Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 27 oktober 2025, nr. IENW/BSK-2025/251416, tot wijziging van de Aanschafsubsidieregeling zero-emissie trucks AanZET in verband met het toevoegen van subsidieplafonds, aanvraagperiodes en enige technische wijzigingen [KetenID WGK 028256]

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onderdelen b en f, 4, eerste en tweede lid, en 5, onderdelen a tot en met c en e, van de Kaderwet subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Aanschafsubsidieregeling zero-emissie trucks AanZET wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1. wordt in de begripsomschrijving van verkoopprijs na ‘af-fabriekopties’ ingevoegd ‘, exclusief de opbouw die bovenop het bakwagenchassis wordt gebouwd, en’.

B

Artikel 1.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. voor het jaar 2026: € 78.000.000 voor aanvragen gedaan in de periode bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, onderdeel e, onder i.

2. Het derde lid vervalt.

C

Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. in 2026:

    • i. van 27 januari 2026, 9.00 uur tot en met 13 februari 2026, 12.00 uur;

    • ii. van 29 september 2026, 9.00 uur tot en met 16 oktober 2026, 12.00 uur.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Een aanvrager kan:

    • a. zowel op de eerste werkdag als op de tweede werkdag van de aanvraagperiode één aanvraag indienen voor de aanschaf van ten hoogste twee emissieloze vrachtauto’s;

    • b. vanaf de derde werkdag van de aanvraagperiode één aanvraag per werkdag indienen voor de aanschaf van ten hoogste tien emissieloze vrachtauto’s.

D

Artikel 2.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De subsidieontvanger kan bij de minister een verzoek doen tot uitstel van maximaal 12 maanden van de indiening van de aanvraag, bedoeld in het tweede lid.

2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De minister kan uitstel als bedoeld in het derde lid verlenen indien de subsidieontvanger op basis van een verklaring van een opbouwbedrijf kan aantonen dat de levertijd voor het bouwen en monteren van de opbouw op het bakwagenchassis van de nieuwe emissieloze vrachtauto langer is dan de periode, genoemd in het tweede lid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling wijzigt de Aanschafsubsidieregeling zero-emissie trucks AanZET (hierna: AanZET). Op grond van AanZET kunnen subsidies worden verstrekt voor de aanschaf van emissieloze vrachtauto’s.

Met deze regeling wordt uitvoering gegeven aan de ambities uit het Klimaatakkoord van 28 juni 2019. Het kabinet heeft met het Klimaatakkoord een centraal doel: het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen met 49% in 2030 ten opzichte van 1990. Onderdeel daarvan is ook een reductieopgave voor de mobiliteitssector. Om deze kabinetsambitie te realiseren is de komende jaren financiële stimulering van onder meer emissieloze vrachtauto’s noodzakelijk.

2. Noodzaak tot wijziging

Subsidieplafond en openstellingsperiode

Met deze regeling wordt voor het jaar 2026 het subsidieplafond vastgesteld voor de eerste openstellingsperiode. Voor de eerste openstelling is € 78 miljoen beschikbaar. Deze middelen zijn afkomstig uit de terugsluis vrachtwagenheffing. Later in 2026 volgt een tweede openstellingsperiode, waarvoor het budget op een later moment bekend zal worden gemaakt.

Daarnaast hebben de ervaringen uit de openstelling in 2025 geleid tot het doorvoeren van enkele aanpassingen. Deze zijn toegelicht in het artikelsgewijze deel.

Begrotingsbehandeling

De Tweede en Eerste Kamer hebben nog niet ingestemd met de begroting van het Ministerie van I&W voor 2026. Daarom kan er voor het kalenderjaar 2026 geen subsidieplafond worden vastgesteld zonder daar een voorbehoud bij te maken. Aanvragen op grond van deze subsidieregeling worden vaak ver van tevoren voorbereid. Om de sector een indicatie te geven van het beschikbare budget, zodat deze daarop kan anticiperen, wordt nu het beoogde plafond vastgesteld. Met ingang van 27 januari 2026 kunnen aanvragen worden ingediend.

Een verlaging van een reeds bekend gemaakt en in werking getreden subsidieplafond heeft in de regel geen gevolgen voor reeds ingediende aanvragen. Artikel 4:28 Awb biedt hierop een uitzonderingsmogelijkheid voor subsidieplafonds die worden vastgesteld voordat de begroting is vastgesteld of goedgekeurd. Deze bepaling borgt dat een eventuele latere plafondverlaging voor deze regeling gevolgen heeft voor eerder ingediende aanvragen.

