen maatschappelijk belang, wanneer deze vluchten uitgevoerd worden met militair geregistreerde luchtvaartuigen.

De omvang van het militair medegebruik zal verschillen per luchthaven, afhankelijk van de vraag van Defensie, de afspraken met de luchthaven en de faciliteiten die zich op de betreffende luchthaven bevinden. Defensie zal gebruik maken van diverse soorten militaire luchtvaartuigen, waaronder transporthelikopters, gevechtshelikopters, onbemande luchtvaartuigen, transportvliegtuigen en opleidingsluchtvaartuigen. Het militair medegebruik moet ingevolge artikel 8.24a, derde lid, van de Wet luchtvaart plaatsvinden met inachtneming van de regels en grenswaarden die zijn opgenomen in het luchthavenbesluit voor de betreffende luchthaven.

Regeringsvluchten

Nederlandse en buitenlandse regeringsvluchten en zogenaamd VIP-vervoer worden regelmatig met militaire luchtvaartuigen uitgevoerd. Voor situaties waarbij het niet wenselijk of mogelijk is dat militair geregistreerde luchtvaartuigen op militaire luchthavens landen, is het nodig om te regelen dat deze vluchten en overig zogenaamd VIP-vervoer op een burgerluchthaven kunnen landen. Voorbeelden van VIP-vluchten zijn vluchten ten behoeve van het Koninklijk Huis en vluchten door de Bijzondere Bewaking Eenheden (BBE). Vluchten met een civiel geregistreerd regeringsluchtvaartuig vallen onder het reguliere regime van de burgerluchtvaart.

Humanitair noodzakelijke vluchten

Met ‘humanitair noodzakelijke vluchten’ wordt met name gedoeld op vluchten ten behoeve van het bieden van humanitaire noodhulp bij rampen zoals hongersnood, aardbevingen, bosbranden en watersnood. Ook kan worden gedacht aan vluchten ten behoeve van repatriëring en patiëntenvervoer. Indien het gebruik van een militaire luchthaven niet tot de mogelijkheden behoort, kan het gebruik van een burgerluchthaven voor deze categorie vluchten noodzakelijk zijn.

Operationeel noodzakelijke vluchten

Onder deze categorie vallen vluchten die zien op (oefeningen ten behoeve van) de operationele gereedstelling van Defensie en vluchten ter voorbereiding van (vredes)missies die uit operationele overwegingen noodzakelijk zijn.

Verder vallen onder deze categorie vluchten die zien op opleiding en training van noodzakelijke vaardigheden van militaire vliegers voor het vliegen van en naar burgerluchthavens. Het betreft onder andere luchthavenoriëntatie waarbij militaire vliegers worden getraind op veilig gebruik van burgerluchthavens, en proceduretraining. Burgerluchthavens van nationale betekenis beschikken over naderings-, vertrek- en wachtprocedures, alsmede luchtpatronen die niet of nauwelijks voor militaire luchthavens gelden en door militaire vliegers onvoldoende kunnen worden geoefend op militaire luchthavens.

Daarnaast gaat het bij deze categorie bijvoorbeeld om gevallen waarin een militair luchtvaartuig moet worden bijgetankt, een voorzorgslanding moet maken of nader onderhoud moet ondergaan. Indien het gebruik van een militaire luchthaven, door bijvoorbeeld weersomstandigheden, technische klachten of andere redenen zoals baanrenovatie of een baansluiting, niet tot de mogelijkheden behoort kan het gebruik van een burgerluchthaven voor deze categorie vluchten noodzakelijk zijn.

Ook kan een burgerluchthaven worden opgenomen als een alternatieve luchthaven in het vluchtplan, waarop een militair luchtvaartuig zou kunnen landen als het onmogelijk of niet raadzaam is om te landen op de geplande (militaire) luchthaven. Het is operationeel noodzakelijk om een burgerluchthaven van nationale betekenis te kunnen gebruiken als uitwijkmogelijkheid.

Bondgenootschappelijke vluchten

Vluchten in ‘bondgenootschappelijk verband’ zijn vluchten waarin Nederland faciliterend optreedt ten behoeve van vluchten van een buitenlandse krijgsmacht, bijvoorbeeld voor Host Nation Support of een internationale oefening.

Vluchten ten behoeve van een algemeen maatschappelijk belang

De gevallen van vluchten ten behoeve van ‘een algemeen maatschappelijk belang’ kunnen uiteenlopend van aard zijn. Het gaat hierbij om vluchten in verband met steunverlening in het openbaar belang en militaire bijstand. Gedacht kan worden aan vluchten in het kader van 5 mei-vieringen, Koningsdag, militaire bijstand op basis van de Politiewet 2012 of de Wet veiligheidsregio’s zoals in het geval van (bos)brandbestrijding, zware ongevallen, overstromingen, rampen, crises, alsmede militaire steunverlening in het openbaar belang.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

Gevaarlijke stoffen kunnen alleen worden vervoerd naar een burgerluchthaven als de faciliteiten van deze burgerluchthaven voldoen aan bestaande nationale en internationale wet- en regelgeving om een dergelijke lading af te handelen. Onder het vervoer van gevaarlijke stoffen kan ook het vervoer van munitie vallen. Het spreekt voor zich dat bij dergelijke vluchten de luchthavenbrandweer van tevoren op de hoogte wordt gesteld. De regels voor het vervoeren van gevaarlijke stoffen door de krijgsmacht, zoals onder andere vastgesteld in titel 10.2 van de Wet luchtvaart, het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht met militaire luchtvaartuigen en de Aanwijzingsregeling Technische Voorschriften vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht met militaire luchtvaartuigen, zijn op deze vluchten van toepassing. De mogelijkheid hiertoe is afhankelijk van de vergunningen en de certificaten waarover een burgerluchthaven beschikt.

