Verkeersbesluit voor het plaatsen van een barrier en een snelheidsbeperking van 90 km/u door middel van bebording A01 op de rijksweg A1 tussen km 137,4 en km 137,1 HRL in de gemeente Almelo, conform bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

Logo Rijkswaterstaat - Dienst Oost-Nederland

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

 

BESLUIT

 

Tot het plaatsen van een barrier en een snelheidsbeperking van 90 km/u door middel van bebording A01 op de rijksweg A1 tussen km 137,4 en km 137,1 HRL in de gemeente Almelo, conform bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

 

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

 

Inleiding

 

Op de rijksweg A1 tussen km 137,4 en km 137,1 HRL in de gemeente Almelo is in december 2024 een barrier geplaatst op de vluchtstrook. Aanleiding hiervoor is de uitspoeling en verzakking van de vluchtstrook, waardoor deze niet veilig kan worden gebruikt. Ter hoogte van de barrier is een maximumsnelheid van 90 km/u ingesteld.

Voor deze maatregelen is een verkeersbesluit vereist.

 

De zaak is geregistreerd onder zaaknummer: RWSZ2025-00015199.

 

Wettelijke basis

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna WVW 1994) moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van verkeerstekens en verkeersborden, zoals benoemd in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (hierna BABW), voor zover daardoor een verbod of gebod wordt ingesteld of gewijzigd.

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder a, van de WVW 1994 ben ik bevoegd dit besluit te nemen.

 

Motivering en belangenafweging

Vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid is het noodzakelijk dat de vluchtstrook ter plaatse wordt afgesloten en dat de maximumsnelheid tijdelijk wordt verlaagd naar 90 km/u. Door de afsluiting met een barrier wordt voorkomen dat voertuigen gebruikmaken van een onveilige vluchtstrook. Met de plaatsing van de snelheidsbeperking wordt de verkeerssituatie veiliger gemaakt, omdat weggebruikers met lagere snelheid het betrokken wegvak kunnen passeren en de gevolgen van eventuele incidenten worden beperkt.

Er worden maatregelen getroffen door middel van het plaatsen van:

• een barrier op de vluchtstrook;

• bebording A01 ter aanduiding van een maximumsnelheid van 90 km/u.

De maatregelen zijn van toepassing op de rijksweg A1 tussen km 137,4 en km 137,1 HRL.

 

De maatregelen hebben de volgende doelen:

• het verzekeren van de verkeersveiligheid op de weg;

• het beschermen van de weggebruikers en passagiers;

• het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

• het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

 

De belangen van Rijkswaterstaat, te weten het beschermen van het waterstaatswerk en het verzekeren van het doelmatig en veilig gebruik van dat werk, zijn hiermee voldoende gewaarborgd.

 

De belangen van derden worden met het instellen van een lagere maximumsnelheid en het afsluiten van de vluchtstrook, voor zover bekend, niet geschaad.

 

 

GEVOLGDE PROCEDURE

 

Door mij is de reguliere voorbereidingsprocedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd.

 

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de Korpschef, namens deze de verkeersadviseurs van de Politie in Oost-Nederland.

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

namens deze,

hoofd afdeling Vergunningverlening Rijkswaterstaat Oost-Nederland

 

 

 

ing. H.M. Emond MSc

Mededelingen

 

Informatie en bezwaar

Voor meer informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in deze beschikking genoemde contactpersoon. De contactgegevens staan in de zijkolom van de beschikking. De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen.

 

Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen:

  • Is de inhoud van het besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent?

  • Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting?

  • Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt?

 

Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen.

 

Bent u het niet eens met dit besluit?

Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U dient hiervoor wel belanghebbende bij het besluit te zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar:

  • Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent?

  • Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat?

  • Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken?

 

Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de in de beschikking vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen.

 

Hoe maakt u bezwaar?

Om bezwaar te maken dient u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de minister van Infrastructuur en Waterstaat, t.a.v. de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Oost-Nederland, Afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

 

In het bezwaarschrift dient in ieder geval het volgende te staan:

  • uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer;

  • een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen);

  • de reden waarom u bezwaar maakt;

  • de datum en uw handtekening.

 

Voorlopige voorziening

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een verzoekschrift indient dan kunt u het verzoekschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal een griffierecht in rekening brengen.

 

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een afschrift van de beschikking waarop het geschil betrekking heeft overgelegd.

 

Indiening kan ook via de site http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor dient u wel te beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

 

Afschrift(en) van het besluit

Een afschrift van dit besluit is verzonden aan:

Rijkswaterstaat Oost-Nederland, Afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht (ON-BVWP-BevoegdGezag@rws.nl);

Adviseur afdeling vergunningverlening, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht (joyce.buitenhuis@rws.nl);

Het procedurebureau van de afdeling Vergunningverlening, Rijkswaterstaat Oost-Nederland, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht (ON-Vergunningen@rws.nl);

Politie Oost-Nederland afdeling Operationele Samenwerking, team verkeer (verkeersadvisering.operationele-samenwerking.oost-nederland@politie.nl);

Gemeente Almelo, Postbus 5100 7600 GC Almelo (gemeente@almelo.nl);

Archief, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

 

 

 

Naar boven