Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 oktober 2025, nr. 2025-0000233681, houdende de invoering van nieuwe registratieschema’s voor kraanmachinisten, de herziening van de grenswaarde voor 1,2-dichloorethaan en enkele technische wijzigingen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 1.5j, eerste en achtste lid, 4.3, eerste lid, 4.16, eerste lid, en 7.32, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 7.17, tweede lid, van het Besluit Basisveiligheidsnormen Stralingsbescherming, artikel 6d, eerste lid, van het Warenwetbesluit machines en artikel 22, zevende lid, van het Warenwetbesluit drukapparatuur 2016;

Besluit:

ARTIKEL I

De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 7.7 komt te luiden:

Artikel 7.7. Eisen voor registratie of herregistratie

Registratie of herregistratie in het Register kraanmachinisten, bedoeld in artikel 7.6, geschiedt indien de aanvrager voldoet aan de navolgende eisen:

  • a. indien het betreft registratie of herregistratie voor de bediening van een torenkraan als bedoeld in artikel 7.6, tweede lid, onderdeel a, het schema voor de machinist torenkraan ‘Schema voor registratie van de Machinist Torenkraan in het Register Kraanmachinisten, W4-06’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie op 28 februari 2025, Staatscourant van 22 oktober 2025, nr. 2025-35699, bijlage 6;

  • b. indien het betreft registratie of herregistratie voor de bediening van een mobiele kraan, zijnde een mobiele kraan op banden of rupsen als bedoeld in artikel 7.6, tweede lid, onderdeel b, onder 1°, het schema voor de machinist mobiele kraan op banden en/of rupsen ‘Schema voor registratie van de Machinist Mobiele Kraan in het Register Kraanmachinisten, W4-01’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Registratie Administratie op 28 februari 2025, Staatscourant van 22 oktober 2025, nr. 2025-35699, bijlage 1;

  • c. indien het betreft registratie of herregistratie voor de bediening van een mobiele kraan, zijnde een grondverzetmachine met hijsfunctie, van de categorie, bedoeld in artikel 7.6, tweede lid, onderdeel b, onder 2°, het schema voor de machinist grondverzetmachine met hijsfunctie ‘Schema voor registratie van de Machinist Grondverzetmachine in het Register Kraanmachinisten, W4-05’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Registratie Administratie op 28 februari 2025, Staatscourant van 22 oktober 2025, nr. 2025-35699, bijlage 5, of het schema voor de machinist mobiele kraan op banden of rupsen ‘Schema voor registratie van de Machinist Mobiele Kraan in het Register Kraanmachinisten, W4-01’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Registratie Administratie op 28 februari 2025, Staatscourant van 22 oktober 2025, nr. 2025-35699, bijlage 1;

  • d. indien het betreft registratie of herregistratie voor de bediening van een mobiele kraan, zijnde een autolaadkraan, van de categorie, bedoeld in artikel 7.6, tweede lid, onderdeel b, onder 3°, het schema voor de machinist autolaadkraan ‘Schema voor registratie van de Machinist Autolaadkraan in het Register Kraanmachinisten, W4-04’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Registratie Administratie op 28 februari 2025, Staatscourant van 22 oktober 2025, nr. 2025-35699, bijlage 4, of het schema voor de machinist mobiele kraan op banden en/of rupsen ‘Schema voor registratie van de Machinist Mobiele Kraan in het Register Kraanmachinisten, W4-01’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Registratie Administratie op 28 februari 2025, Staatscourant van 22 oktober 2025, nr. 2025-35699, bijlage 1;

  • e. indien het betreft registratie of herregistratie voor de bediening van een mobiele kraan, zijnde een verreiker met hijsfunctie, van de categorie, bedoeld in artikel 7.6, tweede lid, onderdeel b, onder 4°, het schema voor de machinist verreiker met hijsfunctie ‘Schema voor registratie van de Machinist Verreiker in het Register Kraanmachinisten, W4-07’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Registratie Administratie op 28 februari 2025, Staatscourant van 22 oktober 2025, nr. 2025-35699, bijlage 7, of het schema voor de machinist mobiele kraan op banden en/of rupsen ‘Schema voor registratie van de Machinist Mobiele Kraan in het Register Kraanmachinisten, W4-01’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Registratie Administratie op 28 februari 2025, Staatscourant van 22 oktober 2025, nr. 2025-35699, bijlage 1;

