Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 oktober 2025, nr. WJZ/54220826, tot wijziging van de Mediaregeling 2008 in verband met een aanpassing van de regels over de aanvraagtermijn voor aanvragen voor aanwijzing als lokale publieke media-instelling

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2.69, onderdeel a, van de Mediawet 2008;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE MEDIAREGELING 2008

De Mediaregeling 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7. Aanvraagtermijn aansluitende periode regionale publieke media-instelling

Als een aangewezen regionale publieke media-instelling voor een aansluitende periode van vijf jaar aangewezen wil worden, dient zij uiterlijk zes maanden voor het einde van de lopende aanwijzingsperiode de aanvraag voor een nieuwe aanwijzing in.

B

Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a. Aanvraagtermijn lokale publieke media-instelling

Een aanvraag voor aanwijzing als lokale publieke media-instelling als bedoeld in artikel 2.65, tweede lid, van de wet kan enkel worden ingediend binnen een door het Commissariaat vastgestelde termijn.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Moes

TOELICHTING

Inhoud regeling

Deze regeling strekt tot wijziging van artikel 7 en het invoegen van een nieuw artikel 7a in de Mediaregeling 2008. Beide artikelen vormen een uitwerking van de delegatiegrondslag uit artikel 2.69, onderdeel a, van de Mediawet 2008. Deze grondslag houdt in dat bij ministeriële regeling nadere regels kunnen worden gesteld over de wijze waarop en de termijn waarbinnen aanvragen voor een aanwijzing worden ingediend. Het gaat hier om aanwijzing als regionale of lokale publieke media-instelling. De aanwijzingsbevoegdheid ligt bij het Commissariaat voor de Media (hierna: Commissariaat). Een aanwijzing heeft een vaste duur van vijf jaar. Zie voor dit alles artikelen 2.61 en verder van de Mediawet 2008.

In het oude artikel 7 van de Mediaregeling 2008 was bepaald dat aanvragen van reeds aangewezen regionale en lokale publieke media-instellingen voor een aansluitende periode uiterlijk zes maanden voor het einde van de lopende aanwijzingsperiode ingediend worden.

De situatie is nu dat de regering zich richt op een herziening van het lokale publieke mediabestel.1 Met het wetsvoorstel tot wijziging van de Mediawet 2008 in verband met de versterking van de uitvoering van de publieke mediaopdracht op lokaal niveau (hierna: wetsvoorstel) worden verschillende maatregelen voorgesteld, waarmee beoogd wordt de uitvoering van de publieke mediaopdracht op lokaal niveau te versterken. Dit betreft, bijvoorbeeld, het overhevelen van de bekostiging van gemeenten naar het Rijk, de komst van een samenwerkings- en coördinatieorgaan (de NLPO) en het aanscherpen van de aanwijzingsprocedure voor lokale publieke media-instellingen.

De regering streeft naar inwerkingtreding van het wetsvoorstel op 1 juli 2026. Het wetsvoorstel voorziet daarbij op verschillende punten in overgangsrecht voor de periode tussen de inwerkingtreding van het wetsvoorstel en de start van de eerste concessie van de NLPO en de eerste aanwijzingen van lokale publieke media-instellingen op grond van de nieuwe wet, voorzien per 1 januari 2028 (hierna: overgangsperiode). Een van deze voorzieningen betreft het van rechtswege verlengen van de aanwijzingen als lokale publieke media-instelling die gelden op het moment van inwerkingtreding van het wetsvoorstel.2 Dit betekent dat lokale publieke media-instellingen die op het moment van inwerkingtreding van het wetsvoorstel een geldende aanwijzing hebben, deze tot de start van de eerste concessie van de NLPO behouden.

Met het oog op de verwachte komst van de nieuwe wet heeft het Commissariaat besloten geen aanwijzingsprocedures te starten voor aanwijzingen als lokale publieke media-instelling die aflopen op of na 1 juli 2026. Een aanwijzingsprocedure wordt normaal gesproken, volgens de beleidsregel van het Commissariaat, een jaar voor het aflopen van de geldende aanwijzing opengesteld.3 Het Commissariaat ziet daarvan af, per 1 juli 2025, bij wijze van anticipatie op de nieuwe wet, die de aanwijzingen die gelden op 1 juli 2026 van rechtswege zal verlengen.

Het is daarnaast wenselijk om het Commissariaat meer ruimte te bieden bij het vormgeven van de aanwijzingsprocedure. Het voorschrift van het oude artikel 7 van de Mediaregeling 2008 dat een aanvraag uiterlijk zes maanden voor het einde van de lopende aanwijzingsperiode wordt ingediend, is dan niet passend. Lokale publieke media-instellingen kunnen zich hierdoor genoodzaakt voelen om, ondanks de verwachte nieuwe wet, zekerheidshalve toch een aanvraag voor aanwijzing in te dienen. Het Commissariaat kan vervolgens aanvragen die voldoen aan het oude artikel 7 niet buiten behandeling laten. Beide gevolgen zijn onwenselijk.

Met deze regeling is de Mediaregeling 2008 dan ook gewijzigd. Artikel 7 van de Mediaregeling 2008 is enkel nog van toepassing op regionale publieke media-instellingen; voor het regionale niveau is geen inhoudelijke wijziging beoogd. In het nieuwe artikel 7a van de Mediaregeling 2008 is vastgelegd dat aanvragen voor aanwijzing als lokale publieke media-instelling kunnen worden ingediend binnen een door het Commissariaat vastgestelde termijn. Het vaststellen van de termijn is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het indienen van een aanvraag buiten de daartoe vastgestelde termijn is, op grond van artikel 4:5, eerste lid, onderdeel a, van de Awb, grond voor het niet in behandeling nemen van de aanvraag. Het Commissariaat kan de aanvraag dan op vereenvoudigde wijze afdoen zonder dat de aanwijsprocedure verder doorlopen hoeft te worden.

Uitvoerbaarheid

Het Commissariaat is betrokken bij de totstandkoming van de regeling en acht deze regeling uitvoerbaar.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Moes


X Noot
1

‘Wetsvoorstel lokale publieke media-instellingen’, wetgevingskalender.overheid.nl.

X Noot
2

Voorgesteld artikel 9.14k, tweede lid, van de Mediawet 2008.

X Noot
3

Beleidsregel aanwijzingsprocedure lokale publieke media-instellingen 2023, artikel 4, vierde lid.

Naar boven