3. Verhouding tot bestaande regelgeving

Nationaal recht

Deze wijzigingsregeling is gebaseerd op de Kaderwet subsidies I en M (hierna: Kaderwet). Artikel 3, eerste lid, onder b en f, van de Kaderwet geeft de mogelijkheid om bij ministeriële regeling subsidies te verstrekken voor activiteiten die passen in het beleid inzake milieu en verkeer en vervoer. Deze wet vormt de wettelijke basis voor deze wijzigingsregeling.

4. Gevolgen

Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Bij het opstellen van de wijzigingsregeling was RVO betrokken. De aanpassing van de manier waarop subsidie wordt verdeeld, verbetert de uitvoerbaarheid van de regeling en vermindert de uitvoeringslasten (minder aanvragen nodig bij aanvraag met minimaal twee vrachtauto’s).

Regeldrukeffecten

De wijziging leidt niet tot een verhoging van de regeldruk. De regeling bevat, net als in 2024 en 2025, twee openstellingsperiodes. Het werken met twee openstellingsperiodes is goed bevallen. Het sluit beter aan op de marktsituatie, omdat ondernemers niet slechts één moment hebben om hun investeringsbeslissing te nemen. Daarnaast spreidt het de werklast voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), die deze regeling uitvoert. Daarom is ervoor gekozen ook in 2026 twee aanvraagperiodes open te stellen.

De voorgestelde wijziging leidt daarnaast voor een deel van de aanvragers tot een verlaging van de administratieve lasten. Aanvragers die voor meer dan één emissieloze vrachtauto subsidie willen aanvragen, hoeven daarvoor minder aanvragen te doen dan vorig jaar. Voor ondernemers die voornemens zijn voor één emissieloze vrachtauto subsidie aan te vragen blijft de administratieve last gelijk.

De huidige regeldrukeffecten van de regeling zien er als volgt uit. De inspanning die gevraagd wordt van de aanvragers van de subsidie bestaat allereerst uit het kennisnemen van de regeling, als de aanvrager daar nog niet van op de hoogte is. In de praktijk zal in dat geval de vrachtwagendealer veelal de aanvrager informeren over de mogelijkheden voor subsidie. De aanvrager kan zich via de website van RVO vervolgens verder verdiepen in de voorwaarden voor het kunnen benutten van de subsidie.

Na het ontvangen van een overeenkomst doet de ondernemer of non-profitinstelling een aanvraag voor subsidieverlening via het digitale loket van RVO. Aanvragers moeten de aanvraag met behulp van eHerkenning indienen. De aanvrager ontvangt een verleningsbesluit van RVO. Daarbij wordt tevens een voorschot van 70% van het subsidiebedrag uitgekeerd. Als de vrachtauto geleverd wordt en te naam is gesteld, volgt het verzoek tot vaststelling door de aanvrager. Op de vaststelling volgt de uitbetaling van de rest van de subsidie.

De tijd die een subsidieaanvrager aan bovenstaande stappen besteedt, is afhankelijk van of hij reeds bekend is met de regeling en het aanvraagproces. De verwachting is dat een subsidieaanvrager in totaal maximaal drie uur besteedt aan al deze stappen. Indien een ondernemer al bekend is met de regeling zal dat sneller gaan. Voor het berekenen van de regeldruk voor aanvragers wordt een standaarduurtarief van € 60 gehanteerd. In totaal is de regeldruk voor een aanvrager daarmee maximaal € 180 per aanvraag. Of er in die aanvraag voor één of meerdere emissieloze vrachtauto’s subsidie wordt aangevraagd, maakt voor de regeldruk niet uit. Bij het niet toekennen van een subsidieaanvraag neemt deze regeldruk toe met maximaal € 60 (1 uur) vanwege het mogelijk corrigeren van de aanvraag. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer de bedrijfsgrootte verkeerd is ingevuld. In het geval van een gewijzigde vaststelling gaat dit maximaal om een toename van € 20.

Dit resulteert in een regeldruk van 0,08–1,6% voor een aanvraag die wordt ingediend op de eerste dag van de openstelling (subsidiebedrag van € 15.200 tot en met € 230.400). Aanvragers krijgen bij RVO een week voor de indiendatum de mogelijkheid om alle aanvragen in concept klaar te zetten. Een extra aanvraag indienen op een volgende dag van de openstelling kost een aanvrager op die dag zelf naar verwachting maximaal 5 tot 10 minuten. Inclusief het klaarzetten van de aanvraag wordt gerekend op maximaal 1 uur voor iedere extra aanvraag. De regeldruk voor ondernemers neemt daarmee af naarmate ze meer aanvragen voor meer voertuigen indienen.