  • f. indien het betreft registratie of herregistratie voor de bediening van een kleine funderingsmachine als bedoeld in artikel 7.6, tweede lid, onderdeel c, onder 1°, het schema voor de machinist kleine funderingsmachine ‘Schema voor registratie van de Machinist Funderingsmachine Klein in het Register Kraanmachinisten, W4-02’ dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Registratie Administratie op 28 februari 2025, Staatscourant van 22 oktober 2025, nr. 2025-35699, bijlage 2, of het schema voor de machinist grote funderingsmachine ‘Schema voor registratie van de Machinist Funderingsmachine Groot in het Register Kraanmachinisten, W4-03’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Registratie Administratie op 28 februari 2025, Staatscourant van 22 oktober 2025, nr. 2025-35699, bijlage 3; en

  • g. indien het betreft registratie of herregistratie voor de bediening van een grote funderingsmachine als bedoeld in artikel 7.6, tweede lid, onderdeel c, onder 2°, van het schema voor de machinist grote funderingsmachine ‘Schema voor registratie van de Machinist Funderingsmachine Groot in het Register Kraanmachinisten, W4-03’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Registratie Administratie op 28 februari 2025, Staatscourant van 22 oktober 2025, nr. 2025-35699, bijlage 3.

ARTIKEL II

De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6.1 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid wordt bij het begrip scopecategorie in onderdeel a ‘derde lid, onderdelen a tot en met c’ vervangen door ‘vierde lid, onderdelen a tot en met c’, en wordt in onderdeel b ‘derde lid, onderdelen d tot en met f’ vervangen door ‘vierde lid, onderdelen d tot en met f’.

B

Bijlage XIII bij de Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel B2 komt de regel voor 1,2-Dichloor-ethaan te luiden:

1,2 Dichloorethaan

107-06-2

4,12

1,7

   

H

2. In onderdeel C worden de regels voor α-amylase vervangen door:

α-amylase

9001-19-8

0,000010

       

ARTIKEL III

De Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 5.1, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het NDRIS wordt beheerd door NRG Pallas B.V., locatie Arnhem.

ARTIKEL IV

De Warenwetregeling machines wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 2, eerste lid, aanhef, wordt ‘een torenvormige hijskranen’ vervangen door ‘torenvormige hijskranen’.

ARTIKEL V

De Warenwetregeling drukapparatuur 2016 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, vijfde lid, wordt ‘NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie’ vervangen door ‘NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers’.

B

In artikel 7, zesde en achtste lid, vervalt ‘NL-keuringsdienst van gebruikers of’.

C

In artikel 8, vijfde lid, onderdeel f, vervalt ‘NL-keuringsdienst van gebruikers of’.

ARTIKEL VI

  • 1. Artikel I van deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

  • 2. Artikel II tot en met V van deze regeling treden in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Met deze regeling wordt een nieuwe versie van de registratieschema’s voor kraanmachinisten ingevoerd en een verlaging van de grenswaarde voor 1,2-dichloorethaan doorgevoerd.

Daarnaast worden enkele technische correcties doorgevoerd die geen beleidsveranderingen met zich meebrengen.

2. Nieuwe versies registratieschema’s voor kraanmachinisten

Voor de besturing van een zevental categorieën torenkranen, mobiele kranen en funderingsmachines is sinds 1 januari 2020 een registratie vereist.

Een registratie wordt verleend nadat de beroepsbeoefenaren op grond van een examen hebben aangetoond over de vereiste kennis en vaardigheden te beschikken om de besturing van deze machines als machinist veilig uit te kunnen voeren.

De eisen die aan de kennis en ervaring worden gesteld zijn opgenomen in zogenaamde registratieschema’s. Deze registratieschema’s zijn door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie (hierna: TCVT-RA) in overleg met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: SZW) opgesteld. Deze registratie-instelling werkt onder mandaat en volmacht van de Minister van SZW. De registratieschema’s worden door de Minister van SZW in de Staatscourant gepubliceerd als is vastgesteld dat de registratie-eisen van belang en proportioneel zijn in verband met gezond en veilig werken van kraanmachinisten. Door de verwijzing naar deze publicaties in de Arboregeling zijn de eisen juridisch verbindend.

De eisen die in registratieschema’s worden gesteld aan de kennis en vaardigheden dienen aan te blijven sluiten bij de laatste stand van de techniek, de ervaringen met de besturing van kraanmachinisten en de lering die wordt getrokken uit ongevallen die met kranen plaats vinden. Het is daarom de verantwoordelijkheid van de schemabeheerder, in dit geval TCVT-RA om periodiek te evalueren of er een noodzaak is de bestaande schema’s aan te passen.