2.3 Militair luchthavenluchtverkeer op luchthaven Eelde

Op de luchthaven Eelde vindt al geruime tijd militair medegebruik plaats. Op basis van artikel 2 van de Regeling blijft dit toegestaan. Het militair medegebruik dient plaats te vinden binnen de algemene bepalingen en regels ten aanzien van het luchthavenverkeer zoals genoemd in hoofdstuk 2 van het Luchthavenbesluit Eelde. Dit betekent dat militair medegebruik binnen de openingstijden van de luchthaven dient plaats te vinden. Het militair medegebruik dat op luchthaven Eelde plaatsvindt, telt in het kader van de handhaving mee bij de berekening van de grenswaarden, zoals die in het Luchthavenbesluit Eelde zijn vastgelegd. Het medegebruik dient tevens door te werken in bestaande procedures zoals de alarmregeling en het bedrijfsnoodplan.

Anders dan in de Omzettingsregeling luchthaven Eelde is in de Regeling geen maximumaantal vliegtuigbewegingen opgenomen voor het militaire medegebruik. Uit schattingen van het Ministerie van Defensie zal het militair medegebruik van luchthaven Eelde circa 790 vliegtuigbewegingen per jaar gaan betreffen. De actualisatie van de behoefte voor militair medegebruik vindt haar oorsprong in de veranderde veiligheidssituatie. Deze verandering heeft groei van Defensie en aanpassing van taken tot gevolg. Het is van groot belang dat militairen goed getraind zijn en op individueel en groepsniveau over de juiste vaardigheden beschikken om hun taken te kunnen uitvoeren, dat nationale en bondgenootschappelijke taken uitgevoerd kunnen worden en dat een strategische spreiding van militaire activiteiten kan plaatsvinden mede met behulp van burgerluchthavens zoals de luchthaven Eelde.

Er zal gebruik kunnen worden gemaakt van diverse militaire luchtvaartuigen.

Gebruik van militaire jachtvliegtuigen zoals de F35 is niet toegestaan. Militaire jachtvliegtuigen zijn jachtvliegtuigen die militair zijn geregistreerd. Voormalige militaire jachtvliegtuigen die als civiel luchtvaartuig zijn geregistreerd, vallen niet onder de reikwijdte van deze regeling.

Ook is het niet toegestaan om lesvluchten en oefenvluchten zoals gedefinieerd in het luchthavenbesluit uit te voeren met militair geregistreerde luchtvaartuigen die zwaarder zijn dan 6.000 kg. Daarnaast is het niet toegestaan om lesvluchten en oefenvluchten zoals gedefinieerd in het luchthavenbesluit uit te voeren met militair geregistreerde luchtvaartuigen die een straalmotor hebben. Het uitvoeren van les- en oefenvluchten met een militair geregistreerd luchtvaartuig zoals een PC-7, is wel toegestaan.

Zoals eerder aangegeven valt het militair medegebruik onder de regels in het luchthavenbesluit over het luchthavenluchtverkeer, waaronder regels en grenswaarden voor de geluidbelasting.

Omdat er geen maximum aantal bewegingen is opgenomen in deze Regeling, is het van belang om het militair medegebruik op de luchthaven Eelde te monitoren. Wanneer uit deze monitoring blijkt dat er in een jaar 790 bewegingen zijn gerealiseerd, zullen gesprekken plaatsvinden tussen de luchthaven Eelde, het Ministerie van Defensie en het Ministerie van IenW. Het doel van deze gesprekken is om een beeld te krijgen van de toekomstige behoefte van het Ministerie van Defensie zodat kan worden bezien of extra sturing op het militair medegebruik noodzakelijk is.

De inschattingen over de omvang en reikwijdte van het militair medegebruik zijn gedaan door het Ministerie van Defensie met oog op de huidige veiligheidssituatie in de wereld. Wanneer de veiligheidssituatie verandert, kan dit aanleiding zijn om op termijn aanpassingen aan te brengen in de Regeling. Daarnaast is in het Luchthavenbesluit Eelde een evaluatiebepaling opgenomen. Op basis van een evaluatie kan eventueel ook worden bezien of aanvullende maatregelen rond het militair medegebruik noodzakelijk zijn.

3. Administratieve lasten en nalevingskosten

De Regeling continueert het huidige medegebruik op de luchthaven Eelde en brengt geen verandering van de administratieve lasten of nalevingskosten voor burgers en/of het bedrijfsleven mee ten opzichte van de huidige situatie. Over het militair medegebruik wordt op grond van artikel 13 van Regeling burgerluchthavens reeds gerapporteerd aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT).

