Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 oktober 2025, houdende wijziging van de Kiesregeling in verband met de gemeenteraadsverkiezingen 2026

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen J 7, derde lid, en L 11, tweede lid, van de Kieswet;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 1 bij artikel 1 van de Kiesregeling wordt als volgt gewijzigd:

1. In Model J 7 wordt het tweede onderdeel vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel A van de bijlage bij deze regeling.

2. In Model L 11 wordt het eerste onderdeel vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel B van de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F. Rijkaart

BIJLAGE

A

  • 2. Het model voor de stempas voor de verkiezing van de leden van gemeenteraad luidt als volgt:

B

  • 1. Het model voor het schriftelijk volmachtbewijs luidt voor een verkiezing van de leden van de gemeenteraad of voor een verkiezing als bedoeld in artikel 52 van de Wet algemene regels herindeling als volgt:

TOELICHTING

1. Inhoud van de regeling

Op 18 maart 2026 vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Op grond van de artikelen J 7, derde lid, en L 11, tweede lid, van de Kieswet worden in deze regeling de modellen voor de stempas en het schriftelijk volmachtbewijs voor deze verkiezingen vastgesteld.

2. Administratieve en financiële lasten

Uit de regeling vloeien geen administratieve of financiële lasten voort. Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft de regeling niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft. Van consultatie is afgezien, omdat de modellen enkel geschikt zijn gemaakt voor de komende verkiezing en inhoudelijk niet gewijzigd zijn.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026. Dit is conform aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Daarin is 1 januari aangewezen als een van de vier vaste momenten waarop ministeriële regelingen gewijzigd kunnen worden. Aan de voorgeschreven minimuminvoeringstermijn van drie maanden wordt niet voldaan. Met het oog op de in maart 2026 te houden verkiezingen is het belangrijk dat de modellen per 1 januari in werking zullen treden. Het is niet mogelijk gebleken de modellen eerder vast te stellen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F. Rijkaart

Naar boven