TCVT-RA heeft daartoe in 2023 een evaluatie uitgevoerd en in 2024 afgerond. Het werkveld is in de gelegenheid gesteld om concrete wijzigingsvoorstellen aan te dragen. De wijzigingsvoorstellen zijn in een werkgroep besproken. De Werkgroep bestond uit de leden van de Werkkamer 4, de Examencommissie en opleiders, aangevuld met de inhoudsdeskundigen van alle betrokken partijen zoals werkgevers, werknemers en kraanverhuurders. De TCVT werkkamer 4 heeft het advies van de werkgroep besproken, beoordeeld en overgenomen. Vervolgens heeft het college van deskundigen van TCVT ingestemd met het advies en is dit advies op 15 mei 2024 vastgesteld en bekrachtigd door het bestuur van TCVT RA. Het berust dus op een breed draagvlak in het veld. Deze evaluatie heeft geresulteerd in een aantal detail- en (machine)technische wijzigingen in de registratieschema’s.

Deze wijzigingen hebben met name betrekking op definities, de organisatie van examens en een verduidelijking van de eis dat een examenkandidaat over een goed gehoor en gezichtsvermogen dient te beschikken. Maar ook dat de teksten in de schema’s beter aansluiten op de huidige regelgeving. Daarnaast is er een aanpassing in de cesuur voor het examen. Alle wijzigingen worden in detail beschreven in de toelichting bij de publicatie van de schema’s in de Staatscourant.

3. Nieuwe wettelijke grenswaarde voor 1,2-dichloorethaan

De Gezondheidsraad heeft voor de kankerverwekkende stof 1,2-dichloorethaan de beschikbare kennis over de gezondheidseffecten opnieuw beoordeeld. Dat heeft ertoe geleid dat zij een lagere streef- en verbodswaarde adviseert om ziekte bij werkenden te beperken. De SER (Subcommissie Grenswaarden Stoffen op de Werkplek) heeft op basis van het advies van de Gezondheidsraad de haalbaarheid van de grenswaarde getoetst en geadviseerd deze te verlagen van 7 mg/m3 naar 4,12 mg/m3. Het verlagen van de grenswaarde heeft als doel het aantal ziektegevallen te verlagen. Dit advies heb ik overgenomen.

Sinds 2007 is het beleid om de wettelijke grenswaarden, indien mogelijk, vast te stellen op een gezondheidskundig veilig niveau (drempelwaarde). Bij blootstelling onder deze drempelwaarde mag worden aangenomen dat er geen gezondheidsschade optreedt. Er zijn echter ook stoffen waarvoor geen veilige gezondheidskundige grenswaarde te bepalen is. In die gevallen wordt door de Gezondheidsraad een streefwaarde en een verbodswaarde afgeleid. Na een advies van de Gezondheidsraad over de streef- en verbodswaarde, adviseert de SER (Subcommissie Grenswaarden Stoffen) de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de haalbaarheid van een wettelijke grenswaarde op streefniveau.

Daarbij wordt een extra kans op kanker als gevolg van beroepsmatige blootstelling van 1 op de miljoen blootgestelde werknemers per jaar als streefrisico gehanteerd. Dit komt overeen met een risico van 4 per 100.000 bij 40 jaar beroepsmatige blootstelling. Een risico van 1 op de 10.000 blootgestelde werknemers wordt gehanteerd als verbodsrisico, dat wil zeggen het maximaal te accepteren risico. Dit komt overeen met een risico van 4 per 1.000 bij 40 jaar beroepsmatige blootstelling.

Wettelijke grenswaarden doen overigens geen afbreuk aan de andere verplichtingen voor werkgevers, zoals de plicht tot vervanging van kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische stoffen1 op de werkplek, de voorkoming of minimalisatie van de blootstelling van werknemers aan deze stoffen tot een niveau zo ver als technisch mogelijk, en de maatregelen die daartoe moeten worden genomen. Het gaat hierbij om een hiërarchie aan maatregelen zoals de vervanging van de CMR-stof door een stof (of mengsel of proces) die niet (of minder) gevaarlijk is voor de gezondheid van de werknemers, het gebruik van een gesloten systeem of andere maatregelen (organisatorische en persoonlijke beschermingsmaatregelen) om de blootstelling van werknemers te minimaliseren. Deze arbeidshygiënische strategie (de STOP-strategie) dient in deze volgorde te worden toegepast. Dit betekent dat alleen indien vervanging technisch onmogelijk is verdere technische en daarna organisatorische maatregelen mogen worden getroffen, en dat pas als laatste optie persoonlijke beschermingsmiddelen worden ingezet.