Het beschikbare budget van € 78 miljoen voor de eerste openstelling is naar verwachting voldoende om ongeveer 1.100 emissieloze vrachtauto’s te subsidiëren. Op basis van de ervaringen van eerdere jaren zullen naar schatting 450 aanvragen op de eerste dag worden ingediend en nog ongeveer 150 in de daaropvolgende dagen totdat het subsidieplafond is bereikt. Daarmee is de macro regeldruk van de eerste openstelling in 2026 naar schatting € 0,09 miljoen. Dat bedrag is 0,12% van het subsidiebudget en is daarmee lager dan voorgaande jaren.

De regeling is aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voorgelegd ter toetsing. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

Artikelsgewijze toelichting

Onderdeel A (artikel 1.1)

Het begrip ‘verkoopprijs’ is gewijzigd. Dit is gedaan om duidelijk te maken dat deze prijs exclusief de opbouw is die bovenop het bakwagenchassis wordt gebouwd. De reden hiervoor is dat er fabrikanten zijn die de opbouw standaard af-fabriek leveren, waar eerder enkel externe opbouwers de opbouw plaatsten. Door de opbouw mee te nemen in de verkoopprijs, zou de prijsopbouw van de aan te schaffen vrachtwagens te zeer verschillen. Aangezien dat niet past bij de systematiek van deze regeling, is deze aanpassing toegevoegd.

Onderdeel B (artikel 1.5)

In artikel 1.5, eerste lid, is met deze wijziging het subsidieplafond voor de eerste openstellingsperiode van 2026 toegevoegd. Het derde lid is komen te vervallen. RVO geeft op de website de actuele uitputting van het AanZET-budget weer. Dit geeft aanvragers sneller inzicht dan publicatie in de Staatscourant in de eventuele uitputting van het budget.

Onderdeel C (artikel 2.2, vierde lid)

Deze wijziging bevat een aanpassing van de manier waarop de subsidieverdeling werkt. Vorig jaar is in het vierde lid, kort samengevat, opgenomen dat een bedrijf per werkdag slechts één subsidieaanvraag kan indienen voor aanschaf van een emissieloze vrachtauto.

Gelet op de verhoging van het budget is het vierde lid aangepast. Een aanvrager kan nu zowel op de eerste werkdag als op de tweede werkdag van de openstelling één aanvraag indienen voor maximaal twee voertuigen, en vanaf de derde werkdag één aanvraag voor maximaal tien voertuigen. Dit voorkomt dat aanvragers te veel dagen achter elkaar een aanvraag moeten doen voor steeds één voertuig. De wijziging is nadrukkelijk bedoeld als verlichting van de regeldruk voor ondernemers die subsidie willen voor meer dan één voertuig (waarbij ook de uitvoeringslasten voor RVO verminderen). Daarnaast is de systematiek zo gekozen dat de verwachting is dat loting op de eerste dag van de aanvraagperiode wordt voorkomen, wat ertoe leidt dat ondernemingen die slechts één voertuig willen aanschaffen ook daadwerkelijk subsidie kunnen krijgen. Dit is hieronder in tabelvorm weergegeven:

Eerste werkdag

Tweede werkdag

Derde werkdag en verder tot aan uitputting

Eén aanvraag voor ten hoogste twee emissieloze vrachtauto’s

Eén aanvraag voor ten hoogste twee emissieloze vrachtauto’s

Eén aanvraag voor ten hoogste tien emissieloze vrachtauto’s

Onderdeel D (artikel 2.5)

In artikel 2.5 is bepaald dat de aanvraag tot subsidievaststelling uiterlijk 12 maanden na de datum van verlening van de subsidie moet worden ingediend.

De aanvraag tot subsidievaststelling kan immers pas gedaan worden op het moment dat de vrachtauto geleverd is en te naam is gesteld.

Na overleg met importeurs en fabrikanten is gebleken dat de termijn van 12 maanden vanaf het jaar 2026 voldoende is. De algemene uitstelmogelijkheid die eerder in de AanZET stond, is daarom geschrapt. Wel is het mogelijk dat de opbouw op het bakwagenchassis langer duurt dan verwacht. Om deze reden kan uitstel van maximaal 12 maanden worden aangevraagd. Dit gebeurt op basis van een verklaring van een opbouwbedrijf met vermelding van het bakwagenchassisnummer waaruit blijkt dat de levertijd voor het bouwen en monteren van de opbouw op het bakwagenchassis langer is dan 12 maanden na verlening. Dit betekent dat in dit geval maximaal 24 maanden na verlening van de subsidie een aanvraag tot vaststelling moet zijn ingediend.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op het vaste verandermoment van 1 januari 2026. Daarnaast wordt aangesloten bij de minimuminvoeringstermijn van twee maanden. De wijzigingen hebben betrekking op nog komende aanvraagperiodes en niet op al eerder ingediende aanvragen. Daarom is het niet nodig om overgangsrecht op te nemen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman

Naar boven