Een ontwerp van de Regeling is aan het Adviescollege toetsing regeldruk aangeboden voor advies. Uit het advies volgt dat er geen sprake is van extra regeldruk.

4. Handhaving en uitvoering

4.1 Operationele impact en regelgeving

Het militair medegebruik wordt door middel van een equivalent luchtvaartuig en bijbehorende opslag meegenomen bij de berekening van de grenswaarden voor de maximale geluidsbelasting zoals deze zijn vastgesteld in de luchthavenbesluiten. Er is hierbij sprake van een geluidsruimte voor het totale verkeer wat zowel het civiele verkeer als militaire medegebruik omvat.

Indien er wordt geconstateerd dat een in het luchthavenbesluit opgenomen grenswaarde is overschreden, schrijft de ILT op grond van artikel 8.70, tweede lid, jo. artikel 8.45, eerste lid van de Wet luchtvaart, een maatregel voor die naar het oordeel van de ILT bijdraagt aan het terugdringen van de belasting vanwege het luchthavenluchtverkeer binnen de grenswaarden. Het militaire medegebruik is verder geïntegreerd in alle operationele procedures van de luchthavens, inclusief alarmregelingen en bedrijfsnoodplannen.

4.2 HUF-toets

De ILT houdt namens de Minister van IenW toezicht op de naleving van onder meer (milieu)wetten en regels voor de burgerluchtvaart en handhaaft deze. In dat verband is een ontwerp van de Regeling aan de Inspecteur-Generaal van de ILT voorgelegd ter toetsing op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van de bepalingen van de regeling. De ILT heeft per brief op 3 juni 2025 laten weten dat de regeling handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig is. Op basis van de opmerkingen van de ILT zijn er verduidelijkingen en verbeteringen in de toelichting aangebracht.

4.3 Gevolgen voor de luchthavenexploitant

Militair medegebruik is op dit moment reeds toegestaan. Op dit moment heeft Defensie met de exploitant afspraken, deze zijn contractueel vastgelegd tussen de partijen en zien onder andere op de vergoeding voor het gebruik van de luchthaven. Zoals opgenomen in de Regeling dient het medegebruik van Defensie plaats te vinden binnen de algemene bepalingen en regels ten aanzien van het luchthavenverkeer zoals genoemd in hoofdstuk 2 van het Luchthavenbesluit Eelde en bijbehorende (milieu)vergunningen die de luchthaven Eelde daartoe heeft verkregen. Er wordt niet van de exploitant verwacht dat deze nieuwe maatregelen neemt om het gebruik mogelijk te maken en er worden ook geen ‘nieuwe’ gevolgen verwacht voor de andere gebruikers van de luchthaven.

5. Afstemming en consultatie

5.1 Afstemming

Bij de totstandkoming van de Regeling is een concept toegestuurd aan de exploitant van de luchthaven Eelde. De exploitant heeft aangegeven positief tegenover de voorgenomen Regeling te staan.

De commissie regionaal overleg (CRO) voor de luchthaven Eelde is geïnformeerd over het ontwerp van de Regeling.

5.2 Internetconsultatie

Een ontwerp van de Regeling is in de periode van 14 juli 2025 tot en met 25 augustus 2025 opengesteld voor openbare internetconsultatie. Doel van deze consultatie was burgers en bedrijven te informeren over de in voorbereiding zijnde regelgeving en hen de gelegenheid te bieden een reactie te geven op het ontwerp. Er zijn 110 consultatiereacties ingediend, waarvan 76 openbaar. De reacties die binnenkwamen, waren uiteenlopend van aard. De positieve reacties onderschrijven het belang van Defensie om te kunnen vliegen en oefenen. Uit de kritische reacties komen zorgen naar voren over een toename in het aantal vluchten, een toename van geluidsoverlast en een verslechterde luchtkwaliteit.

Naar aanleiding van de reacties zijn in artikel 2 van de Regeling en in de toelichting wijzigingen opgenomen ter verheldering van de reikwijdte. Gebleken is dat abusievelijk een verkeerde grondslag is vermeld. Dit is aangepast. Daarnaast is in de toelichting de monitoring van het militair medegebruik beschreven. De reacties hebben verder niet geleid tot overige inhoudelijke wijzigingen.

6. Inwerkingtreding

De Regeling treedt in werking op het moment dat het Luchthavenbesluit Eelde in werking treedt. Hiermee wordt op grond van Aanwijzing 4.17, vijfde lid, onder a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving afgeweken van het systeem van vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van een ministeriele regeling. Hiertoe is besloten omdat inwerkingtreding op een vast verandermoment aanzienlijke nadelige gevolgen zou hebben voor de mogelijkheid tot militair medegebruik op de luchthaven Eelde. Bij de inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit Eelde vervalt namelijk de huidige Omzettingsregeling luchthaven Eelde waarin het militaire medegebruik mogelijk wordt gemaakt. Het is dan ook van belang dat deze Regeling gelijktijdig met het luchthavenbesluit in werking treedt.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman

Naar boven