4. Overige wijzigingen

Met deze regeling worden verder nog enkele technische wijzigingen op andere terreinen doorgevoerd. Al deze overige wijzigingen zijn uitsluitend technische correcties. In de artikelsgewijze toelichting wordt hier nader op ingegaan.

5. Financiële gevolgen en administratie lasten

De wijzigingen in de registratieschema’s voor kraanmachinisten hebben geen financiële gevolgen voor kraanmachinisten, noch voor de bedrijven die deze machinisten inzetten. Het heeft evenmin gevolgen voor de administratieve lasten.

De aangepaste eisen zijn van toepassing op nieuwe aanvragen voor een registratie als kraanmachinist en daarnaast indien reeds geregistreerde kraanmachinisten hun registratie willen vernieuwen. Voor iedere geregistreerde kraanmachinist ligt het eind van de geldigheidsduur van een registratie op een ander moment en pas op dat moment moet aangetoond worden dat men aan de nieuwe eisen voldoet. Daarmee worden extra kosten bij kraanmachinisten en hun werkgevers voorkomen.

De verlaging van de grenswaarde voor 1,2-dichloorethaan zal in bedrijven waar blootstelling aan 1,2-dichloorethaan voorkomt, leiden tot een controle of zij wel aan de nieuwe wettelijke grenswaarden voldoen. Het effect daarvan heeft geringe gevolgen voor de financiële- of administratieve lasten, omdat men al gehouden was aan de minimalisatieverplichting vanwege de carcinogene aard van de blootstelling.

Voor de onderhavige kankerverwekkende stof geldt dat bedrijven waar blootstelling aan deze stof mogelijk is, op grond van de arbowetgeving al gehouden waren de stof te vervangen door een minder risicovolle stof en indien dat niet mogelijk is de blootstelling zo ver mogelijk te beperken als technisch mogelijk is. Op grond daarvan moeten bedrijven al maatregelen treffen die technisch mogelijk zijn. Het detecteren van de stof hoort daar bij. Dit is onafhankelijk van de hoogte van de wettelijke grenswaarde. De grenswaardenverlaging is alleen van belang voor die bedrijven waar de concentratie in de lucht nog boven het niveau ligt van de nieuwe wettelijke grenswaarde. In het geval dat bedrijven nu nog boven de nieuwe grenswaarde zitten, moeten zij de blootstelling acuut verlagen. Daarvoor mag tijdelijk gebruik gemaakt worden van persoonlijke beschermingsmiddelen en moet in de tussentijd gewerkt worden aan een duurzame manier van het verlagen van de blootstelling via de arbeidshygiënische strategie, zoals al verplicht is binnen het minimalisatiebeginsel.

Het totaal aantal bedrijven waarvoor er nalevingskosten zullen zijn, is hiermee dus beperkt. Die bedrijven zullen in het plan van aanpak, dat onderdeel is van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) waarover bedrijven dienen te beschikken, aangeven hoe en op welke termijn zij aan de nieuwe wettelijke grenswaarden zullen voldoen. In het plan van aanpak zal door de werkgever geëxpliciteerd en beargumenteerd moeten worden welke technische maatregelen uiteindelijk ingevoerd zullen worden, waarom de noodzakelijke maatregelen nu nog niet genomen kunnen worden en op welke wijze de werknemers in de tussentijd adequaat worden beschermd. De nieuwe grenswaarde is technisch haalbaar geacht door de SER GSW.

6. Toetsen

6.1 Adviescollege toetsing regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft zich in haar advies uitgesproken over de wijzigingen voor kraanmachinisten en bedrijven die werken met de stof 1,2-dichloorethaan. Zij beoordeelt daarbij op 1) nut en noodzaak, 2) minder belastende alternatieven, 3) werkbaarheid en 4) gevolgen regeldruk. Het adviescollege heeft aangegeven geen opmerkingen te hebben bij de eerste drie criteria. Voor kraanmachinisten voorziet zij geen gevolgen voor de regeldruk. Voor de invoering van de grenswaarde voor 1,2-dichloorethaan volgt zij het briefadvies van de SER-GSW en adviseert zij regeldrukgevolgen van de invoering van de verscherpte grenswaarde te beschrijven. Dientengevolge is in hoofdstuk 5 een aanvullende beschrijving toegevoegd.

6.2 Uitvoerings- en handhavingstoets

De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft een positief uitvoerings- en handhavingsadvies uitgebracht over de nieuwe registratieschema’s voor kraanmachinisten. De overige wijzigingen in deze regeling komen niet in aanmerking voor een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets.

