Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 20 oktober 2025, nr. IENW/BSK-2025/258346, houdende toekenning van de bevoegdheid genoemd in artikel 20, vierde lid, Wet personenvervoer 2000 aan Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland en Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland en van de provincie Limburg;

Gelet op artikel 20, vierde lid, Wet personenvervoer 2000;

BESLUIT:

Artikel 1

Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland zijn bevoegd tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor regionaal openbaar vervoer per trein voor de volgende vervoersdienst, die de daarbij aangegeven stations verbindt:

Vervoersdienst

Stations:

Cuijk – Nijmegen, als onderdeel van de vervoersdienst Roermond – Nijmegen

Cuijk, Mook-Molenhoek, Nijmegen – Heyendaal, Nijmegen

Artikel 2

Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg zijn bevoegd tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor regionaal openbaar vervoer per trein voor de volgende vervoersdienst, die de daarbij aangegeven stations verbindt:

Vervoersdienst

Stations:

Roermond – Cuijk, als onderdeel van de vervoersdienst Roermond – Nijmegen

Roermond, Swalmen, Reuver, Tegelen, Venlo, Blerick, Venray, Vierlingsbeek, Boxmeer en Cuijk

Artikel 3

Het Besluit tot aanwijzing vervoersdienst waarvoor het Dagelijks Bestuur van het Knooppunt Arnhem Nijmegen en het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg bevoegd is tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor regionaal openbaar vervoer per trein van 10 oktober 2005 (Stcrt. 2005, 199) wordt ingetrokken.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar, Vervoer en Milieu, A.A. Aartsen

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

Een bezwaarschrift kan uitsluitend per gewone post en niet per e-mail worden ingediend. Machtigt u iemand om namens u bezwaar te maken? Stuur dan ook een kopie van de machtiging mee. Bij indiening van een bezwaarschrift namens een rechtspersoon, dient u documenten mee te sturen (origineel uittreksel uit het handelsregister en/of een kopie van de statuten van de rechtspersoon) waaruit blijkt dat u bevoegd bent namens de rechtspersoon op te treden.

TOELICHTING

Op grond van artikel 20 van de Wet personenvervoer 2000 kan aan gedeputeerde staten van een provincie de bevoegdheid worden toegekend om concessies voor regionaal openbaar vervoer per trein te verlenen, te wijzigen of in te trekken.

Dit besluit vervangt het Besluit tot aanwijzing vervoersdienst waarvoor het Dagelijks Bestuur van het Knooppunt Arnhem Nijmegen en het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg bevoegd is tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor regionaal openbaar vervoer per trein (Stcrt. 2005, 199). Met de Wet afschaffing plusregio’s (Stb. 2014, 557) is beoogd de bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur van plusregio Knooppunt Arnhem Nijmegen over te laten gaan naar Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland. Met de vervanging van het besluit van 2005 door onderhavig besluit wordt de aanwijzing van de bevoegdheid ten aanzien van de vervoersdienst Roermond – Nijmegen geactualiseerd.

De tussen Gedeputeerde Staten van de provincies Limburg en Noord-Brabant met de plusregio gemaakte afspraken over de regionale vervoersdienst Roermond – Nijmegen gelden nu ook voor Gedeputeerde Staten van Gelderland. Afgesproken is dat Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg bevoegd is voor het verlenen van een concessie voor regionaal openbaar vervoer per trein voor de verbinding tussen de stations Roermond, Swalmen, Reuver, Tegelen, Venlo, Blerick, Venray, Vierlingsbeek, Boxmeer en Cuijk van de vervoersdienst Roermond-Nijmegen en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland bevoegd zijn voor de verbinding tussen de stations Cuijk, Mook-Molenhoek, Nijmegen-Heyendaal en Nijmegen van deze vervoersdienst.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat het gedeputeerde staten vrij staat (delen van) de genoemde treindiensten te combineren of anders in te delen.

De onderhavige toekenning van een bevoegdheid kan bij algemene maatregel van bestuur of ministerieel besluit. Voorwaarde voor toekenning bij ministerieel besluit is dat de toekenning van de bevoegdheid geschiedt in overeenstemming met gedeputeerde staten van de betrokken provincies. Bij brief hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland en van Limburg aangegeven in te stemmen met de toekenning van deze bevoegdheid.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar, Vervoer en Milieu, A.A. Aartsen

Naar boven