Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 22 oktober 2025, nr. IENW/BSK-2025/223313, houdende de wijziging van de Regeling tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 in verband met indexatie van de toltarieven 2026 [KetenID WGK028321]

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 5, eerste en vierde lid, van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 2 van de Regeling tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt na ‘de Blankenburgverbinding bedraagt’ ingevoegd ‘, uitgaande van het prijspeil 2026’.

2. In het tweede lid, aanhef, wordt na ‘de ViA15 bedraagt’ ingevoegd ‘, uitgaande van het prijspeil 2026’.

3. In het eerste lid, onderdeel a, en het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 1,51’ vervangen door ‘€ 1,57’.

4. In het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 9,13’ vervangen door ‘€ 9,49’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman

TOELICHTING

Algemeen deel

De Regeling tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 (hierna: Regeling TTH) regelt onder andere de hoogte van de toltarieven op de A24/Blankenburgverbinding (opengesteld op 7 december 2024) en de ViA15 (nog te realiseren). In artikel 2, derde lid, van de Regeling TTH is opgenomen dat de toltarieven jaarlijks worden geïndexeerd met de door het Centraal Planbureau (hierna: CPB) geraamde Index Bruto Overheidsinvesteringen (iboi). Met de onderhavige wijzigingsregeling worden de tarieven geïndexeerd naar het prijspeil 2026.

Het tarief voor voertuigen met een maximaal toegestaan gewicht van 3.500 kg wordt als gevolg van de indexatie aangepast van € 1,51 naar € 1,57. Het tarief voor voertuigen met een maximaal toegestaan gewicht van meer dan 3.500 kg wordt aangepast van € 9,13 naar € 9,49. Conform de bestaande ministeriële regeling wordt voor emissievrije voertuigen met een maximaal toegestaan gewicht van 4.250 kg hetzelfde tarief gerekend als voor voertuigen met een maximaal toegestaan gewicht van 3.500 kg: € 1,57. De tarieven gelden van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2026.

Voor de volledigheid wordt ten aanzien van de systematiek van de indexatie het volgende opgemerkt. De Blankenburgverbinding en de ViA15 zijn MIRT-projecten in het Mobiliteitsfonds. Voor dit type projecten is het gebruikelijk om de budgetten te indexeren met de iboi die jaarlijks in het voorjaar van het lopende jaar door het CPB wordt geraamd in het Centraal Economisch Plan. Ook de tolopgaves (de tekorten in de bekostiging van de aanleg van de Blankenburgverbinding en de ViA15 die door tolheffing moet worden opgebracht) worden jaarlijks in het voorjaar met deze iboi geïndexeerd. De toltarieven worden echter jaarlijks al met ingang van 1 januari geïndexeerd. Op dat moment is de (reguliere) iboi nog niet beschikbaar. Er wordt bij de indexatie van de toltarieven daarom uitgegaan van de iboi voor het aankomend jaar die in de Macro Economische Verkenning van het CPB staat. Deze verkenning verschijnt jaarlijks op Prinsjesdag. Het CPB scherpt de iboi steeds aan op basis van de meest actuele inzichten over prijsontwikkelingen, waardoor beide genoemde iboi-cijfers doorgaans van elkaar verschillen. Het is onwenselijk dat de indexaties van de tolopgaves en de toltarieven structureel van elkaar verschillen. Daarom wordt bij de indexatie van de toltarieven jaarlijks een systematiek toegepast dat de geldende tarieven eerst worden gecorrigeerd met de reguliere iboi uit het voorjaar, alvorens de indexatie naar het prijspeil in het komende jaar toe te passen.

Voor deze ministeriële regeling is afgezien van internetconsultatie. Afwijken van het uitgangspunt om ontwerpregelgeving in internetconsultatie te brengen, is mogelijk op een aantal uitzonderingsgronden. Hier is van toepassing dat consultatie niet in betekenende mate kan leiden tot aanpassing van het voorstel1, omdat de doorgevoerde indexatie in de Regeling TTH verplicht is. Ook zijn geen uitvoeringstoetsen uitgevoerd en is geen advies gevraagd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Wel heeft bij de voorbereiding van deze regeling afstemming plaatsgevonden met RDW, waaraan mandaat, volmacht en machtiging is verleend voor het grootste gedeelte van de tolheffingstaken.

De gewijzigde toltarieven worden tijdig aan weggebruikers gecommuniceerd, onder meer via verkeersborden, de website van de tolheffer (www.e-tol.nl) en door de dienstaanbieders (die door de tolheffer zijn geaccrediteerd om automatisch betalen door weggebruikers te faciliteren).

Artikelsgewijs deel

Artikel I

In de twee leden zijn de toltarieven geïndexeerd naar het prijspeil 2026. Dit is gebeurd op basis van de in artikel 2, derde lid vastgelegde systematiek met de door het CPB geraamde Index Bruto Overheidsinvesteringen. Daarnaast is in de twee leden verduidelijkt dat de tarieven in het prijspeil 2026 zijn uitgedrukt.

Artikel II

Bij de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding is aangesloten bij de vaste verandermomenten (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, tweede lid) en de minimuminvoeringstermijn van twee maanden (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vierde lid).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman


X Noot
1

Kamerstukken II, 2009/10, 29 279, nr. 114

Naar boven