7. Inwerkingtreding

Alle wijzigingen treden in werking op 1 januari 2026. Dat geldt niet voor de inwerkingtreding van de nieuwe registratieschema’s voor kraanmachinisten, omdat de sector heeft aangegeven er behoefte aan te hebben deze zo spoedig mogelijk in werking te laten treden. Om die reden treedt de wijziging van artikel 7.7 in werking op de dag na publicatie van deze regeling.

Artikelsgewijs

Artikel I (artikel 7.7 van de Arbeidsomstandighedenregeling)

In de onderdelen van artikel 7.7 is voor de verschillende soorten kranen bepaald welke registratieschema’s van toepassing zijn. Omdat de schema’s zijn herzien en opnieuw gepubliceerd, zijn in artikel 7.7 de vindplaatsen toegevoegd van de Staatscourant waarin de herziene schema’s zijn gepubliceerd.

Door publicatie van deze herziene schema’s in de Staatscourant en een aanpassing van de verwijzingen in artikel 7.7 naar deze nieuwe publicaties worden deze algemeen verbindend. In de toelichtingen bij deze registratieschema's worden deze aanpassingen toegelicht.

Artikel II (overige wijzigingen Arbeidsomstandighedenregeling)

Onderdeel A (artikel 6.1)

In artikel 6.1 is een foutieve verwijzing hersteld.

Onderdeel B (bijlage XIII)

In de tabel met grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen is één van de grenswaarden voor de blootstelling aan 1,2-dichloorethaan aangepast. Het betreft de grenswaarde voor blootstelling tot 8 uur per dag, gemeten in mg/m3. De Gezondheidsraad heeft voor deze stof de beschikbare kennis over de gezondheidseffecten opnieuw beoordeeld. De Raad adviseert lagere niveaus voor streefrisico en verbodsrisico.

Daarnaast heeft de Gezondheidsraad geadviseerd een huidnotatie toe te passen, maar die was al opgenomen voor deze stof. De SER (Subcommissie Grenswaarden Stoffen op de Werkplek) heeft op basis van het advies van de Gezondheidsraad de haalbaarheid van de grenswaarde getoetst en geadviseerd te verlagen van 7 mg/m3 naar 4,12 mg/m3. Dat gebeurt met deze regeling.

In de tabel met grenswaarden voor allergenen waren onbedoeld twee CAS-nummers voor α-amylase opgenomen. De grenswaarde is eerder vastgesteld op basis van een haalbaarheidstoets van de SER GSW, die alleen toezag op het CAS-nummer 9001-19-8. Met deze regeling wordt dit gecorrigeerd.

Artikel III

Het NDRIS wordt beheerd door NRG. Vanwege een samenvoeging van deze partij met Pallas is de bedrijfsnaam van NRG veranderd in NRG Pallas B.V. Met deze wijziging wordt de in de regeling vermeldde bedrijfsnaam gecorrigeerd.

Artikel IV (Warenwetregeling machines)

In artikel 2 van de Warenwetregeling machines is een spelfout hersteld.

Artikel V (Warenwetregeling drukapparatuur 2016)

Onderdeel A (artikel 4)

In artikel 4, vijfde lid, van de Warenwetregeling drukapparatuur 2016 is de NL-keuringsdienst van gebruikers toegevoegd. Deze was onbedoeld nog niet in dit lid opgenomen. Op grond van de artikelen 29 en 32 van het Warenwetbesluit drukapparatuur 2016 kan echter voor een herkeuring van drukapparatuur zowel een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie als een NL-keuringsdienst van gebruikers worden aangewezen. Met deze wijziging blijkt de bevoegdheid van de NL-keuringsdienst van gebruikers nu ook expliciet uit artikel 4, vijfde lid, van deze regeling.

Onderdeel B en C (artikel 7 en 8)

Ook in artikel 7 en 8 zijn onjuistheden hersteld. Op grond van artikel 36 van het Warenwetbesluit drukapparatuur 2016 houdt een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie toezicht op een inspectieafdeling van de gebruiker. In deze artikelen was daar ook de NL-keuringsdienst van gebruikers aan toegevoegd. Dat is nu verwijderd, omdat een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie geen toezicht uitoefent op een NL-keuringsdienst van gebruikers.

Artikel VI

Zoals in het algemeen deel is toegelicht treedt artikel I van deze regeling in werking op de dag na de publicatie in de Staatscourant. Voor de overige artikelen kunnen de gebruikelijke termijnen worden aangehouden. Deze artikelen treden daarom in werking op 1 januari 2026.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel


X Noot
1

Ook wel CMR-stoffen genoemd. Dit staat voor carcinogene, mutagene en reprotoxische stoffen.

Naar boven